Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/0051(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0417/2008

Ingediende teksten :

A6-0417/2008

Debatten :

PV 17/11/2008 - 23
CRE 17/11/2008 - 23

Stemmingen :

PV 18/11/2008 - 7.14
CRE 18/11/2008 - 7.14
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0541

Aangenomen teksten
PDF 486kWORD 213k
Dinsdag 18 november 2008 - Straatsburg
Algemene regeling inzake accijns *
P6_TA(2008)0541A6-0417/2008

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 november 2008 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende een algemene regeling inzake accijns (COM(2008)0078 – C6-0099/2008 – 2008/0051(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2008)0078),

–   gelet op artikel 93 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0099/2008),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en de adviezen van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A6-0417/2008),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.   verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.   wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 2 bis (nieuw)
(2 bis)  Voor een sterkere werking van de interne markt zijn extra inspanningen nodig om de accijnzen in de Europese Unie geleidelijk te harmoniseren, waarbij rekening moet worden gehouden met kwesties als volksgezondheid, milieubescherming en begrotingsoverwegingen.
Amendement 2
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 4
(4)  Accijnsgoederen mogen voor specifieke doeleinden aan andere indirecte belastingen worden onderworpen. In dat geval dienen de lidstaten evenwel enkele essentiële elementen van de communautaire voorschriften betreffende indirecte belastingen in acht te nemen, teneinde geen afbreuk te doen aan het nut ervan.
(4)  Accijnsgoederen mogen voor specifieke doeleinden aan andere indirecte belastingen worden onderworpen. In dat geval dienen de lidstaten evenwel enkele essentiële elementen van de communautaire voorschriften betreffende indirecte belastingen in acht te nemen, teneinde geen afbreuk te doen aan het nut ervan, en wel de voorschriften met betrekking tot de maatstaf van heffing en berekening, de verschuldigdheid en de controle van de belasting.
Amendement 3
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 4 bis (nieuw)
(4 bis)  Bij de tenuitvoerlegging van deze richtlijn houden de lidstaten voor ogen dat voor de volksgezondheid een hoog beschermingsniveau moet zijn gewaarborgd.
Amendement 4
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 9
(9)  Aangezien de accijns een belasting op het verbruik van bepaalde goederen is, mag geen accijns worden geheven van accijnsgoederen die vernietigd zijn of onherstelbaar verloren zijn gegaan, ongeacht de omstandigheden van de vernietiging of het verlies.
(9)  Aangezien de accijns een belasting op het verbruik van bepaalde goederen is, mag geen accijns worden geheven van accijnsgoederen die onmiskenbaar vernietigd zijn of onherstelbaar verloren zijn gegaan, ongeacht de omstandigheden van de vernietiging of het verlies.
Amendement 57
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 14
(14)  De gevallen waarin goederen taxfree mogen worden verkocht aan reizigers die het grondgebied van de Gemeenschap verlaten, moeten duidelijk worden vastgesteld.
(14)  De mogelijkheid moet blijven bestaan dat reizigers die het grondgebied van de Gemeenschap over land verlaten goederen taxfree kopen, op voorwaarde dat de taxfreeshops aan de buitengrenzen de lidstaten kunnen garanderen dat zij aan alle voorwaarden voldoen om elke vorm van fraude, ontwijking of misbruik te voorkomen.
Amendement 58
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 14 bis (nieuw)
(14 bis)  Reizigers die per vliegtuig of boot naar een derdelandsgebied of een derde land reizen, en die in het bezit zijn van een reisdocument dat aangeeft dat de eindbestemming een luchthaven of een haven in een derdelandsgebied of een derde land is, moeten in aanmerking kunnen komen voor de vrijstelling van de betaling van de accijnsen op accijnsgoederen die worden geleverd door taxfreeshops.
Amendement 59
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 19 bis (nieuw)
(19 bis)  De regels die van toepassing zijn op het overbrengen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns zouden, onder bepaalde voorwaarden, moeten voorzien in de mogelijkheid van een algemene zekerheid voor lagere accijnzen of in helemaal geen zekerheid.
Amendement 5
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 21 bis (nieuw)
(21 bis)  Teneinde het doeltreffend functioneren van het geautomatiseerde systeem te garanderen, moeten de lidstaten, in het kader van de nationale toepassingen, hun goedkeuring hechten aan een uniforme catalogus en een uniforme structuur, zodat economische actoren kunnen beschikken over een betrouwbare interface.
Amendement 6
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 24
(24)  De te volgen procedures in geval van onbeschikbaarheid van het geautomatiseerde systeem moeten worden vastgesteld.
