Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2009/2624(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B7-0025/2009

Ingediende teksten :

B7-0025/2009

Debatten :

PV 16/09/2009 - 13
CRE 16/09/2009 - 13

Stemmingen :

PV 17/09/2009 - 4.4
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2009)0017

Aangenomen teksten
PDF 158kWORD 61k
Donderdag 17 september 2009 - Straatsburg
Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst EG-Tadzjikistan
P7_TA(2009)0017B7-0025/2009

Resolutie van het Europees Parlement van 17 september 2009 over de sluiting van een Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Centraal-Azië, met name die van 23 oktober 2003 over Turkmenistan en de andere landen van Centraal-Azië(1), van 20 februari 2008 over een EU-strategie voor Centraal-Azië(2) en van 14 februari 2006 over de mensenrechten- en de democratieclausule in de door de Europese Unie gesloten overeenkomsten(3),

–   onder verwijzing naar zijn standpunt van 2 september 2008 over het voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de sluiting van het protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie(4),

–   gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten (PSO's) die tussen de EU en Oezbekistan, Kirgizië en Kazachstan zijn gesloten en die alle sinds 1999 van kracht zijn,

–   gezien de mensenrechtenclausules in deze overeenkomsten,

–   gezien het huidige kader voor de betrekkingen tussen de EU en Tadzjikistan, de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en de voormalige Sovjetunie, die zal worden vervangen door een PSO zodra deze door alle EU-lidstaten en Tadzjikistan is geratificeerd, en zodra het Europees Parlement daarmee heeft ingestemd,

–   gezien de ratificatie van de PSO met Tadzjikistan door alle 27 EU-lidstaten en Tadzjikistan,

–   gezien de interimovereenkomst over handel en handelsgerelateerde kwesties tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds, die op 11 oktober 2004 is ondertekend en sinds mei 2005 van kracht is(5),

–   gezien de aanneming door de Europese Raad op 21 en 22 juni 2007 van een EU-strategie voor een nieuw partnerschap met Centraal-Azië,

–   gezien het in juni 2008 door de Raad en de Commissie aan de Europese Raad voorgelegde voortgangsverslag over de uitvoering van de EU-strategie voor Centraal-Azië, en gezien de vaststelling dat de uitvoering van de strategie goed verloopt,

–   gezien het actieplan van de Europese Raad (2007-2013) voor een energiebeleid voor Europa, dat op 8 en 9 maart 2007 is aangenomen door de Europese Raad,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 26 september 2007 met als titel "Naar een gemeenschappelijk Europees extern energiebeleid"(6),

–   gezien de eerste bijeenkomst in het kader van de officiële mensenrechtendialoog tussen de EU en Tadzjikistan in oktober 2008 en de lijst van aanbevelingen die op deze bijeenkomst is opgesteld, waarmee naar verwachting op passende wijze rekening zal worden gehouden bij de lopende hervormingen van de wetgeving,

–   gezien het eerste, door de EU en Tadzjikistan met deelneming van het maatschappelijk middenveld op 10 en 11 juli 2009 in Dushanbe georganiseerde seminar over mensenrechten, en gezien de mensenrechtendialoog die op 23 september 2009 in Dushanbe zal plaatsvinden,

–   gezien de door de EU gesteunde internationale conferentie over drugs die in oktober 2008 in Dushanbe is gehouden,

–   gezien de gedachtenwisseling tussen de Commissie buitenlandse zaken en president Emomali Rahmon van Tadzjikistan op 10 februari 2009,

–   gezien de vierde interparlementaire bijeenkomst van het Europees Parlement en de Majlisi van Tadzjikistan, die tussen 6 en 8 april 2009 is Dushanbe is gehouden,

–   gezien zijn standpunt van 17 september 2009(7) over de sluiting van een PSO met Tadzjikistan,

–   gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A.   overwegende dat de landen van Centraal-Azië, waaronder Tadzjikistan, een geografische sleutelpositie tussen Europa en Azië innemen en dat deze historisch en traditioneel een belangrijk ontmoetings- en knooppunt tussen de twee continenten zijn geweest,

