Resolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2008 over de ontwerpverordening van de Commissie van 2 juni 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat met prospectussen en reclame verband houdende elementen betreft en over de ontwerpbeschikking van de Commissie van 2 juni 2008 betreffende het gebruik door effectenuitgevende instellingen van derde landen van nationale standaarden voor jaarrekeningen van bepaalde derde landen en van de International Financial Reporting Standards voor de opstelling van hun geconsolideerde financiële overzichten
Het Europees Parlement,
– gezien Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten(1), inzonderheid op artikel 7, lid 1 daarvan
– gezien Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de harmonisatie van transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten(2), inzonderheid op artikel 23, lid 4, derde alinea daarvan,
– gezien Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen(3),
– gezien Verordening (EG) nr. 1569/2007 van de Commissie van 21 december 2007 waarbij ter uitvoering van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad een mechanisme wordt opgezet voor het nemen van een besluit over de gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen die door effectenuitgevende instellingen van derde landen worden toegepast(4),
– gezien de ontwerpverordening van de Commissie van 2 juni 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 809/2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat met prospectussen en reclame verband houdende elementen betreft,
– gezien de ontwerpbeschikking van de Commissie van 2 juni 2008 betreffende het gebruik door effectenuitgevende instellingen van derde landen van nationale standaarden voor jaarrekeningen van bepaalde derde landen en van de International Financial Reporting Standards voor de opstelling van hun geconsolideerde financiële overzichten,
– gezien Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(5),
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 14 november 2007 over de ontwerpverordening van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG) nr. 809/2004 ten aanzien van de standaarden voor jaarrekeningen die worden gebruikt om historische informatie in prospectussen op te stellen en over het ontwerpbesluit van de Commissie inzake het gebruik dat effectenuitgevende instellingen uit derde landen maken van informatie die is opgesteld volgens internationaal aanvaarde standaarden voor jaarrekeningen(6),
– gelet op artikel 81 van zijn Reglement,
Met betrekking tot de ontwerpverordening en de ontwerpbeschikking
1. neemt nota van de vooruitgang die de Commissie heeft geboekt op het vlak van de eliminatie van de afstemmingsvereisten ten aanzien van Europese uitgevende instellingen in derde landen; is ingenomen met de maatregelen die voor de erkenning van de op de US Generally Accepted Accounting Principles (US-GAAP's) en de International Financial Reporting Standards (IFRS) gebaseerde standaarden zijn genomen;
2. is van oordeel dat de algemeen aanvaarde beginselen voor jaarrekeningen van derde landen (GAAP's van derde landen) als gelijkwaardig aan de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 aangenomen IFRS dienen te worden beschouwd wanneer beleggers tot hetzelfde besluit komen, ongeacht de vraag of de jaarrekeningen die zij te zien krijgen op zulke IFRS of op de GAAP's van derde landen zijn gebaseerd, en wanneer de controlezekerheid en de handhaving op het niveau van de entiteiten voor beleggers voldoende betrouwbaar zijn;
3. is van oordeel dat de regelgevende instanties een actieve dialoog met hun internationale tegenhangers dienen te blijven voeren over de toepassing en de consistente handhaving van de IFRS, en de samenwerking en de uitwisseling van informatie dienen te bevorderen;
4. stelt vast dat de door de International Accounting Standards Board (IASB) afgekondigde IFRS een solide basis voor regelgevers vormen om te komen tot een wereldwijde convergentie van standaarden voor jaarrekeningen; is van oordeel dat het wereldwijde gebruik van internationaal geaccepteerde standaarden voor jaarrekeningen de transparantie en de vergelijkbaarheid van de financiële overzichten ten goede zou komen, en zowel bedrijven als beleggers veel voordeel kan opleveren;