(24)  De te volgen procedures in geval van onbeschikbaarheid van het geautomatiseerde systeem, buiten de schuld van de bij het overbrengen van de accijnsgoederen betrokken actoren of om redenen waarop zij geen invloed kunnen hebben, moeten worden vastgesteld,
Amendement 7
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 28 bis (nieuw)
(28 bis)  Wanneer voor producten accijns verschuldigd is omdat ze door particulieren verworven zijn voor eigen gebruik en door hen worden vervoerd, moet de hoeveelheid accijnsgoederen worden aangegeven.
Amendement 8
Voorstel voor een richtlijn
Overweging 36
(36)  Teneinde te voorzien in een periode van aanpassing aan het elektronische systeem van toezicht op de overbrenging van goederen onder schorsing van accijns, moet aan de lidstaten een overgangsperiode worden toegestaan waarin dergelijke overbrengingen nog overeenkomstig de in Richtlijn 92/12/EEG vastgestelde formaliteiten mogen worden verricht.
(36)  Teneinde te voorzien in een periode van aanpassing aan het elektronische systeem van toezicht op de overbrenging van goederen onder schorsing van accijns, moet aan de lidstaten een overgangsperiode worden toegestaan waarin dergelijke overbrengingen nog overeenkomstig de in Richtlijn 92/12/EEG vastgestelde formaliteiten mogen worden verricht. De duur van deze overgangsperiode moet afgestemd zijn op de haalbaarheid het informaticasysteem in de afzonderlijke lidstaten feitelijk te installeren.
Amendement 9
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 4 – punt 4 bis (nieuw)
(4 bis) "invoer van accijnsgoederen": het op het grondgebied van de Gemeenschap binnenbrengen van accijnsgoederen die bij hun binnenkomst in de Gemeenschap niet onder een douaneschorsingsregeling worden geplaatst, of het vrijgeven van onder een douaneschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen.
Amendement 10
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 4 – punt 4 ter (nieuw)
(4 ter) "geregistreerde geadresseerde": de natuurlijke of rechtspersoon die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door die autoriteiten, gemachtigd is om accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling die zijn verzonden vanuit een andere lidstaat, te ontvangen;
Amendement 11
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 4 – punt 4 quater (nieuw)
(4 quater) "geregistreerde afzender": een natuurlijke of rechtspersoon die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van invoer, onder de door die autoriteiten vastgestelde voorwaarden, gemachtigd is onder een accijnsschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen te verzenden, nadat die in het vrije verkeer zijn gebracht, volgens Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (Gemoderniseerd douanewetboek);
____________
1 PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1.
Amendement 12
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 4 – punt 4 quinquies (nieuw)
(4 quinquies) "erkend entrepothouder": de natuurlijke of rechtspersoon die door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling te produceren, te verwerken, voorhanden te hebben, te ontvangen en te verzenden;
Amendement 13
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 4 – punt 4 sexies (nieuw)
(4 sexies) "belastingentrepot": iedere plaats waar de erkende entrepothouder bij de bedrijfsuitoefening accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling produceert, verwerkt, voorhanden heeft, ontvangt of verzendt, zulks onder bepaalde voorwaarden die zijn vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar dit belastingentrepot gelegen is;
Amendement 14
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 4 – punt 4 septies (nieuw)
(4 septies) "plaats van invoer": de plaats waar de goederen zich bevinden wanneer zij overeenkomstig Verordening (EG) nr. 450/2008 in het vrije verkeer worden gebracht.
Amendement 15
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 7 – lid 2 – alinea 1 – letter c
(c) de invoer van accijnsgoederen.
(c) de invoer, met inbegrip van onregelmatige invoer, van accijnsgoederen die niet onmiddellijk bij invoer onder een accijnsschorsingsregeling worden geplaatst.
Amendement 16
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 7 – lid 4
4.  De algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van accijnsgoederen, inclusief verliezen die inherent zijn aan de aard van die goederen, wordt niet aangemerkt als uitslag tot verbruik.
4.  De algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van de accijnsgoederen in kwestie wordt aangetoond ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar deze algehele vernietiging of het onherstelbare verlies zich heeft voorgedaan.
Het verlies of de vernietiging van de accijnsgoederen in kwestie moet ten genoegen van de bevoegde autoriteiten worden aangetoond.
Indien in geval van overbrenging onder een accijnsschorsingregeling niet is vast te stellen waar de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies zich heeft voorgedaan, wordt de vernietiging of het verlies geacht zich te hebben voorgedaan in de lidstaat waar de vernietiging of het verlies is geconstateerd.
