Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2243(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0011/2009

Ingediende teksten :

A6-0011/2009

Debatten :

PV 09/03/2009 - 27
CRE 09/03/2009 - 27

Stemmingen :

PV 10/03/2009 - 8.18
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0099

Aangenomen teksten
PDF 134kWORD 52k
Dinsdag 10 maart 2009 - Straatsburg
Verslagen over het mededingingsbeleid 2006 en 2007
P6_TA(2009)0099A6-0011/2009

Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2009 over de verslagen over het mededingingsbeleid 2006 en 2007 (2008/2243(INI))

Het Europees Parlement,

–   gezien het verslag van de Commissie over het mededingingsbeleid 2006 van 25 juni 2007 (COM(2007)0358) en het verslag van de Commissie over het mededingingsbeleid 2007 van 16 juni 2008 (COM(2008)0368),

–   gezien het "Actieplan staatssteun: Minder en beter gerichte staatssteun: een routekaart voor de hervorming van het staatssteunbeleid (2005-2009)" van de Commissie van 7 juni 2005 (COM(2005)0107),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 14 februari 2006 over de hervorming van het staatssteunbeleid 2005-2009(1),

–   gezien Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun(2),

–   gezien Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (algemene groepsvrijstellingsverordening)(3),

–   gezien Verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector(4) (groepsvrijstellingsverordening voor motorvoertuigen),

–   gezien de richtsnoeren inzake nationale regionale steunmaatregelen 2007-2013(5),

–   gezien Verordening (EG) nr. 1627/2006 van de Commissie van 24 oktober 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 wat betreft de standaardformulieren voor de aanmelding van staatssteun(6),

–   gezien Verordening (EG) nr. 1628/2006 van de Commissie van 24 oktober 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op nationale regionale investeringssteun(7),

–   gezien de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie(8),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 27 april 2006 over sectorale aspecten van het actieplan voor staatssteun: steun voor innovatie(9),

–   gezien de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming(10),

–   gezien de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen(11),

–   gezien de mededeling van de Commissie betreffende de verlenging van de kaderregeling inzake staatssteun aan de scheepsbouw(12),

–   gezien de mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van garanties(13),

–   gezien de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld(14),

–   gezien Richtlijn 2006/111/EG van de Commissie van 16 november 2006 betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven en de financiële doorzichtigheid binnen bepaalde ondernemingen(15),

–   gezien zijn verklaring van 19 februari 2008 over het onderzoek naar en het optreden tegen misbruik van machtsposities door grote, in de Europese Unie werkzame supermarkten(16),

–   gezien de sectorale onderzoeken van de Commissie in de sectoren energie en retail banking,

–   gezien de richtsnoeren van de Commissie voor de berekening van geldboetes die uit hoofde van artikel 23, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd(17),

–   gezien de mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboetes en vermindering van geldboetes in kartelzaken(18),

–   gezien het Witboek van de Commissie van 2 april 2008 betreffende schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels (COM(2008)0165),

–   gezien het Witboek van de Commissie van 11 juli 2007 betreffende sport (COM(2007)0391),

–   gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6-0011/2009),

1.   verwelkomt de publicatie van de verslagen over het mededingingsbeleid 2006 en 2007 van de Commissie;

2.   blijft streven naar een pro-actievere rol van het Parlement in de ontwikkeling van het mededingingsbeleid via de invoering van de medebeslissingsprocedure;

3.   zwaait de Commissie lof toe voor haar succesvolle aanpak van illegale hardcorekartels en de recordboetes die zij de overtreders heeft opgelegd;

4.   verzoekt de Commissie en de Raad om met het oog op de beoordeling door de Commissie van de werking van Verordening (EG) nr. 1/2003(19) de beginselen inzake het opleggen van boetes op te nemen in Verordening (EG) nr. 1/2003 en deze beginselen nader uit te werken en te verbeteren, zodat zij voldoen aan de voorwaarden die voor algemene rechtsbeginselen gelden;

