Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2009/2780(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0158/2009

Debatten :

PV 25/11/2009 - 14
CRE 25/11/2009 - 14

Stemmingen :

PV 26/11/2009 - 8.2
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2009)0099

Aangenomen teksten
PDF 145kWORD 50k
Donderdag 26 november 2009 - Straatsburg
Een politieke oplossing tegen de piraterij langs de Somalische kusten
P7_TA(2009)0099RC-B7-0158/2009

Resolutie van het Europees Parlement van 26 november 2009 over een politieke oplossing tegen de piraterij langs de Somalische kusten

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de toestand in Somalië,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 23 oktober 2008 over zeepiraterij(1),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 19 juni 2008 over het banaliseren van het vermoorden van burgers in Somalië(2),

–   gezien de conclusies van de zitting van de Raad Externe Betrekkingen van 27 juli 2009 (12354/2009) en van 17 november 2009 (15914/2009),

–   gezien Besluit 2008/918/GBVB van de Raad van 8 december 2008 inzake het aanvangen van de militaire operatie van de Europese Unie die moet bijdragen tot het ontmoedigen, het voorkomen en het bestrijden van piraterij en gewapende overvallen voor de Somalische kust (Atlanta)(3), operatie Atlanta genoemd,

–   gezien Resoluties S/RES1814 (2008), 1816 (2008), 1838 (2008), 1846 (2008), 1851 (2008), 1863 (2009) en 1972 (2009) van de VN-Veiligheidsraad,

–   gezien de briefwisseling tussen de Europese Unie en de regering van Kenia over de voorwaarden en nadere bepalingen voor de overdracht door de door de Europese Unie geleide zeemacht (EUNAVFOR) aan Kenia van personen die worden verdacht van piraterij en die worden vastgehouden door EUNAVFOR, alsmede van in beslag genomen goederen die in handen zijn van EUNAVFOR, van EUNAVFOR naar Kenia en voor hun behandeling na zulke overdracht,

–   gezien de op 30 oktober 2009 beëindigde briefwisseling tussen de EU en de Republiek der Seychellen betreffende de overdracht van personen naar de Seychellen die verdacht worden van piraterij en gewapende overvallers die door EUNAVFOR zijn aangehouden in het gebied van de operatie,

–   gelet op de richtsnoeren die op 25 november 2008 werden overeengekomen door de partijen van het vredesakkoord van Djibouti, met name de oprichting van een eenheidsregering en een inclusief parlement in Somalië,

–   gelet op artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A.   overwegende dat de recente nieuwe vijandelijkheden tussen de opstandelingen van de Unie van Islamitische Rechtbanken (UIC) en de troepen van federale overgangsregering (TFG) en de Missie van de Afrikaanse Unie (AU) in Somalië (AMISOM) hebben geleid tot meer instabiliteit en verlies aan mensenlevens in Somalië,

B.   overwegende dat de internationale gemeenschap de soevereiniteit, de territoriale integriteit, de politieke onafhankelijkheid en de eenheid van Somalië eerbiedigt,

C.   overwegende dat Somalië sinds de omverwerping van het regime van Siad Barre in 1991 geen echte regering meer heeft gehad en dat de politieke toestand er sindsdien één van anarchie is geweest, met gevechten tussen elkaar bestrijdende clans en banditisme,

D.   overwegende dat de veiligheid in de Somalische hoofdstad Mogadishu erop achteruitgaat en dat dit het de nationale en internationale niet-gouvernementele organisaties (ngo's) onmogelijk heeft gemaakt zich bezig te houden met de humanitaire ramp die zich aan het ontwikkelen is en op noodsituaties te reageren,

E.   overwegende dat alle partijen die betrokken zijn bij het conflict zich in Somalië nog steeds op grote schaal schuldig maken aan schendingen van de mensenrechten en van de internationale humanitaire rechtsregels, met name marteling en andere vormen van mishandeling, verkrachting, buitengerechtelijke terechtstellingen, willekeurige opsluiting en aanslagen op burgers, journalisten en mensenrechtenactivisten en de civiele infrastructuur in Somalië,