B.   overwegende dat de EU veel belang hecht aan veiligheid en stabiliteit, ontwikkeling en consolidatie van democratische instellingen en eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat in de regio, in het bijzonder omdat de strategische, politieke en economische ontwikkelingen en de toenemende transregionale uitdagingen in Centraal-Azië de belangen van de EU zelf zowel rechtstreeks als onrechtstreeks raken,

C.   overwegende dat de nieuwe EU-strategie voor Centraal-Azië tot doel heeft de politieke dialoog te verbeteren en de banden tussen Europa en zijn Centraal-Aziatische partners te versterken, met eerbiediging van de waarden waarop de EU is gebaseerd,

D.   overwegende dat Tadzjikistan, door zijn meer dan 1300 km lange grens met Afghanistan, een belangrijke regionale speler is aan de frontlinie met Afghanistan met betrekking tot de inspanningen van de EU − en andere internationale inspanningen − om drugshandel, extremisme en regionale onveiligheid te bestrijden,

E.   overwegende dat de doelstellingen van het EU-beleid met betrekking tot Tadzjikistan vooral gericht zijn op steun voor armoedebestrijding, goed bestuur en hervormingen alsook, op regionaal niveau, steun voor een meer doeltreffende bestrijding van drugshandel en georganiseerde misdaad, en dat de EU hiervoor voornamelijk hulp verleent in de vorm van steun voor grensbeheer door middel van haar programma's BOMCA/CADAP (Border Management and Drug Action in Central Asia),

F.   overwegende dat de PSO met Tadzjikistan voorziet in toezeggingen en samenwerking op het gebied van terugname en de controle van illegale immigratie; overwegende dat een afzonderlijke overeenkomst moet worden gesloten met de details van deze samenwerking,

G.   overwegende dat tijdens de burgeroorlog die tot 1997 duurde infrastructuur en instellingen zijn vernietigd en de economie van Tadzjikistan is verwoest, waardoor dit land het armste van alle voormalige Sovjetrepublieken is geworden; overwegende dat ongeveer 60% van de bevolking nog steeds in troosteloze armoede leeft en dat gezondheidszorg en onderwijs in de armere gebieden ontoegankelijk blijven, hoewel Tadzjikistan de laatste jaren een periode van sterk herstel heeft doorgemaakt; overwegende dat de Tadzjieken sterk afhankelijk zijn van geldovermakingen van migrerende werknemers, maar dat dit inkomen ernstig wordt bedreigd door de economische crisis in de regio en dat het daarom van het grootste belang is dat Tadzjikistan wordt geholpen om een duurzaam en degelijk binnenlands economisch stelsel te ontwikkelen,

H.   overwegende dat Tadzjikistan het hoogste geboortecijfer heeft in Centraal-Azië, waardoor bijna 40% van de bevolking van 7,3 miljoen inwoners bestaat uit jongeren onder 15 jaar; overwegende dat de ontwikkeling van een goed onderwijssysteem van cruciaal belang is voor de toekomst van het land,

I.   overwegende dat de economie van Tadzjikistan voornamelijk steunt op katoen en aluminiumproductie, maar dat de prijzen voor deze grondstoffen sterk dalen op de wereldmarkt; overwegende dat Tadzjikistan niet beschikt over olie of gas en dat het land, ondanks aanzienlijke hydro-elektrische reserves, te kampen heeft gehad met ernstige energietekorten,

J.   overwegende dat het institutionele, wettelijke en financiële klimaat niet gunstig is voor de ontwikkeling van de Tadzjiekse bedrijven en aanzienlijke stimulering behoeft,

K.   overwegende dat Tadzjikistan afhankelijk is van buitenlandse steun en humanitaire hulp, en dat bijna de helft van het arbeidspotentieel in het buitenland werkt, voornamelijk in Rusland, en geld overmaakt om de achtergebleven gezinnen te steunen,

L.   overwegende dat de ontbinding van de Sovjetunie heeft geleid tot een verstoring van de traditionele economische betrekkingen en regionale markten, hetgeen de huidige economische recessie nog verergert; overwegende dat de EU alles in het werk moet stellen om het vertrouwen tussen de landen van de regio weer op te bouwen en daarom hervatting van de regionale samenwerking moet faciliteren,

M.   overwegende dat Tadzjikistan niet alleen steun ontvangt in het kader van het ontwikkelings- en samenwerkingsinstrument, maar ook deelneemt aan diverse lopende regionale programma's,