5.   steunt het gebruik van de herziene clementieregeling en -procedure om het verstrekken van informatie over de werking van illegale hardcorekartels te bevorderen;

6.   verwelkomt de publicatie van het Witboek over schadevorderingen wegens schending van de EG-antitrustregels, maar dringt erop aan dat de hervormingen in een richting gaan die waarborgt dat de negatieve effecten van het VS-systeem zich niet ook in de Europese Unie voordoen;

7.   verzoekt de Commissie in haar toekomstige verslagen betere informatie te verstrekken over de rol en de betrokkenheid bij mededingingszaken van de Contactpersoon voor consumenten van de Commissie;

8.   dringt er met klem op aan te voorkomen dat grote ondernemingen misbruik maken van hun machtspositie, en roept de Commissie op een analyse uit te voeren naar het effect op het concurrentievermogen van ongelijke verhoudingen tussen toeleveranciers, met name voedselproducenten, en de detailhandel, met het oog op mogelijk misbruik van een machtspositie; ziet uit naar de verslaglegging van de werkgroep van de Commissie over koopkracht;

9.   roept de Commissie op onrechtmatige praktijken in de dienstensector waardoor kleine bedrijven verhinderd kunnen worden om in te schrijven op aanbestedingen, tegen het licht te houden; stelt vast dat zelfstandigen en freelancerwerknemers soms de mogelijkheid wordt ontnomen om standaardtarieven toe te passen als zij economisch gezien vrijwel exclusief afhankelijk zijn van een of enkele grote gebruiker(s) van hun middelen, en dringt er bij de Commissie op aan na te gaan hoe zij zich zouden kunnen verenigen en onderhandelen over de sluiting van collectieve overeenkomsten, overeenkomstig de beginselen van het mededingingsrecht;

10.   verzoekt de Commissie haar interne procedures voor het selecteren van onderwerpen voor sectoronderzoeken te herzien;

11.   verzoekt de Commissie een sectoronderzoek te doen naar online-advertenties;

12.   verzoekt de Commissie onderzoek te doen naar mogelijke nationale verschillen in de toepassing van de regels inzake overheidsopdrachten en mogelijke concurrentiedistorsies als gevolg daarvan;

13.   stelt vast dat de Commissie een recordaantal activiteiten meldt in de volgende drie sectoren: antitrustboetes voor kartels, het aantal aan de Commissie gemelde fusies en het aantal aan de Commissie gemelde gevallen van staatssteun; dringt er daarom bij de Commissie op aan onverwijld haar personeelssterkte te bezien om te waarborgen dat haar Directoraat-generaal mededinging over voldoende personeel beschikt om de stijgende werkdruk aan te kunnen;

14.   wijst erop dat de toepassing van de mededingingsregels op fusies en overnames moet worden beoordeeld uit het oogpunt van de interne markt als geheel, en niet alleen uit het oogpunt van delen ervan;

15.   verwelkomt het feit dat uit de verslagen over het mededingingsbeleid van de Commissie voor 2006 en 2007 blijkt dat de herstructurering van de Eenheid concentratiecontrole in het Directoraat-generaal Mededinging per sector met grondigere economische analyses en peer review vrucht heeft afgeworpen;

16.   is verheugd over de aangekondigde herziening van de fusieverordening(20); herinnert eraan dat het de huidige bepalingen ontoereikend acht ten opzichte van de steeds verder geïntegreerde en steeds complexere EU-markten, en dat er een herziening nodig is om tot een consequente benadering van de evaluatie van vergelijkbare fusieoperaties te komen;

17.   neemt kennis van het recordaantal kennisgevingen van staatssteun, en verwelkomt de publicatie van de algemene groepsvrijstellingsverordening die betrekking heeft op het midden- en kleinbedrijf (MKB), onderzoeks- en ontwikkelingssteun ten behoeve van het MKB, alsmede steun voor werkgelegenheid, steun voor opleiding en regionale steun;

18.   is met name verheugd over de mogelijkheid om subsidie te verlenen aan werkgevers voor de kosten van kinderopvang en ouderenopvang waarmee hun werknemers te maken krijgen;