Voor de toepassing van de eerste alinea worden goederen geacht onherstelbaar verloren te zijn wanneer zij voor eenieder onbruikbaar zijn geworden.
De lidstaten kunnen het opzettelijk vernietigen van onder een accijnsschorsingsregeling geplaatste goederen onderwerpen aan voorafgaande goedkeuring van de bevoegde autoriteiten.
Amendement 17
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 9 – lid 1
1.  Wanneer tijdens een overbrenging onder schorsing van accijns een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden die in de uitslag tot verbruik van de accijnsgoederen resulteerde, en er niet kan worden vastgesteld waar de uitslag tot verbruik plaatsvond, wordt deze geacht te hebben plaatsgevonden in de lidstaat van verzending.
1.  Wanneer tijdens een overbrenging onder schorsing van accijns een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden die resulteerde in een uitslag tot verbruik van de accijnsgoederen als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a), en er niet kan worden vastgesteld waar de uitslag tot verbruik plaatsvond, wordt deze geacht te hebben plaatsgevonden in de lidstaat van verzending en op het tijdstip waarop de onregelmatigheid werd geconstateerd.
Wanneer de accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling niet op de plaats van bestemming aankomen en de desbetreffende onregelmatigheid die in een uitslag tot verbruik van de accijnsgoederen als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a), resulteerde, niet is geconstateerd, wordt de uitslag tot verbruik geacht te hebben plaatsgevonden in de lidstaat waar en op het tijdstip waarop de accijnsgoederen werden opgespoord.
Wanneer evenwel vóór het verstrijken van een termijn van drie jaar vanaf de datum van aanvang van de overbrenging overeenkomstig artikel 19, lid 1, wordt vastgesteld in welke lidstaat de uitslag tot verbruik daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, stelt deze lidstaat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending daarvan in kennis.
Wanneer evenwel binnen een termijn van drie jaar vanaf de datum waarop de overbrenging overeenkomstig artikel 19, lid 1, is begonnen, wordt vastgesteld in welke lidstaat de uitslag tot verbruik daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, wordt de uitslag tot verbruik geacht te hebben plaatsgevonden in deze lidstaat, die de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van constatering of van verzending daarvan in kennis stelt.
Wanneer de accijns is geheven door de lidstaat van verzending, gaat deze tot teruggaaf of kwijtschelding over zodra het bewijs is geleverd dat de accijns door de andere lidstaat is geïnd.
Wanneer de accijns is geheven door de lidstaat van constatering of van verzending, gaat deze tot teruggaaf of kwijtschelding over zodra het bewijs is geleverd dat de uitslag tot verbruik in de andere lidstaat heeft plaatsgevonden.
Amendement 18
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  Indien op grond van behoorlijk bewijs zonder redelijke twijfel komt vast te staan waar gedurende overbrenging onder een accijnsschorsingsregeling de onregelmatigheid leidend tot uitslag tot verbruik van accijnsgoederen heeft plaatsgevonden, is de accijns verschuldigd in de lidstaat waar de onregelmatigheid plaatsvond.
Amendement 19
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 9 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  Indien de onregelmatigheid die leidt tot uitslag voor verbruik van accijnsgoederen aantoonbaar in een bepaalde lidstaat heeft plaatsgevonden, terwijl die goederen reeds waren voorzien van fiscale zegels van de lidstaat van bestemming, wordt de accijns alleen verschuldigd in de lidstaat waar de onregelmatigheid heeft plaatsgevonden wanneer de accijns door de lidstaat van bestemming aan de marktdeelnemer wordt terugbetaald.
Amendement 20
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 9 – lid 2 ter (nieuw)
2 ter.  Wanneer de lidstaat van bestemming de accijns niet heft door middel van fiscale zegels, wordt in geval van onregelmatigheid de accijns direct verschuldigd in de lidstaat waar de onregelmatigheid plaatsvond.
Amendement 21
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 9 – lid 3
3.  Voor de toepassing van lid 1 wordt onder een onregelmatigheid verstaan een situatie waarin de overbrenging niet is beëindigd overeenkomstig artikel 19, lid 2.
3.  Voor de toepassing van lid 1 wordt onder een onregelmatigheid verstaan een andere dan de in artikel 7, lid 4, bedoelde situatie waarin een overbrenging of een onderdeel van een overbrenging niet overeenkomstig artikel 19, lid 2, is geëindigd.
