Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2056(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0200/2010

Ingediende teksten :

A7-0200/2010

Debatten :

Stemmingen :

PV 16/06/2010 - 8.7

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0218

Aangenomen teksten
PDF 200kWORD 34k
Woensdag 16 juni 2010 - Straatsburg
Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2010: Afdeling III – Commissie (overschot 2009)
P7_TA(2010)0218A7-0200/2010

Resolutie van het Europees Parlement van 16 juni 2010 over het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2010 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, Afdeling III – Commissie (10930/2010 – C7-0153/2010 – 2010/2056(BUD))

Het Europees Parlement,

–  gelet op de artikelen 310 en 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Euratom-Verdrag,

–  gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(1) (hierna ’het Financieel Reglement’), en met name op artikel 15, lid 3, en de artikelen 37 en 38 daarvan,

–  gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, definitief vastgesteld op 17 december 2009(2),

–  gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer(3),

–  gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, ingediend door de Commissie op 16 april 2010 (COM(2010)0169),

–  gezien het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2010, opgesteld op 11 juni 2010 (10930/2010 – C7-0153/2010),

–  gelet op de artikelen 75 ter en 75 sexies van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0200/2010),

A.  overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2010 tot doel heeft het overschot van het begrotingsjaar 2009, met name 2 253 591 199,37 EUR op te nemen in de begroting 2010,

B.  overwegende dat dit overschot hoofdzakelijk het gevolg is van méér inkomsten ten belope van 400 703 258 EUR, een onderbesteding van de uitgaven ten belope van 1 667 346 181 EUR en positieve wisselkoersverschillen ten belope van 185 541 760 EUR,

C.  overwegende dat de onderbesteding van de betalingskredieten in 2009 voor rubriek 1 451 miljoen EUR bedroeg, voor rubriek 2 244 miljoen EUR, voor rubriek 3 106 miljoen EUR, voor rubriek 4 603 miljoen EUR en voor rubriek 5 263 miljoen EUR,

D.  overwegende dat het gecombineerde effect van de zeer krappe begrotingsmarges en de toekomstige financiële behoeften bestaande beleidsprioriteiten in het gedrang kan brengen, terwijl een aanzienlijke onderbesteding tegelijkertijd de uitvoering van het EU-beleid aantast,

E.  overwegende dat bij de onderbesteding van de begroting 2009 rekening moet worden gehouden met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2010 en met gewijzigde begroting nr.10/2009,

1.  neemt kennis van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2010 dat uitsluitend tot doel heeft het overschot van 2009 in de begroting op te nemen, overeenkomstig artikel 15 van het Financieel Reglement;

2.  benadrukt dat de feitelijke onderbesteding van de begroting 2009 niet beperkt is tot het overschot waarvan sprake in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2010, maar meer dan 5 000 000 000 EUR bedraagt indien ook rekening wordt gehouden met gewijzigde begroting nr. 10/2009; waarschuwt er bijgevolg voor dat de gewijzigde begrotingen aan het eind van het jaar die het peil van de betalingskredieten verlagen en tegelijkertijd de totale bijdrage van de lidstaten in de financiering van de EU-begroting met hetzelfde bedrag verminderen, een vertekend beeld geven van de uitvoering van de begroting;

3.  keurt het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2010 zonder wijzigingen goed en verzoekt zijn Voorzitter te verklaren dat de gewijzigde begroting nr. 2/2010 definitief is vastgesteld en te zorgen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

4.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(2) PB L 64 van 12.3.2010.
(3) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

Juridische mededeling - Privacybeleid