Resolutie van het Europees Parlement van 12 maart 2009 over de participatie van werknemers in ondernemingen met de status van Europese vennootschap en andere begeleidende maatregelen
Het Europees Parlement,
– gezien de mededeling van de Commissie van 25 juni 2008 getiteld "Denk eerst klein − Een "Small Business Act" voor Europa" (COM(2008)0394) en de werkprogramma's van de Commissie voor 2008 en 2009,
– gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het Statuut van de Europese besloten vennootschap het MKB in de interne markt ten goede zal komen, maar ook open zal staan voor grotere bedrijven,
1. verzoekt de Commissie om overeenkomstig artikel 138 van het EG-Verdrag de sociale partners te raadplegen, teneinde de bepalingen betreffende de participatie van werknemers in de interne markt te evalueren en waar nodig te harmoniseren, te creëren of te versterken;
2. verzoekt de Commissie de impact van de bestaande Europese vennootschapsvormen en de desbetreffende jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie (bijvoorbeeld Daily Mail en General Trust, Sevic Systems, Inspire Art, Überseering, en Cartesio) te evalueren ten aanzien van de participatie van werknemers in de ondernemingsraden en de mogelijke ontduiking of omzeiling van de geldende nationale voorschriften;
3. verzoekt de Commissie om grensoverschrijdende problemen met betrekking tot ondernemingsbestuur, belastingwetgeving en financiële participatie van de werknemers in aandeelhoudersprogramma's in het kader van de hierboven voorgestelde raadpleging aan bod te laten komen; pleit voor een mogelijke herziening en/of nieuwe voorstellen, die met de Raad en het Parlement moeten worden besproken;
4. verzoekt de Commissie na te gaan of in het Statuut van de Europese besloten vennootschap een bepaling moet worden opgenomen waarbij de terugbetaling van een lening of andere bijdrage van een aandeelhouder wordt achtergesteld indien een bijdrage tot het aandelenkapitaal passender zou zijn geweest (ingeval van een te hoge schuldenlast van het bedrijf zelf); meent dat moet worden overwogen om de aandeelhouder te verplichten de ontvangen terugbetaling terug te storten indien de terugbetaling in een periode kort voor de vaststelling van de insolvabiliteit van de onderneming heeft plaatsgevonden;
5. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.