Resolutie van het Europees Parlement van 21 januari 2010 over een Europese strategie voor het Donaugebied
Het Europees Parlement,
– gelet op de artikelen 192 en 265, lid 5, van het Verdrag,
– gezien de vraag van 3 december 2009 aan de Commissie over een Europese strategie voor het Donaugebied (O-0150/2009 – B7-0240/2009),
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009, waarin de Europese Commissie wordt verzocht voor eind 2010 een Europese strategie voor het Donaugebied te formuleren,
– gezien de strategie van de EU voor het Oostzeegebied,
– gezien het programma van de Raad dat is opgesteld door het Spaanse, Belgische en Hongaarse voorzitterschap,
– gezien het Donauforum in het Europees Parlement en de werkzaamheden die dit verricht,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 24 maart 2009 over het Groenboek inzake territoriale cohesie en de stand van zaken in het debat over de toekomstige hervorming van het cohesiebeleid,
– gezien het advies van het Comité van de Regio's van oktober 2009 met als titel "Een Europese strategie voor het Donaugebied",
– gelet op de conventies van Espoo, Aarhus en Bern inzake milieubescherming,
– gelet op de kaderrichtlijn water en het verdrag van Helsinki,
– gelet op het Verdrag van Belgrado tot regulering van de scheepvaart op de Donau,
– gezien de gemeenschappelijke verklaring over de ontwikkeling van de binnenlandse scheepvaart en milieubescherming in het stroomgebied van de Donau, aangenomen door de Donaucommissie, de Internationale commissie voor de bescherming van de Donau (ICPDR) en de Internationale commissie voor het stroomgebied van de Sava (ISRBC),
– gezien de door het Zweedse voorzitterschap georganiseerde conferentie van Stockholm over macroregionale strategie,
– gelet op artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,
A. overwegende dat in het Verdrag van Lissabon territoriale samenhang wordt aangemerkt als doelstelling van de Europese Unie (artikel 3 van het VEU),
B. overwegende dat strategieën voor grote gebieden erop gericht zijn de beschikbare middelen beter te gebruiken om territoriale ontwikkelingsvraagstukken aan te pakken en gezamenlijke antwoorden op gemeenschappelijke problemen te vinden,
C. overwegende dat met de Oostzeestrategie reeds een model is voorgesteld om EU-beleid en financiering te coördineren in geopolitieke territoriale eenheden . macroregio's – die worden vastgesteld op de grondslag van specifieke normen en dat een Donaustrategie van de EU naar het voorbeeld van de Oostzeestrategie, de mogelijkheden in zich bergt regionale grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen met het oog op meer economische groei en bepaling van gezamenlijke reacties op gemeenschappelijke problemen,
D. overwegende dat de Donau tien Europese landen – Duitsland, Oostenrijk, Slowakije, Hongarije, Kroatië, Servië, Roemenië, Bulgarije, Moldavië en Oekraïne – met elkaar verbindt en dat zes daarvan lidstaten van de EU zijn, en dat hetzelfde in een ruimer territoriaal verband eveneens geldt voor de Tsjechische Republiek, Slovenië, Bosnië en Herzegovina en Montenegro,
E. overwegende dat het Donaugebied een belangrijk kruispunt is van de programma's in het kader van het cohesiebeleid van de EU, en de programma's voor landen die onder het Europese nabuurschapsbeleid vallen en potentiële kandidaat-landen, en dat op dit gebied ervoor kan worden gezorgd dat de verschillende vormen van EU beleid elkaar versterken: cohesie, vervoer, toerisme, landbouw, visserij, economische en maatschappelijke ontwikkeling, energie, milieubeleid, uitbreiding en nabuurschapsbeleid,
F. overwegende dat in onderstaande samenwerkingssectoren een EU-strategie voor de Donau-regio moet worden ontwikkeld: Sociale ontwikkeling en bescherming, duurzame economische ontwikkeling , vervoers- en energie-infrastructuur, milieubescherming, cultuur en onderwijs,
