Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2553(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0105/2010

Debatten :

PV 11/02/2010 - 10.3
CRE 11/02/2010 - 10.3

Stemmingen :

PV 11/02/2010 - 11.3
CRE 11/02/2010 - 11.3

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0033

Aangenomen teksten
PDF 123kWORD 43k
Donderdag 11 februari 2010 - Straatsburg
Birma
P7_TA(2010)0033RC-B7-0105/2010

Resolutie van het Europees Parlement van 11 februari 2010 over Birma

Het Europees Parlement,

–   gezien de conclusies van 27 april 2009 van de Europese Raad over Birma/Myanmar en het gemeenschappelijk standpunt van de Raad, dat de beperkende maatregelen tegen Birma verlengt,

–   gezien de conclusies en verklaring van 19 juni 2009 van de Europese Raad over Birma,

–   gezien de verklaring van 11 juni 2009 van de voorzitter namens de Europese Unie over de Karen-burgerbevolking die Birma/Myanmar ontvlucht,

–   gezien de verklaring van 23 februari 2009 van de voorzitter van de Europese Raad, die een alomvattende dialoog tussen de overheid en de democratische krachten in Birma vraagt,

–   gezien de resolutie 64/238 van 23 december 2009 van de algemene vergadering van de Verenigde Naties over de toestand van de rechten van de mens in Myanmar,

–   gezien de verklaring van 14 mei 2009 van de voorzitter namens de Europese Unie over de arrestatie van Aung San Suu Kyi,

–   gezien de verklaring van 11 augustus 2009 van de voorzitter van de ASEAN over Myanmar,

–   onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over Birma/Myanmar,

–   gelet op artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,

A.   overwegende dat de toestand van de rechten van de mens in Birma is blijven achteruitgaan, dat de politieke onderdrukking toegenomen is en de fundamentele vrijheden van de Birmaanse bevolking stelselmatig geschonden worden,

B.   overwegende dat het leger in de gebieden waar er zich etnische conflicten afspelen, zich aan schendingen de rechten van de mens tegen de burgerbevolking blijft schuldig maken, o.a. wederrechtelijke moorden, dwangarbeid en seksueel geweld,

C.   overwegende dat het Birmaans regiem nog altijd op grote schaal en stelselmatig voortgaat met inlijving van kindsoldaten onder dwang,

D.   overwegende dat er volgens de rapporten in Birma wel 2 177 politieke gevangenen zijn, waarvan veertien journalisten, terwijl meer dan 230 boeddhistische monniken die aan de protestbeweging van 2007 deelgenomen hebben, nog altijd opgesloten zitten,

E.   overwegende dat Birma naar verwachting dit najaar zijn eerste parlementsverkiezingen in twintig jaar houdt,

F.   overwegende dat de verkiezingen volgens de grondwet moeten verlopen die door het leger opgesteld is en waarvan de legitimiteit in brede kring aangevochten wordt ; dat de nieuwe grondwet verkiezingen in 2010 voorschrijft om vijftig jaar militair bewind te rechtvaardigen en het leger 25% van de parlementszetels toekent,

G.   overwegende dat de nieuwe grondwet Aung San Suu Kyi, leider van de Nationale Liga voor democratie en houder van de Nobelprijs voor de vrede, van alle openbare ambten uitsluit, en dat een aantal oppositiepartijen en etnische minderheidsgroepen verklaard hebben dat ze de verkiezingen willen boycotten, terwijl de NLD de uitslag niet erkent als er niet eerst een dialoog over herziening van de grondwet komt,

H.   overwegende dat op 28 januari 2010 Ngwe Soe Lin tot 13 jaar gevangenisstraf veroordeeld is wegens zijn medewerking aan het buitenlands nieuwsagentschap Voice of Burma, terwijl op 30 december 2009 Hla Hla Win op gelijkaardige beschuldigingen tot 27 jaar gevangenis veroordeeld is,

I.   overwegende dat het voortdurend optreden tegen afwijkende politieke meningen als een poging van de junta te zien is om in het vooruitzicht van de nationale verkiezingen later op het jaar meer greep op de media te krijgen,

J.   overwegende dat Aung San Suu Kyi op 11 augustus 2009 tot drie jaar gevangenis veroordeeld is, een uitspraak die door de Birmaanse overheid naderhand in achttien maanden huisarrest omgezet is, en dat haar advocaten bij het Birmaans hooggerechtshof tegen de uitspraak in beroep gegaan zijn ; dat het ongerechtvaardigd proces en verdict tegen Aung San Suu Kyi door de internationale gemeenschap algemeen veroordeeld is,

