Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/2237(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0074/2009

Ingediende teksten :

A6-0074/2009

Debatten :

PV 09/03/2009 - 18
CRE 09/03/2009 - 18

Stemmingen :

PV 10/03/2009 - 8.19
CRE 10/03/2009 - 8.19
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0100

Aangenomen teksten
PDF 194kWORD 94k
Dinsdag 10 maart 2009 - Straatsburg
Small Business Act
P6_TA(2009)0100A6-0074/2009

Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2009 over de "Small Business Act" (2008/2237(INI))

Het Europees Parlement,

–   gezien de mededeling van de Commissie van 25 juni 2008 getiteld "Denk eerst klein − een "Small Business Act" voor Europa" (COM(2008)0394) en het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie over de effectbeoordeling (SEC(2008)2102),

–   onder verwijzing naar zijn resoluties van 30 november 2006: "Tijd voor een hogere versnelling: Een Europa van ondernemerschap en groei tot stand brengen"(1) en van 19 januari 2006 over de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor kleine ondernemingen(2),

–   gezien de conclusies van de 2715e Raad Concurrentievermogen van 13 maart 2006 inzake het MKB-beleid voor groei en werkgelegenheid, en de conclusies van de 2891e Raad Concurrentievermogen van 1 en 2 december 2008,

–   gezien het advies van het Comité van de Regio's van 12 februari 2009,

–   gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 14 januari 2009,

–   gezien de selectie van goede praktijken van het Europees Handvest voor kleine ondernemingen van 2008,

–   gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie van 25 juni 2008: "Een Europese gedragscode ter bevordering van de toegang van het MKB tot overheidsopdrachten" (SEC(2008)2193),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 8 oktober 2007 getiteld "Klein, schoon en concurrerend - Een programma om kleine en middelgrote ondernemingen te helpen bij de naleving van de milieuwetgeving"(COM(2007)0379),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 16 juli 2008 getiteld "Actieplan inzake duurzame consumptie en productie en een duurzaam industriebeleid" (COM(2008)0397),

–   gezien de mededeling van de Commissie van 16 juli 2008 getiteld "Een Strategie inzake industriële-eigendomsrechten voor Europa" (COM(2008)0465),

–   gezien de adviezen van de groep op hoog niveau van onafhankelijke belanghebbenden over administratieve lasten van 10 juli 2008 over vermindering van de administratieve lasten op het prioritair gebied van het vennootschapsrecht en van 22 oktober 2008 over de hervorming van de regels voor facturering en elektronische facturering in Richtlijn 2006/112/EG (BTW-richtlijn),

–   gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, de Commissie cultuur en onderwijs, de Commissie juridische zaken en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6-0074/2009),

A.   overwegende dat de 23 miljoen kleine en middelgroteondernemingen (MKB) in de Europese Unie, die circa 99% van alle ondernemingen vormen en zorgen voor meer dan 100 miljoen banen, een cruciale rol spelen bij economische groei, sociale cohesie en het scheppen van banen, een belangrijke bron van innovatie zijn en een groot gewicht in de schaal leggen bij het ondersteunen en uitbreiden van de werkgelegenheid,

B.   overwegende dat het MKB centraal moet staan in al het communautaire beleid zodat het in staat wordt gesteld zich te ontwikkelen en zich aan te passen aan de eisen van de globalisering, deel te nemen aan de kennisdriehoek en uitdagingen aan te gaan op het gebied van milieu en energie,

C.   overwegende dat er sinds 2000 weinig of geen tastbare verbetering is opgetreden in het ondernemingsklimaat voor het MKB, ondanks eerdere initiatieven van de Europese Unie,

D.   overwegende dat MKB-ondernemingen in verreweg de meeste gevallen micro-ondernemingen, ambachtelijke bedrijven, familiebedrijven en coöperaties zijn die een kweekvijver voor de ondernemersgeest vormen en derhalve een belangrijke rol spelen bij het tegengaan van sociale uitsluiting en het vergroten van het aantal zelfstandigen,

E.   overwegende dat het MKB onvoldoende steun krijgt om zich te verweren tegen oneerlijke handelspraktijken met een grensoverschrijdend karakter, zoals die van ondernemingen welke schuilgaan achter misleidende bedrijvengidsen,

F.   overwegende dat het Europese MKB weliswaar onderling verschilt, maar toch grotendeels voor dezelfde uitdagingen staat bij het verwezenlijken van al zijn mogelijkheden, waarbij gedacht kan worden aan de administratie- en nalevingskosten, die relatief hoger liggen dan die van grotere ondernemingen, de toegang tot financiering en markten, innovatie en het milieu,

G.   overwegende dat het voor het bereiken van een MKB-vriendelijk milieu van cruciaal belang is dat de manier van denken over de rol van ondernemers en het nemen van risico's verandert: ondernemerschap en de daarmee samenhangende bereidheid om risico's te nemen, zouden door politieke leiders en de media moeten worden toegejuicht en door regeringen moeten worden gesteund,

H.   overwegende dat het MKB bij internationalisering te maken heeft met specifieke problemen zoals het gebrek aan internationale ervaring, het gebrek aan ervaren personeel, een erg ingewikkeld internationaal normeringskader en de noodzaak om wijzigingen door te voeren in de organisatie en in de ondernemingscultuur,

I.   overwegende dat het Parlement regelmatig heeft gezegd te betreuren dat het Europees Handvest van kleine ondernemingen niet juridisch bindend is, hetgeen echte tenuitvoerlegging heeft ondermijnd en ervoor heeft gezorgd dat de tien aanbevelingen grotendeels een dode letter zijn gebleven; overwegende dat het daarom in zijn bovengenoemde resolutie van 19 januari 2006 de Raad had gevraagd deze zaak aan te pakken,

Algemeen

1.   is een warm voorstander van bovengenoemde mededeling van de Commissie van 25 juni 2008, waarin op basis van tien uitgangspunten en verankering van de "denk eerst klein"-benadering in de beleidsvorming op alle niveaus, een ambitieuze beleidsagenda wordt nagestreefd ter bevordering van de groei van het MKB;

