Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2529(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B7-0063/2010

Ingediende teksten :

B7-0063/2010

Debatten :

PV 11/02/2010 - 3
CRE 11/02/2010 - 3

Stemmingen :

PV 11/02/2010 - 6.5
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0030

Aangenomen teksten
PDF 118kWORD 43k
Donderdag 11 februari 2010 - Straatsburg
Raamovereenkomst inzake de preventie van scherpe letsels in de ziekenhuis- en gezondheidszorgbranche
P7_TA(2010)0030B7-0063/2010

Resolutie van het Europees Parlement van 11 februari 2010 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot uitvoering van de door HOSPEEM en EPSU gesloten raamovereenkomst inzake de preventie van scherpe letsels in de ziekenhuis- en gezondheidszorgbranche (COM(2009)0577)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van de Raad tot uitvoering van de door de European Hospital and Healthcare Employers„ Association (HOSPEEM) en de European Federation of Public Services Unions (EPSU) gesloten raamovereenkomst inzake de preventie van scherpe letsels in de ziekenhuis- en gezondheidszorgbranche (COM(2009)0577),

–   gelet op de artikelen 153, lid 1, letter a) en 155, van het Verdrag betreffende de werking van de EU,

–   gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 1, hiervan,

–   gelet op Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 inzake maatregelen ter verbetering van de veiligheid en gezondheid van werknemers op de arbeidsplaats(1),

–   gelet op Richtlijn 89/655/EEG van de Raad van 30 november 1989 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats (tweede bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)(2),

–   gelet op Richtlijn 89/656/EEG van de Raad van 30 november 1989 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats (derde bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)(3),

–   gelet op Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk (zevende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)(4),

–   gezien de door HOSPEEM en EPSU gesloten raamovereenkomst inzake de preventie van scherpe letsels in de ziekenhuis- en gezondheidszorgbranche,

–   gezien het feit dat de raamovereenkomst een gezamenlijk verzoek aan de Commissie bevat tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst door middel van een besluit van de Raad op voorstel van de Commissie, overeenkomstig artikel 155, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de EU,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 24 februari 2005 over bevordering van de gezondheid en de veiligheid op het werk(5),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 6 juli 2006 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende de bescherming van werknemers in de gezondheidszorg in Europa tegen door bloed overgedragen infecties als gevolg van prikaccidenten(6),

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 januari 2008 over de communautaire strategie 2007-2012 voor gezondheid en veiligheid op het werk(7),

–   gelet op artikel 84, lid 3, van zijn Reglement,

A.   overwegende dat prikaccidenten kunnen leiden tot de overdracht van meer dan 20 levensbedreigende virussen, zoals hepatitis B, hepatitis C en hiv/aids, en bijgevolg een ernstig gezondheidsprobleem vormen,

B.   overwegende dat naaldprikwonden en andere verwondingen veroorzaakt door scherpe medische instrumenten behoren tot de meest voorkomende en ernstigste risico's voor gezondheidswerkers in heel Europa; overwegende dat ziekenhuispersoneel en gezondheidswerkers vaak het risico lopen op infecties veroorzaakt door verwondingen die het gevolg zijn van het gebruik van naalden en andere scherpe instrumenten,

C.   overwegende dat onafhankelijke studies hebben aangetoond dat het merendeel van de prikaccidenten voorkomen kan worden door een betere opleiding, betere arbeidsomstandigheden en het algemeen gebruik van veiliger medische apparatuur waaronder mechanismen ter bescherming tegen scherpe letsels,

D.   overwegende dat er in de Europese Unie volgens deskundigen naar schatting meer dan een miljoen prikaccidenten per jaar voorkomen,

E.   overwegende dat de psychologische en emotionele impact van een naaldprik of een ander scherp letsel enorm kan zijn, ook al zet de infectie niet door, omdat de werknemer en zijn gezin vele maanden in onzekerheid leven over de gevolgen van het letsel voor zijn gezondheid,