5. is van mening dat de convergentie van standaarden voor jaarrekeningen een belangrijke taak is maar onderstreept dat het er uiteindelijk om gaat dat de IFRS in elke jurisdictie worden aangenomen, met eerbiediging van haar eigen democratisch en wettelijk kader;
6. is ingenomen met Verordening (EG) nr. 1569/2007 waarin de definitie van gelijkwaardigheid is opgenomen en een mechanisme wordt opgezet voor het nemen van een besluit over de gelijkwaardigheid van GAAP's van derde landen; onderstreept dat Verordening (EG) nr. 1569/2007 voorschrijft dat in de beschikking van de Commissie het uitgevende instellingen van de Gemeenschap is toegestaan in het betrokken derde land van overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde IFRS gebruik te maken;
7. stelt vast dat de VS slechts financiële verklaringen erkennen die uit hoofde van IFRS zijn voorbereid, zoals door de IASB vastgesteld; erkent echter dat de VS instemmen met een korte overgangsperiode, gedurende welke uit hoofde van in het kader van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vastgestelde IFRS aangenomen financiële verklaringen eveneens zonder afstemmingsvereisten worden geaccepteerd;
8. onderstreept dat bepaalde derde landen nog niet openlijk hebben verklaard wanneer de IFRS op hun binnenlandse emittenten zullen worden toegepast;
9. is van mening dat de ontwerpverordening van de Commissie en de ontwerpbeschikking van de Commissie moeten stroken met de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1569/2007 en met de onderhavige resolutie;
10. is ingenomen met de onlangs door bepaalde derde landen gepresenteerde routekaarten voor overschakeling op IFRS; verzoekt de Commissie de voortgang met de implementatie van deze routekaarten in het oog te houden teneinde de erkenning van gelijkwaardigheid af te schaffen als op een tevoren vastgesteld tijdstip wordt overgeschakeld;
11. stelt vast dat voorstellen zijn ingediend om het beheer van de IASB te versterken;
12. neemt kennis van het verslag van de Commissie van 22 april 2008 over de vooruitgang die is geboekt op het vlak van de eliminatie van de afstemmingsvereisten en van het streven van de met de vaststelling van standaarden voor de jaarrekeningen belaste instanties in derde landen om deze te laten samenvallen met de IFRS;
13. stelt voor de ontwerpverordening van de Commissie als volgt te wijzigen:
(3) Met het oog op de toetsing van de gelijkwaardigheid van de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles – GAAP) van een derde land met goedgekeurde IFRS voorziet Verordening (EG) nr. 1569/2007 van de Commissie van 21 december 2007 waarbij ter uitvoering van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad een mechanisme wordt opgezet voor het nemen van een besluit over de gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen die door effectenuitgevende instellingen van derde landen worden toegepast in een definitie van gelijkwaardigheid en in een mechanisme voor de toetsing van de gelijkwaardigheid van de GAAP van een derde land.
(3) Met het oog op de toetsing van de gelijkwaardigheid van de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles – GAAP) van een derde land met goedgekeurde IFRS voorziet Verordening (EG) nr. 1569/2007 van de Commissie van 21 december 2007 waarbij ter uitvoering van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad een mechanisme wordt opgezet voor het nemen van een besluit over de gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen die door effectenuitgevende instellingen van derde landen worden toegepast in een definitie van gelijkwaardigheid en in een mechanisme voor de toetsing van de gelijkwaardigheid van de GAAP van een derde land. Verordening (EG) nr. 1569/2007 schrijft tevens voor dat de Commissie tot het besluit dient te komen dat het uitgevende instellingen van de Gemeenschap is toegestaan in het betrokken derde land van overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde IFRS gebruik te maken.
(6) In zijn advies [van respectievelijk maart 2008, mei 2008 en …] heeft het CEER aanbevolen de US GAAP en de Japanse GAAP als gelijkwaardig met de IFRS aan te merken voor toepassing binnen de Gemeenschap. Voorts heeft het CEER aanbevolen binnen de Gemeenschap tijdelijk, maar uiterlijk tot 31 december 2011, financiële overzichten te aanvaarden die conform de GAAP van China, Canada en Zuid-Korea zijn opgesteld.