F.   overwegende dat de aanhoudende burgeroorlog in Somalië en de weerslag daarvan op het vredes- en verzoeningsproces in het land en op de veiligheid en stabiliteit in de Hoorn van Afrika in zijn geheel zorgwekkend zijn,

G.   overwegende dat tot voor kort niet alleen koopvaardijschepen, maar ook schepen van het Wereldvoedselprogramma, vissersboten en toeristenboten het doelwit van de piraten waren,

H.   overwegende dat dergelijke piraterij ten dele voortvloeit uit het geweld en de politieke instabiliteit in Somalië, maar daar ook aan bijdraagt, en een domino-effect teweegbrengt in de rest van de Hoorn van Afrika, en dat dit consequenties heeft voor de burgerbevolking van Somalië, die hierdoor wordt blootgesteld aan bedreigingen, verminderde ontwikkelingskansen en de onderbreking van voedselhulp en andere humanitaire steun,

I.   overwegende dat de Raad op 8 december 2008 besloten heeft om als onderdeel van het algemeen optreden van de Europese unie in de Hoorn van Afrika de bovengenoemde allereerste vlootoperatie, EUNAVFOR Atalanta, uit te voeren, met als opdracht piraterij en gewapende overvallen voor de kust van Somalië te onderdrukken, te ontmoedigen en te verhinderen en de veiligheid van de koopvaardij − meer in het bijzonder de schepen van het Wereldvoedselprogramma die de ontheemden in Somalië voedselhulp brengen − te helpen verzekeren,

J.   overwegende dat de operatie EUNAVFOR Atalanta sinds december 2008 cruciale bescherming heeft geboden aan vijftig schepen van het Wereldvoedselprogramma, die ongeveer 300 000 ton voedsel hebben geleverd, waardoor uiteindelijk 1,6 miljoen Somaliërs rechtstreeks werden geholpen,

K.   overwegende dat tijdens de bovengenoemde vergadering van de Raad buitenlandse betrekkingen op 27 juli 2009 de Raad besloten heeft om de inzet van de Europese unie voor vrede en ontwikkeling in Somalië uit te breiden, in nauwe samenwerking met alle belanghebbende partijen, met name de VN en de AU, en daarom onderzocht heeft hoe de Europese Unie aan de internationale inspanningen kan bijdragen, ook op het gebied van veiligheid,

L.   overwegende dat tijdens de bovengenoemde vergadering van de Raad buitenlandse betrekkingen op 17 november 2009 de Raad een crisisbeheersingsconcept voor een eventueel optreden in het kader van het EVDB (Europees veiligheids- en defensiebeleid) heeft goedgekeurd ten einde 2 000 leden van de veiligheidstroepen van de Somalische federale overgangsregering te helpen opleiden,

M.   overwegende dat piraterij een lucratieve business is geworden waarbij enorme bedragen aan losgeld voor mensen worden gevraagd, en dat de moderne piraten gebruik maken van meer geperfectioneerde methoden, zeer goed bewapend zijn, een duidelijke strategie hebben en het vermogen om zich snel aan nieuwe tactieken aan te passen,

N.   overwegende dat de bijstand van internationale partners op de lange termijn alleen bij een stabiele veiligheidstoestand doeltreffend kan zijn,

O.   overwegende dat de opstandelingen van de UIC alle politiek contact en verzoening met het oog op vrede volgens het vredesproces van Djibouti, dat een kader voor een blijvende politieke oplossing in Somalië biedt, afwijzen,

P.   overwegende dat het militair personeel dat betrokken is bij de operatie EUNAVFOR Atlanta personen die verdacht worden van piraterij of gewapende roofovervallen in het gebied waar ze zich bevinden kunnen aanhouden, vasthouden en overdragen; overwegende dat de verdachten ook kunnen worden vervolgd door een EU-lidstaat of door Kenia, in overeenstemming met de overeenkomst die op 6 maart 2009 werd gesloten met de EU en die de Keniaanse autoriteiten het recht geeft om te vervolgen,