19.   is verontrust over de steeds toenemende concentratie op de markten en botsende belangen in de banksector; waarschuwt voor mogelijke wereldwijde systemische risico's die uit dergelijke belangenconflicten en concentraties voortvloeien;

20.   verwelkomt de herziening van het scorebord voor staatssteun, maar dringt er bij de Commissie op aan de doeltreffendheid van staatssteun te analyseren en via een herziening van het scorebord na te gaan welke lidstaten er niet in geslaagd zijn illegale staatssteun met succes terug te vorderen;

21.   verwelkomt de publicatie van de herziene EU-richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming, die garanderen dat lidstaten de productie van hernieuwbare energie en energie-efficiënte warmtekrachtkoppeling kunnen subsidiëren door middel van steun die het verschil tussen productiekosten en marktprijs volledig overbrugt;

22.   herhaalt zijn oproep tot verdere vooruitgang met betrekking tot zowel verduidelijking van de bestaande mededingingsregels als de praktische toepassing ervan op diensten van algemeen economisch belang, gezien de grote verschillen tussen de beleidsmaatregelen van de verschillende lidstaten;

23.   betreurt dat de energieverbruikers in de Europese Unie nog steeds te kampen hebben met buitensporige prijsstijgingen en een verstoorde energiemarkt, die zoals is gebleken uit het sectoronderzoek van de Commissie, niet naar behoren functioneert; onderstreept andermaal de betekenis van een volledig voltooide en goed functionerende interne markt voor energie;

24.   steunt de Commissie in haar streven om de EU-gas- en elektriciteitsmarkt verder te ontwikkelen, waarbij de scheiding tussen transmissienetwerken enerzijds en productie- en distributieactiviteiten anderzijds (ontvlechting) een essentieel element vormt;

25.   is verontrust over het gebrek aan transparantie bij de bepaling van brandstofprijzen op de EU-markten; verzoekt de Commissie te zorgen voor adequaat toezicht op het concurrentiegedrag op deze markten;

26.   dringt aan op invoering van mechanismen om ervoor te zorgen dat de vaststelling van de emissiehandelsregeling noch intern, noch ten opzichte van externe concurrenten mededingingsverstoringen veroorzaakt;

27.   stelt vast dat de Raad de Commissie al op 9 oktober 2007 heeft verzocht te overwegen de procedures te stroomlijnen om de aandacht te concentreren op de vraag hoe onderzoek naar staatssteun onder kritieke omstandigheden zo snel mogelijk kan worden uitgevoerd;

28.   spreekt zijn waardering uit voor de snelle reactie en opheldering van de zijde van de Commissie met betrekking tot de sturing van de financiële en economische crisis en het inzetten van overheidssteun; stelt vast dat staatssteun steeds meer toeneemt en spreekt zijn waardering uit voor meer gedetailleerde richtsnoeren om tot minder, maar meer gerichte staatssteun te komen;

29.   erkent dat artikel 87, lid 3, letter b), van het Verdrag van toepassing is op de omstandigheden die zich momenteel in de economie van de lidstaten voordoen als gevolg van de turbulentie op de financiële markten; acht het niettemin noodzakelijk dat de Commissie uiterst waakzaam blijft wanneer het gaat om financiële reddingspakketten, om ervoor te zorgen dat noodmaatregelen verenigbaar blijven met de beginselen van eerlijke concurrentie;

30.   waarschuwt voor het concreet buiten werking stellen van de mededingingsregels; onderstreept de noodzaak om reddingsoperaties uitvoerig tegen het licht te houden en te waarborgen dat zij aansluiten bij de bepalingen van het Verdrag; verzoekt de Commissie om in het volgende jaarverslag over het mededingingsbeleid een gedetailleerd ex-postverslag aan het Europees Parlement en de parlementen van de lidstaten op te nemen over de toepassing van de mededingingsregels in elk afzonderlijk geval;