Amendement 22
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 11 – lid 1 – letter e bis (nieuw)
(e bis) levering aan een erkende inrichting voor onderzoek en ontwikkeling, laboratorium, regeringsdepartement of andere erkende entiteit met het oog op kwaliteitsinspecties, onderzoek voorafgaande aan marktintroductie, en verificatie op mogelijke vervalsing, mits het kennelijk niet om commerciële hoeveelheden gaat, wanneer:
(i) de lidstaten mogen vaststellen welke hoeveelheden "commerciële hoeveelheden" zijn; en
(ii) de lidstaten tevens vereenvoudigde procedures kunnen invoeren om het goederenverkeer onder dit punt te vergemakkelijken.
Amendement 23
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 11 – lid 2
2.  De vrijstellingen zijn afhankelijk van de voorwaarden en beperkingen die door de gastlidstaat worden vastgesteld. De lidstaten kunnen vrijstelling verlenen door middel van teruggaaf van de accijns.
2.  De vrijstellingen zijn afhankelijk van de voorwaarden en beperkingen die door de gastlidstaat worden vastgesteld. De lidstaten kunnen vrijstelling verlenen door middel van teruggaaf van de accijns. De voorwaarden voor teruggave die door de lidstaten worden vastgesteld, mogen de vrijstellingsprocedures niet bovenmatig verzwaren.
Amendement 54
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 11 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  De accijns, met inbegrip van accijns op aardolie, kan worden teruggegeven of kwijtgescholden volgens de door elke lidstaat vastgestelde procedure. De lidstaten passen op binnenlandse goederen dezelfde procedure toe als op goederen uit andere lidstaten.
Amendement 63/rev.
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 13 – lid 1
1.  De lidstaten kunnen vrijstelling van de betaling van accijns verlenen voor de accijnsgoederen die door taxfreeshops zijn geleverd en worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van reizigers die zich door de lucht of over zee naar een derdelandsgebied of een derde land begeven.
1.  De lidstaten kunnen vrijstelling van de betaling van accijns verlenen voor de accijnsgoederen die door taxfreeshops zijn geleverd en worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van reizigers die zich door de lucht, over zee of via een landgrensovergang naar een derdelandsgebied of een derde land begeven.
Amendement 65/rev.
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 13 – lid 4
4.  Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
4.  Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
a) derdelandsgebieden: de gebieden die in artikel 5, leden 2 en 3, zijn genoemd;
a) derdelandsgebieden: de gebieden die in artikel 5, leden 2 en 3, zijn genoemd;
b) taxfreeshop: elke inrichting, gelegen op een luchthaven of haventerrein, die aan de door de bevoegde overheidsinstanties gestelde voorwaarden voldoet, met name bij toepassing van punt 3;
b) taxfreeshop: elke inrichting, gelegen op een luchthaven of haventerrein of bij een grensovergang met een derde land of een derdelandsgebied, die aan de door de bevoegde overheidsinstanties gestelde voorwaarden voldoet, met name bij toepassing van punt 3;
c) reiziger die zich naar een derdelandsgebied of derde land begeeft: iedere passagier die in het bezit is van een bewijs van vervoer door de lucht of over zee, waarop als rechtstreekse bestemming een luchthaven of haventerrein, gelegen in een derdelandsgebied of derde land, is vermeld.
c) reiziger die zich naar een derdelandsgebied of derde land begeeft: iedere passagier die in het bezit is van een bewijs van vervoer door de lucht of over zee, waarop als eindbestemming een luchthaven of haventerrein, gelegen in een derdelandsgebied of derde land, is vermeld, alsook iedere passagier die over het land de Gemeenschap verlaat.
Amendement 25
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 14 – lid 2
2.   De productie, de verwerking en het voorhanden hebben van accijnsgoederen worden geacht plaats te vinden onder schorsing van accijns uitsluitend wanneer die handelingen worden verricht in een overeenkomstig lid 3 erkende ruimte.
2.   Wanneer de accijns niet voldaan is, vinden de productie, de verwerking en het voorhanden hebben van accijnsgoederen plaats in een belastingentrepot.
Amendement 26
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 14 – lid 3
3.  De bevoegde autoriteiten van de lidstaten erkennen als "belastingentrepot" de ruimten die zijn ingericht voor de productie, de verwerking, het voorhanden hebben alsook de ontvangst of de verzending van accijnsgoederen onder schorsing van accijns.
Schrappen
Amendement 27
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 15 – lid 1 – alinea's 2 en 3
De vergunning mag niet worden geweigerd op de enkele grond dat de natuurlijke of rechtspersoon in een andere lidstaat woonachtig of gevestigd is en het voornemen heeft om het belastingentrepot te beheren via een vertegenwoordiger of bijkantoor in de lidstaat die de vergunning afgeeft.
De vergunning wordt verleend onder de voorwaarden die de autoriteiten stellen om elke vorm van fraude en misbruik te voorkomen. Niettemin mag de vergunning niet worden geweigerd op de enkele grond dat de natuurlijke of rechtspersoon in een andere lidstaat gevestigd is.
