Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2009/2508(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0036/2009

Debatten :

PV 15/01/2009 - 10.1
CRE 15/01/2009 - 10.1

Stemmingen :

PV 15/01/2009 - 11.1

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0029

Aangenomen teksten
PDF 121kWORD 43k
Donderdag 15 januari 2009 - Straatsburg
Iran: de zaak Shirin Ebadi
P6_TA(2009)0029RC-B6-0036/2009

Resolutie van het Europees Parlement van 15 januari 2009 over Iran: de zaak Shirin Ebadi

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Iran, met name over de mensenrechten,

–   onder verwijzing naar de derde interparlementaire bijeenkomst tussen het Europees Parlement en de Majlis (parlement) van de Islamitische Republiek Iran, in Brussel op 4 en 5 november 2008 en het verslag daarover,

–   onder verwijzing naar de verklaring van 22 december 2008 van het voorzitterschap van de Raad, namens de Europese Unie, over de sluiting door de Iraanse politie van het Centrum voor de verdediging van de mensenrechten (CDHR), dat onder leiding staat van Shirin Ebadi, advocate en winnares van de Nobelprijs voor de vrede in 2003,

–   onder verwijzing naar de verklaringen van het voorzitterschap van de Raad van 31 december 2008, over de bedreigingen tegen Shirin Ebadi,

–   onder verwijzing naar de verklaring van 3 januari 2009 door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties over de intimidatie en de vervolging van Shirin Ebadi en over haar veiligheid,

–   onder verwijzing naar de eerdere resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en in het bijzonder resolutie 63/191 van 18 december 2008 over de situatie van de mensenrechten in de Islamitische Republiek Iran,

–   onder verwijzing naar het verslag van de secretaris-generaal van de VN over de situatie van de mensenrechten in de Islamitische Republiek Iran van 1 oktober 2008,

–   onder verwijzing naar de verklaring van de Verenigde Naties over de verdedigers van de mensenrechten, die op 9 december 1998 is aangenomen,

–   gelet op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, die alle door Iran zijn ondertekend,

–   gelet op artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,

A.   overwegende dat de algemene mensenrechtensituatie in Iran sinds 2005 op alle fronten onophoudelijk is verslechterd, met name ten aanzien van de gebruikmaking van de burgerrechten en de politieke vrijheid, ondanks het feit dat Iran heeft toegezegd de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in het kader van de diverse internationale instrumenten op dit terrein te zullen bevorderen en beschermen,

B.   overwegende dat de Iraanse politie en veiligheidsagenten op 21 december 2008 het CDHR dat wordt geleid door Shirin Ebadi, hebben gesloten, terwijl het voorbereidingen trof voor de viering van het zestigjarig bestaan van de UVRM,

C.   overwegende dat op 29 december 2008 het kantoor van Shirin Ebadi doorzocht is en documenten en computers zijn meegenomen; overwegende dat op 1 januari 2009 een vijandige menigte voor haar huis en kantoor heeft gedemonstreerd, waarbij slogans tegen haar werden geroepen, het bord van haar advocatenkantoor werd getrokken en het gebouw met graffiti werd besmeurd,

D.   overwegende dat er steeds meer bewijzen zijn dat de vervolging door de Iraanse autoriteiten van Shirin Ebadi is toegenomen wegens haar contacten met mensenrechtenmedewerkers van de VN en omdat zij gebruik hebben gemaakt van door het centrum geleverde informatie in een VN-verslag van 2 oktober 2008 over de mensenrechtensituatie in Iran,

E.   overwegende dat Shirin Ebadi doodsbedreigingen heeft ontvangen nadat zij had besloten de verdediging op zich te nemen van het zevenhoofdige leiderschap van de Baha'i- geloofsgemeenschap, die in mei 2008 gezamenlijk werden gearresteerd; overwegende dat het CDHR ook geprotesteerd heeft tegen het feit dat de autoriteiten studenten van de universiteiten hebben verwijderd,

F.   overwegende dat IRNA, Iran's officiële nieuwsagentschap, in augustus 2008 de valse informatie heeft verspreid dat Shirin Ebadi's dochter, Narges Tavasolian, zich tot het Baha'i-geloof had bekeerd, een aantijging die ernstige gevolgen kan hebben, aangezien aanhangers van het Baha'i-geloof in Iran ernstig vervolgd worden,

G.   overwegende dat leden van een ander bekend mensenrechtencentrum in Iran, de mensenrechtenorganisatie van Koerdistan (HROK) even ernstig worden geïntimideerd door de autoriteiten en voortdurend met aanhouding worden bedreigd; met name overwegende dat de stichter, Mohammad Sadiq Kaboudvand, veroordeeld is tot tien jaar gevangenisstraf op de beschuldiging tegen de nationale veiligheid te hebben gehandeld door de oprichting van de HROK,

H.   overwegende dat de regering en de autoriteiten van Iran de plicht hebben advocaten die ijveren voor de mensenrechten te beschermen; dat de reeds aangehaalde verklaring van de Verenigde Naties over de verdedigers van de mensenrechten, die door de Algemene Vergadering van de VN in 1998 eenstemmig werd aangenomen, stelt dat de staten, alle mogelijke maatregelen moeten nemen om te zorgen voor de bescherming door de bevoegde autoriteiten van de verdedigers van de mensenrechten tegen alle vormen van geweld, bedreiging, represailles, de facto of de jure discriminatie, druk of welk ander willekeurig optreden als consequentie van hun legitieme inspanningen om de mensenrechten te beschermen,