2.   betreurt echter dat de "Small Business Act" (SBA) geen juridisch bindend instrument is; is van mening dat het werkelijk vernieuwende element van de SBA ligt in de intentie om het principe "denk eerst klein" in het centrum van ieder beleid van de Gemeenschap te plaatsen; verzoekt de Raad en de Commissie zich aan te sluiten bij het streven van het Parlement dit principe als bindende regel in te stellen in een nog nader vast te stellen vorm, om ervoor te zorgen dat het in alle toekomstige communautaire wetgeving correct wordt toegepast;

3.   benadrukt dat het absoluut noodzakelijk is de tien uitgangspunten op Europees, nationaal en regionaal niveau ten uitvoer te leggen; roept de Raad en de Commissie derhalve op met intensieve politieke betrokkenheid te zorgen voor een correcte tenuitvoerlegging; roept de Commissie en de lidstaten op nauw samen te werken met alle relevante belanghebbenden om prioriteiten te formuleren en zo spoedig mogelijk het SBA-actieplan, dat op 1 december 2008 is aangenomen door de Raad Concurrentievermogen, met name op nationaal niveau uit te voeren, zodat alle belanghebbende partijen effectief betrokken raken bij de uitgangspunten;

4.   roept de Commissie op de zichtbaarheid en bekendheid van MKB-gerelateerde beleidsmaatregelen verder te vergroten door bestaande communautaire instrumenten en fondsen voor het MKB onder een aparte rubriek van de EU-begroting te bundelen;

5.   is er sterk van overtuigd dat een follow-upmechanisme van wezenlijk belang is om toezicht te kunnen houden op een correcte en snelle uitvoering van de beleidsinitiatieven die al in gang zijn gezet; roept de Raad derhalve op de acties die op het niveau van de lidstaten genomen moeten worden, in te bedden in het Lissabon-proces en het Parlement jaarlijks op de hoogte te stellen van de vorderingen;

6.   verzoekt de Commissie een bewakingssyteem in te stellen waarmee toezicht kan worden gehouden op de vooruitgang die de Commissie en de lidstaten hebben geboekt na de invoering van de tien uitgangspunten; verzoekt de Commissie uniforme criteria uit te werken om te meten welke vooruitgang er is geboekt; verzoekt de lidstaten hun eerste voortgangsverslagen op te nemen in hun komende jaarverslagen over de nationale hervormingsprogramma's;

7.   onderstreept dat in het bijzonder aandacht geschonken moet worden aan ambachts-, familie-, micro- en eenmansondernemingen op EU-, nationaal en regionaal niveau en verzoekt de Commissie en de lidstaten dringend om regelgevende, administratieve, fiscale maatregelen en maatregelen voor "een leven lang leren" te nemen, die speciaal op deze ondernemingen zijn gericht; verzoekt tevens de specifieke kenmerken van beoefenaars van vrije beroepen te onderkennen, alsmede de noodzaak hen op dezelfde wijze te benaderen als andere MKB-ondernemingen, behalve wanneer dit in tegenspraak is met de geldende wetgeving waaronder deze beroepen vallen; onderstreept de belangrijke rol van MKB-organisaties voor handelaren, ambachtelijke bedrijven en andere beroepen; roept de Commissie en de lidstaten op samen te werken bij het verbeteren van het ondernemingsklimaat voor deze branches en van het juridische kader waarbinnen hun beroeps- en brancheorganisaties functioneren;

8.   is van mening dat het in de voorstellen van de Commissie ontbreekt aan een duidelijke strategie die zelfstandigen in staat stelt hun rechtspositie en rechten te verbeteren, vooral als hun positie vergelijkbaar is met die van werknemers in loondienst; verzoekt de Commissie om het recht van zelfstandigen te waarborgen om standaardtarieven af te spreken, zich te organiseren en collectieve overeenkomsten te sluiten wanneer hun tegenpartij een grote opdrachtgever met een dominante positie is, mits dit niet ten koste gaat van minder machtige potentiële klanten en het niet marktverstorend werkt;

9.   verzoekt de Commissie en de lidstaten gerichte steunmaatregelen en individuele ondersteuning in de vorm van onder meer voorlichting, adviezen en toegangsmogelijkheden tot risicokapitaal voor start-ups in het MKB te waarborgen;

10.   benadrukt dat het noodzakelijk is om een sociaal en economisch model te ontwikkelen waarmee een geschikt vangnet voor MKB-ondernemingen in de kunstsector wordt geschapen, waar vaak sprake is van onzekere arbeidsomstandigheden;

11.   betreurt het dat vrouwen problemen ondervinden met het opzetten en continueren van een bedrijf, hetgeen te onder meer wijten is aan gebrek aan informatie, contacten en toegang tot netwerken, discriminatie en stereotiepe opvattingen, gebrekkige en inflexibele faciliteiten voor kinderopvang, problemen met het combineren van een bedrijf en een gezin, en een verschillende benadering van het ondernemerschap door vrouwen en mannen;

12.   prijst het idee een netwerk te vormen van ambassadrices voor vrouwelijk ondernemerschap, begeleidingsprogramma's op te zetten om vrouwen ertoe te brengen een eigen bedrijf te beginnen, en het ondernemerschap onder vrouwelijke afgestudeerden te stimuleren; wijst er echter op dat veel ondernemingen nog steeds onderscheid maken tussen de seksen, hetgeen een zeer ernstig en hardnekkig probleem is, aangezien de EU capabele werknemers en ondernemers en daarmee geld verliest zolang vrouwen op de arbeidsmarkt worden gediscrimineerd; meent daarom dat er nog meer geld in projecten geïnvesteerd moet worden om vrouwelijke ondernemers te steunen;

13.   beklemtoont dat vrouwelijk ondernemerschap vrouwen stimuleert om deel te nemen aan de arbeidsmarkt, waarmee hun sociaal-economische status verbetert; betreurt evenwel dat er op dit gebied nog steeds verschillen tussen mannen en vrouwen bestaan, met name ten aanzien van de beloning, ook al wordt er veel belang gesteld in vrouwen, en dat het percentage vrouwelijke ondernemers in de EU nog steeds laag is, wat deels te maken heeft met het feit dat hun bijdrage niet wordt erkend en bijvoorbeeld onbezoldigd is, hoewel ze van het grootste belang is voor de dagelijkse bedrijfsvoering van familiale MKB-ondernemingen;

14.   verzoekt de Commissie en de lidstaten rekening te houden met de sector kunst en cultuur die met een aandeel van 2,6% van het BBP en 2,5% van de in de EU werkzame arbeidskrachten als motor van de economische en sociale ontwikkeling in de EU fungeert; benadrukt de belangrijke rol die het MKB speelt bij het stimuleren van de ICT-sector en de creatieve sector;

