Resolutie van het Europees Parlement van 11 februari 2010 over de situatie in Madagaskar
Het Europees Parlement,
– gezien de artikelen 8 en 9 van de overeenkomst van Cotonou over respectievelijk politieke dialoog en de eerbiediging van de mensenrechten,
– gezien de resolutie die de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU op 3 december 2009 heeft aangenomen in Luanda,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Madagaskar, en met name die van 7 mei 2009 over de situatie in Madagaskar,
– gezien de schorsing van Madagaskar als lid van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC) en de Afrikaanse Unie,
– gezien het standpunt van de Afrikaanse Unie, die op 2 februari 2010 heeft gevraagd dat „het illegale regime in Madagaskar ophoudt met zijn pogingen om eenzijdige oplossingen op te dringen” en opnieuw heeft bevestigd dat „de in het handvest van Maputo en de aanvullende akte van Addis Abeba overeengekomen overgangsinstellingen moeten worden geïnstalleerd”,
– gezien het standpunt van het veiligheids- en defensieorgaan van de SADC van 15 januari 2010, waarin de internationale gemeenschap wordt opgeroepen om „de plannen van Andry Rajoelina, die de overeenkomsten over machtsdeling wil negeren en in maart verkiezingen wil uitschrijven, te verwerpen”,
– gezien het besluit van de Verenigde Staten om Madagaskar wegens de politieke situatie niet langer de voordelen van de AGOA (African Growth and Opportunity Act) te laten genieten,
– gezien de overeenkomsten van Maputo van 8 en 9 augustus 2009 en de aanvullende akte van Addis Abeba van 6 november 2009, die door de leiders van vier politieke groeperingen in Madagaskar zijn ondertekend,
– gelet op artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,
A. overwegende dat er sinds de staatsgreep een blijvende politieke instabiliteit heerst, waardoor Madagaskar op sociaaleconomisch en humanitair vlak in een hachelijke situatie is beland,
B. overwegende dat de door het leger gesteunde leider van Madagaskar, de heer Andry Rajoelina, zich op 18 december 2009 heeft teruggetrokken uit de onderhandelingen met de politieke groeperingen in Madagaskar over machtsdeling,
C. overwegende dat de heer Rajoelina op 18 december 2009 de voormalige legerofficier kolonel Albert Camille Vital tot eerste minister heeft benoemd,
D. overwegende dat oppositiegroeperingen, waaronder groeperingen onder leiding van gewezen president Marc Ravalomanana, de benoeming van kolonel Albert Camille Vital tot eerste minister hebben veroordeeld als een illegale daad van een illegaal bewind,
E. overwegende dat de mensenrechten op grote schaal worden geschonden, dat parlementsleden, geestelijken en leden van maatschappelijke organisaties worden lastiggevallen en willekeurig worden gearresteerd, dat kerken worden geplunderd en dat de pers wordt geïntimideerd,
F. overwegende dat de internationale gemeenschap een onderhandelde uitweg uit de crisis heeft aangemoedigd, die momenteel opzettelijk wordt geblokkeerd terwijl het illegale heersende regime de internationale gemeenschap blijft uitdagen,
G. overwegende dat de Europese Unie op 6 juli 2009 een raadplegingsproces met Madagaskar overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou heeft aangevat, waarmee een dialoog wordt aangegaan om naar oplossingen voor de politieke problemen van het land te zoeken,
H. overwegende dat het Malgassische volk zijn eigen toekomst moet en kan kiezen en zelfbeschikking moet en kan krijgen,
I. overwegende dat het illegale heersende regime de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht alsook de media monopoliseert,
J. overwegende dat de heer Rajoelina heeft aangekondigd dat hij van plan is eenzijdig en in strijd met de verkiezingskalender parlementsverkiezingen te organiseren, zonder raadpleging van het Malgassische volk overeenkomstig het handvest van Maputo en de aanvullende akte van Addis Abeba,
K. overwegende dat de donorhulp aan Madagaskar volgens het IMF 50% van de nationale begroting uitmaakt en dat de EU haar ontwikkelingshulp heeft opgeschort totdat er een democratische oplossing voor de huidige crisis wordt gevonden,
L. overwegende dat het merendeel van de bevolking met minder dan één dollar per dag moet rondkomen, dat 7 000 kinderen aan ernstige ondervoeding lijden en dat de situatie sinds het begin van de politieke crisis nog is verergerd,
M. overwegende dat de regering een decreet heeft vastgesteld dat de uitvoer van onverwerkt hout van bedreigde soorten legaliseert, waardoor de biodiversiteit van het land in gevaar komt en voorgoed verloren kan gaan,