De vergunning geldt voor de in artikel 14, lid 3, bedoelde activiteiten.
Amendement 28
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 16 – lid 1 – inleidende formule
1.  Accijnsgoederen mogen binnen het grondgebied van de Gemeenschap onder schorsing van accijns worden overgebracht:
1.  Accijnsgoederen mogen, ook indien zij via een derde land of een regio daarin worden overgebracht, tussen twee punten binnen het grondgebied van de Gemeenschap onder schorsing van accijns worden overgebracht:
Amendement 29
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 16 - lid 1 - letter a - punt ii
(ii) een natuurlijke of rechtspersoon die van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming, onder de door die autoriteiten vastgestelde voorwaarden, toestemming heeft gekregen om accijnsgoederen in ontvangst te nemen die vanuit een andere lidstaat onder schorsing van accijns worden overgebracht, hierna de "geregistreerde geadresseerde" genoemd;
(ii) de ruimten van een geregistreerde geadresseerde;
Amendement 30
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 16 – lid 1 – letter b
(b) van de plaats van invoer naar een van de onder a) genoemde bestemmingen, wanneer zij worden verzonden door een natuurlijke of rechtspersoon die daartoe van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van invoer, onder de door die autoriteiten vastgestelde voorwaarden, toestemming heeft gekregen, hierna de "geregistreerde afzender" genoemd.
(b) van de plaats van invoer naar een van de onder a) genoemde bestemmingen of geadresseerden, wanneer zij worden verzonden door een geregistreerde afzender.
Amendement 31
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 17 – lid 1 – inleidende formule
1.  De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending eisen onder de door hen vastgestelde voorwaarden dat de risico's die verbonden zijn aan het overbrengen onder schorsing van accijns worden gedekt door een zekerheid, die door een of meer van de volgende personen mag worden gesteld:
1.  De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending eisen onder de door hen vastgestelde voorwaarden dat de risico's die verbonden zijn aan het overbrengen onder schorsing van accijns worden gedekt door een zekerheid, die door of voor rekening van een of meer van de volgende personen mag worden gesteld:
Amendement 32
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 17 – lid 2 – alinea 1
2.  De zekerheid is geldig in de hele Gemeenschap.
2.  De zekerheid is geldig in de hele Gemeenschap en kan worden gesteld door:
(a) een inrichting die gerechtigd is om de werkzaamheden van kredietinstellingen uit te oefenen in de zin van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen1, of
(b) een onderneming die gerechtigd is om een verzekeringsactiviteit uit te oefenen in de zin van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche2.
_______________
1 PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.
2 PB L 228 van 11.8.1992, blz. 1.
Amendement 33
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 17 bis (nieuw)
Artikel 17 bis
1.  Op verzoek van de in artikel 17, lid 1 bedoelde persoon kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending op door hen te bepalen voorwaarden toestaan dat een doorlopende zekerheid wordt gesteld voor een beperkt accijnsbedrag of dat geen enkele zekerheid wordt gesteld, mits de fiscale verantwoordelijkheid voor het vervoer wordt gedragen door degene die de verantwoordelijkheid voor het vervoer op zich neemt.
2.  De in lid 1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend aan de personen die:
(a) gevestigd zijn in het douanegebied van de Gemeenschap;
(b) een bevredigende staat van dienst hebben op het gebied van het stellen van zekerheden betreffende de overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling, en
(c) regelmatig zekerheden stellen voor de overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling of er bij de douane-instanties om bekendstaan dat zij de verplichtingen die zij uit hoofde van deze procedures hebben, kunnen nakomen.
3.  De maatregelen ter regeling van de toekenning van de in de leden 1 en 2 bedoelde vergunningen worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure, bedoeld in artikel 40, lid 2.
Amendement 34
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 18 – lid 2 – alinea 2 – inleidende formule
Een geregistreerde geadresseerde die een in de eerste alinea bedoelde toestemming heeft gekregen, dient de volgende voorschriften in acht te nemen:
Een tijdelijk geregistreerde geadresseerde die een in de eerste alinea bedoelde toestemming heeft gekregen, dient de volgende voorschriften in acht te nemen:
Amendement 35
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 19 – lid 1
1.  De overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns wordt geacht aan te vangen op het tijdstip dat de goederen het belastingentrepot van verzending of de plaats van invoer verlaten.