15.   benadrukt dat de culturele sector voornamelijk uit MKB-ondernemingen bestaat en van bijzonder belang is voor duurzame regionale werkgelegenheid;

16.   is verheugd over het voornemen van de Commissie een richtlijn in te voeren inzake verlaagde btw-tarieven voor arbeidsintensieve en lokaal geleverde diensten, die hoofdzakelijk door het MKB worden geleverd; benadrukt evenwel dat dit niet tot concurrentieverstoring mag leiden en dat de richtlijn eenduidig moet aangeven om welke diensten het gaat;

17.   merkt op dat moet worden gegarandeerd dat MKB-ondernemingen kleinschalig, groen en lokaal kunnen inkopen, waardoor zij milieuvriendelijker en efficiënter worden;

18.   is ingenomen met de snelle toepassing van de algemene groepsvrijstelling met betrekking tot staatssteun, van de maatregelen betreffende het statuut voor de Europese besloten vennootschap en betreffende verlaagde btw-tarieven;

19.   is verheugd over het voorstel van de Commissie om het btw-tarief voor lokale diensten te verlagen; verzoekt de Commissie verdere maatregelen te treffen om de regels inzake overheidssteun te versoepelen ter bevordering van de kansen voor lokale ondernemingen om overheidsopdrachten binnen te halen, met name voor het plaatselijke MKB;

20.   steunt het idee om de huidige vrijstelling van de EG-mededingingsregels, die geldt voor overheidssteun voor de productie van films, tot 2012 te verlengen en beschouwt dit als een enorme steun voor het MKB in de creatieve sector;

21.   steunt de nieuwe regels met betrekking tot overheidssteun zoals die neergelegd zijn in Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 EG-Verdrag verenigbaar worden verklaard met de gemeenschappelijke markt ('de algemene groepsvrijstellingsverordening')(3) en ondernemingen onder bepaalde voorwaarden van de aanmeldingsverplichting zijn vrijgesteld;

22.   wijst erop dat het MKB in de sociale dialoog nog steeds niet wordt gehoord, ondanks duidelijke afspraken in het Europees Handvest voor kleine ondernemingen; dringt erop aan dat deze nadelige situatie formeel te corrigeren door passende voorstellen te doen binnen het kader van de SBA;

23.   acht het noodzakelijk in het kader van de SBA meer nadruk te leggen op arbeidsrechtelijke aspecten, vooral met het oog op het flexizekerheidsconcept, dat met name het MKB de mogelijkheid geeft om sneller te reageren op marktveranderingen, waarmee een hoger werkgelegenheidspeil en een sterk concurrentievermogen van de bedrijven – ook internationaal – wordt gewaarborgd, met inachtneming van de noodzakelijke sociale bescherming; verwijst in dit verband naar zijn resolutie van 29 november 2007 over gemeenschappelijke beginselen inzake flexizekerheid(4);

24.   onderstreept verder de betekenis van het arbeidsrecht, en met name de vraag hoe dit optimaal op het MKB kan worden toegesneden, bijvoorbeeld via beter advies of vereenvoudiging van administratieve procedures, en roept de lidstaten op bijzondere aandacht aan het MKB te schenken waar het gaat om hun specifieke aanpak van flexizekerheid, met inbegrip van actief arbeidsmarktbeleid, aangezien het MKB vanwege de geringe hoeveelheid personeel weliswaar meer ruimte heeft voor interne en externe flexibiliteit, maar tegelijk behoefte heeft aan meer zekerheid voor de bedrijven zelf en voor de werknemers; acht het van essentieel belang dat het arbeidsrecht, als een van de belangrijkste pijlers van flexizekerheid, een betrouwbare rechtsgrondslag biedt voor het MKB, daar deze bedrijven zich vaak geen juridische dienst of een personeelsafdeling kunnen permitteren; wijst op gegevens van Eurostat waaruit blijkt dat 91,5% van de Europese bedrijven in 2003 minder dan 10 mensen in dienst had;

25.   acht het noodzakelijk dat er maatregelen worden getroffen ter bestrijding van zwartwerk, dat onmiskenbaar een vorm van oneerlijke concurrentie is voor MKB-ondernemingen met veel personeel;

26.   verzoekt de lidstaten te stimuleren dat MKB-ondernemingen die eigendom zijn van ondervertegenwoordigde etnische minderheden, in de reguliere economie worden geïntegreerd door leveranciersdiversificatieprogramma's te ontwikkelen, waarmee gelijke kansen worden geboden aan ondervertegenwoordigde ondernemingen die voor het verwerven van contracten met grotere ondernemingen moeten concurreren;

27.   onderstreept het belang van een statuut voor een Europese besloten vennootschap als nieuwe aanvullende rechtsvorm, mits dit is toegespitst op MKB-ondernemingen die grensoverschrijdend werkzaam willen zijn, en het niet door grotere bedrijven kan worden misbruikt ter ondermijning en ontduiking van wettelijke bepalingen in lidstaten die een corporate governance-stelsel voorstaan dat de belangen van alle betrokkenen dient;

28.   doet een beroep op overheden om de websites van de instellingen zo veel mogelijk te vereenvoudigen om de gebruikers in staat te stellen de aangeboden steunmechanismen te leren kennen en te begrijpen, daarbij uitgaande van het principe dat de toegang tot informatie een noodzakelijke voorwaarde is voor de eigenlijke informatievoorziening, en dat internet in dit opzicht een belangrijk medium is;

Meer O&O en innovatie

29.   benadrukt het belang van innovatie voor het MKB en de problemen bij het benutten van de mogelijkheden voor onderzoek; is van mening dat nationale academies voor wetenschap en onderzoeksinstituten een rol kunnen spelen in het stimuleren van innovatie en het wegnemen van belemmeringen voor onderzoek door het MKB; is van mening dat de nadruk niet alleen moet liggen op hightech innovatie, maar dat technologisch laag en middelhoog geavanceerde innovatie, alsmede informele innovatie eveneens in aanmerking genomen moet worden; wijst erop dat het Europees Instituut voor innovatie en technologie een belangrijke rol kan spelen bij het bevorderen van O&O en innovatie voor het MKB; verzoekt de lidstaten meer initiatieven te ontplooien die voor het MKB de drempel voor toegang tot onderzoek verlagen; onderstreept dat de verschillende onderzoeksprogramma's en technologieplatforms van de EU zo ontworpen moeten worden dat grensoverschrijdende participatie van het MKB gemakkelijker wordt gemaakt;