N.   overwegende dat president Rahmon blijkbaar wel steun van het volk geniet, maar elke vorm van oppositie systematisch heeft onderdrukt en op doeltreffende wijze een eind heeft gemaakt aan de machtsdeling die het vredesakkoord van 1997 moest waarborgen,

O.   overwegende dat in het definitieve verslag van de OVSE/ODIHR (Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE)over de waarneming van de presidentiële verkiezingen in 2006 gewag wordt gemaakt van een gebrek aan echte keuzemogelijkheden en betekenisvol pluralisme,

P.   overwegende dat algemeen wordt aangenomen dat corruptie op alle niveaus wijd verspreid en hardnekkig is, en dat veel van de ontvangen internationale donorfinanciering niet gebruik wordt voor het eigenlijke doel,

Q.   overwegende dat het maatschappelijk middenveld nog aan het ontluiken is, dat een echte ontwikkeling daarvan vaak door de regering is tegengewerkt en er nog een lange weg af te leggen valt voor het zijn potentieel ter bevordering van de menselijke ontwikkeling in het land kan verwezenlijken; overwegende dat bepaalde activiteiten van religieuze groeperingen werden ingeperkt door het registratievereiste bij het Nationaal comité voor religieuze zaken en door andere beperkende maatregelen op grond van een pas goedgekeurde wet betreffende de gewetensvrijheid en religieuze verenigingen,

1.   is ingenomen met het feit dat Tadzjikistan duidelijk heeft gemaakt dat het met de EU wil samenwerken, dat het wenst de handelsniveaus met de EU te verbeteren en de onderwijsbetrekkingen te bevorderen, en dat het concrete maatregelen op sleutelgebieden zal nemen, zoals sociaal welzijn, gezondheidszorg, onderwijs, de aanpak van corruptie en verbetering van de mensenrechten, om te laten zien dat het deze verbintenissen serieus neemt;

2.   is zich bewust van de ontgoocheling van de Tadzjiekse overheid over het feit dat er nog geen PSO is gesloten, met name in het licht van het standpunt van de EU dat het absoluut noodzakelijk is dat zij haar beleid afstemt op de sterk verschillende politieke, economische, sociale en andere omstandigheden in de Centraal-Aziatische landen; spreekt bijgevolg zijn intentie uit om zijn instemming te geven en kijkt ernaar uit dat de PSO zo spoedig mogelijk wordt gesloten;

3.   is van mening dat zijn instemming met de sluiting van de PSO een teken is van zijn bereidheid om verplichtingen aan te gaan met Tadzjikistan en een aanmoediging voor Tadzjikistan om alle noodzakelijke maatregelen te nemen voor de hervormingen die zo hard nodig zijn; wijst Tadzjikistan er echter nadrukkelijk op dat het vóór alles moet voldoen aan de stilzwijgende voorwaarden in de mensenrechten/schorsingsclausule;

4.   is van mening dat de volledige ontwikkeling van de PSO en de verbetering van de bilaterale betrekkingen gebaseerd moeten zijn op een accurate en tijdige beoordeling van de vooruitgang die op de sleutelgebieden wordt geboekt, en dringt er wat dit betreft bij de Commissie op aan een duidelijke reeks benchmarks en voorwaarden vast te stellen;

Economische situatie

5.   is zich bewust van de ernstige economische problemen waarmee Tadzjikistan wordt geconfronteerd en van de kwetsbare vervoers- en energie-infrastructuur en is ernstig bezorgd over het feit dat de voedselvoorziening van 1,5 miljoen mensen sinds mei 2009, als gevolg van de economische crisis en de gebrekkige toestand van de landbouwsector, niet kon worden gewaarborgd;

6.   dringt er bij de Tadzjiekse overheid op aan de oorzaak van het probleem aan de aanbodzijde aan te pakken en haar beleid van overambitieuze projecten te herzien die op generlei wijze de fundamentele en onmiddellijke behoeften van de bevolking aanpakken; dringt er eveneens op aan de regionale markten te versterken en de lokale productie te verbeteren en ten spoedigste programma's op te starten voor voedselhulp en voor het scheppen van meer werkgelegenheid;

