Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 juni 2010 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2002/15/EG betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (COM(2008)0650 – C6-0354/2008 – 2008/0195(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2008)0650),
– gelet op artikel 251, lid 2, en de artikelen 71 en 137, lid 2, van het EGVerdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0354/2008),
– gezien de mededeling van de Commissie aan het Parlement en de Raad getiteld ’Gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures’ (COM(2009)0665),
– gelet op artikel 294, lid 3, en de artikelen 91 en 153, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 25 maart 2009(1),
– na raadpleging van het Comité van de Regio's,
– gelet op artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0137/2010),
1. verwerpt het voorstel van de Commissie;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel in te trekken en met het Parlement de nodige maatregelen te treffen tot indiening van een nieuw voorstel;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie en aan de nationale parlementen.