30.   staat achter het initiatief van de Commissie om de toegang tot het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) te verbeteren(5);

31.   roept de Commissie en de lidstaten op betere raamvoorwaarden in te voeren waarmee een gunstig klimaat voor innovatie door het MKB wordt gecreëerd, in het bijzonder door middel van maatregelen waarmee de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten (IER) kan worden verbeterd en namaak binnen de hele Unie effectiever kan worden bestreden; meent dat uitgebalanceerde regelgeving op het gebied van IERbescherming kan bieden en tevens zorgt voor vrije doorstroming en uitwisseling van informatie en ideeën; benadrukt dat het MKB steun nodig heeft om toegang tot IER-bescherming te krijgen, deze rechten te handhaven met hulp van de betreffende IER-autoriteiten en tevens hun IERte gebruiken om financiering aan te trekken;

32.   roept de Commissie en de lidstaten ertoe op van hun handelspartners een betere naleving van de WTO-overeenkomst inzake de handelsaspecten van intellectuele-eigendomsrechten (TRIPS) te eisen, en om daarnaast de stappen te nemen die noodzakelijk kunnen zijn voor de toepassing van bilaterale, regionale of multilaterale akkoorden, zoals de Handelsovereenskomst ter bestrijding van namaak (ACTA), welke zijn aangegaan om namaak en piraterij te bestrijden;

33.   is van mening dat de mogelijkheden van internethandel voor het MKB nog niet volledig zijn benut en dat er nog veel moet worden gedaan ter realisering van een Europese interne elektronische markt voor producten en diensten, waar het MKB een leidende rol zou kunnen spelen bij de verdere integratie van de EU-markten;

34.   meent dat participatie van het MKB in clusters moet worden aangemoedigd om innovatie te stimuleren en het concurrentievermogen van de EU-economie te vergroten; verzoekt de Commissie daarom verbetering van clusterbeheer te steunen, met name door uitwisseling van beste praktijken en trainingprogramma's, instrumenten te ontwikkelen en te verspreiden om de prestaties van clusters te beoordelen, samenwerking tussen clusters te bevorderen en de administratieve procedures voor deelname van clusters in EU-programma's verder te vereenvoudigen;

35.   wenst dat in de SBA rekening wordt gehouden met samenwerkingsverbanden tussen MKB-ondernemingen (koop- en marketinggroepen), daar het faillissementsrisico bij dergelijke samenwerkingsverbanden duidelijk kleiner is gebleken dan bij individuele ondernemingen;

36.   is er sterk van overtuigd dat octrooien een belangrijke rol spelen bij innovatie en economische prestaties, aangezien zij het innovatieve ondernemingen mogelijk maken de vruchten te plukken van innovatieve investeringen en voorzien in de behoefte investeringen, vermogen en leningen veilig te stellen; is daarom van mening dat er spoedig een overeenkomst moet worden bereikt met betrekking tot een Gemeenschapsoctrooi, waarbij goedkope, efficiënte en flexibele juridische bescherming van hoge kwaliteit wordt gewaarborgd, die is toegesneden op de behoeften van het MKB, alsmede met betrekking tot een geharmoniseerd Europees systeem voor de behandeling van octrooigeschillen;

37.   benadrukt de noodzaak innovatieve en precommerciële openbare aanbestedingen te stimuleren, aangezien deze toegevoegde waarde hebben voor aanbestedende diensten, burgers en deelnemende ondernemingen; roept de lidstaten op tot verhoging van het aandeel innovatieve openbare aanbestedingen en van de deelname van innovatieve MKB-ondernemingen in de aanbestedingsprocedures; verzoekt de Commissie de verspreiding van beste praktijken op dit gebied te bevorderen, bijvoorbeeld op het gebied van aanbestedingscriteria en -procedures en regelingen voor risico- en kennisdeling;

38.   is van mening dat voor wat betreft internationale openbare aanbestedingen waarbij nieuwe technologieën de grensoverschrijdende e-handel mogelijk maken nieuwe vormen van bijvoorbeeld combinatorische veilingen voor MKB-consortia en het via internet publiceren en bekendmaken van aanbestedingen de handel in opdrachten in aanzienlijke mate kunnen doen toenemen en dit niet alleen binnen de Europese Unie maar ook wereldwijd, en daarmee tevens grensoverschrijdende e-handel kunnen bevorderen, wat geldt;

39.   vraagt aandacht voor de behoefte aan voldoende technisch en gekwalificeerd personeel; is derhalve van mening dat er meer moet worden geïnvesteerd in onderwijs en dat de banden tussen onderwijsinstellingen en het MKB moeten worden aangehaald, zodat het stimuleren van het werken als zelfstandige, een ondernemerscultuur en zakelijk inzicht wordt opgenomen in de nationale onderwijsprogramma's; is een voorstander van het uitbreiden van individuele mobiliteitsprogramma's voor studenten, zoals "Erasmus voor jonge ondernemers" en "Erasmus voor leerlingen in het beroepsonderwijs", in het bijzonder in verband met vrouwelijk ondernemerschap; steunt de voorgenomen uitbreiding van het Leonardo da Vinci-programma en het ontwikkelen van een Europees studiepuntensysteem voor beroepsopleidingen; roept de lidstaten op in samenwerking met de sociale partners en opleidingsinstanties programma's te ontwikkelen voor praktijkgerichte beroepsopleidingen, omscholing en permanente educatie, die speciaal zijn gericht op de behoeften van het MKB en die medegefinancierd worden door het Europees Sociaal Fonds; roept de Commissie op het uitwisselen van beste praktijken op het gebied van innovatieve opleidingen te faciliteren en maatregelen te nemen om het combineren van werk en gezin mogelijk te maken en de gelijkheid van man en vrouw te bevorderen;