Q.   overwegende dat volgens een rapport van het VN-milieuprogramma (UNEP) een groot aantal illegale scheepsladingen giftige afvalstoffen, die al vanaf de schepen in het milieu lekten, voor de kust van Somalië zijn gedumpt, met totale veronachtzaming van de gezondheid van de bevolking ter plaatse en het behoud van het milieu,

1.   spreekt zijn krachtige veroordeling uit over de ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht en de rechten van de mens door alle partijen in het Somalische conflict; roept op tot onmiddellijke staking van de vijandelijkheden en vraagt alle gewapende groepen dringend de wapens neer te leggen en zich bij een echte ruim opgevatte dialoog met de federale overgangsregering aan te sluiten; verzoekt alle oorlogvoerende partijen zich van willekeurige aanvallen op de burgerbevolking te onthouden en dringt erop aan dat oorlogsmisdaden en schendingen van de rechten van de mens door een onafhankelijke commissie worden onderzocht;

2.   betuigt nogmaals zijn steun aan de federale overgangsregering onder leiding van president Sheikh Sharif Sheikh Ahmed en aan diens toezeggingen om de beginselen te eerbiedigen die in de vredesovereenkomst van Djibouti zijn neergelegd, onder meer de geest van verzoening en het streven naar een algemeen integrerende politiek proces; veroordeelt de gewapende aanvallen op de Somalische federale overgangsregering, de VN en op ngo's;

3.   herinnert eraan dat de internationale gemeenschap en alle partijen in het huidige conflict verantwoordelijkheid dragen om burgers te beschermen, de verlening van de hulp mogelijk te maken en de humanitaire ruimte en de veiligheid van humanitaire werkers te eerbiedigen; wenst derhalve dat onverwijld de juiste voorwaarden worden gecreëerd voor een passend antwoord op de humanitaire ramp in Somalië;

4.   stelt met groot genoegen vast dat EUNAVFOR Atalanta met succes de veiligheid van de scheepvaart voor de kust van Somalië blijft helpen verzekeren door de charterschepen van het Wereldvoedselprogramma die hulp voor Somalië aanvoeren, de schepen die belangrijke vrachten voor de vredesoperatie van de AU naar Somalië brengen en andere kwetsbare schepen bescherming te bieden; verzoekt de Raad de operatie met een jaar te verlengen wanneer het huidige mandaat op 12 december 2009 verstrijkt; geeft zijn steun voor een mogelijke uitbreiding van het operatiegebied in zuidelijke richting naargelang van de activiteiten van de piraten, maar benadrukt dat een dergelijke uitbreiding geen invloed op het wezenlijke doel van de operatie mag hebben, namelijk de konvooien van het Wereldvoedselprogramma en andere kwetsbare schepen, zoals koopvaardijschepen en vissersboten, beschermen;

5.   benadrukt dat piraterij een ernstige bedreiging vormt voor de veiligheid op zee en de levering van voedselhulp in een regio die reeds in een kritieke humanitaire situatie verkeert, in ernstige mate in gevaar brengt;

6.   benadrukt dat piraterij alleen maar met succes te bestrijden is door de diepere oorzaken ervan aan te pakken, oorzaken die zich aan land bevinden en armoede en een tekortschietend staatsgezag omvatten en enkel uit te roeien zijn door in Somalië vrede, ontwikkeling en staatsopbouw te verwezenlijken;

7.   is van mening dat, zolang er geen politieke oplossing voor de betrouwbaarheid van de Somalische staat als lid van de internationale gemeenschap is, de veiligheidsstrategie die met de operatie EUNAVFOR Atalanta wordt gevolgd, voorrang moet blijven krijgen en zelfs over uitgebreider middelen voor het optreden van de strijdkrachten in het kader van de operatie moet kunnen beschikken;