7.   roept de regering van Tadzjikistan op met spoed de desastreuze staat van de onderwijs- en gezondheidssector aan te pakken, omdat anders een nieuwe golf van maatschappelijke problemen de volgende generaties dreigt te treffen en de toekomst van het land dreigt te ondermijnen;

8.   stelt eveneens vast dat chronische armoede een aanjager is van de drugshandel en dat in bepaalde verslagen wordt gesuggereerd dat 30-50% van de economische bedrijvigheid van het land verband houdt met de handel in verdovende middelen;

9.   dringt er bij Tadzjikistan op aan zijn grote potentieel op het gebied van de opwekking van hydro-elektrische energie op een rationele en democratische wijze te benutten, met het oog op de bezorgdheid van landen stroomafwaarts die traditioneel afhankelijk zijn van vaste seizoensgebonden waterstromen; dringt er bij de Commissie op aan er alles aan te doen om de ontwikkeling van gemeenschappelijke projecten te bevorderen waaraan alle potentieel betrokken regionale actoren deelnemen en die stroken met de EU-normen;

10.   dringt er bij Tadzjikistan op aan structurele veranderingen in te voeren om het investeringsklimaat voor buitenlandse bedrijven te verbeteren;

11.   dringt er bij Tadzjikistan op aan de nodige economische hervormingen volledig door te voeren, met bijzondere nadruk op de behoefte aan landbouwhervormingen, opdat de boeren uit de schulden kunnen raken en kunnen overstappen van een monocultuur van katoen naar alternatieve vormen van landbouw;

Politieke situatie

12.   erkent dat Tadzjikistan een relatief stabiel land is, en dat er tot dusverre geen aanwijzingen zijn van een externe bedreiging of van een goed georganiseerde plaatselijke opstand; signaleert evenwel aanwijzingen van een aantal barsten in het regime (zoals bijvoorbeeld gewelddadigheden en demonstraties in de autonome bergregio Badachsjan in 2008 en een recente veiligheidsoperatie in het oostelijke district Tavildara waarbij regeringstroepen en de gewapende voormalige oppositie en buitenlandse militanten waren betrokken) die vragen hebben doen rijzen over de macht van de president; vestigt eveneens de aandacht op de vrees dat diepgewortelde armoede, ongeremde corruptie en een steeds autoritairder wordende regering het risico van toekomstige politieke, economische en sociale instabiliteit kunnen vergroten;

13.   herinnert Tadzjikistan aan de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en aan de EU-steun voor serieuze pogingen om vooruitgang op dit gebied te boeken;

14.   vestigt de aandacht op de samenstelling van het Parlement in Tadzjikistan, dat gedomineerd wordt door de presidentgezinde Democratische Volkspartij (PDP); betreurt het feit dat de oppositiepartijen buitenspel zijn gezet en potentiële rivalen gevangen zijn genomen of zijn verbannen; roept de regering van Tadzjikistan op om, met het oog op de door de president voor 2010 beloofde verkiezingen, gevolg te geven aan haar toezeggingen op het vlak van democratisering, door de totstandkoming van een echt meerpartijensysteem toe te laten en de kieswet te herzien (dat wil zeggen om niet-partijdige waarnemers toe te laten, het registratiegeld voor kandidaten te schrappen en meer transparantie bij het tellen van de stemmen en de bekendmaking van de stemresultaten mogelijk te maken);

15.   laakt de aan de NGO's opgelegde beperkingen en het gebrek aan een invloedrijk en zichtbaar maatschappelijk middenveld in Tadzjikistan, aangezien deze leemte de verdere democratische ontwikkeling kan ondergraven, en herhaalt dat diepgaande hervormingen nodig zijn, alsook de eerbiediging van de mensenrechten in alle sectoren van de samenleving;

16.   stelt vast dat algemeen wordt erkend dat corruptie een groot probleem is in Tadzjikistan, ten dele als gevolg van het gebrek aan een rechtscultuur en het onvermogen van het land om zijn ambtenaren behoorlijk te betalen; wenst bewijzen te zien dat de Wet inzake Corruptie, het Anticorruptieagentschap en de ambitieuze anticorruptiestrategie voor de periode 2008-2012, die inmiddels is ingevoerd, meer zijn dan louter schone schijn;

