Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 april 2008 over het gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (COM(2007)0535 – C6-0345/2007 – 2004/0156(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing - hernieuwde voorlegging)
Het Europees Parlement,
– gezien het gewijzigd voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2007)0535),
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0477),
– gezien zijn standpunt in eerste lezing van 6 september 2005(1),
– gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 156 van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie opnieuw bij het Parlement is ingediend (C6-0345/2007),
– gezien zijn resolutie van 20 juni 2007 over de financiering van het Europees programma voor satellietradionavigatie (Galileo) onder het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 en het meerjarig financieel kader 2007-2013(2),
– gezien het Interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (IIA)(3), als gewijzigd bij Besluit 2008/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2007(4), ten aanzien van het meerjarig financieel kader,
– gelet op artikel 51 en artikel 55, lid 1 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie vervoer en toerisme (A6-0144/2008),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;
2. is van oordeel dat de in het wetgevingsvoorstel vermelde financiële middelen verenigbaar zijn met het maximum voor vastleggingskredieten van rubriek 1a van het nieuwe meerjarig financieel kader (MFK) zoals gewijzigd bij Besluit 2008/29/EG en wijst erop dat het jaarlijkse bedrag zal worden vastgesteld in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure, overeenkomstig de bepalingen van punt 37 van het IIA;
3. hecht zijn goedkeuring aan de hierbij gevoegde gezamenlijke verklaring, die samen met de definitieve wetgevingstekst in het Publicatieblad van de Europese Unie zal worden gepubliceerd;
4. wijst op de hierbij gevoegde verklaringen van de Commissie;
5. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
6. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 23 april 2008 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement in eerste lezing overeen met het definitieve wetsbesluit: Verordening (EG) nr. 683/2008.)
BIJLAGE
GEZAMENLIJKE VERKLARING
van het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie
over het
GALILEO INTERINSTITUTIONEEL PANEL ("GIP")
1. Gezien het belang, het unieke karakter en de gecompliceerdheid van de Europese GNSS-programmma's, het feit dat de Gemeenschap de uit de programma's resulterende systemen in eigendom zal hebben, de volledige financiering van de programma's uit de Gemeenschapsbegroting in de periode 2008-2013, erkennen het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie de noodzaak van nauwe samenwerking van de drie instellingen.
2. Er zal een Galileo Interinstitutioneel Panel (GIP) bijeenkomen om voor iedere instelling van de Gemeenschap de uitoefening van haar verantwoordelijkheid te vergemakkelijken. Daartoe wordt het GIP opgericht om de volgende zaken op de voet te volgen:
a)
de vorderingen met de uitvoering van de Europese GNSS-programma's, met name met betrekking tot de uitvoering van de aanbestedingen en contracten, met name met betrekking tot het ESA;
b)
de internationale overeenkomsten met derde landen, onverminderd de bepalingen van artikel 300 van het Verdrag;
c)
de voorbereiding van de satellietnavigatiemarkten;
d)
de doeltreffendheid van de beheersregelingen; en
e)
de jaarlijkse evaluatie van het werkprogramma.
3. Overeenkomstig de bestaande regels zal het GIP de nodige discretie in acht nemen, met name gezien de commercieel vertrouwelijke en gevoelige aard van bepaalde gegevens.
4. De Commissie zal rekening houden met de door het GIP ingenomen standpunten.
5. Het GIP zal bestaan uit zeven vertegenwoordigers, waarvan:
− 3 van de Raad;
− 3 van het Europees Parlement;
− 1 van de Commissie,
en zal geregeld bijeenkomen (in beginsel 4 maal per jaar).
6. Het GIP is niet van invloed op de bestaande verantwoordelijkheden en interinstitutionele betrekkingen.
Verklaring van de Europese Commissie
over de rol van het GIP met betrekking tot internationale overeenkomsten
Met betrekking tot internationale overeenkomsten zal de Commissie het GIP op de hoogte houden, zodat het de internationale overeenkomsten met derde landen op de voet kan volgen, overeenkomstig de kaderovereenkomst over de betrekkingen tussen de Commissie en het Europees Parlement van 26 mei 2005 en toekomstige desbetreffende overeenkomsten, en onverminderd de bepalingen van artikel 300 van het Verdrag.
