Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2094(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0283/2010

Ingediende teksten :

A7-0283/2010

Debatten :

PV 19/10/2010 - 5
CRE 19/10/2010 - 5

Stemmingen :

PV 20/10/2010 - 4.5
CRE 20/10/2010 - 4.5
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0370

Aangenomen teksten
PDF 217kWORD 35k
Woensdag 20 oktober 2010 - Straatsburg
Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010: Afdeling II - Europese Raad en Raad − Afdeling III − Commissie − Afdeling X − Europese dienst voor extern optreden
P7_TA(2010)0370A7-0283/2010

Resolutie van het Europees Parlement van 20 oktober 2010 over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, Afdeling II – Europese Raad en Raad – Afdeling III – Commissie – Afdeling X – Europese dienst voor extern optreden (13475/2010 – C7-0262/2010 – 2010/2094(BUD))

Het Europees Parlement,

–  gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314 daarvan, alsmede het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis daarvan,

–  gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(1), en met name de artikelen 37 en 38 daarvan,

–  gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, definitief vastgesteld op 17 december 2009(2),

–  gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer(3),

–  gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, ingediend door de Commissie op 17 juni 2010 (COM(2010)0315),

–  gezien het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010, vastgesteld door de Raad op 13 september 2010 (13475/2010 – C7-0262/2010),

–  gelet op de artikelen 75 ter en 75 sexies van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0283/2010),

A.  overwegende dat deze gewijzigde begroting het derde en laatste onderdeel is van het wetgevingspakket dat nodig is voor de tenuitvoerlegging van het politieke akkoord en het daarop volgende besluit van de Raad tot oprichting van de Europese dienst voor extern optreden (EEAS), en dat de andere twee delen gevormd worden door een wijziging van het Financieel Reglement en een wijziging van het personeelsstatuut,

B.  overwegende dat bij de oprichting van de EEAS uit moet worden gegaan van de beginselen van kosteneffectiviteit, begrotingsneutraliteit en een deugdelijk en efficiënt beheer, waarbij ten volle rekening moet worden gehouden met de gevolgen van de economische crisis voor de overheidsfinanciën en de noodzaak van een strikt begrotingsbeleid,

C.  tevens overwegende dat er alles aan gedaan moet worden om ervoor te zorgen dat doublures en bevoegdheidsconflicten worden vermeden, met name omdat dit niet alleen zou leiden tot een minder doeltreffend extern beleid, maar ook tot een ondoelmatig gebruik van schaarse begrotingsmiddelen,

D.  overwegende dat de behoeften voor 2011 het onderwerp zijn van nota van wijzigingen 1/2010 bij de begroting 2011 en zullen worden geïntegreerd in de algemene begrotingsprocedure voor dat jaar,

E.  overwegende dat het grootste deel van de benodigde middelen eenvoudigweg overgeschreven zullen worden van de afdelingen van de Europese Raad en Raad en de Commissie, maar dat een beperkte hoeveelheid van de nieuwe middelen ook geleverd zullen moeten worden in de vorm van personeel en arbeidscontractanten,

F.  overwegende dat met ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 deze aanpassing van de begroting 2010 formeel wordt vastgesteld, inclusief de invoering van een nieuwe een afzonderlijke Afdeling X, hetgeen deel uitmaakt van het politieke akkoord,

G.  overwegende dat de bevoegdheden van het Parlement op het gebied van kwijting niet mogen worden aangetast,

H.  overwegende dat er nogmaals op moet worden gewezen dat het voor de EU van wezenlijk belang is om alle externe instrumenten te kunnen inzetten in het kader van een samenhangende structuur, en overwegende dat de waarborging van middelen van de begroting 2010 voor de opzet van de eerste fase van een dergelijke structuur de belangrijkste doelstelling van deze resolutie is,

I.  overwegende dat de Raad zijn standpunt op 13 september 2010 heeft vastgesteld,

1.  neemt kennis van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010;

2.  hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2010 zoals ingediend en verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat gewijzigde begroting nr. 6/2010 definitief is vastgesteld en te zorgen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

3.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie alsmede aan de overige betrokken instellingen en organen.

(1) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(2) PB L 64 van 12.3.2010.
(3) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

Juridische mededeling - Privacybeleid