17.   roept Tadzjikistan op te zorgen voor volledige transparantie in de economische sector, met inbegrip van de overheidsboekhouding met betrekking tot alle inkomsten van staatsbedrijven (zowel on-shore als off-shore), zoals de Tajik Aluminium Company Talco en het nutsbedrijf voor stroomvoorziening Barqu Tojik, alsmede voor transparantie in de financiering van de katoensector;

Regionale kwesties

18.   benadrukt de belangrijke geografische rol die Tadzjikistan speelt met betrekking tot buurland Afghanistan en daarmee samenhangende kwesties als drugs, terrorisme en extremisme, en wijst op het potentieel dat Tadzjikistan bezit om een moderne, werkzame staat te creëren die in staat is op te treden als buffer tegen de verspreiding van extremisme uit Afghanistan en de regio; benadrukt dat het belangrijk is verder samen te werken met Tadzjikistan om het land te helpen te functioneren als een stabiele, werkzame staat; wijst erop dat de strijd tegen terrorisme niet mag worden gebruikt als voorwendsel voor de repressie of intimidatie van oppositiekrachten en moet worden gevoerd met volledige eerbiediging van de mensenrechten en burgerlijke vrijheden;

19.   stelt vast dat energie en water sleutelkwesties zijn voor de veiligheid van de mens en de betrekkingen tussen de landen in Centraal-Azië; wijst met name op het energiegeschil tussen Tadzjikistan en Oezbekistan (zoals onder meer blijkt uit de tijdelijke maar niet aangekondigde sluiting van de grens door Oezbekistan, stopzetting van gasleveranties en verdubbeling van de prijzen) en op de watergeschillen met Oezbekistan en Kirgizië; dringt in dit verband aan op regionaal spoedoverleg over een rationeel gebruik van de energiebronnen;

Mensenrechten

20.   is ernstig bezorgd over verschillende vormen van schendingen van de mensenrechten in Tadzjikistan, die quasi straffeloos worden begaan, zoals het uitoefenen van druk op rechtbanken en rechters, zowel door de regering als door criminele netwerken, druk op de media, wijdverbreide schendingen van de rechten van de vrouw, kinderarbeid en de uitbuiting van studenten, inclusief minderjarigen, voor de katoenoogst, werknemers die leven in wat de in de VS gevestigde organisatie Freedom House beschreven heeft als "financiële dwangarbeid", mensonterende omstandigheden in de gevangenissen, inclusief marteling en andere vormen van mishandeling, en mensenhandel;

21.   is dan ook ingenomen met het begin van een officiële en resultaatgerichte mensenrechtendialoog tussen de EU en Tadzjikistan; acht vooruitgang op dit gebied van cruciaal belang voor de ontwikkeling van de bilaterale betrekkingen; benadrukt dat het belangrijk is dat de in Tadzjikistan opererende NGO's formeel en substantieel bij deze dialoog worden betrokken;

22.   betreurt de nieuwe wet inzake NGO's, gemodelleerd naar een Russische wet, waarmee buitensporige registratie- en herregistratieverplichtingen werden ingevoerd;

23.   benadrukt dat de Tadzjiekse wet weliswaar voorziet in vrijheid van meningsuiting en persvrijheid, maar dat de autoriteiten individuen die het oneens zijn met het regeringsbeleid vaak onderwerpen aan intimidatie en hen ontmoedigen om vrijuit of kritisch te spreken; laakt voorts het feit dat de onafhankelijke media worden onderworpen aan diverse soorten van intimidatie en controle, die hen ertoe dwingen zelfcensuur te bedrijven;

24.   is eveneens bezorgd over het feit dat de vrijheid van religie afneemt en dat de nieuwe wet inzake religie, die op 25 maart 2009 door de president is ondertekend, veel religieuze praktijken verbiedt en mogelijkerwijs verscheidene religieuze gemeenschappen buiten de wet stelt en dwingt ondergronds te gaan;

25.   benadrukt dat discriminatie en geweld tegen vrouwen een wijdverbreid probleem blijven; verzoekt de Commissie ad hoc-programma's in te stellen om de kansen van vrouwen te verbeteren en dringt er bij de Tadzjiekse autoriteiten op aan alles in het werk te stellen om een einde aan de schending van de rechten van vrouwen te maken en de toegang van vrouwen tot de rechter te bevorderen;

