Resolutie van het Europees Parlement van 20 mei 2010 over Thailand
Het Europees Parlement,
– gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966,
– gezien de Grondbeginselen van de Verenigde Naties voor het gebruik van geweld en vuurwapens door politiefunctionarissen van 1990,
– gezien de verklaringen van de hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton van 8 en 13 april 2010 over de politieke situatie in Thailand,
– gezien de verklaring van de secretaris-generaal van de ASEAN van 12 april 2010 over de situatie in Thailand,
– gelet op artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,
A. overwegende dat Thailand een gewelddadige crisis doormaakt, waarbij zogenaamde „roodhemden” demonstreren tegen de regering, die wordt gesteund door het leger en de beweging van de „geelhemden”, en waarbij al meer dan 60 mensen om het leven zijn gekomen en meer dan 1 700 gewond zijn geraakt,
B. overwegende dat in meer dan 20 provincies van het land de noodtoestand is uitgeroepen,
C. overwegende dat op 10 april 2010 in Bangkok gewelddadigheden plaatsvonden, waarbij demonstranten en veiligheidstroepen tegenover elkaar stonden,
D. overwegende dat de eerste minister Abhisit Vejjajiva op 3 mei 2010 een routekaart heeft voorgelegd met een vijfpuntenplan dat zou moeten leiden tot parlementsverkiezingen op 14 november 2010,
E. overwegende dat sinds 13 mei 2010 in Bangkok nieuwe gewelddadigheden zijn uitgebroken tussen militante demonstranten en veiligheidstroepen,
F. overwegende dat de Thaise regering de noodtoestand heeft afgekondigd waarbij een satelliettelevisiestation, verscheidene radio- en televisiezenders en internetsites uit de lucht zijn gehaald; overwegende dat de Europese Unie zeer bezorgd is over de bedreigingen voor de vrijheid van de media en erop wijst dat de vrijheid van meningsuiting een grondrecht is, dat is vastgelegd in de Universele Verklaring van de rechten van de mens,
G. overwegende dat op 19 mei 2010 bij een operatie van het leger om een veiligheidscorridor rond het hoofdkamp van de demonstranten te spannen, diverse mensen om het leven zijn gekomen, onder wie een Italiaanse journalist, en tientallen mensen gewond zijn geraakt,
H. overwegende dat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-Moon zijn bezorgdheid over het geweld heeft geuit en zowel de demonstranten als de Thaise autoriteiten heeft opgeroepen om alles te doen wat in hun vermogen ligt om verder geweld en verlies aan mensenlevens te voorkomen; overwegende dat Vietnam, dat momenteel de ASEAN voorzit, zich bezorgd heeft getoond over de geweldsspiraal in Thailand en alle partijen heeft opgeroepen om geweld te vermijden en naar verzoening te streven,
1. uit zijn diepe bezorgdheid over het gewelddadige conflict tussen demonstranten en veiligheidstroepen in Thailand, dat een bedreiging vormt voor de democratie in het land, en verklaart zich solidair met het Thaise volk en alle familieleden die in de laatste weken hun naasten hebben verloren;
2. herinnert eraan dat de Grondbeginselen van de VN voor het gebruik van geweld en vuurwapens door politiefunctionarissen bepalen dat de autoriteiten zoveel mogelijk niet-gewelddadige middelen moeten aanwenden alvorens hun toevlucht te nemen tot gebruik van geweld en vuurwapens en dat, als het wettig gebruik van geweld en vuurwapens onvermijdelijk is, de autoriteiten terughoudendheid moeten betrachten en dat hun handelen evenredig moet zijn met de ernst van het vergrijp;
3. roept alle partijen op om uiterste terughoudendheid te betrachten en een eind te maken aan het politieke geweld;
4. begroet het besluit van de regering om een commissie van forensisch deskundigen en academici in het leven te roepen, die het dodelijke incident van 10 april 2010 moet onderzoeken, en verzoekt de regering dit onderzoek uit te breiden tot de recente dodelijke incidenten; steunt het initiatief van het ministerie van Sociale Ontwikkeling en Menselijke Veiligheid om een centrum te openen voor hulp aan gewonden en familieleden van mensen die zijn omgekomen bij botsingen tussen veiligheidstroepen en voorstanders van het United Front of Democracy Against Dictatorship;
5. erkent de routekaart die de eerste minister Abhisit Vejjajiva op 3 mei 2010 heeft voorgelegd;
6. verzoekt de Thaise regering ervoor te zorgen dat de afkondiging van de noodtoestand niet leidt tot onevenredige beperkingen van de grondrechten en individuele vrijheden; roept de Thaise regering op om een eind te maken aan de censuur en de inperking van het recht op vrije meningsuiting;
7. dringt er met klem bij alle partijen op aan onverwijld een constructieve dialoog te starten om snel door onderhandelingen tot een vergelijk te komen en de huidige crisis op te lossen met vreedzame en democratische middelen;
8. begroet het initiatief van de Nationale Mensenrechtencommissie om een overleggroep bestaande uit intellectuelen, vertegenwoordigers van actiegroepen, religieuze autoriteiten en de 4 oud-premiers Anand Panyarachun, Banharn Silapa-acha, Chavalit Yongchaiyudh en Chuan Leekpai bijeen te roepen om een oplossing voor het beëindigen van deze crisis te vinden en voor te stellen;
9. onderstreept zijn wens om de democratie in Thailand te steunen gezien de uitstekende betrekkingen die de EU met Thailand onderhoudt en de rol die het land speelt als bron van welvaart en stabiliteit in de regio;
10. dringt er bij de internationale gemeenschap op aan alles in het werk te stellen om een eind te maken aan het geweld; verzoekt de ondervoorzitter van de Commissie/ hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid om de politieke situatie op de voet te volgen en de acties te coördineren met ASEAN om de dialoog te bevorderen en de democratie in het land te consolideren;
11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, de lidstaten, de ondervoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, de regering van Thailand, de secretaris-generaal van de ASEAN en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.