8.   verzoekt de Raad daarom de mogelijkheid te onderzoeken om parallel met de operatie EUNAVFOR Atalanta een nieuwe kleinschalige operatie in het kader van het EVDB op te zetten om de veiligheidstroepen van de federale overgangsregering te helpen opleiden, waarbij bestaande initiatieven, met name dat van Frankrijk in Djibouti en dat van Oeganda als onderdeel van het opleidingsprogramma van AMISOM, op elkaar worden afgestemd door te waarborgen dat ze hetzelfde soort actie ondernemen; verheugt zich in deze context over de goedkeuring door de lidstaten op 17 november 2009 van het crisisbeheersingsconcept voor een eventuele nieuwe operatie in het kader van het EVDB in Somalië, maar benadrukt dat de goedkeuring van het concept op geen enkele manier op het besluit over een nieuwe missie vooruit mag lopen, dat enkel na gedetailleerder onderzoek van de toestand ter plaatse kan worden genomen, dat er voor moet worden gezorgd de mensenrechten worden geëerbiedigd, soldij wordt uitbetaald, uitrusting voorhanden is en dat de opgeleide veiligheidstroepen in een staats- en bevelstructuur geïntegreerd zijn, zodat ze zich na hun terugkeer niet tegen de regering keren die ze geacht worden te beschermen;

9.   betreurt dat 35 tot 40% van de schepen in het gebied niet geregistreerd staan bij het centrale coördinatieorgaan voor maritieme veiligheid en dat deze schepen bijgevolg niet weten welke specifieke veiligheidsrisico's zij lopen; verzoekt de lidstaten bijgevolg erop toe te zien dat al hun schepen geregistreerd staan; roept alle schepen op de aanbevelingen van EUNAVFOR − Operatie Atalanta op te volgen om de veiligheid zo goed mogelijk te garanderen en zo het risico op aanvallen en verovering te verminderen;

10.   betreurt dat een al te toegeeflijke houding tegenover de eisen van de Somalische piraten, zonder toepassing van de noodzakelijke dwangmaatregelen, in de toekomst averechtse en ongewenste gevolgen kan hebben omdat dit bijdraagt aan nieuwe gevallen van piraterij in de regio;

11.   betuigt zijn blijvende steun voor de AMISOM, gezien de cruciale rol daarvan in het vredesproces; stelt met nadruk dat verdere betrokkenheid van de AU en AMISOM de meest dringende noden en mogelijke vormen van bijkomende EU-steun moet identificeren teneinde AMISOM te helpen mogelijkheden te ontwikkelen die aan zijn mandaat beantwoorden;

12.   roept de internationale gemeenschap en de EU in het bijzonder op om de humanitaire hulpverlening aan binnenlandse ontheemden en de noodlijdende bevolking op te voeren;

13.   is van oordeel dat van inschakeling van vrouwenorganisaties in Somalië en van het maatschappelijk middenveld een positieve invloed op het nationale verzoeningsproces kan uitgaan;

14.   verzoekt de lidstaten de mogelijkheid te onderzoeken van een specifieke training voor bemanning en vissers ten einde hen voor te bereiden op de mogelijkheid van gijzelneming;

15.   dringt aan op strikte nieuwe toepassing van en controle op het wapenembargo van 1992 van de VN tegen Somalië, dat nauwelijks in acht wordt genomen; vraagt dat diegenen die het wapenembargo tegen Somalië schenden, aansprakelijk worden gesteld;

16.   vraagt de VN en de Commissie de dumping van giftig afval en illegale visserij voor de Somalische kust grondig te onderzoeken, de verantwoordelijkheid op alle niveaus vast te stellen, steun te geven aan het streven degenen die deze misdaden hebben bedreven voor de rechter te brengen en ervoor te zorgen dat de vervuiling van het milieu op uitgebreide schaal wordt aangepakt;

17.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de secretarissen-generaal van de AU, de VN en de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit, de president van de Federale Overgangsregering, de regering van Ethiopië en het Pan-Afrikaans Parlement.

(1) Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0519.
(2) Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0313.
(3) PB L 330 van 9.12.2008, blz. 19.

Juridische mededeling - Privacybeleid