Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 24 april 2009 over non-proliferatie en de toekomst van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV) (2008/2324(INI))
Het Europees Parlement,
– gezien de ontwerpaanbeveling aan de Raad door Annemie Neyts-Uyttebroeck, namens de ALDE-Fractie, en Angelika Beer, namens de Verts/ALE-Fractie, over non-proliferatie en de toekomst van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV) (B6-0421/2008),
– gezien de in 2010 te houden herzieningsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties van 26 februari 2004(1), 10 maart 2005(2), 17 november 2005(3) en 14 maart 2007(4) over de verspreiding van kernwapens en nucleaire ontwapening,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 5 juni 2008 over de tenuitvoerlegging van de Europese veiligheidsstrategie en het EVDB(5),
– gezien de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, die de Europese Raad op 12 december 2003 heeft goedgekeurd,
– gezien de verklaring van de Raad van 8 december 2008 over versterking van de internationale veiligheid, in het bijzonder de punten 6, 8 en 9, waarin uitdrukking wordt gegeven aan de vastbeslotenheid van de EU om de verspreiding van massavernietigingswapens en hun lanceerinrichtingen te bestrijden,
– gezien de sleutelrol die de groep van nucleaire exportlanden in het kader van de non-proliferatie speelt,
– gezien de resoluties van de VN-Veiligheidsraad met betrekking tot non-proliferatie en nucleaire ontwapening, in het bijzonder resolutie 1540 (2004),
– gezien het Alomvattend Kernstopverdrag, de overeenkomsten betreffende nucleaire waarborgen en aanvullende protocollen van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA), het Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal, het Internationaal Verdrag ter bestrijding van daden van nucleair terrorisme, de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten, het Verdrag over de vermindering van strategische kernwapens (START I), dat in 2009 afloopt, en het Verdrag inzake de beperking van strategische aanvalswapens (SORT),
– gezien het verslag over de tenuitvoerlegging van de Europese veiligheidsstrategie zoals dat door de Europese Raad op 11 december 2008 is aangenomen,
– gelet op artikel 114, lid 3, en artikel 90 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A6-0234/2009),
A. de noodzaak onderstrepend van verdere versterking van alle drie de pijlers van het NPV, te weten non-proliferatie, ontwapening en samenwerking bij de civiele toepassing van kernenergie,
B. ernstig verontrust over het gebrek aan vorderingen bij het realiseren van concrete doelstellingen (zoals de zogeheten "13 stappen"(6)) in het kader van de doelen van het NPV, zoals is overeengekomen op de vorige herzieningsconferenties, met name nu er bedreigingen komen vanuit allerlei bronnen, waaronder toenemende proliferatie, het gevaar dat nucleaire technologie en radioactief materiaal in de handen vallen van criminele organisaties en terroristen, en de tegenzin van kernwapenstaten die partij zijn bij het NPV om hun nucleaire arsenaal te verminderen of geheel te ontmantelen en om minder vast te houden aan een militaire doctrine van nucleaire afschrikking,
C. overwegende dat de verspreiding van massavernietigingswapens en hun lanceerinrichtingen onder zowel staten als niet-statelijke entiteiten een van de ernstigste bedreigingen voor de internationale stabiliteit en veiligheid vormt,
D. herinnerend aan de toezegging van de EU gebruik te maken van alle haar ter beschikking staande instrumenten om proliferatieprogramma's die bezorgdheid op wereldniveau veroorzaken, te voorkomen, af te wenden, te stoppen en indien te elimineren, zoals duidelijk is uiteengezet in de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, goedgekeurd door de Europese Raad op 12 december 2003,
E. de noodzaak benadrukkend dat de EU haar inspanningen intensiveert om verspreidingsstromen en de financiering van verspreiding tegen te gaan, om daadwerkelijke verspreiding te bestraffen en om maatregelen te ontwikkelen ter voorkoming van ongrijpbare overdracht van kennis en knowhow, met alle beschikbare instrumenten waaronder multilaterale verdragen en verificatiemechanismen, nationaal en internationaal gecoördineerde exportcontroles, samenwerkingsprogramma's voor dreigingsvermindering, en politieke en economische invloed,
F. aangemoedigd door nieuwe ontwapeningsvoorstellen, waaronder die van Henry Kissinger, George P. Shultz, William J. Perry en Sam Nunn in januari 2007 en januari 2008, de Modelkernwapenconventie en het Hiroshima-Nagasaki-Protocol, die wereldwijd door burgerorganisaties en politieke leiders worden gepromoot, en campagnes zoals "Global Zero", die stellen dat een streven naar het ontmantelen van alle kernwapens een cruciale manier is om de nucleaire proliferatie te voorkomen en wereldwijde veiligheid te realiseren,