K.   overwegende dat duizenden burgers in mei vorig jaar op de vlucht gedreven zijn door aanvallen van het leger en het democratisch boeddhistisch leger van de Karen (DKBA), die ook naar schatting 5 000 vluchtelingen gedwongen hebben om een onderkomen in Thailand te zoeken ; dat er groot gevaar bestaat dat de Karen vluchtelingen bij hun terugkeer ernstige schendingen van de rechten van de mens te dragen krijgen, o.a. dwangarbeid en verkrachtingen door soldaten van het Birmaans leger,

L.   overwegende dat er zich naar schatting een half miljoen binnenlandse ontheemden in het oosten van Birma bevinden en 140 000 vluchtelingen die nog altijd in negen kampen langs de grens met Thailand verblijven, en dat er meer dan 200 000 Rohingya's in vluchtelingenkampen of verspreid over het zuidoosten van Bangladesh wonen, terwijl er zich miljoenen Birmaanse emigranten, vluchtelingen en asielzoekers in Thailand, India, Bangladesh en Maleisië bevinden, waar ze soms slachtoffer van mensenhandel worden,

M.   overwegende dat de diensten voor ordehandhaving van Bangladesh sinds 2 januari 2010 op een ongekende manier opgetreden zijn tegen niet geregistreerde Rohingya vluchtelingen die zich buiten de twee officiële vluchtelingenkampen, in het district Cox's Bazar gevestigd hadden; dat er sindsdien meer dan vijfhonderd Rohingya's aangehouden zijn en dat een aantal daarvan over de Birmaanse grens teruggedreven zijn, terwijl anderen volgens de immigratiewetten in beschuldiging gesteld en naar de gevangenis gestuurd zijn,

N.   overwegende dat meer dan 5 000 Rohingya's die in Bangladesh zelf een vestigingsplaats gezocht hadden, uit hun woningen gevlucht zijn en zich op zoek naar een veilig onderkomen in het geïmproviseerd noodkamp van Kutupalong in Ukhia verzameld hebben, dat nu naar schatting tot 30 000 bewoners uitgebreid is, die geen voedselhulp krijgen en waar alle middelen van bestaan aan ontzegd worden, omdat er arrestatie dreigt als ze het kamp verlaten om werk te zoeken,

1.   spreekt zijn krachtige veroordeling over de voortdurende stelselmatige schendingen van de rechten van de mens, de fundamentele vrijheden en de elementaire democratische rechten van de bevolking van Birma uit;

2.   maakt zich zeer ongerust over het recent proces, de inbeschuldigingstelling en veroordeling van Aung San Suu Kyi en eist haar onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating; wil dat ze het recht krijgt om aan de verkiezingen deel te nemen;

3.   neemt akte van het regeringsbesluit om verkiezingen te organiseren en stelt met nadruk dat ze onder de huidige omstandigheden niet als vrij en democratisch beschouwd kunnen worden; keurt meer in het bijzonder het verbod op kandidaatstelling tegen Aung San Suu Kyi af;

4.   vraagt de Birmaanse regering om onmiddellijk in echte dialoog met de NLD, alle andere oppositiepartijen en etnische groepen te treden; verheugt zich daarom over de bemiddelingspogingen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en zijn speciale rapporteur voor de rechten van de mens in Birma;

5.   dringt er bij de Birmaanse regering met kracht op aan om zonder verder uitstel de nodige stappen te ondernemen om een vrij, eerlijk en doorzichtig verkiezingsproces met deelname van alle belanghebbende partijen te verzekeren dat aan internationale normen beantwoordt, o.a. door de nodige verkiezingswetten af te kondigen en deelname van alle kiezers en alle politieke partijen aan de verkiezingen mogelijk te maken en internationale waarnemers toe te laten;

6.   spreekt zijn afkeuring uit over de willekeurige beschuldigingen die als voorwendsel voor de aanhouding van politieke tegenstanders van het Birmaans regiem of dissidenten dienen, vooral de aanhoudende repressie en intimidatie van boeddhistische monniken; dringt er bij de Birmaanse overheid op aan om zich van verdere arrestaties te onthouden die politiek gemotiveerd zijn, en alle gewetensgevangenen vrij te laten, ook de monniken, zonder uitstel, onvoorwaardelijk, en met volledig herstel van hun politieke rechten;

