Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2551(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0093/2010

Debatten :

PV 11/02/2010 - 10.1
CRE 11/02/2010 - 10.1

Stemmingen :

PV 11/02/2010 - 11.1

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0031

Aangenomen teksten
PDF 121kWORD 42k
Donderdag 11 februari 2010 - Straatsburg
Venezuela
P7_TA(2010)0031RC-B7-0093/2010

Resolutie van het Europees Parlement van 11 februari 2010 over Venezuela

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de situatie in Venezuela en met name die van 7 mei 2009, 23 oktober 2008 en 24 mei 2007,

–   gelet op artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,

A.   overwegende dat de vrijheid en onafhankelijkheid van de media een essentieel onderdeel vormen van het fundamentele recht van vrijheid van meningsuiting dat is vastgelegd in de Universele Verklaring van de rechten van de mens,

B.   overwegende dat de vrijheid van de media van elementair belang is voor de democratie en de eerbiediging van de fundamentele vrijheden, gelet op de essentiële rol van de media als waarborg dat meningen en ideeën vrij kunnen worden geuit, onder eerbiediging van het recht van minderheden, waaronder politieke tegenstanders, en op hun bijdrage tot de daadwerkelijke deelname van mensen aan democratische processen, zodat vrije en eerlijke verkiezingen kunnen plaatsvinden,

C.   overwegende dat het recht van het publiek om informatie uit de meest uiteenlopende bronnen te ontvangen fundamenteel is voor een democratische samenleving en voor de deelname van de burgers aan het politieke en maatschappelijke leven van een land,

D.   overwegende dat de verplichting voor alle radio- en tv-media, zoals vastgelegd in de „wet op de sociale verantwoordelijkheid”, om de redevoeringen van het staatshoofd integraal uit te zenden niet overeenstemt met de pluralistische grondbeginselen,

E.   overwegende dat de artikelen 57 en 58 van de Venezolaanse grondwet de vrijheid van meningsuiting, communicatie en informatie waarborgen,

F.   overwegende dat de media de wettelijke voorschriften moeten naleven; overwegende dat de sluiting van een mediabedrijf een uiterste middel moet zijn en een maatregel die alleen mag worden genomen als deze omgeven is met alle waarborgen van een eerlijk proces, waaronder het recht zich in onafhankelijke rechtbanken te verdedigen en in beroep te gaan,

G.   overwegende dat Radio Caracas Televisión, een vrij te ontvangen zender, in mei 2007 door president Hugo Chávez uit de lucht is gehaald en gedwongen was internationaal te worden om via het kabeltelevisienet uit te zenden,

H.   overwegende dat de eerste protesten van de studentenbeweging zijn begonnen naar aanleiding van het uit de lucht halen van de zender,

I.   overwegende dat de regering van Hugo Chávez op 1 augustus 2009 34 radiozenders heeft laten sluiten door verlenging van hun zendmachtiging te weigeren,

J.   overwegende dat president Chávez in januari 2010 een eind heeft laten maken aan de uitzendingen van RCTV International (RCTVI) en vijf andere kabel- en satelliettelevisiezenders (TV Chile, Ritmo Son, Momentum, America TV en American Network) wegens het niet uitzenden van de officiële toespraak van de president ter gelegenheid van de 52ste verjaardag van de omverwerping van Pérez Jiménez; overwegende dat twee van deze zenders, America TV en RCTV-I, nog steeds verboden zijn,

K.   overwegende dat deze nieuwe sluitingen hebben geleid tot een nieuwe golf van studentenprotesten, waartegen de politie in veel provincies en steden van het land met grof geweld is opgetreden, en dat daarbij in de stad Mérida twee jonge studenten om het leven zijn gekomen en tientallen gewonden zijn gevallen,

L.   overwegende dat deze maatregelen zijn bedoeld om de media onder controle te krijgen en monddood te maken, of zelfs om het democratische recht op vrijheid van meningsuiting en informatie te beknotten,

M.   overwegende dat de OAS via de Inter-Amerikaanse Commissie voor mensenrechten heeft gewaarschuwd dat deze nieuwe praktijk om zenders uit de lucht te halen, enorme gevolgen heeft voor het recht op vrijheid van meningsuiting,

N.   overwegende dat president Chávez onlangs heeft verklaard dat het gebruik van sociale netwerken zoals Twitter, internet en sms voor kritiek op of verzet tegen zijn regime „terrorisme” is,

O.   overwegende dat de hervorming van de wet op wetenschap en technologie die momenteel in de Nationale Vergadering van Venezuela wordt behandeld, gericht is op een zodanige regulering van het „informatienetwerk” dat dit tot internetcensuur kan leiden,