F.   overwegende dat het initiatief voor een wettelijke maatregel inzake passende bescherming van werknemers in de gezondheidszorg in Europa tegen mogelijk dodelijke, door bloed overgedragen infecties als gevolg van prikaccidenten en andere scherpe medische instrumenten, vervat is in de bovengenoemde resolutie van 6 juli 2006,

G.   overwegende dat er een groot gebrek is aan personeel in de gezondheidszorg, en overwegende dat studies doen vermoeden dat de dagelijkse blootstelling aan ernstige gezondheidsrisico's een van de belangrijkste redenen vormt dat een carrière in de gezondheidszorg niet als aantrekkelijk wordt gezien; overwegende dat in het verslag over het Europese concurrentievermogen 2004 wordt erkend dat het groeiende gebrek aan arbeidskrachten in de gezondheidszorg voor de Europese Unie zeer zorgwekkend is,

H.   overwegende dat door de inwerkingtreding van de raamovereenkomst een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de bescherming van de gezondheid en veiligheid van het personeel in de ziekenhuis- en gezondheidszorgbranche,

I.   overwegende dat het nodig is het hoogst mogelijke veiligheidsniveau te waarborgen in de werkomgeving in ziekenhuizen en overal waar werkzaamheden in de gezondheidszorg worden uitgevoerd,

J.   overwegende dat moet worden vermeden dat de regelgeving met betrekking tot sociale kwesties overbodige administratieve, financiële en juridische beperkingen oplegt die de ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen kunnen hinderen,

1.   is ingenomen met het feit dat de Commissie het Parlement om advies heeft gevraagd, vooral omdat dit een kwestie is waaraan het Parlement al vele jaren grote aandacht heeft besteed;

2.   erkent dat in de voorgestelde richtlijn van de Raad de belangrijkste bevindingen van zijn resolutie van 6 juli 2006 terug te vinden zijn;

3.   is verheugd over het feit dat de raamovereenkomst op basis van gelijkheid is opgesteld in samenwerking met HOSPEEM (European Hospital and Healthcare Employers„ Association) en EPSU (European Federation of Public Services Unions), die door de Commissie erkend zijn als Europese sociale partners in de ziekenhuis- en gezondheidszorgbranche;

4.   is verheugd over het feit dat de raamovereenkomst een clausule bevat inzake minimumvereisten, die stelt dat de overeenkomst bestaande of toekomstige nationale en communautaire bepalingen die gunstiger zijn voor werknemers onverlet laat; herinnert eraan dat de lidstaten en/of de sociale partners de vrijheid moeten hebben en aangespoord moeten worden om aanvullende maatregelen te nemen die gunstiger zijn voor de werknemers in de desbetreffende bedrijfstak;

5.   beveelt aan de in de voorgestelde richtlijn geformuleerde maatregelen onverwijld aan te nemen en uit te voeren, aangezien de werknemers in kwestie al meer dan 5 jaar hebben gewacht sinds deze buitengewoon ernstige kwestie voor het eerst onder de aandacht van de Commissie werd gebracht;

6.   roept de Commissie op richtsnoeren op te stellen en uit te geven om bij de overeenkomst te voegen, om zo te helpen bij de vlotte uitvoering ervan in alle lidstaten;

7.   dringt er bij de Commissie op aan toezicht te houden op de toepassing van de overeenkomst en het Europees Parlement regelmatig op de hoogte te brengen van de tenuitvoerlegging ervan;

8.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de sociale partners die partij zijn bij de raamovereenkomst.

(1) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1.
(2) PB L 393 van 30.12.1989, blz. 13.
(3) PB L 393 van 30.12.1989, blz. 18.
(4) PB L 262 van 17.10.2000, blz. 21.
(5) PB C 304 E van 1.12.2005, blz. 400.
(6)2 PB C 303 E van 13.12.2006, blz. 754.
(7) PB C 41 E van 19.02.2009, blz. 14.

Juridische mededeling - Privacybeleid