G. overwegende dat de strategie van de EU voor het Donaugebied, naar het model van de Strategie voor het Oostzeegebied, een belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan het realiseren van een betere coördinatie tussen de regionale en lokale autoriteiten en organisaties die in het Donaugebied werkzaam zijn en dat dit bevorderlijk zou zijn voor welvaart, duurzame ontwikkeling, de schepping van arbeidsplaatsen en de veiligheid in deze regio,
H. overwegende dat het Donaugebied een lange geschiedenis van samenwerking kent, dat de Europese Donaucommissie, die werd opgericht op 30 maart 1856 en die oorspronkelijk gevestigd was in Galaţi (Roemenië), één van de allereerste Europese instellingen was en momenteel gevestigd is in Boedapest (Hongarije),
I. overwegende dat de Donau na de uitbreiding van 2007 praktisch een binnenscheepvaartroute van de Europese Unie is geworden, en dat het Donaugebied er in belangrijke mate toe kan bijdragen de veranderingen sinds die uitbreiding te bevorderen,
J. overwegende dat de Donau een doelmatige scheepvaartroute vormt die zelfs de grenzen van de lidstaten overschrijdt en met het Donau-Mainkanaal en de Rijn de Noordzee verbindt met de Zwarte Zee, en de mogelijkheden biedt om de mondiaal strategische ligging van het Zwarte-Zeegebied uit te breiden,
K. overwegende dat het Donaugebied een aaneengesloten gebied vormt met uiteenlopende economische capaciteit en dat zou worden bijdragen tot het wegwerken van de regionale verschillen op het gebied van economische resultaten en tot ondersteuning van een geïntegreerde ontwikkeling, als het werd beschouwd als één macro-economische regio,
L. overwegende dat de Donaudelta sinds 1991 UNESCO-werelderfgoed is en dat er in het Donaugebied diverse speciale beschermingszones en speciale instandhoudingszones in het kader van Natura 2000 zijn; overwegende dat de Donau en de Donaudelta een uniek en kwetsbaar ecosysteem hebben, waar zeldzame plantensoorten gedijen die in gevaar worden gebracht door de vervuiling,
1. verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk met overleg op grote schaal met alle landen aan de Donau te beginnen om verschillende aspecten van regionale samenwerking te behandelen, en de EU-strategie voor het Donaugebied uiterlijk eind 2010 voor te leggen;
2. is van mening dat een Europese strategie voor het Donaugebied een passend instrument is om de territoriale ontwikkeling te bevorderen door middel van nauwere samenwerking op duidelijk omschreven beleidsterreinen waarop alle regeringspartners een echte Europese meerwaarde zien, en verzoekt deze strategie nader uit te werken in het kader van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking";
3. onderstreept dat elke macroregionale strategie beslist moet worden geïntegreerd in het regionaal beleid van de EU, omdat dit een gecoördineerd beleid is voor het gehele grondgebied van de EU; wijst er verder op dat geanalyseerd moet worden welke meerwaarde deze strategie heeft voor het realiseren van de doelstelling van territoriale samenhang op het grondgebied van de Unie;
4. onderstreept dat de relevante regionale en lokale belanghebbenden in het Donaugebied bij de voorbereidingen moeten worden betrokken, om de behoeften – zowel wat betreft een evenwichtige, duurzame territoriale ontwikkeling als op het gebied van capaciteitsopbouw – duidelijk in kaart te brengen, oplossingen voor gemeenschappelijke problemen te vinden, de concrete projecten efficiënt uit te voeren en tot een mechanisme voor goed bestuur te komen en verzoekt de regeringen de voorlichting aan en raadpleging van NGO's, vakverenigingen en maatschappelijke organisaties te steunen en te vergemakkelijken, zowel tijdens het opzetten van de strategie als bij de toekomstige tenuitvoerlegging ervan;