40.   benadrukt dat jong en vrouwelijk ondernemerschap gestimuleerd moet worden, onder meer door het opzetten van begeleidings- en mentorschapsprogramma's; wijst erop dat steeds meer jongeren en vrouwen in het MKB werkzaam zijn, zij het nog voornamelijk in de kleinste bedrijven (microbedrijven), en dat zij nog steeds vatbaar zijn voor de negatieve effecten van stereotypen en vooroordelen bij de overdracht van en opvolging in bedrijven, met name familiebedrijven; roept de lidstaten derhalve op adequate beleidsmaatregelen te treffen en voorzieningen te creëren, voornamelijk door diagnostische hulpmiddelen beschikbaar te stellen, informatie te verstrekken, advies te verlenen en ondernemers te begeleiden die bij bedrijfsoverdrachten zijn betrokken, hetgeen ook dienstig is met het oog op de vergrijzing;

41.   wijst erop dat het zevende kaderprogramma een mechanisme voor het delen van het financiële risico bevat dat bedoeld is om de toegang tot de leningen van de Europese Investeringsbank (EIB) voor grote projecten te vergemakkelijken; verzoekt de Commissie het gebruik van dit mechanisme door het MKB te evalueren en, indien noodzakelijk, voorstellen in te dienen;

42.   is verheugd over de introductie van een Europees intern netwerk waarin de diensten worden opgenomen die momenteel de euro-infocentra en relaiscentra voor innovatie (IRC) leveren, teneinde het MKB met een breed scala aan diensten te ondersteunen bij alle inspanningen op het gebied van innovatie en concurrentievermogen;

43.   verzoekt de Commissie de deelname van het MKB aan het kaderprogramma voor innovatie en concurrentievermogen(6) te evalueren en indien nodig voorstellen te doen;

Zorgen voor fondsen en toegang tot financiering

44.   wijst erop dat de eigen activiteiten, naast de door financiële instellingen verstrekte leningen en kredieten, de belangrijkste financieringsbron voor het MKB in Europa vormen; merkt op dat het MKB als risicovoller wordt beschouwd, hetgeen de toegang tot financiering bemoeilijkt; verzoekt de financiële instellingen, de Commissie en de lidstaten er gezamenlijk voor te zorgen dat het MKB toegang tot financiering heeft en kapitaal kan consolideren door winst te herinvesteren in het bedrijf; is van mening dat het betalen van heffingen vóór de start van de bedrijfsactiviteiten niet verplicht gesteld moet worden, zodat deze bedrijven in staat worden gesteld eigen middelen en eigen kapitaal op te bouwen; wijst in dat verband op de huidige financiële situatie die direct handelen dringend noodzakelijk maakt;

45.   verzoekt de Commissie en de lidstaten alles in het werk te stellen om reclame te maken voor en voorlichting te geven over het bestaan van Europese fondsen en overheidssteun voor het MKB, en deze twee instrumenten toegankelijker en tegelijkertijd begrijpelijker te maken;

46.   nodigt de lidstaten uit om betere voorwaarden te scheppen voor het MKB opdat het kan investeren in gekwalificeerde opleidingen, onder meer door directe belastingverlagingen en compensatieregelingen tussen de belastingautoriteiten en de Europese Unie;

47.   erkent dat het belastingstelsel van de lidstaten kan afschrikken bij het overdragen van bedrijven, in het bijzonder familiebedrijven, wat het risico op vereffening of sluiting van het bedrijf doet toenemen; roept de lidstaten daarom op hun juridische en fiscale regelgeving onder de loep te nemen en de voorwaarden voor het overdragen van bedrijven te verbeteren, vooral wanneer er sprake is van pensionering of ziekte van de eigenaar; is ervan overtuigd dat zo'n verbetering het gemakkelijker maakt de activiteiten van vooral familiebedrijven voort te zetten, werkgelegenheid te behouden en winst te herinvesteren;

48.   is zeer ingenomen met de recente coördinatie tussen de strategie van Lissabon en het cohesiebeleid; is van mening dat er op lokaal niveau aanzienlijke fondsen ter vergroting van het ondernemingspotentieel beschikbaar zouden kunnen komen door regionale fondsen meer te richten op ondernemerschap, onderzoek en innovatie;

49.   benadrukt dat dynamische financiële markten van groot belang zijn voor de financiering van het MKB en onderstreept de noodzaak om Europese durfkapitaalmarkten open te stellen door de beschikbaarheid van en toegang tot durfkapitaal, "mezzanine-financiering" en microkredieten te vergroten; is dan ook van oordeel dat het MKB onder normale omstandigheden toegang moet hebben tot krediet dat verstrekt wordt door de spelers op de kapitaalmarkt, die meer inzicht hebben in hun vooruitzichten en doeltreffender in hun behoeften kunnen voorzien;

50.   steunt het besluit van de Raad en de EIB om een aantal hervormingen vast te stellen die ertoe dienen de reeks MKB-financieringsproducten van de EIB-groep te verbreden en de globale leningen van de bank aan haar bankrelaties aanzienlijk uit te breiden, zowel kwantitatief als kwalitatief;

51.   benadrukt dat oprichting en groei van MKB-ondernemingen ernstig belemmerd worden door de beperkte toegang tot financiering; is in dit verband ingenomen met het besluit van de EIB om de middelen die beschikbaar zijn voor garanties en andere financiële instrumenten voor het MKB met nog eens 30 000 miljoen EUR te verhogen; roept de EIB op nieuwe financiële instrumenten en bruikbare nieuwe oplossingen te ontwikkelen, waarmee de belemmering die het stellen van een zekerheid vormt bij de toegang tot krediet, wordt aangepakt; verzoekt de lidstaten in het licht van de huidige economische crisis banken aan te moedigen het MKB tegen redelijke voorwaarden toegang tot krediet te garanderen;

52.   is ingenomen met het recente initiatief voor een gezamelijk project ter ondersteuning van microkredietinstellingen in Europa (JASMINE), dat nuttig zal zijn voor het opzetten van bedrijven en in het bijzonder jonge en vrouwelijke ondernemers zal stimuleren; roept de lidstaten op in samenwerking met MKB-organisaties en kredietinstellingen een actieve rol te spelen bij het verstrekken van informatie over de toegang tot en het gebruik van microkrediet en alternatieve vormen van financiering;