(6) In zijn advies [van respectievelijk maart 2008, mei 2008 en oktober 2008] heeft het CEER aanbevolen de US GAAP en de Japanse GAAP als gelijkwaardig met de IFRS aan te merken voor toepassing binnen de Gemeenschap. Voorts heeft het CEER aanbevolen binnen de Gemeenschap tijdelijk, maar uiterlijk tot 31 december 2011, financiële overzichten te aanvaarden die conform de GAAP van China, Canada, Zuid-Korea en India zijn opgesteld.
(7) In 2006 hebben de US Financial Accounting Standards Board en de IASB een memorandum van overeenstemming gesloten waarin zij hun streven herbevestigden om tot een onderlinge afstemming tussen de US GAAP en de IFRS te komen en waarin een werkprogramma was opgenomen om dit doel te bereiken. Als gevolg van dit werkprogramma zijn talrijke belangrijke verschillen tussen de US GAAP en de IFRS weggewerkt. Daarnaast heeft de dialoog tussen de Commissie en de US Securities and Exchange Commission ertoe geleid dat uitgevende instellingen van de Gemeenschap die hun financiële overzichten conform de IFRS opstellen, van alle aanpassingsvereisten zijn ontslagen. Het verdient bijgevolg aanbeveling de US GAAP met ingang van 1 januari 2009 als gelijkwaardig met de goedgekeurde IFRS aan te merken.
(7) In 2006 hebben de US Financial Accounting Standards Board en de IASB een memorandum van overeenstemming gesloten waarin zij hun streven herbevestigden om tot een onderlinge afstemming tussen de US GAAP en de IFRS te komen en waarin een werkprogramma was opgenomen om dit doel te bereiken. Als gevolg van dit werkprogramma zijn talrijke belangrijke verschillen tussen de US GAAP en de IFRS weggewerkt. Daarnaast heeft de dialoog tussen de Commissie en de US Securities and Exchange Commission ertoe geleid dat uitgevende instellingen van de Gemeenschap die hun financiële overzichten conform de door de IASB vastgestelde IFRS opstellen, van alle aanpassingsvereisten zijn ontslagen. Het verdient bijgevolg aanbeveling de US GAAP met ingang van 1 januari 2009 als gelijkwaardig met de goedgekeurde IFRS aan te merken.
Wijziging 4 Ontwerpverordening - wijzigingsbesluit Overweging 12 bis (nieuw)
(12 bis)De regering van India en het Institute of Chartered Accountants van India hebben in juli 2007 publiekelijk toegezegd IFRS uiterlijk 31 december 2011 goed te keuren en nemen de nodige maatregelen om een tijdige en complete overgang op IFRS voor die datum te waarborgen.
Wijziging 5 Ontwerpverordening - wijzigingsbesluit Artikel 1 - punt 1 Verordening (EG) nr. 809/2004 Artikel 35, lid 5 bis
5 bis. Uitgevende instellingen van derde landen zijn niet onderworpen aan een vereiste uit hoofde van bijlage I, rubriek 20.1; bijlage IV, rubriek 13.1; bijlage VII, rubriek 8.2; bijlage X, rubriek 20.1, of bijlage XI, rubriek 11.1, om historische financiële informatie aan te passen die in een prospectus is opgenomen en relevant is voor de boekjaren vóór boekjaren die op of na 1 januari 2012 aanvangen, dan wel aan een vereiste uit hoofde van bijlage VII, rubriek 8.2 bis; bijlage IX, rubriek 11.1; of bijlage X, rubriek 20.1 bis, om een beschrijving te geven van de verschillen tussen de ingevolge Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde International Financial Reporting Standards en de standaarden voor jaarrekeningen in overeenstemming waarmee dergelijke informatie is opgesteld, mits de historische financiële informatie is opgesteld overeenkomstig de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving van de Volksrepubliek China, Canada of de Republiek Korea.