5. verzoekt de Commissie de "bestuursstructuur" van een toekomstig beleid voor het Donaugebied duidelijk aan te geven; is van mening dat de uitvoering van deze strategie geen afbreuk mag doen aan de verantwoordelijkheid van regionale en lokale overheden;
6. steunt de economische en maatschappelijke ontwikkeling van het Donaugebied als een prioriteitsgebied van de EU en bevordert verdergaande regionale eenwording in het Donaugebied als dynamisch bestanddeel van een ruimer Europees economisch en politiek gebied;
7. vraagt verbeteringen in de ecologische status van de Donau, die momenteel vervuild is, en maatregelen om de vervuiling terug te dringen en verdere lozing van olie en andere giftige en schadelijke stoffen te voorkomen;
8. merkt op dat de verantwoordelijkheid voor de vervuiling van het Donaugebied zowel ligt bij de lidstaten als bij de andere oeverstaten waardoor de Donau stroomt; wijst erop dat milieubescherming in het stroomgebied van de Donau een belangrijk aspect is dat invloed heeft op de ontwikkeling van landbouw en platteland in de regio en verzoekt de oeverstaten de allerhoogste prioriteit te verlenen aan de aanleg van gezamenlijke installaties voor waterloopkundig onderzoek en toetsing van de waterkwaliteit;
9. verzoekt de Commissie en de lidstaten in het kader van de bestrijding van de klimaatverandering bijzondere aandacht te schenken aan en samen te werken bij de bescherming van de plaatselijke ecosystemen en verzoekt de Commissie steun te verlenen aan onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe technieken om het vermogen tot voorspelling en ingrijpen te vergroten ingeval van overstromingen, buitensporige droogte en onvoorziene vervuiling;
10. wijst op de noodzaak van bescherming en consolidatie van de visbestanden in de Donau; verzoekt de Commissie een algemeen plan op te stellen om de natuurlijke steurbestanden in de Donau in stand te houden en te herstellen;
11. verzoekt de Commissie te profiteren van de ervaring die in operationele zin is opgedaan met de Oostzeestrategie; vraagt daarom om een actieplan als aanvulling op het document; is van mening dat dit actieplan o.a. de volgende onderdelen moet bevatten: milieuvriendelijk gebruik van de Donau door de binnenscheepvaart, aansluiting op andere vormen van vervoer langs de Donau door middel van verbetering van alle infrastructuur (waarbij voorrang wordt verleend aan beter gebruik van bestaande infrastructuur), en door een multimodaal vervoerssysteem op te zetten langs de gehele loop van de rivier, milieuvriendelijk gebruik van waterkracht langs de Donau, behoud en verbetering van de kwaliteit van het water in de Donau overeenkomstig de kaderrichtlijn water, de strengste veiligheidseisen aan vaartuigen, ontwikkeling van milieuvriendelijk toerisme en verbetering van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke cohesie;
12. verzoekt de Commissie, de lidstaten en alle oeverstaten, gezien de mogelijkheden die de regio in zich bergt als leverancier van bio-energie, gezamenlijke projecten op het gebied van energiebesparing, energie-efficiëntie en duurzame energiebronnen te bevorderen en ten uitvoer te leggen, en het gebruik van biomassa, zonne-, wind- en waterenergie aan te moedigen;
13. wijst erop dat behoorlijke strategische en andere milieueffectbeoordelingen, met inbegrip van een beoordeling van de effecten op de gehele ecosystemen van de rivier, voorwaarde moeten zijn voor alle infrastructuurprojecten in verband met transport en energie, om te waarborgen dat aan internationale normen voor milieubescherming is voldaan, na raadpleging van de partners die de gevolgen van deze besluiten kunnen ondervinden;
14. wijst op de buitengewoon grote economische onderlinge afhankelijkheid van de landen in het Donaugebied en steunt de oprichting van netwerken voor de ontwikkeling van ondernemingen en niet-gouvernementele organen voor de bevordering van de handel, die met name voor het MKB toekomstige ontwikkelingskansen kunnen coördineren en bevorderen ter verwezenlijking van een duurzame en efficiënte groei en ter bevordering van de groei van de groene economie in de hele macroregio van het Donaugebied;
