Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 10 februari 2010 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1080/2006 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling wat betreft de subsidiabiliteit van huisvestingsprojecten voor gemarginaliseerde gemeenschappen (COM(2009)0382 – C7-0095/2009 – 2009/0105(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2009)0382),
– gelet op artikel 251, lid 2, en artikel 162, van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0095/2009),
– gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad getiteld "Gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures" (COM(2009)0665),
– gelet op artikel 294, lid 3, en artikel 178 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gelet op artikel 55, van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie regionale ontwikkeling (A7-0048/2009),
1. neemt het standpunt in eerste lezing aan, zoals verder vastgesteld;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 10 februari 2010 met het oog op de aanneming van Verordening (EU) nr. .../2010 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1080/2006 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling wat betreft de subsidiabiliteit van huisvestingsprojecten voor gemarginaliseerde gemeenschappen
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met het definitieve wetsbesluit: Verordening (EU) nr. 437/2010.)