5 bis. Uitgevende instellingen van derde landen zijn niet onderworpen aan een vereiste uit hoofde van bijlage I, rubriek 20.1; bijlage IV, rubriek 13.1; bijlage VII, rubriek 8.2; bijlage X, rubriek 20.1, of bijlage XI, rubriek 11.1, om historische financiële informatie aan te passen die in een prospectus is opgenomen en relevant is voor de boekjaren vóór boekjaren die op of na 1 januari 2012 aanvangen, dan wel aan een vereiste uit hoofde van bijlage VII, rubriek 8.2 bis; bijlage IX, rubriek 11.1; of bijlage X, rubriek 20.1 bis, om een beschrijving te geven van de verschillen tussen de ingevolge Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde International Financial Reporting Standards en de standaarden voor jaarrekeningen in overeenstemming waarmee dergelijke informatie is opgesteld, mits de historische financiële informatie is opgesteld overeenkomstig de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving van de Volksrepubliek China, Canada of de Republiek Korea of de Republiek India.
Wijziging 6 Ontwerpverordening - wijzigingsbesluit Artikel 1 bis (nieuw)
Artikel 1 bis
De Commissie blijft, met de technische steun van het CESR, het streven van derde landen om over te schakelen op de IFRS op de voet volgen en voert tijdens het convergentieproces een actieve dialoog met de autoriteiten. De Commissie brengt in 2009 verslag uit over de ter zake geboekte vooruitgang aan het Europees Parlement en het Europees Securities Committee (ESC).
Wijziging 7 Ontwerpverordening - wijzigingsbesluit Artikel 1 ter (nieuw)
Artikel 1 ter
Door derde landen gepubliceerde data voor de overschakeling op IFRS dienen als referentiedata voor de afschaffing van de erkenning van de gelijkwaardigheden van de derde landen in kwestie.
14. stelt voor de ontwerpbeschikking van de Commissie als volgt te wijzigen:
Door de Commissie voorgestelde tekst
Wijziging
Wijziging 8 Ontwerpbesluit Overweging 5
(5) Met het oog op de toetsing van de gelijkwaardigheid van de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles – GAAP) van een derde land met goedgekeurde IFRS voorziet Verordening (EG) nr. 1569/2007 van de Commissie van 21 december 2007 waarbij ter uitvoering van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad een mechanisme wordt opgezet voor het nemen van een besluit over de gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen die door effectenuitgevende instellingen van derde landen worden toegepast in een definitie van gelijkwaardigheid en in een mechanisme voor de toetsing van de gelijkwaardigheid van de GAAP van een derde land.
(5) Met het oog op de toetsing van de gelijkwaardigheid van de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles – GAAP) van een derde land met goedgekeurde IFRS voorziet Verordening (EG) nr. 1569/2007 van de Commissie van 21 december 2007 waarbij ter uitvoering van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad een mechanisme wordt opgezet voor het nemen van een besluit over de gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen die door effectenuitgevende instellingen van derde landen worden toegepast in een definitie van gelijkwaardigheid en in een mechanisme voor de toetsing van de gelijkwaardigheid van de GAAP van een derde land. Verordening (EG) nr. 1569/2007 schrijft tevens voor dat de Commissie tot het besluit dient te komen dat het uitgevende instellingen van de Gemeenschap is toegestaan in het betrokken derde land van overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde IFRS gebruik te maken.
Wijziging 9 Ontwerpbesluit Overweging 7
In zijn advies [van respectievelijk maart 2008, mei 2008 en …] heeft het CEER aanbevolen de US GAAP en de Japanse GAAP als gelijkwaardig met de IFRS aan te merken voor toepassing binnen de Gemeenschap. Voorts heeft het CEER aanbevolen binnen de Gemeenschap tijdelijk, maar uiterlijk tot 31 december 2011, financiële overzichten te aanvaarden die conform de GAAP van China, Canada en Zuid-Korea zijn opgesteld.
(7) In zijn advies [van respectievelijk maart 2008, mei 2008 en oktober 2008] heeft het CEER aanbevolen de US GAAP en de Japanse GAAP als gelijkwaardig met de IFRS aan te merken voor toepassing binnen de Gemeenschap. Voorts heeft het CEER aanbevolen binnen de Gemeenschap tijdelijk, maar uiterlijk tot 31 december 2011, financiële overzichten te aanvaarden die conform de GAAP van China, Canada, Zuid-Korea en India zijn opgesteld.