26.   neemt met bezorgdheid kennis van de Wet inzake de Naleving van Nationale Tradities en Rituelen uit 2007, die de wijze waarop de Tadzjieken zich kleden of traditionele manifestaties vieren, beperkt;

27.   betreurt het wijdverbreide gebruik van marteling, wijst erop dat de definitie van marteling in de Tadzjiekse wetten nog onvolledig is en dringt er opnieuw op aan dat alle nodige maatregelen worden genomen ter naleving van het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, in het bijzonder door functionarissen die verantwoordelijk zijn voor onterende of onmenselijke behandeling voor het gerecht te brengen, en dat het facultatieve protocol (OPCAT), dat voorziet in de controle van detentieplaatsen, wordt geratificeerd; dringt eveneens aan op de volledige afschaffing van de doodstraf;

28.   merkt op dat de Tadzjiekse parlementaire commissie die verantwoordelijk is voor juridische kwesties en mensenrechten, de taak heeft te onderzoeken of de regelgeving in overeenstemming is met de bepalingen inzake de rechten van de mens, maar tot dusver niet echt doeltreffend is geweest;

29.   is ingenomen met de recente benoeming van de ombudsman en verzoekt de regering diens volledige onafhankelijkheid te garanderen;

De internationale gemeenschap

30.   dringt er bij de internationale donoren op aan alle mogelijke maatregelen te nemen om het ontstaan van een levensvatbaar en dynamisch maatschappelijk middenveld te bevorderen en te steunen en de onafhankelijke media te stimuleren om zich bezig te houden met de kwestie van de overheidscorruptie en de stroom van internationale fondsen;

31.   dringt er bij de Commissie op aan om er, in samenwerking met het Raadsvoorzitterschap voor te zorgen dat op alle niveaus van haar dialoog met Tadzjikistan volledig rekening wordt gehouden met de democratie en mensenrechten en dat de EU aan Tadzjikistan alle hulp biedt die het land op deze gebieden nodig heeft;

32.   onderstreept dat meer fondsen rechtstreeks naar de lokale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld moeten vloeien, op voorwaarde dat sprake is van transparantie en controleerbaarheid;

33.   roept de Commissie op regelmatig verslag uit te brengen aan het Europees Parlement over de ontwikkelingen op het vlak van democratie en mensenrechten, en zijn Commissie buitenlandse zaken volledig op de hoogte te houden van de vooruitgang die wordt geboekt in het kader van de politieke dialoog; dringt er bij de Raad op aan het Parlement te betrekken bij de mensenrechtendialoog met Tadzjikistan;

34.   dringt er bij de Commissie op aan zo spoedig mogelijk onderhandelingen te gaan voeren met de Tadzjiekse regering met het oog op de sluiting van uitvoeringsovereenkomsten in het kader van de PSO, zoals overeenkomsten inzake terugname en de controle van illegale immigratie;

35.   dringt er bij de EU op aan om, gelet op de rol van Tadzjikistan als doorvoerland van drugs uit buurland Afghanistan naar Rusland en West-Europa, haar steun voor maatregelen om deze activiteiten in Tadzjikistan tegen te gaan verder uit te breiden, met bijzondere aandacht voor de financiering van het Tadzjiekse Agentschap voor drugscontrole, zonder de grensoverschrijdende handel te ondergraven, die van wezenlijk belang is voor de economische ontwikkeling van de grensgebieden;

36.   vestigt de aandacht op het bestaan van niet geëxplodeerde clusterbommen in Tadzjikistan en dringt aan op verhoging van de middelen om deze op te ruimen;

o
o   o

37.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de regering van de Republiek Tadzjikistan.

(1) PB C 82 E van 1.4.2004, blz. 639.
(2) PB C 184 E van 6.8.2009, blz. 49.
(3) PB C 290 E van 29.11.2006, blz. 107.
(4) Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0375.
(5) PB L 340 van 16.11.2004, blz. 2.
(6) PB C 219 E van 28.8.2008, blz. 206.
(7) Aangenomen teksten, P7_TA(2009)0018.

Juridische mededeling - Privacybeleid