Verklaring van de Europese Commissie
over het laten verrichten van studies over de exploitatie van het Galileo-systeem
Gezien het verzoek van de Raad om in 2010 het in artikel 4, lid 3, van de verordening bedoelde voorstel uit te brengen inzake de exploitatiefase van de programma's, met name betreffende de financiering, het tariferingsbeleid en het mechanisme voor deling van de ontvangsten, zal de Commissie reeds vanaf 2008, en in 2009, de nodige voorbereidende studies laten verrichten, overeenkomstig de conclusies van de Raad Vervoer van 29 en 30 november 2007.
Die studies zullen met name betrekking hebben op een analyse van de mogelijkheden om de privé-sector te betrekken bij het beheer van de exploitatiefase van de programma's na 2013, en op de nadere regels voor die eventuele betrokkenheid, met name in de vorm van een publiek-privaat partnerschap.
Verklaring van de Europese Commissie
over de oprichting van een groep beveiligingsdeskundigen ("GNSS-Beveiligingsraad")
De Commissie is voornemens om, voor de uitvoering van de bepalingen van artikel 13, lid 1, van de verordening en voor de bestudering van vraagstukken in verband met de beveiliging van de systemen, een deskundigengroep op te richten, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten.
De Commissie zal erop toezien dat deze deskundigengroep:
−
bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en één vertegenwoordiger van de Commissie;
−
wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie;
−
haar reglement van orde aanneemt waarin onder andere zal worden bepaald dat adviezen bij consensus worden aangenomen en dat de deskundigen ieder relevant onderwerp in verband met de beveiliging van de systemen aan de orde kunnen stellen;
Bij de uitoefening van haar taken zal de Commissie volledig rekening houden met de adviezen van de deskundigengroep en zij zegt toe deze groep onder andere te zullen raadplegen voordat zij de voornaamste vereisten voor de beveiliging van de systemen als bedoeld in artikel 13 van de verordening vaststelt.
Daarenboven is de Commissie van mening dat:
−
de vertegenwoordigers van de Europese GNSS-toezichtautoriteit, het Europese Ruimteagentschap en de SG/HV als waarnemers dienen te worden betrokken bij het werk van de deskundigengroep, onder de bij het reglement van orde ervan vastgestelde voorwaarden;
−
door de Europese Gemeenschap gesloten akkoorden kunnen voorzien in de deelname van vertegenwoordigers van derde staten aan de werkzaamheden van de deskundigengroep, onder de bij het reglement van orde ervan vastgestelde voorwaarden.
Verklaring van de Europese Commissie
over het beroep op een onafhankelijk team deskundigen
De Commissie is voornemens om, voor de juiste toepassing van artikel 12, lid 3, van de verordening:
−
een beroep te doen op een onafhankelijk team van projectbeheerdeskundigen;
−
dit team, als onderdeel van zijn taken, de uitvoering van de programma's te laten evalueren met als doel passende aanbevelingen te doen, met name met betrekking tot het risicobeheer;
−
deze aanbevelingen geregeld te doen toekomen aan het bij de verordening ingestelde comité.
Verklaring van de Europese Commissie
over de uitlegging van artikel 17, lid 3, onder c)
In artikel 17, lid 3, onder c), is het beginsel vastgelegd dat ten minste 40% van de samengevoegde waarde van de activiteiten wordt gegund middels een openbare aanbesteding op verschillende niveaus aan andere ondernemingen dan de ondernemingen die tot de groepen behoren waarvan rechtspersonen hoofdcontractant voor een van de hoofdwerkpakketten zijn.
De Commissie zal tijdens de gehele aanbestedingsprocedure nauwlettend hierop toezien en dit evalueren; zij zal het GIP en het GNSS-Comité informeren over de naleving van dit voorschrift en over het algehele effect ervan op het programma.
Indien uit de prognoses blijkt dat het minimum van 40% niet kan worden bereikt, zal de Commissie passende maatregelen nemen overeenkomstig de in artikel 17, lid 3, onder c), bedoelde procedure.