G. in dit verband de initiatieven toejuichend van de Franse en de Britse regering ter vermindering van hun nucleaire arsenalen,
H. met name in sterke mate aangemoedigd door de duidelijke schets die VS-president Barack Obama van zijn aanpak van nucleaire kwesties heeft gemaakt op 5 april 2009 in Praag, zijn engagement om nucleaire ontwapening vooruit te helpen en zijn visie van een wereld zonder kernwapens; tevreden met de constructieve samenwerking tussen de VS en Rusland om het START-akkoord te hernieuwen en ervoor te zorgen dat de Amerikaanse en Russische ballistische raketten niet langer "on hair-trigger alert" (gereed om bij het minste of geringste te worden gelanceerd) staan en de voorraden aan Amerikaanse kernwapens en -materiaal drastisch worden verminderd; tevreden met het besluit van de VS om ten volle deel te nemen aan het "E3 + 3"- proces met Iran; ingenomen met de ratificatie door de Verenigde Staten van het aanvullend protocol bij de IAEA-overeenkomsten betreffende nucleaire waarborgen als een positieve, vertrouwen scheppende stap; zeer ingenomen met het voornemen van president Obama om de ratificatie door de Verenigde Staten van het Alomvattend Kernstopverdrag te voltooien en onderhandelingen over een verdrag inzake een verbod op de levering van splijtstof te starten,
I. de noodzaak onderstrepend van nauwe coördinatie en samenwerking tussen de Europese Unie en haar partners, waaronder met name de Verenigde Staten en Rusland, met het oog op een vernieuwing en versterking van het non-proliferatieregime,
J. benadrukkend dat versterking van het NPV als hoeksteen van het wereldwijde non-proliferatieregime van vitaal belang is en in het besef dat krachtig politiek leiderschap en een aantal geleidelijke, opeenvolgende stappen dringend noodzakelijk zijn teneinde de validiteit van het NPV te herbevestigen en de overeenkomsten, verdragen en agentschappen waaruit het huidige non-proliferatie- en ontwapeningsregime bestaat te versterken, zoals met name het Alomvattend Kernstopverdrag en het IAEA,
K. in dit verband ingenomen met het gezamenlijke Brits-Noorse initiatief tot beoordeling van de haalbaarheid en de vaststelling van heldere procedurele stappen voor de uiteindelijke ontmanteling van kernwapens en de daarmee samenhangende verificatieprocedures; overwegende dat dit een zeer positief initiatief is voor de EU, de NAVO en andere relevante partijen,
L. tevreden met de brief van 5 december 2008 van het Franse EU-voorzitterschap aan VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon met de ontwapeningsvoorstellen van de EU die in december 2008 door de Europese Raad zijn goedgekeurd,
M. verheugd over de toespraak die op 9 december 2008 is gehouden door Javier Solana, hoge vertegenwoordiger van de EU voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, tijdens een conferentie over "Vrede en ontwapening: een wereld zonder kernwapens", waarin hij zich verheugd toonde over het feit dat het vraagstuk van de nucleaire ontwapening weer bovenaan de internationale agenda staat en onderstreepte dat de EU non-proliferatie tot een onderdeel van haar algemene beleid zou moeten maken,
N. tevreden met de toespraak van president Obama op 5 april 2009 in Praag, waarin hij stelde dat de VS moreel verplicht zijn om een campagne te leiden om de wereld van alle kernwapens te bevrijden, hoewel hij toegaf dat deze doelstelling misschien niet tijdens zijn leven zal worden gehaald, en waarin hij benadrukte dat het NPV moet worden verstrengd, als basis voor samenwerking en een stapsgewijze oplossing; overwegende dat de nieuwe regering van de VS de Europese Unie volledig bij deze campagne moet betrekken, met name bij de voor 2009 geplande mondiale bijeenkomst om de bedreiging van nucleaire wapens aan te pakken,
O. wijzend op de veralgemening van de opname van "non-proliferatieclausules" in overeenkomsten die sinds 2003 zijn gesloten tussen de EU en derde staten,
P. rekening houdend met door de EU gesteunde initiatieven voor non-proliferatie en ontwapening buiten het kader van de VN, zoals het veiligheidsinitiatief tegen de verspreiding van massavernietigingswapens en het wereldpartnerschap van de G8,
Q. ingenomen met het feit dat de Commissie de status van waarnemer bij de groep van nucleaire exportlanden en bij de NPV-herzieningsconferentie heeft, en dat ook het secretariaat van de Raad deelneemt aan de NPV-conferentie, hetzij binnen de delegatie van de EG, hetzij met het voorzitterschap van de EU,