1. herhaalt zijn krachtige veroordeling van de machtovername in Madagaskar door de heer Rajoelina, die een flagrante schending van de Malgassische grondwet vormt en dus wel degelijk een staatsgreep is;
2. veroordeelt ten stelligste het besluit van de heer Rajoelina om de benoeming te annuleren van Eugene Mangalaza, die na een overeenkomst over machtsdeling tussen alle politieke partijen in oktober 2009 als eerste minister werd geïnstalleerd;
3. veroordeelt ten stelligste het besluit van de heer Rajoelina om de derde ronde van de onderhandelingen in december in Maputo te boycotten en zich terug te trekken uit de besprekingen over machtsdeling;
4. vraagt dat de in Maputo en Addis Abeba ondertekende overeenkomsten, die het herstel van een grondwettelijke regering beogen, onverwijld worden uitgevoerd;
5. veroordeelt de stelselmatige repressie van de oppositie, de mediacensuur en de intimidatie en stelselmatige arrestatie van journalisten, de arrestatie en foltering van burgers en politici, en de opsluiting van tal van mensen zonder aanklacht op onbekende plaatsen; vraagt dat alle politieke gevangenen onmiddellijk en onvoorwaardelijk worden vrijgelaten en dat de gerechtelijke procedures tegen hen worden geannuleerd;
6. uit zijn ernstige bezorgdheid over de verdwijning van honderden mensen, onder wie een honderdtal kinderen en jongeren;
7. vraagt om een onafhankelijk internationaal onderzoek naar alle politieke moorden in Madagaskar, alle schendingen van de mensenrechten en alle gevallen van repressie door de veiligheidsdiensten en het leger;
8. spreekt zijn afkeuring uit over elke poging van de heer Rajoelina om in maart 2010 eenzijdig verkiezingen te organiseren, en steunt alleen verkiezingen die overeenkomstig het handvest van Maputo en de aanvullende akte van Addis Abeba worden voorbereid door een op consensus berustende en inclusieve regering en plaatsvinden overeenkomstig de verkiezingskalender en na een raadpleging van het Malgassische volk; vraagt de Commissie en de lidstaten daarom slechts een verkiezingswaarnemingsmissie te sturen binnen het kader van de overeenkomsten van Maputo en Addis Abeba;
9. is ervan overtuigd dat het handvest van Maputo en de aanvullende akte van Addis Abeba het enige mogelijke kader vormen voor een oplossing van de politieke crisis in Madagaskar; is van mening dat een constructieve dialoog de enige werkbare manier is om tot een politieke oplossing van de crisis te komen;
10. vraagt dat er snel een ontwapeningsproces op gang wordt gebracht en dat de milities worden ontbonden zodat er opnieuw een republikeins leger kan worden ingesteld;
11. vraagt dat er, indien de in Maputo en Addis Abeba gedane toezeggingen niet worden nageleefd, individuele en gerichte sancties worden getroffen tegen de huidige leiders van de hoge overgangsautoriteit die de situatie met opzet blokkeren;
12. vraagt dat de vermoedelijke daders van plunderingen van particuliere en openbare eigendommen en natuurlijke rijkdommen in Madagaskar gerechtelijk worden vervolgd; verzoekt om het even welke interim-regering van Madagaskar geen overeenkomsten met andere landen of bedrijven over zijn natuurlijke rijkdommen of nationale activa te sluiten alvorens er verkiezingen worden gehouden en een nieuwe regering een democratisch mandaat van het Malgassische volk heeft gekregen;
13. verzoekt de internationale gemeenschap en de Europese Unie hun humanitaire hulp aan de Malgassische bevolking op te voeren; herhaalt dat de samenwerkingsprogramma's met Madagaskar slechts kunnen worden hervat als de in het handvest van Maputo en de aanvullende akte van Addis Abeba overeengekomen overgangsinstellingen van de op consensus berustende en inclusieve regering worden geïnstalleerd en als alle democratische beginselen en fundamentele vrijheden worden geëerbiedigd;
14. steunt de inspanningen van de gewezen president van Mozambique, de heer Joachim Chissano, die in dit proces bemiddelt namens de SADC, en roept de vier politieke groeperingen in Madagaskar op om onmiddellijk naar de onderhandelingstafel terug te keren om een politieke agenda voor eerlijke, democratische en transparante verkiezingen in 2010 overeen te komen;
15. verzoekt de Afrikaanse Unie, de SADC en de internationale contactgroep het overgangsproces tot een goed einde te brengen;
16. vraagt de Commissie verslag uit te brengen aan het Parlement over de ontwikkeling van het raadplegingsproces met Madagaskar overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou;
17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie, de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie, de ACS-EU-Raad, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de SADC, president Joaquim Chissano en de Commissie van de Afrikaanse Unie.