1.  De overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns wordt geacht aan te vangen op het tijdstip dat de goederen het belastingentrepot van verzending of de plaats van invoer verlaten. Het moment waarop de goederen het belastingentrepot of de plaats van invoer verlaten wordt bepaald door de onverwijlde verzending van een aanvullend bericht aan de bevoegde autoriteit door de erkende entrepothouder of de erkende expediteur.
Amendement 36
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 19 – lid 2
2.  De overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns wordt geacht te zijn beëindigd op het tijdstip dat de geadresseerde de goederen in ontvangst heeft genomen of, in het geval als bedoeld in artikel 16, lid 1, onder a), iii), op het tijdstip dat de goederen het grondgebied van de Gemeenschap hebben verlaten.
2.  De overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns is beëindigd:
- op het tijdstip dat de geadresseerde de goederen in ontvangst heeft genomen. Het tijdstip waarop de geadresseerde de goederen in ontvangst neemt wordt bepaald door de verzending van een aanvullende informatieboodschap door de geadresseerde aan de bevoegde instantie onmiddellijk na aankomst van de goederen;
- in het geval als bedoeld in artikel 16, lid 1, onder a), iii), op het tijdstip dat de goederen het grondgebied van de Gemeenschap hebben verlaten of onder een douaneschorsingsregeling zijn geplaatst.
Amendement 37
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 19 bis (nieuw)
Artikel 19 bis
De regels die van toepassing zijn op de overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling staan toe dat op door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending te bepalen voorwaarden, een doorlopende zekerheid wordt gesteld voor een beperkt accijnsbedrag of dat geen enkele zekerheid wordt gesteld, mits de fiscale verantwoordelijkheid voor het vervoer wordt gedragen door degene die de verantwoordelijkheid voor het vervoer op zich neemt.
Amendement 38
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 20 – lid 1
1.  Accijnsgoederen worden geacht onder schorsing van accijns te worden overgebracht uitsluitend wanneer de overbrenging geschiedt onder dekking van een elektronisch administratief document dat is opgesteld overeenkomstig de leden 2 en 3.
1.  Accijnsgoederen worden geacht onder schorsing van accijns te worden overgebracht uitsluitend wanneer de overbrenging geschiedt onder dekking van een elektronisch administratief document dat is opgesteld overeenkomstig de leden 2 en 3. De lidstaten en de Commissie nemen de nodige maatregelen om, op nationaal niveau, de publieke sleutelinfrastructuur te verwezenlijken en de interoperabiliteit daarvan te verzekeren.
Amendement 39
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 20 – lid 6
6.  De afzender deelt de administratieve referentiecode mee aan de persoon die de goederen vergezelt.
6.  De zending gaat vergezeld van een gedrukt document aan de hand waarvan de zending tijdens de overbrenging ervan kan worden geïdentificeerd.
De code moet gedurende de volledige looptijd van de overbrenging onder schorsing van accijns beschikbaar zijn.
Amendement 40
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 22
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending mogen onder de door die lidstaat vastgestelde voorwaarden toestaan dat de afzender met behulp van het geautomatiseerde systeem een overbrenging van energieproducten onder schorsing van accijns opsplitst in twee of meer deeltransporten, mits de totale hoeveelheid accijnsgoederen ongewijzigd blijft.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending mogen onder de door die lidstaat vastgestelde voorwaarden toestaan dat de afzender met behulp van het geautomatiseerde systeem een overbrenging van energieproducten onder schorsing van accijns opsplitst in twee of meer deeltransporten, mits:
(a) de totale hoeveelheid accijnsgoederen ongewijzigd blijft; en tevens
(b) de opsplitsing wordt verricht op het grondgebied van een lidstaat die deze procedure toestaat.
De lidstaten mogen ook bepalen dat een dergelijke opsplitsing niet op hun grondgebied mag worden verricht.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis of en onder welke voorwaarden zij de opsplitsing van zendingen op hun grondgebied toestaan. De Commissie zendt deze inlichtingen door naar de andere lidstaten.
Amendement 41
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 23 – lid 1 – alinea 1
1.  Bij ontvangst van accijnsgoederen op een van de in artikel 16, lid 1, onder a), i), ii) of iv), dan wel artikel 16, lid 2, bedoelde bestemmingen zendt de geadresseerde de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming onmiddellijk een bericht betreffende de ontvangst van de goederen, hierna "bericht van ontvangst" genoemd, met behulp van het geautomatiseerde systeem.
1.  Bij ontvangst van accijnsgoederen op een van de in artikel 16, lid 1, onder a), i), ii) of iv), dan wel artikel 16, lid 2, bedoelde bestemmingen zendt de geadresseerde de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming uiterlijk de volgende werkdag na de dag van ontvangst, een bericht betreffende de ontvangst van de goederen, hierna "bericht van ontvangst" genoemd, met behulp van het geautomatiseerde systeem.