1. doet de volgende aanbevelingen aan de Raad:
a)
Gemeenschappelijk Standpunt 2005/329/GBVB van de Raad van 25 april 2005 met betrekking tot de in 2005 gehouden herzieningsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens(7) herzien en actualiseren, moet dat worden aangenomen op de bijeenkomst van de Europese Raad van december 2009, ter voorbereiding van een geslaagd resultaat van de in 2010 te houden NPV-herzieningsconferentie, waardoor de drie bestaande pijlers van het NPV versterkt zullen worden, zich engageren voor de doelstelling van uiteindelijke volledige nucleaire ontwapening, als opgenomen in het voorstel voor een kernwapenconventie,
b)
de inspanningen voor het veiligstellen van het universeel maken en doeltreffend ten uitvoer leggen van non-proliferatieregels en -instrumenten te intensiveren, in het bijzonder door verbetering van de verificatiemethoden,
c)
in samenwerking met zijn partners actieve steun te verlenen aan concrete voorstellen om de productie, het gebruik en de opwerking van alle nucleair brandstof onder toezicht van het IAEA te plaatsen, met inbegrip van het opzetten van een internationale brandstofbank; voorts steun te verlenen aan andere initiatieven voor het multilateraal maken van de nucleaire-brandstofcyclus voor het vreedzaam gebruik van kernenergie, in dezen rekening houdend met het feit dat het Parlement verheugd is over de bereidheid van de Raad en de Commissie om maximaal 25 000 000 EUR bij te dragen aan de oprichting van een brandstofbank onder toezicht van het IAEA, en de gezamenlijke actie in dit verband spoedig goedgekeurd wenst te zien worden,
d)
steun te verlenen aan verdere pogingen de taakomschrijving van het IAEA uit te breiden, met inbegrip van het algemeen maken van de Aanvullende Protocollen bij de waarborgovereenkomsten van het IAEA, en andere maatregelen die zijn opgezet met het oog op ontwikkeling van vertrouwenwekkende maatregelen; ervoor zorgen dat er voor die organisatie voldoende middelen beschikbaar worden gesteld, zodat zij haar essentiële opdracht kan vervullen en activiteiten op nucleair gebied veilig maakt,
e)
aanzienlijke voortgang te boeken met het wereldpartnerschap van de G8, het Proliferation Security Initiative en het Global Threat Reduction Initiative, en te streven naar vroege inwerkingtreding van het Alomvattend Kernstopverdrag,
f)
de dialoog met de nieuwe Amerikaanse regering en alle kernmachten te verdiepen teneinde een gemeenschappelijke agenda na te streven gericht op voortgaande vermindering van het arsenaal aan kernkoppen; met name ondersteuning te bieden bij stappen van Amerikaanse en Russische zijde om hun kernwapens aanzienlijk af te bouwen, zoals overeengekomen in START I en in SORT; met klem aan te sturen op ratificatie van het Alomvattend Kernstopverdrag en verlenging van het START-verdrag,
g)
tijdens de in 2010 te houden NPV-herzieningsconferentie strategieën te ontwikkelen die gericht zijn op het bereiken van overeenstemming over een verdrag om de productie van splijtmateriaal voor wapendoeleinden op niet-discriminerende wijze een halt toe te roepen, hetgeen betekent dat het desbetreffende verdrag moet inhouden dat niet alleen niet-kernwapenstaten of staten die momenteel geen partij zijn bij het NPV maar ook de vijf leden van de VN-Veiligheidsraad, die allemaal kernwapens in hun bezit hebben, het maken van splijtmateriaal voor wapens moeten afzweren en al hun bestaande productiefaciliteiten voor splijtmateriaal voor dergelijke wapens moeten ontmantelen,
h)
volledige steun te verlenen aan de versterking en verbetering van de middelen waarmee de naleving van alle beschikbare non-proliferatie-instrumenten kan worden geverifieerd,
i)
te verzoeken om een evaluatiestudie naar de doeltreffendheid van het gebruik van bepalingen tegen de verspreiding van massavernietigingswapens in tussen de EU en derde staten gesloten overeenkomsten,
j)
het Europees Parlement regelmatig in te lichten over alle voorbereidende vergaderingen in de aanloop naar de NPV-herzieningsconferentie in 2010 en daarbij rekening te houden met de standpunten van het Parlement inzake non-proliferatie en ontwapening in verband met die conferentie;
2. verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad en − ter informatie − aan de Commissie, alsmede aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de voorzitter van de in 2010 te houden NPV-herzieningsconferentie, de parlementen van de lidstaten, en de Parlementariërs voor Nucleaire Non-proliferatie en de Burgemeesters voor Vrede.