Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/0059(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0285/2010

Ingediende teksten :

A7-0285/2010

Debatten :

PV 20/10/2010 - 10
CRE 20/10/2010 - 10

Stemmingen :

PV 21/10/2010 - 7.2
PV 21/10/2010 - 7.5
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0382

Aangenomen teksten
PDF 345kWORD 88k
Donderdag 21 oktober 2010 - Straatsburg
Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking ***I
P7_TA(2010)0382A7-0285/2010
Resolutie
 Geconsolideerde tekst
 Bijlage
 Bijlage

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 21 oktober 2010 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (COM(2010)0102 – C7-0079/2010 – 2010/0059(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2010)0102),

–  gelet op artikel 294, lid 2 en artikel 209, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0079/2010),

–  gelet op artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de gemotiveerde adviezen van nationale parlementen aan zijn Voorzitter inzake de conformiteit van het ontwerp van handeling met het subsidiariteitsbeginsel,

–  gelet op artikel 55 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie ontwikkelingssamenwerking en het advies van de Begrotingscommissie (A7-0285/2010),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  is van mening dat het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en van de Raad onvoldoende manoeuvreerruimte overlaat om een mogelijke crisissituatie te ondervangen, doordat de marge onder het plafond van rubriek 4 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 (MFK) aanzienlijk wordt teruggebracht;

3.  is van mening dat de voorgestelde maatregelen, gelet op de reeds lang voortslepende kwestie van de bananenhandel, al eerder in het MFK geïntegreerd hadden kunnen worden;

4.  herhaalt ervan overtuigd te zijn dat de nieuwe instrumenten niet door middel van herschikking zouden moeten worden gefinancierd, aangezien dit de bestaande prioriteiten in het gedrang kan brengen;

5.  herinnert eraan dat het flexibiliteitsinstrument bedoeld in punt 27 van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer(1), tot doel heeft te zorgen voor de financiering van „nauwkeurig bepaalde uitgaven die niet binnen het beschikbare maximum van een of meer andere rubrieken zouden kunnen worden gefinancierd”, en beschouwt maatregelen in de bananensector als begeleidende maatregelen die tot deze categorie behoren;

6.  is bijgevolg van mening dat het voorstel niet verenigbaar is met het plafond voor rubriek 4 van het MFK, en roept op het MFK te herzien, gebruikmakend van alle middelen waarin punten 21 tot en met 23 van het IIA voorzien, of van andere middelen, bijvoorbeeld als bedoeld in punten 25 en 27 daarvan;

7.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

8.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.


Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 oktober 2010 met het oog op de aanneming van Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking
P7_TC1-COD(2010)0059

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 209, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)  Het beleid van de Unie op gebied van ontwikkelingssamenwerking heeft de vermindering en uiteindelijk de uitbanning van de armoede tot doel.

(2)  De Unie heeft zich als partij bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) ertoe verbonden de handel te integreren in ontwikkelingsstrategieën en het internationale handelsverkeer te stimuleren om ontwikkeling te bevorderen en armoede wereldwijd terug te dringen en uiteindelijk uit te bannen.

(3)  De Unie steunt de groep landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) bij hun inspanningen voor armoedebestrijding en duurzame economische en sociale ontwikkeling en erkent het belang van hun basisproducten.

(4)  De Unie heeft zich verbonden tot het verlenen van steun voor de vlotte en geleidelijke integratie van de ontwikkelingslanden in de wereldeconomie met het oog op duurzame ontwikkeling. De belangrijkste bananenuitvoerende ACS-landen kunnen wellicht met problemen worden geconfronteerd, door de veranderende handelsvoorwaarden, met name ▌de liberalisering van het tarief van Most Favoured Nation in het kader van de WTO en de bestaande of toekomstige bilaterale of regionale overeenkomsten tussen de Unie en landen in Latijns-Amerika. Daarom moet Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking(2) worden aangevuld met een pakket begeleidende maatregelen voor de ACS-bananensector.