53.   onderstreept de belangrijke rol van de EIB en het Europese Investeringsfonds (EIF) bij het verbeteren van de financiering voor het MKB, vooral met het oog op de huidige financiële onrust en de weerslag die deze op de kredietmarkt heeft; nodigt de Commissie en de lidstaten uit nader te onderzoeken hoe de huidige bancaire en andere financiële regelgeving verbeterd kan worden, met inbegrip van transparantie van kredietbeoordeling, zodat het MKB gemakkelijker toegang tot financiering kan krijgen; roept de Commissie op in samenwerking met de lidstaten en de EIB de juiste randvoorwaarden te creëren voor de ontwikkeling van een pan-Europese markt voor durfkapitaal;

54.   wijst erop dat het failliet van kleine of middelgrote ondernemingen in 25% van de gevallen het gevolg is van laattijdige betaling, meestal door overheidsinstanties; benadrukt dat de huidige kredietcrisis buitenproportionele gevolgen kan hebben voor het MKB, aangezien grote klanten kleinere leveranciers onder druk zetten om langere betalingstermijnen te hanteren; neemt in dit verband met tevredenheid nota van het voorstel van de Commissie om Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties(7) te herzien en verzoekt de lidstaten de betalingscultuur bij de overheidsinstanties te verbeteren; pleit voor het vastleggen van een geharmoniseerde betalingstermijn in de Gemeenschap, die mogelijk verkort wordt bij betalingen aan het MKB, en boetes bij overschrijding daarvan;

55.   juicht de in de SBA voorgestelde maatregelen voor een betere kapitaalverstrekking aan het MKB toe; pleit in verband met de financiële crisis vooral voor uitbreiding respectievelijk voortzetting van beproefde overheidssteunprogramma's voor het MKB en voor het uitbreiden van deze steun tot financiële bemiddelaars;

56.   wijst op het enorme potentieel van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie van de EU voor het verhelpen van markttekortkomingen bij MKB-financiering, het bevorderen van eco-innovatie en het versterken van de ondernemerscultuur;

De toegang tot de markt verbeteren

57.   wijst erop dat normalisatie de toegang tot markten bevordert en interoperabiliteit mogelijk maakt, en zo kan leiden tot innovatie en meer concurrentievermogen; roept de Commissie op de toegankelijkheid van de normen voor het MKB te verbeteren en de deelname van het MKB aan het normalisatieproces te bevorderen; moedigt de Commissie aan door te gaan met internationale bevordering van de communautaire normen;

58.   benadrukt dat het Enterprise Europe Network, nationale projectmanagementinstanties, kamers van koophandel en nijverheid en overheidsinstanties zoveel mogelijk betrokken moeten worden bij het lokaal onder de aandacht brengen van de mogelijkheden die de EU-programma's voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie beiden, alsook de EU-structuurfondsen, waaronder het communautaire initiatief JEREMIE;

59.   merkt op dat overheidsopdrachten circa 17% van het BBP in de EU omvatten; roept de Commissie en de lidstaten op de toegang tot en deelname van het MKB aan openbare aanbestedingen te verbeteren door gebruik te maken van de mogelijkheden uit bovengenoemde Europese gedragscode ter bevordering van de toegang van het MKB tot overheidsopdrachten, en onder andere:

   meer gebruik te maken van elektronische aanbestedingen,
   de omvang van opdrachten aan te passen,
   de aan inschrijvingen verbonden administratieve en financiële lasten voor het MKB te verminderen,
   in specifieke offerteaanvragen relevante en evenredige kwalificatiecriteria op te nemen,
   het MKB een betere toegang te verschaffen tot informatie over openbare inschrijvingen,
   de vereiste documenten te harmoniseren;

60.   moedigt de lidstaten voorts aan de volgende stappen te nemen:

   de aanbestedende diensten verplicht laten motiveren waarom zij een opdracht niet opsplitsen,
   in meer gevallen de mogelijkheid creëren om bij openbare aanbestedingen als consortium in te schrijven,
   bepalen dat er voor alle overheidscontracten voorschotten moeten worden betaald;

61.   merkt op dat er behoefte bestaat aan een dienst voor systeemconsultancy die ondersteuning biedt bij de dagelijkse activiteiten van MKB-ondernemingen tijdens hun gehele levenscyclus, teneinde hun investeringen te optimaliseren;

62.   is van oordeel dat geavanceerde e-business-toepassingen, die zijn gebaseerd op de invoering van interoperabele elektronische handtekeningen en authentificatiecertificaten, een cruciale motor voor het concurrentievermogen van het MKB vormen en door de Commissie en de lidstaten dienen te worden bevorderd;

63.   onderstreept het belang van de interne markt voor het MKB en merkt op dat de toegang van het MKB tot de interne markt met prioriteit bevorderd moet worden;

64.   onderkent dat er nog steeds bepaalde beperkingen zijn voor het MKB om de voordelen van de interne markt ten volle te benutten; merkt derhalve op dat zowel het juridische als het politieke kader van de interne markt verbeterd moeten worden om het MKB meer ruimte te bieden voor grensoverschrijdende activiteiten; merkt tevens op dat een duidelijke regelgeving het MKB krachtiger zou stimuleren om op de interne markt te gaan opereren; is van mening dat de lidstaten hiertoe aanspreekpunten en webportalen dienen in te stellen;

65.   onderstreept dat er zowel op nationaal als op EU-niveau behoefte is aan betere voorlichting over de toegang tot de markt en tot exportmogelijkheden binnen de interne markt; dringt er derhalve bij de Commissie en de lidstaten op aan betere voorlichtings- en adviesdiensten te verstrekken, met name via het SOLVIT-netwerk voor probleemoplossing;

66.   steunt de oproepen voor het verstrekken van adviescentra door de lidstaten, zodat het MKB zich kan verweren tegen oneerlijke handelspraktijken, zoals die van ondernemingen welke zich verschuilen achter misleidende bedrijvengidsen, en het MKB meer vertrouwen krijgt om grensoverschrijdend te gaan werken; benadrukt het belang van de rol van de Commissie bij het faciliteren van de coördinatie tussen en de samenwerking met deze adviesorganen, om te zorgen dat grensoverschrijdende klachten op een adequate en efficiënte manier worden afgehandeld; dringt er evenwel op aan dat wanneer dergelijke zachte maatregelen geen resultaat opleveren, de Commissie klaar moet staan om passende wetswijzigingen in gang te zetten om het MKB, als onderliggende partij in dergelijke transacties, een vergelijkbare bescherming te bieden als consumenten;