Amendement 42
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 24 – lid 3
3.  De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending zenden het bericht van uitvoer door naar de afzender.
3.  De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending zenden het bericht van uitvoer door naar de afzender, uiterlijk de eerste werkdag na de dag van ontvangst van het certificaat dat aantoont dat de accijnsgoederen het grondgebied van de Gemeenschap hebben verlaten.
Amendement 43
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 26 – lid 1 – alinea's 2 en 3
Wanneer het systeem opnieuw beschikbaar wordt, dient de afzender onmiddellijk een voorlopig elektronisch administratief document in. Dit document vervangt het in de eerste alinea, onder a), bedoelde papieren document zodra het overeenkomstig artikel 20, lid 3, is opgesteld, en de procedure betreffende het elektronisch administratief document wordt van toepassing.
De overbrenging van deze zendingen blijft doorgaan overeenkomstig de vervangende procedure, inclusief de controle, zelfs indien het elektronische systeem tijdens de overbrenging opnieuw beschikbaar wordt.
Totdat het elektronisch administratief document overeenkomstig artikel 20, lid 3, is opgesteld, wordt de overbrenging geacht plaats te vinden onder schorsing van accijns onder dekking van het papieren document.
Amendement 44
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 26 – lid 2 – alinea 1
2.  Wanneer het geautomatiseerde systeem onbeschikbaar is, mag een erkende entrepothouder of geregistreerde afzender de in artikel 20, lid 8, of artikel 22 bedoelde informatie met behulp van andere communicatiemiddelen verstrekken. Hij stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending in kennis van de wijziging van de bestemming of van de opsplitsing in deeltransporten op het tijdstip dat deze wordt doorgevoerd.
2.  Wanneer het geautomatiseerde systeem onbeschikbaar is, mag een erkende entrepothouder of geregistreerde afzender de in artikel 20, lid 8, of artikel 22 bedoelde informatie met behulp van andere door de lidstaten nader te bepalen communicatiemiddelen verstrekken. Hij stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending in kennis van de wijziging van de bestemming of van de opsplitsing in deeltransporten op het tijdstip dat deze wordt doorgevoerd.
Amendement 45
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 28
De lidstaten mogen vereenvoudigde procedures vaststellen voor overbrengingen onder schorsing van accijns die uitsluitend over hun grondgebied verlopen.
De lidstaten mogen vereenvoudigde procedures vaststellen voor overbrengingen onder schorsing van accijns die uitsluitend over hun grondgebied verlopen, zoals de mogelijkheid het vereiste van elektronische controle van dergelijke overbrengingen te laten vallen.
Amendement 46
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 29 – punt 3 bis (nieuw)
(3 bis) overbrenging van goederen overeenkomstig artikel 11, lid 1, letter e bis).
Amendement 47
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 30 – lid 1 – alinea 2
De eerste alinea is ook van toepassing op door particulieren verkregen accijnsgoederen, met uitzondering van tabaksfabrikaten, die voor hun rekening worden vervoerd.
Schrappen
Amendement 48
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 30 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  Voor de toepassing van lid 2, letter e), kunnen de lidstaten, uitsluitend als bewijselement, indicatieve niveaus vaststellen. Die niveaus mogen niet lager zijn dan:
(a) voor tabaksproducten:
-  400 sigaretten;
-  200 cigarillo's (sigaren met een maximumgewicht van 3 gram per stuk);
-  100 sigaren;
-  0,5 kg rooktabak;
(b) voor alcoholhoudende dranken:
-  5 liter gedistilleerde dranken;
-  10 liter tussenproducten;
-  45 liter wijn (waarvan maximaal 30 l mousserende wijn);
-  55 liter bier.
Amendement 49
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 30 – lid 2 ter (nieuw)
2 ter.  De lidstaten kunnen tevens bepalen dat de accijns in de lidstaat van verbruik verschuldigd wordt bij de verkrijging van minerale oliën die in een andere lidstaat reeds tot verbruik zijn uitgeslagen, indien deze producten op een atypische wijze door particulieren of voor hun rekening zijn vervoerd. Als atypisch vervoer kunnen worden aangemerkt het vervoer van brandstof anders dan in de tank van voertuigen of in een passend reserveblik, alsmede het vervoer van vloeibare verwarmingsproducten anders dan in tankwagens die voor rekening van bedrijven worden gebruikt.
