Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0111/2008

Debatten :

PV 13/03/2008 - 9.3
CRE 13/03/2008 - 9.3

Stemmingen :

PV 13/03/2008 - 11.3
CRE 13/03/2008 - 11.3

Aangenomen teksten :


Aangenomen teksten
PDF 113kWORD 38k
Donderdag 13 maart 2008 - Straatsburg
De zaak van de Iraanse onderdaan Seyed Mehdi Kazemi
P6_TA(2008)0107RC-B6-0111/2008

Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2008 over de zaak van de Iraanse onderdaan Mehdi Kazemi

Het Europees Parlement,

–   gelet op het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM), inzonderheid artikel 3 daarvan, waarin wordt bepaald dat "niemand mag worden verwijderd of uitgezet naar dan wel uitgeleverd aan een staat waarin een ernstig risico bestaat dat hij aan de doodstraf, aan folteringen of aan andere onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen wordt onderworpen",

–   gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, inzonderheid de artikelen 18 en 19 daarvan, betreffende asielrecht en bescherming bij verwijdering, uitzetting of uitlevering,

–   gelet op het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 en het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen,

–   gelet op Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft en de inhoud van de verleende bescherming (minimumnormenrichtlijn)(1), op Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (Dublin-verordening)(2), en op andere EU-rechtsmiddelen betreffende asielrecht,

–   gezien de brief van 10 september 2007 van zijn Voorzitter aan de Britse premier over de zaak Pegah Emambakhsh, een lesbische Iraanse vrouw die dreigde te worden teruggestuurd naar Iran nadat haar asielaanvraag was geweigerd,

–   gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat Seyed Mehdi Kazemi, een negentienjarige homoseksuele Iraanse onderdaan, in het Verenigd Koninkrijk om asiel had verzocht en zijn verzoek werd afgewezen; overwegende dat hij, uit vrees voor deportatie, naar Nederland was gevlucht en daar asiel had aangevraagd; overwegende dat de Nederlandse autoriteiten na onderzoek van zijn dossier besloten hebben hem terug te sturen naar het Verenigd Koninkrijk,

B.   overwegende dat de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk nu het definitieve besluit moeten nemen over zijn asielaanvraag en zijn mogelijke deportatie naar Iran,

C.   overwegende dat de Iraanse autoriteiten als regel mensen gevangen nemen, folteren en terechtstellen, met name homoseksuelen; overwegende dat de voormalige partner van Seyed Mehdi Kazemi al is terechtgesteld en dat zijn vader hem met de dood heeft bedreigd,

D.   overwegende dat de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk in het vergelijkbare geval van Pegah Emambakhsh onder internationale druk besloten hebben haar niet naar Iran terug te sturen, hoewel er nog steeds geen zekerheid bestaat omtrent haar verder lot,

E.   overwegende dat de woordvoerder van de Britse premier weliswaar geen commentaar heeft geleverd op de zaak Seyed Mehdi Kazemi maar toch algemene waarborgen heeft gegeven dat de Britse asielprocedures in overeenstemming met de internationale verplichtingen zijn en het mogelijk is om voor een onafhankelijke rechtbank tegen asielbesluiten beroep aan te tekenen, alsook dat de autoriteiten niemand zullen verwijderen die bij zijn of haar terugkeer gevaar zou lopen,

F.   overwegende dat meer aandacht moet worden besteed aan de correcte toepassing van de Europese asielwetgeving in de lidstaten met betrekking tot seksuele geaardheid,

1.   spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over het lot van Seyed Mehdi Kazemi;

2.   dringt aan op de correcte en volledige implementatie van de "minimumnormenrichtlijn", waarin vervolging op grond van seksuele geaardheid wordt erkend als reden voor het verlenen van asiel en waarin wordt bepaald dat de lidstaten rekening moeten houden met individuele gevallen en met de situatie in het land van herkomst, met inbegrip van de wetten en voorschriften, en de manier waarop zij worden toegepast;

3.   is van mening dat de EU en haar lidstaten de EU- en nationale wetten en procedures niet op die manier mogen toepassen dat burgers worden uitgezet naar een derde land waar zij het risico lopen te worden vervolgd, gefolterd of ter dood gebracht, aangezien dit een schending zou inhouden van de Europese en de internationale mensenrechtenverbintenissen;

4.   roept de betrokken lidstaten ertoe op gezamenlijk een oplossing uit te werken die Seyed Mehdi Kazemi asielrecht of bescherming op het grondgebied van de Europese Unie waarborgt en verhindert dat hij wordt teruggestuurd naar Iran, waar hij zeker zou worden terechtgesteld, zodat wordt gegarandeerd dat artikel 3 van het EVRM volledig wordt nageleefd door alle Europese autoriteiten en in dit geval met name het Verenigd Koninkrijk; verzoekt de Commissie en de Raad in deze zaak volledig samen te werken met de lidstaten;

5.   verzoekt de instellingen van de EU en de lidstaten maatregelen te nemen om soortgelijke situaties in de toekomst te voorkomen door middel van onderlinge samenwerking en toepassing van EU-richtsnoeren om in soortgelijke gevallen oplossingen uit te werken; verzoekt de Commissie de toepassing van de EU-asielwetgeving in de lidstaten te controleren en te beoordelen, in het bijzonder met betrekking tot gevallen waarin de seksuele geaardheid een rol speelt, en hierover aan het Parlement verslag uit te brengen; onderstreept dat de Commissie voor 2008 wijzigingen op de Dublin-verordening en de minimumnormenrichtlijn heeft aangekondigd die specifiek op de vraagstukken van deze resolutie zullen inspelen;

6.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen, en aan Seyed Mehdi Kazemi.

(1) PB L 304 van 30.9.2004, blz. 12.
(2) PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1.

Juridische mededeling - Privacybeleid