67.   wijst erop dat slechts 8% van alle MKB-ondernemingen betrokken is bij grensoverschrijdende activiteiten, wat de mogelijkheden tot groei beperkt; is van mening dat de interne markt absoluut dient te groeien; is van mening dat de lidstaten moeten samenwerken bij het harmoniseren van administratieve eisen die van invloed zijn op intracommunautaire activiteiten; roept de lidstaten op de dienstenrichtlijn(8) onverwijld om te zetten en ten uitvoer te leggen en daarbij speciale aandacht te besteden aan de belangen van het MKB, en pleit ook voor de snelle goedkeuring van het statuut van een Europese besloten vennootschap;

68.   meent dat er een gemeenschappelijke geconsolideerde grondslag voor de vennootschapsbelasting moet komen; vraagt om invoering van een éénloketsysteem voor de BTW, zodat ondernemers in het land van herkomst aan hun verplichtingen kunnen voldoen;

69.   roept de Commissie op de kadereisen voor toegang van het MKB tot buitenlandse markten voortdurend uit te breiden en het verstrekken van informatie te steunen; stimuleert het opzetten van centra ter ondersteuning van het Europese bedrijfsleven in China en India en in alle opkomende markten, in nauwe samenwerking met de nationale ondersteuningscentra die daar reeds actief zijn; is van mening dat er grotere inspanningen nodig zijn om deze uitdaging aan te kunnen gaan, aangezien de geringe deelname van het MKB aan grensoverschrijdende activiteiten ook kan worden verklaard door een gebrek aan talenkennis en multiculturele vaardigheden; wijst er echter nogmaals op dat het MKB behoefte heeft aan betere toegang tot informatie en betrouwbaar advies in eigen land;

70.   onderstreept het belang van vooruitgang bij handelsbesprekingen ter beperking van handelsbelemmeringen in de wetgeving, die onevenredig grote gevolgen hebben voor het MKB;

71.   verzoekt de Commissie er in haar werkprogramma aandacht aan te besteden dat gelijke behandeling van het MKB bij de toegang tot overheidsopdrachten wordt opgenomen in de regels van de WTO; verzoekt de Commissie bijzondere aandacht te schenken aan de problemen die douaneformaliteiten met zich meebrengen voor het MKB, met name door het mogelijk te maken dat MKB-ondernemingen hun computersystemen tegen de laagst mogelijke kosten aanpassen aan die van de nationale douanediensten, en door de regelingen omtrent de toegang tot de status van geautoriseerde marktdeelnemer te vereenvoudigen;

Het bestrijden van bureaucratie en administratieve rompslomp

72.   is overtuigd van de dringende noodzaak de administratieve rompslomp waar mogelijk met ten minste 25% terug te brengen en voor een moderne administratie te zorgen die is toegesneden op de behoeften van het MKB; wil derhalve de kennis van ICT en beter gebruik van digitale technologie in het MKB bevorderen, in het bijzonder onder jonge en vrouwelijke ondernemers, zodat deze ondernemingen tijd en geld kunnen besparen en de vrijkomende middelen kunnen benutten voor hun ontwikkeling; verzoekt de Commissie en de lidstaten in dit verband om initiatieven voor de uitwisseling en bevordering van de beste praktijken te nemen, benchmarks vast te stellen en richtsnoeren en normen voor MKB-vriendelijke administratieve praktijken uit te werken en te bevorderen; is er ook van overtuigd dat een tijdige omzetting van de voorstellen van de groep op hoog niveau van onafhankelijke deskundigen voor administratieve lasten noodzakelijk is, zodat het doel om de lasten te verminderen bereikt wordt zonder de toegang van het MKB tot financiering in de waagschaal te stellen;

73.   is van mening dat voor het MKB en vooral voor micro-ondernemingen fiscale bepalingen moeten gelden die de administratieve lasten zo veel mogelijk beperken, en wel zodanig dat de startfase van bedrijven wordt vergemakkelijkt en dat innovatie en investeringen tijdens hun hele verdere bestaan worden aangemoedigd;

74.   benadrukt dat het van fundamenteel belang is de effecten van toekomstige wetgevingsinitiatieven op het MKB te evalueren; roept derhalve op tot verplichte, systematische en gerichte effectbeoordelingen voor het MKB: een zogeheten "MKB-test", waarvan de resultaten onderworpen moeten worden aan een onafhankelijke evaluatie, die beschikbaar moet worden gemaakt voor de wetgevingsorganen van de EU; is van mening dat hierbij speciale aandacht dient te worden besteed aan de gevolgen voor kleine en micro-ondernemingen, waaronder de administratieve lasten; dringt er bij de Commissie op aan de MKB-test toe te passen op alle EU-wetgeving inzake het bedrijfsleven, met inbegrip van vereenvoudiging van bestaande wetgeving en de beoordeling of hangende wetgevingsvoorstellen dienen te worden ingetrokken; roept de lidstaten op soortgelijke MKB-testen op nationaal niveau in te voeren;

75.   is van mening dat nieuwe wetgeving, bijvoorbeeld om betalingsachterstand te voorkomen of op het gebied van auteursrecht, vennootschaps- en mededingingsrecht (zoals regels die het verzamelen van gegevens bij rechtszaken over concurrentieverstorende gedragingen vergemakkelijken of regels die voortvloeien uit de algemene groepsvrijstellingsverordening op zodanige wijze moet worden geformuleerd dat MKB-ondernemingen niet worden gediscrimineerd maar dat zij en hun dienstverlening op de interne markt juist worden gesteund;

76.   benadrukt dat het MKB correct en tijdig betrokken moet worden bij het ontwikkelen van beleid; wijst er daarom op dat de overlegperiode die de Commissie thans hanteert, zou moeten worden uitgebreid tot ten minste 12 weken, met ingang van de datum waarop de overlegdocumenten beschikbaar zijn in alle talen van de Gemeenschap; erkent de essentiële en waardevolle rol van de vertegenwoordigende ondernemersorganisaties; roept de Commissie derhalve op het MKB en zijn vertegenwoordigende organisaties direct op te nemen in haar adviserende deskundigencommissies en werkgroepen op hoog niveau;