7.   spreekt zijn veroordeling uit over de beperkingen op de vrijheid van vergadering, vereniging, beweging en meningsuiting in Birma; dringt er bij de Birmaanse overheden op aan om de beperkingen op te heffen, ook die tegen de vrije en onafhankelijke pers;

8.   spreekt zijn ongerustheid uit over de aanhoudende discriminatie, schendingen van de rechten van de mens, geweldpleging, dwang- en kinderarbeid, verdrijving en andere vormen van onderdrukking tegen een groot aantal etnische en godsdienstige minderheden en vraagt de Birmaanse regering om terstond in te grijpen om verbetering in hun toestand te brengen;

9.   spreekt zijn ernstige bezorgdheid over de aanhoudende praktijk van willekeurige opsluiting, georganiseerde verdwijningen, verkrachting en andere vormen van seksueel geweld, foltering, en wrede, onmenselijke en vernederende behandeling uit, en doet een krachtige oproep aan de Birmaanse regering om voor volledig, doorzichtig, doeltreffend, onpartijdig en onafhankelijk onderzoek naar alle berichten over schendingen van de rechten van de mens te zorgen, en de verantwoordelijken voor de rechter te brengen, zodat er een einde aan de straffeloosheid van dat soort misdaden komt;

10.   doet een krachtige oproep aan de Birmaanse junta om op staande voet een einde aan de inlijving en het inzetten van kindsoldaten te maken, krachtiger maatregelen te treffen om kinderen tegen gewapende conflicten in bescherming te nemen en haar samenwerking met de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor kinderen in gewapende conflicten voort te zetten;

11.   spreekt zijn krachtige veroordeling uit over de etnische zuiveringscampagne van de Birmaanse regering tegen de minderheden, ook degene die toevlucht in de buurlanden gezocht hebben;

12.   vraagt de regering van het koninkrijk Thailand om de Karen vluchtelingen, die aan misstanden in Birma proberen te ontkomen, toevlucht en bescherming te blijven bieden en samen met de diensten van de hoge vertegenwoordiger van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen, het consortium voor de Thais-Birmaanse grens en de internationale gemeenschap een alternatieve oplossing te zoeken die de veiligheid van de 3 000 Karen vluchtelingen waarborgt;

13.   dringt er bij de Europese Commissie op aan, gezien het conflict dat aan de Thais-Birmaanse grens aan de gang is, om de bijstand van het bureau voor humanitaire hulp van de Europese Gemeenschap aan de vluchtelingen in het gebied in 2010 te handhaven;

14.   verheugt zich dat de regering van Bangladesh volgende week een onderzoeksdelegatie van zijn delegatie voor Zuid-Azië toelaat om de toestand van de Rohingya bevolking in de districten Cox's Bazar en Bandarban na te gaan en vraagt haar om de niet geregistreerde Rohingya's als staatloze asielzoekers te erkennen die voor vervolging in Birma op de vlucht zijn en internationale bescherming nodig hebben, en ze van degelijke bescherming, middelen van bestaan en andere elementaire dienstverlening te voorzien;

15.   dringt er bij de regering van China, India en Rusland op aan om hun economische en politieke invloed bij de Birmaanse overheden aan te wenden om wezenlijke verbeteringen in het land tot stand te brengen en de voorziening van het Birmaans regiem in bewapening en andere strategische goederen te staken;

16.   vraagt de Raad om de restrictieve maatregelen tegen het Birmaans regiem te handhaven totdat er tastbare vooruitgang in democratische richting is, en dringt er tegelijk op aan om de doelmatigheid van zijn maatregelen na te gaan;

17.   verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te laten toekomen aan de hoge vertegenwoordiger en ondervoorzitter van de Europese Commissie Catherine Ashton, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de speciale afgezant van de Europese Unie voor Birma, de Birmaanse staatsraad voor vrede en ontwikkeling, de regeringen van de lidstaten van de ASEAN en ASEM, de regeringen van Bangladesh en Rusland, het ASEM-secretariaat, het interparlementair Asean-comité voor Myanmar, Aung San Suu Kyi, de Nationale liga voor de democratie, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de hoge vertegenwoordiger van de Verenigde Naties voor de rechten van de mens, en de speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor de rechten van de mens in Birma.

Juridische mededeling - Privacybeleid