15. stelt voor de vervoerssystemen van de EU te koppelen aan die van de buurlanden van de EU in het Donaugebied en wijst erop dat het belangrijk is dat er projecten mogelijk worden gemaakt voor het samengaan van verschillende soorten vervoer;
16. acht het systeem van binnenscheepvaart een belangrijk aspect van de ontwikkeling van het vervoer in de regio, beseft tegelijkertijd dat de binnenscheepvaart, voornamelijk ten gevolge van de economische crisis, afneemt en wijst met klem op het belang van opheffing van knelpunten op de binnenvaartroute Rijn/Maas- Main- Donau en verbetering van het gehele intermodale vervoerssysteem langs de Donau, met de nadruk op de combinatie van betere binnenhavens en logistiek, binnenscheepvaart en spoorwegvervoer en rekening houdend met de aanvullende mogelijkheden van de korte vaart;
17. stelt voor het trans-Europees netwerk uit te bouwen om de mogelijkheden voor intermodaal vervoer in de hele regio te vergroten en de verbinding met de Zwarte Zee via wegen en spoorlijnen (goederencorridors en hogesnelheidstreinen) te verbeteren;
18. verzoekt de Commissie de algemene toepassing van moderne communicatie- en informatietechnieken te bespoedigen en alle nodige maatregelen te nemen om zo spoedig mogelijk een doelmatig eenvormig systeem van scheepvaartreglementen op de Donau tot stand te brengen;
19. beschouwt duurzaam toerisme als een belangrijk instrument om de economische groei van de regio te bevorderen, bijvoorbeeld de mogelijkheden die worden geboden door ecotoerisme en het economische potentieel van het fietspad langs bijna de hele Donau;
20. ondersteunt programma's met als doel het multiculturele karakter van het Donaugebied te verbeteren door multinationale mobiliteit te bevorderen, de culturele dialoog aan te moedigen, kunst- en communicatievormen voort te brengen en in deze sectoren opleidingscentra en centra voor startende ondernemingen op te zetten, en door het culturele en historische erfgoed te beschermen en nieuwe culturele bedrijvigheid aan te moedigen;
21. ondersteunt universitaire uitwisselingsprogramma's binnen de regio en stelt voor dat de universiteiten in de regio netwerken vormen om uitmuntendheidscentra te bevorderen die de internationale concurrentie aankunnen;
22. verzoekt de Commissie en de lidstaten hun administratieve kader te verbeteren om de administratieve lasten te verminderen die inherent zijn, als de EU-strategie voor het Donaugebied effectiever wordt ontwikkeld en wordt uitgevoerd;
23. verzoekt de Europese Commissie nauw met het Europees Parlement samen te werken bij het vaststellen van de prioriteiten voor de ontwikkeling van de Donaustrategie van de EU en verzoekt de Commissie het Parlement regelmatig te informeren en te raadplegen over de stand van uitvoering van deze strategie;
24. wijst op de noodzaak van een gecoördineerde benadering die gericht is op meer doelmatige en betere opname van alle beschikbare EU-kredieten in de landen langs de Donau, om de doelen van de strategie te kunnen verwezenlijken;
25. moedigt ertoe aan om van de bestaande operationele programma's gebruik te maken voor de financiering van projecten in het kader van de strategie; verzoekt alle betrokkenen met klem ook naar andere, niet-financiële instrumenten te zoeken die de uitvoering van de strategie vergemakkelijken en een onmiddellijk positief effect in de dagelijkse praktijk hebben;
26. stelt voor iedere twee jaar een Topontmoeting EU-Donaugebied te organiseren en de conclusies daarvan in te dienen bij de Europese Raad en het Europees Parlement;
27. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie , het Comité van de Regio's en de andere relevante instellingen.