77.   verzoekt de Commissie de vereenvoudiging en harmonisatie van het vennootschapsrecht en met name van de financiële verslaggevingsregels in de interne markt te bevorderen, ten einde de administratieve lasten voor het MKB te beperken en de transparantie voor alle belanghebbenden op dit terrein te vergroten; verzoekt de Commissie met klem het gebruik van nieuwe technologie zoals eXtensible Business Reporting Language (XBRL) krachtig te bevorderen door een routekaart voor de invoering van XBRL-verslaglegging in de Europese Unie in te dienen, zodat deze binnen een redelijke termijn verplicht gesteld kan worden, en om algemeen gebruik van deze open standaard te bevorderen en te ondersteunen;

78.   stimuleert het instellen van een "statistiekvrije periode" voor micro-ondernemingen, waarbij zij tijdelijk worden vrijgesteld van verplichte statistische enquêtes, en de brede toepassing van het principe "slechts eenmaal" met betrekking tot informatie die ondernemingen leveren aan overheidsdiensten, alsmede de verdere ontwikkeling van de e-overheid;

79.   benadrukt de noodzaak vaste ingangsdata in te voeren voor nieuwe communautaire wetgeving die van invloed is op het MKB; verzoekt de lidstaten en de MKB-organisaties het MKB op een beknopte en begrijpelijke manier op de hoogte te brengen van de veranderingen in de wetgeving die op hen van toepassing is;

80.   moedigt de lidstaten aan om in samenwerking met MKB-organisaties specifiek nationale, fysieke of elektronische informatiecontactpunten op te richten, die voortborduren op bestaande structuren als het Enterprise Europe Network en de diensten van Europa Direct, en in overeenstemming met het éénloketsysteem agentschappen voor steunverlening in te voeren voor het MKB, die toegang bieden tot diverse informatiebronnen en diensten voor steunverlening en die gestructureerd zijn volgens de bestaanscyclus van een bedrijf;

81.   erkent de problemen die bij het starten van nieuwe bedrijven ontstaan als gevolg van de verscheidenheid aan systemen in de respectieve lidstaten; acht het daarom noodzakelijk een eenvormig systeem voor het opzetten van bedrijven in te stellen, waarbij een stapsgewijze aanpak wordt gevolgd en een bedrijf binnen 48 uur kan worden opgericht;

82.   benadrukt dat de financiële regels van Gemeenschapsprogramma's dikwijls leiden tot onnodig bureaucratische, lange en kostbare procedures, in het bijzonder voor het MKB; roept de Commissie op het Europees observatorium voor het MKB nieuw leven in te blazen, gegevens te publiceren over deelname van het MKB aan elk Gemeenschapsprogramma, vergezeld van een batenanalyse, en aan de hand daarvan voorstellen in te dienen om de deelname van het MKB te vergroten; roept de Commissie op de rol en zichtbaarheid van de respectieve afgevaardigden van het MKB binnen de verschillende beleidsterreinen te vergroten; schaart zich voorts achter alle initiatieven die het ontwikkelen van een "MKB-geest" in beleidsvorming binnen overheidsdiensten mogelijk maken, zoals het Enterprise Experience Programme van de Commissie, dat ambtenaren in staat stelt zich vertrouwd te maken met het MKB;

83.   betreurt de praktijk van lidstaten om onnodige regels toe te voegen ("goldplating"), wat vooral nadelig is voor het MKB, en verzoekt de Commissie te onderzoeken welke maatregelen verder genomen kunnen worden om deze praktijk te voorkomen; pleit voor effectbeoordelingen achteraf, waarbij wordt nagegaan hoe besluiten in de lidstaten en op lokaal niveau feitelijk worden uitgevoerd;

84.   pleit voor een speciale EU-website voor het MKB waarop informatie over en aanvraagformulieren voor EU-projecten worden verstrekt, evenals nationale telefoonnummers, links naar partners, branche-informatie, informatie over onderzoeksprojecten alsmede internetraadpleging, briefings en informatie over nieuwe regelgeving;

85.   verzoekt de Commissie samen met de lidstaten werk te maken van de harmonisering van de aanvraagformulieren die ondernemingen moeten invullen tijdens inschrijvings- en aanbestedingsprocedures;

86.   is verheugd over de prijs voor het beste idee om administratieve rompslomp te beperken, die wordt uitgereikt aan overheidsdiensten die innovatieve maatregelen ter vermindering van administratieve rompslomp hebben ingevoerd op lokaal, regionaal of nationaal niveau;

87.   pleit ervoor om aan reeds goedgekeurde projecten 30 dagen lang middelen te betalen uit het cohesiefonds, teneinde de verdere vooruitgang, het voortbestaan en de effectiviteit van deze projecten te waarborgen;

Duurzaamheid omzetten in winst

88.   erkent dat inspanningen ter verhoging van de duurzaamheid een belangrijke bron van (eco)innovatie kunnen worden, evenals een grote troef voor het concurrentievermogen van de industrie; vestigt de aandacht op het feit dat het MKB zich dikwijls onvoldoende bewust is van nieuwe energie-efficiënte en milieuvriendelijke oplossingen of niet beschikt over de noodzakelijke financiële middelen om deze aan te schaffen; moedigt de Commissie bijgevolg aan te onderzoeken hoe de Gemeenschap het MKB te hulp kan komen om efficiënter te leren omspringen met hulpbronnen en energie;

89.   wijst eens te meer op het belang dat wordt toegekend aan maatschappelijk verantwoord ondernemen door kleinschalige bedrijven, dat noopt tot het onderhouden van horizontale banden, netwerken en diensten; acht het in dit verband niet opportuun te verwijzen naar de certificering van het communautair systeem voor milieumanagement en audit (EMAS), niet alleen omdat daarmee de aandacht zou worden afgeleid van de andere bestaande certificeringen, maar ook omdat daardoor alleen maar zou worden gerefereerd aan de milieuproblematiek;

90.   is ingenomen met recente initiatieven om het MKB te helpen zijn weg te vinden in de milieuwetgeving, onder meer door het MKB lagere kosten voor geleverde diensten in rekening te brengen, te zorgen voor toegang tot informatie over milieunormen, of specifieke uitzonderingen op Gemeenschapswetgeving te introduceren;

o
o   o

91.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(1) PB C 316 E van 22.12.2006, blz. 378.
(2) PB C 287 E van 24.11.2006, blz. 258.
(3) PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3.
(4) PB C 297 E van 20.11.2008, blz. 174.
(5) PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1.
(6) Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
(7) PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35.
(8) Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36).

Juridische mededeling - Privacybeleid