Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2010 betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (16626/2/2009 – C7-0049/2010 – 2009/0027(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: tweede lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het standpunt van de Raad in eerste lezing (16626/2/2009 – C7-0049/2010),
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2009)0066),
– gelet op artikel 251, lid 2, artikel 63, eerste alinea, punten 1 en 2, en artikel 66 van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0071/2009),
– gezien de mededeling van de Commissie aan het Parlement en de Raad getiteld „Gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures” (COM(2009)0665),
– gelet op artikel 294, lid 7, artikel 74 en artikel 78, lid 1 en 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gelet op artikel 72 van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0118/2010),
1. hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad;
2. constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het standpunt;
3. verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen;
4. verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd en, samen met de secretaris-generaal van de Raad, zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;
5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.