31.   spreekt zijn verontrusting uit over de aanhoudende krimp van de economische bedrijvigheid in de Europese Unie, die naar verwachting tot in 2009 zal voortduren; acht het verstandig om binnen het kader van de mededingingsregels adequate reactiemechanismen, zoals herstructureringssteun of het fonds voor de aanpassing aan de globalisering, in te zetten om de impact van de kredietcrisis op groei en werkgelegenheid op te vangen;

32.   dringt er bij de Commissie op aan te erkennen dat er mechanismen nodig zijn die concurrentiedistorsies en mogelijk misbruik van de preferentiële situatie van begunstigden als gevolg van staatssteun tot een minimum beperken;

33.   dringt er bij de Commissie op aan financiële instellingen die staatssteun ontvangen gedragsbeperkingen op te leggen, om te waarborgen dat zij niet op basis van deze steun een agressief expansiebeleid gaan voeren ten nadele van hun concurrenten;

34.   verwelkomt de aanzienlijke vermindering van het verschil tussen prijzen voor nieuwe auto's in de Europese Unie die tot stand is gekomen sinds de invoering van de groepsvrijstellingsverordening voor motorvoertuigen en ziet uit naar de evaluatie door de Commissie van de doeltreffendheid van die verordening;

35.   acht het een goede zaak dat de Commissie maatregelen inzake de verlaging van de roamingkosten voor telecommunicatie heeft genomen; stelt evenwel vast dat de prijzen net onder de vastgestelde maximumprijs blijven; dringt aan op maatregelen ter ondersteuning van concurrentie in het prijsbeleid in plaats van regulering van de consumptieprijzen;

36.   verwelkomt de bijdrage van het Directoraat-generaal Mededinging van de Commissie aan het Witboek Sport, waarin onder meer de aandacht wordt gevestigd op de vaste jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie en de besluitvormingspraktijk van de Commissie wat betreft de toepassing van de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag op de sportsector;

37.   verzoekt de Commissie meer rekening te houden met de internationale dimensie van haar beleidsmaatregelen wat betreft het concurrentievermogen van de Europese Unie op mondiaal niveau en aan te dringen op toepassing en naleving van het wederkerigheidsbeginsel in handelsonderhandelingen;

38.   acht het van doorslaggevend belang dat het mededingingsbeleid adequaat wordt geregeld in het kader van onderhandelingen over bilaterale handelsovereenkomsten; roept het Directoraat-generaal Mededinging op in deze onderhandelingen actief op te treden om te waarborgen dat mededingingspraktijken wederzijds erkend worden, met name op het gebied van staatssteun, overheidsopdrachten, diensten, investeringen en vergemakkelijking van de handel;

39.   dringt er bij de Commissie op aan de structuur van haar participatie in het Internationale mededingingsnetwerk en de Europese dag van de mededinging te herzien om te waarborgen dat het publiek ruimer en beter wordt geïnformeerd over de sleutelrol van het mededingingsbeleid bij de stabilisering van de economische groei en de werkgelegenheid;

40.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1) PB C 290 E van 29.11.2006, blz. 97.
(2) PB L 379 van 28.12.2006, blz. 5.
(3) PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3.
(4) PB L 203 van 1.8.2002, blz. 30.
(5) PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13.
(6) PB L 302 van 1.11.2006, blz. 10.
(7) PB L 302 van 1.11.2006, blz. 29.
(8) PB C 323 van 30.12.2006, blz. 1.
(9) PB C 296 E van 6.12.2006, blz. 263.
(10) PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1.
(11) PB C 194 van 18.8.2006, blz. 2.
(12) PB C 173 van 8.7.2008, blz. 3.
(13) PB C 155 van 20.6.2008, blz. 10.
(14) PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6.
(15) PB L 318 van 17.11.2006, blz. 17.
(16) Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0054.
(17) PB C 210 van 1.9.2006, blz. 2.
(18) PB C 298 van 8.12.2006, blz. 17.
(19) Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
(20) Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de "EG-concentratieverordening") (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

Juridische mededeling - Privacybeleid