Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2598(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B6-0373/2008

Ingediende teksten :

B6-0373/2008

Debatten :

PV 02/09/2008 - 17
CRE 02/09/2008 - 17

Stemmingen :

PV 03/09/2008 - 7.9
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0400

Aangenomen teksten
PDF 108kWORD 32k
Woensdag 3 september 2008 - Brussel
Klonen van dieren ten behoeve van de voedselvoorziening
P6_TA(2008)0400B6-0373/2008

Resolutie van het Europees Parlement van 3 september 2008 over het klonen van dieren ten behoeve van de voedselvoorziening

Het Europees Parlement,

–   gelet op artikel 108, lid 5, van zijn Reglement,

A.   overwegende dat het Protocol inzake de bescherming en het welzijn van dieren de Gemeenschap en de lidstaten voorschrijft bij de formulering en uitvoering van het landbouw- en onderzoeksbeleid ten volle rekening te houden met de eisen inzake dierenwelzijn,

B.   overwegende dat kloonprocessen een laag overlevingspercentage voor overgebrachte embryo's en gekloonde dieren laten zien, en dat veel gekloonde dieren in een vroeg levensstadium sterven aan cardiovasculaire insufficiëntie, immunodeficiëntie, leverinsufficiëntie, ademhalingsproblemen en abnormale ontwikkeling van nieren, spieren en skelet,

C.   overwegende dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) in haar advies van 2008 heeft geconcludeerd dat het sterfte- en ziektecijfer onder gekloonde dieren hoger is dan bij door seksuele voortplanting voortgebrachte dieren, en dat sterfte en problemen in een laat stadium van de draagtijd vaak het welzijn van de draagmoeder aantasten,

D.   overwegende dat de Europese werkgroep voor ethische vraagstukken en nieuwe technologieën (EGE) zich gezien de huidige omvang van het lijden en de gezondheidsproblemen bij surrogaatmoeders en gekloonde dieren afvraagt of het klonen van dieren ten behoeve van de voedselvoorziening ethisch te rechtvaardigen is en geen overtuigende argumenten kan vinden om voedselproductie met behulp van gekloonde dieren en hun nakomelingen te rechtvaardigen,

E.   overwegende dat in Richtlijn 98/58/EG van de Raad van 20 juli 1998 inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren(1) wordt bepaald dat er "geen natuurlijke of kunstmatige fokmethoden (mogen) worden toegepast die de betrokken dieren pijn of letsel toebrengen of kunnen toebrengen" (bijlage, punt 20),

F.   overwegende dat klonen de genetische diversiteit binnen dierpopulaties aanzienlijk zou doen afnemen, waarmee de kans toeneemt dat hele kuddes worden gedecimeerd door ziektes waarvoor zij gevoelig zijn,

G.   overwegende dat EFSA op 24 juli 2008 een wetenschappelijk advies heeft gepubliceerd over de gevolgen van het klonen van dieren voor de voedselveiligheid, de gezondheid en het welzijn van dieren en het milieu, waarin zij tot de conclusie kwam dat de gezondheid en het welzijn van een aanzienlijk deel van de klonen nadelige invloeden ondergaat, en wel vaak op ernstige of zelfs fatale wijze,

H.   overwegende dat het belangrijkste doel van klonen de productie van een groot aantal kopieën van dieren is, met een grotere groeisnelheid of een hogere opbrengst, maar dat de traditionele manier van selectief fokken reeds heeft geleid tot pootproblemen en cardiovasculaire stoornissen bij snelgroeiende varkens, en kreupelheid, mastitis en voortijdige uitschifting bij hoogproductieve runderen; overwegende dat het klonen van de snelstgroeiende en meest productieve dieren tot nog grotere gezondheids- en welzijnsproblemen zal leiden;

I.   overwegende dat, behalve het feit dat de implicaties van het klonen van dieren ten behoeve van de voedselvoorziening niet voldoende zijn bestudeerd, klonen een ernstige bedreiging vormt voor het imago en de inhoud van het Europese landbouwmodel, dat gebaseerd is op productkwaliteit, milieuvriendelijke beginselen en eerbiediging van strenge voorwaarden inzake dierenwelzijn,

1.   roept de Commissie op voorstellen in te dienen voor een verbod – waar het gaat om de voedselvoorziening – op (i) het klonen van dieren, (ii) het fokken met gekloonde dieren of hun nakomelingen, (iii) het op de markt brengen van vlees of zuivelproducten van gekloonde dieren of hun nakomelingen en (iv) het invoeren van gekloonde dieren, hun nakomelingen, zaad en embryo's van gekloonde dieren of hun nakomelingen, en vlees of zuivelproducten van gekloonde dieren of hun nakomelingen, en daarbij rekening te houden met de aanbevelingen van de EFSA en de EGE;

2.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1) PB L 221 van 8.8.1998, blz. 23.

Juridische mededeling - Privacybeleid