1.   veroordeelt in de sterkste bewoordingen de onderdrukking, vervolging en bedreiging waaraan Shirin Ebadi blootstaat en de sluiting van het CDHR in Teheran en geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over de toenemende vervolging van verdedigers van de mensenrechten in Iran, wijst erop dat de inval van Iraanse veiligheidstroepen in het CDHR in Teheran gezien moet worden in een bredere context, namelijk het doel de verdedigers van de mensenrechten in Iran het zwijgen op te leggen;

2.   geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid dat de voortdurende vervolging, bedreigingen en aanvallen waaraan Shirin Ebadi blootstaat, niet alleen haar veiligheid in gevaar brengen maar ook die van alle activisten in de Iraanse samenleving en de verdedigers van de mensenrechten;

3.   beklemtoont dat de sluiting van het CDHR niet alleen een aanval is op Shirin Ebadi en de verdedigers van de mensenrechten in Iran maar op alle verdedigers van de mensenrechten in de wereld, waarvan zij een invloedrijke en belangrijke vertegenwoordigster is;

4.   dringt er bij de Iraanse autoriteiten op aan een einde te maken aan de onderdrukking, vervolging en bedreigingen waaraan Shirin Ebadi blootstaat, te zorgen voor haar veiligheid en toestemming geven voor de heropening van het CDHR; dringt er bij de Iraanse autoriteiten op aan het CDHR en de HROK en andere mensenrechtenorganisaties toe te staan onbelemmerd hun werkzaamheden te verrichten;

5.   dringt er bij de Iraanse autoriteiten op aan hun internationale toezeggingen op het vlak van de mensenrechten gestand te doen en met name het recht op vreedzame vergadering, dat verankerd is in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, dat door Iran is ondertekend en geratificeerd;

6.   verklaart andermaal zich zorgen te maken over de vervolging en opsluiting van burgers in Iran die ijveren voor de verdediging van de mensenrechten en campagne voeren tegen de doodstraf, en doorgaans worden beschuldigd van "activiteiten tegen de nationale veiligheid"; dringt er voorts bij Iran op aan een einde te maken aan pesterijen, intimidatie en vervolging van politieke tegenstanders en verdedigers van de mensenrechten, en mensen die zonder vorm van proces of op grond van hun politieke opvattingen gevangen worden gehouden in vrijheid te stellen en een einde te maken aan de straffeloosheid voor schendingen van de mensenrechten;

7.   veroordeelt in de sterkst mogelijke bewoordingen de drie stenigingen die eind december 2008, volgens de woordvoerder van de rechterlijke macht, in de stad Mashhad hebben plaatsgehad, en dringt er bij de Iraanse autoriteiten op aan zich te houden aan het afgekondigde moratorium en op korte termijn met wetgeving te komen om deze wrede straf af te schaffen;

8.   is ernstig bezorgd over de gezondheidssituatie van Mohammad Sadiq Kaboudvand, die na zijn gevangenneming steeds slechter wordt; beschouwt hem als een gewetensgevangene en dringt erop aan dat hij onmiddellijk en onvoorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld en medische zorg ontvangt;

9.   betreurt het in ernstige mate dat voortdurend gebruik wordt gemaakt van schorsing van studenten om hen te straffen voor het organiseren van vrije, openbare debatten en dringt bij de autoriteiten aan op vrijlating van degenen die op de universiteit van Shiraz zijn gearresteerd tijdens de laatste jaarlijkse nationale studentendag op 6 december 2008;

10.   doet een beroep op de Iraanse autoriteiten, in navolging van de verklaring van de regering, religieuze minderheden te respecteren en onverwijld de Baha'i-leiders Fariba Kamalabadi, Jamaloddin Khanjami, Atif Naeimi, Saeid Rasaie, Makvash Sabet, Behrouz Tavakkoli en Vahid Tizfahm in vrijheid te stellen, omdat zij alleen om hun geloof in hechtenis zijn genomen;

11.   dringt er bij de Raad en de Commissie op aan hun onderzoek naar de mensenrechtensituatie in Iran voort te zetten en het Parlement in de eerste helft van 2009 een omvangrijk verslag over deze kwestie te doen toekomen en concrete gevallen van schendingen van de mensenrechten aan de orde te blijven stellen;

12.   beklemtoont dat de mogelijke toekomstige sluiting van een Samenwerkings- en handelsovereenkomst tussen Iran en de EU ook afhankelijk is van een aanmerkelijke verbetering van de mensenrechtensituatie in Iran;

13.   doet een beroep op het voorzitterschap van de Raad en de diplomatieke vertegenwoordigers van de lidstaten in Iran om onverwijld gecoördineerde actie te ondernemen ten aanzien van voornoemde punten van zorg;

14.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de VN-Mensenrechtenraad, het hoofd van de rechterlijke macht van Iran, en de regering en het parlement van de Islamitische Republiek Iran.

Juridische mededeling - Privacybeleid