P.   overwegende dat Venezuela het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, alsmede Amerikaans Verdrag inzake de rechten van de mens heeft ondertekend,

Q.   overwegende dat Venezuela het land met de grootste energiereserves in Latijns-Amerika is en dat maatregelen als willekeurige confiscatie en onteigening, waarvan sommige ook EU-belangen schaden, de fundamentele sociale en economische rechten van de burgers ondergraven,

R.   overwegende dat een aantal leidinggevende personen uit de omgeving van president Chávez, zoals Ramón Carrizález, vice-president en minister van Defensie, Yubiri Ortega, minister van Milieubeheer, en Eugenio Vázquez Orellana, president van de Centrale Bank, onlangs ontslag hebben genomen,

S.   overwegende dat Venezuela volgens het rapport van Transparency International over 2009 een van de meest corrupte landen ter wereld is,

T.   overwegende dat het latente klimaat van onveiligheid en de omvang van het misdaad- en geweldsprobleem, die van Venezuela en de hoofdstad Caracas een van de gevaarlijkste plekken ter wereld hebben gemaakt, de Venezolaanse bevolking met zorg vervullen,

U.   overwegende dat de vele beledigingen, bedreigingen en aanvallen van president Chávez aan het adres van nationale en internationale leiders voor onvrede en zeer veel onnodige spanningen hebben gezorgd, die soms zelfs hebben geleid tot een mobilisatiebevel voor troepen met het oog op een mogelijke oorlog tegen Colombia,

1.   is ontsteld over de dood van de twee jonge studenten, Yonisio Carrillo en Marcos Rosales, tijdens de protesten in Mérida, en verzoekt de autoriteiten een onderzoek in te stellen naar de redenen voor de dood van deze jongemannen en wenst dat de schuldigen aan de rechter worden voorgeleid;

2.   betreurt het besluit van de regering om uitzendingen van bepaalde zenders in Venezuela te verbieden en verzoekt deze zenders weer toe te laten;

3.   roept de Venezolaanse autoriteiten op dit besluit, alsmede de verplichting tot integrale uitzending van de redevoeringen van het staatshoofd te heroverwegen;

4.   herinnert de regering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela aan haar verplichting tot eerbiediging van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid, die verankerd is in haar eigen grondwet en in de verschillende internationale en regionale overeenkomsten en handvesten waarbij Venezuela partij is;

5.   verzoekt de regering van Venezuela uit naam van het beginsel van onpartijdigheid van de staat ervoor de zorgen dat alle media, met inbegrip van internet, voor de wet gelijk worden behandeld, ongeacht of zij in privé- of openbaar bezit zijn en los van alle politieke en ideologische overwegingen;

6.   is van mening dat de Venezolaanse media het politieke en sociale leven in Venezuela op pluralistische wijze aan bod moeten laten komen;

7.   is van mening dat de Nationale Commissie voor telecommunicatie moet aantonen dat zij onafhankelijk is van de politieke en economische krachten in het land en moet toezien op een gelijkwaardig pluralisme;

8.   verzoekt de Venezolaanse regering zich te committeren aan de waarden van de rechtsstaat en het recht op vrijheid van meningsuiting, ook op internet, en vrijheid van vergadering te bevorderen, te beschermen en te eerbiedigen;

9.   wijst erop dat er volgens het Inter-Amerikaans Democratisch Handvest van de Organisatie van Amerikaanse Staten in een democratie, naast een duidelijke en noodzakelijke oorsprongslegitimiteit, die haar basis heeft in en verkregen wordt via de stembus, ook sprake moet zijn van legitimiteit van de machtsuitoefening, en deze moet berusten op respect voor het pluralisme, de vaste regels, de geldende grondwet, de wetten en de rechtsstaat als waarborg van een volledig functionerende democratie, en dit omvat noodzakelijkerwijs respect voor vreedzame en democratische politieke oppositie, vooral wanneer die oppositie is verkozen en een mandaat van de kiezer heeft;

10.   maakt zich ernstige zorgen dat de regering van president Hugo Chávez afglijdt naar autoritarisme, want zijn handelen is erop gericht de democratische oppositie te verzwakken en de rechten en vrijheden van de burgers te beknotten;

11.   verzoekt de Venezolaanse regering met het oog op de parlementsverkiezingen op 26 september 2010 de democratische spelregels in acht te nemen en de beginselen van de vrijheid van meningsuiting, vergadering, vereniging en verkiezing te eerbiedigen;

12.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regering en Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering en de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten.

Juridische mededeling - Privacybeleid