Amendement 50
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 34 – lid 4 – letter a
(a) zijn identiteit moet de belastingautoriteiten van de lidstaat van verzending van de accijnsgoederen bekend zijn;
(a) zijn identiteit moet de belastingautoriteiten van de lidstaat van verzending van de accijnsgoederen bekend zijn; hij dient van die belastingautoriteiten een identificatiedocument te verkrijgen;
Amendementen 51 en 52
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 37
1.  Onverminderd artikel 7, lid 1, mogen de lidstaten bepalen dat accijnsgoederen voorzien moeten zijn van fiscale merktekens of nationale herkenningstekens die voor belastingdoeleinden worden gebruikt, wanneer deze op hun grondgebied tot verbruik worden uitgeslagen of wanneer deze, in de in artikel 31, lid 1, eerste alinea, en artikel 34, lid 1, bedoelde gevallen, hun grondgebied binnenkomen.
1.  Onverminderd artikel 7, lid 1, mogen de lidstaten bepalen dat accijnsgoederen voorzien moeten zijn van fiscale merktekens, nationale herkenningstekens of welke andere vorm van seriemarkering of waarmerking dan ook, die voor belastingdoeleinden worden gebruikt, wanneer deze op hun grondgebied tot verbruik worden uitgeslagen of wanneer deze, in de in artikel 31, lid 1, eerste alinea, en artikel 34, lid 1, bedoelde gevallen, hun grondgebied binnenkomen.
2.  Elke lidstaat die het gebruik van de in lid 1 bedoelde fiscale merktekens of nationale herkenningstekens vereist, moet deze ter beschikking stellen van de erkende entrepothouders van de andere lidstaten.
2.  Elke lidstaat die het gebruik van de in lid 1 bedoelde fiscale merktekens, nationale herkenningstekens of welke andere vorm van seriemarkering of waarmerking dan ook vereist, moet deze ter beschikking stellen van de erkende entrepothouders van de andere lidstaten.
3.  Onverminderd de bepalingen die de lidstaten mogen vaststellen om de correcte toepassing van dit artikel te garanderen en elke vorm van fraude, ontduiking of misbruik te voorkomen, zorgen zij ervoor dat deze tekens geen belemmeringen voor het vrije verkeer van accijnsgoederen doen ontstaan.
3.  Onverminderd de bepalingen die de lidstaten mogen vaststellen om de correcte toepassing van dit artikel te garanderen en elke vorm van fraude, ontduiking of misbruik te voorkomen, zorgen zij ervoor dat deze tekens geen belemmeringen voor het vrije verkeer van accijnsgoederen doen ontstaan.
Wanneer deze tekens op accijnsgoederen zijn aangebracht, moet de lidstaat die ze heeft afgegeven, alle betaalde of als zekerheid gestelde bedragen voor het verkrijgen van deze tekens teruggeven of vrijgeven, wanneer de accijns in een andere lidstaat verschuldigd is geworden en daar werd geïnd.
Wanneer deze tekens op accijnsgoederen zijn aangebracht, moet de lidstaat die ze heeft afgegeven, alle betaalde of als zekerheid gestelde bedragen voor het verkrijgen van deze tekens teruggeven of vrijgeven, wanneer de accijns in een andere lidstaat verschuldigd is geworden en daar werd geïnd.
De lidstaat die de merktekens of herkenningstekens heeft afgegeven, kan het teruggeven, kwijtschelden of vrijgeven van het betaalde of zeker gestelde bedrag niettemin afhankelijk stellen van de voorwaarde dat de verwijdering of vernietiging van de merktekens of herkenningstekens wordt aangetoond.
4.  De in lid 1 bedoelde fiscale merktekens of herkenningstekens zijn uitsluitend geldig in de lidstaat die ze heeft afgegeven. De lidstaten mogen echter overgaan tot wederzijdse erkenning van deze tekens.
4.  De in lid 1 bedoelde fiscale merktekens, nationale herkenningstekens of welke andere vorm van seriemarkering of waarmerking dan ook zijn uitsluitend geldig in de lidstaat die ze heeft afgegeven. De lidstaten mogen echter overgaan tot wederzijdse erkenning van deze tekens.
Amendement 53
Voorstel voor een richtlijn
Artikel 39
Totdat de Raad communautaire bepalingen betreffende de bevoorrading van schepen en luchtvaartuigen aanneemt, mogen de lidstaten hun nationale voorschriften ter zake handhaven.
Totdat de Raad communautaire bepalingen betreffende de bevoorrading van schepen en luchtvaartuigen aanneemt, mogen de lidstaten hun nationale voorschriften ter zake handhaven. De andere lidstaten worden van deze nationale voorschriften in kennis gesteld opdat hun marktdeelnemers zich daarop kunnen beroepen.
Juridische mededeling - Privacybeleid