Wijziging 10 Ontwerpbesluit Overweging 8
(8) In 2006 hebben de US Financial Accounting Standards Board en de IASB een memorandum van overeenstemming gesloten waarin zij hun streven herbevestigden om tot een onderlinge afstemming tussen de US GAAP en de IFRS te komen en waarin een werkprogramma was opgenomen om dit doel te bereiken. Als gevolg van dit werkprogramma zijn talrijke belangrijke verschillen tussen de US GAAP en de IFRS weggewerkt. Daarnaast heeft de dialoog tussen de Commissie en de US Securities and Exchange Commission ertoe geleid dat uitgevende instellingen van de Gemeenschap die hun financiële overzichten conform de IFRS opstellen, van alle aanpassingsvereisten zijn ontslagen. Het verdient bijgevolg aanbeveling de US GAAP met ingang van 1 januari 2009 als gelijkwaardig met de goedgekeurde IFRS aan te merken.
(8) In 2006 hebben de US Financial Accounting Standards Board en de IASB een memorandum van overeenstemming gesloten waarin zij hun streven herbevestigden om tot een onderlinge afstemming tussen de US GAAP en de IFRS te komen en waarin een werkprogramma was opgenomen om dit doel te bereiken. Als gevolg van dit werkprogramma zijn talrijke belangrijke verschillen tussen de US GAAP en de IFRS weggewerkt. Daarnaast heeft de dialoog tussen de Commissie en de US Securities and Exchange Commission ertoe geleid dat uitgevende instellingen van de Gemeenschap die hun financiële overzichten conform de door de IASB vastgestelde IFRS opstellen, van alle aanpassingsvereisten zijn ontslagen. Het verdient bijgevolg aanbeveling de US GAAP met ingang van 1 januari 2009 als gelijkwaardig met de goedgekeurde IFRS aan te merken.
Wijziging 11 Ontwerpbesluit Overweging 13 bis (nieuw)
(13 bis)De regering van India en het Institute of Chartered Accountants van India hebben in juli 2007 publiekelijk toegezegd IFRS uiterlijk 31 december 2011 goed te keuren en nemen de nodige maatregelen om een tijdige en complete overgang op IFRS voor die datum te waarborgen.
Wijziging 12 Ontwerpbesluit Artikel 1 - lid 1 - inleidende formule
Met ingang van 1 januari 2009 mag een uitgevende instelling van een derde land haar geconsolideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële overzichten niet alleen overeenkomstig de ingevolge Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde IFRS opstellen, maar ook conform de volgende standaarden:
Met ingang van 1 januari 2009 mogen, naast de overeenkomstig de ingevolge Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde IFRS, de volgende standaarden beschouwd worden als gelijkwaardig aan ingevolge Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde IFRS, met betrekking tot geconsolideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële overzichten.
Wijziging 13 Ontwerpbesluit Artikel 1 - lid 2
2. Vóór het boekjaar dat op of na 1 januari 2012 begint, mag een uitgevende instelling van een derde land haar geconsolideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële overzichten opstellen overeenkomstig de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving van de Volksrepubliek China, Canada of de Republiek Korea.
2. Vóór het boekjaar dat op of na 1 januari 2012 begint, mag een uitgevende instelling van een derde land haar geconsolideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële overzichten opstellen overeenkomstig de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving van de Volksrepubliek China, Canada, de Republiek Korea of de Republiek India.
Wijziging 14 Ontwerpbesluit Artikel 1 bis (nieuw)
Artikel 1 bis
De Commissie blijft, met de technische steun van het CESR, het streven van derde landen om over te schakelen op de IFRS op de voet volgen en voert tijdens het convergentieproces een actieve dialoog met de autoriteiten. De Commissie brengt in 2009 verslag uit over de ter zake geboekte vooruitgang aan het Europees Parlement en het European Securities Committee (ESC).
Wijziging 15 Ontwerpbesluit Artikel 1 ter (nieuw)
Artikel 1 ter
Door derde landen gepubliceerde data voor de overschakeling op IFRS dienen als referentiedata voor de afschaffing van de erkenning van de gelijkwaardigheden van de derde landen in kwestie.
15. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.