(5)  De financiële steunmaatregelen die in het kader van dit programma zullen worden vastgesteld, zullen de levensstandaard en de leefomstandigheden van de bevolking in bananenproducerende gebieden en de bananenwaardeketens, in het bijzonder kleine telers en kleine bedrijfseenheden, moeten verbeteren en zullen moeten zorgen voor de naleving van de arbeidsnormen en van de normen inzake gezondheid en veiligheid op het werk, alsmede van milieunormen, op het punt van met name gebruik van en blootstelling aan pesticiden, door de aanpassing en, voorzover relevant, de reorganisatie te ondersteunen van gebieden die afhankelijk zijn van de bananenuitvoer. Dat zal gebeuren in de vorm van begrotingssteun voor specifieke sectoren of maatregelen voor specifieke projecten. De maatregelen moeten gericht zijn op de totstandbrenging van een beleid voor sociale flexibiliteit, economische diversificatie of investeringen ter verbetering van het concurrentievermogen wanneer dat haalbaar is. Daarbij moet rekening worden gehouden met de resultaten van en de ervaring met de bijzondere regeling voor bijstand aan traditionele ACS-leveranciers van bananen vastgesteld volgens Verordening (EG) nr. 2686/94 van de Raad(3), en de bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van de traditionele ACS-leveranciers van bananen vastgesteld volgens Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad(4) en Verordening (EG) nr. 1609/1999 van de Commissie(5). De Unie erkent dat bevordering van een eerlijker verdeling van de bananenopbrengsten belangrijk is.

(6)  Het programma zou moeten voorzien in begeleidende maatregelen bij het aanpassingsproces in ACS-landen die in de afgelopen jaren aanzienlijke hoeveelheden bananen naar de Unie hebben uitgevoerd en die zullen worden getroffen door de liberalisering in het kader van de WTO(6)of als gevolg van bestaande of toekomstige bilaterale of regionale overeenkomsten tussen de Unie en bepaalde landen in Latijns-Amerika. Het programma bouwt voort op de bijzondere kaderregeling voor bijstand aan de traditionele ACS-leveranciers van bananen. Het is in overeenstemming met de internationale verplichtingen van de Unie in het kader van de WTO en is ▌gericht op herstructurering en verbetering van het concurrentievermogen. Het heeft dus een tijdelijk karakter, met een duur van vier jaar (2010-2013).

(7)  Volgens de conclusies van de mededeling van de Commissie van 17 maart 2010 met als titel „Tweejaarlijks verslag over de bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van de traditionele ACS-leveranciers van bananen”, hebben de vorige bijstandsprogramma's aanzienlijk bijgedragen aan een verbeterde capaciteit voor succesvolle economische diversificatie, ofschoon het precieze effect nog niet kan worden gekwantificeerd, en blijft de duurzaamheid van de bananenexport uit de ACS-landen nog kwetsbaar.

(8)  De Commissie heeft een evaluatie verricht van de bijzondere kaderregeling voor bijstand, en heeft geen effectbeoordeling uitgevoerd van de begeleidende maatregelen voor de bananensector.

(9)  De Commissie moet toezien op de daadwerkelijke coördinatie van dit programma met de regionale en nationale indicatieve programma's in de begunstigde landen, met name inzake de verwezenlijking van de doelstellingen op economisch, sociaal, landbouw- en milieugebied.

(10)  Bijna 2% van de wereldhandel in bananen wordt gecertificeerd door organisaties van „fair trade”-producenten. De minimumprijzen worden bij „fair trade” berekend aan de hand van de „duurzame productiekosten” die in overleg met de betrokken partijen worden vastgesteld, zodat de kosten voor naleving van behoorlijke sociale en ecologische normen in de kostprijs worden verwerkt, en een redelijke winst kan worden behaald, die de producenten in staat stelt te investeren in de stabiliteit van hun activiteit op langere termijn.

(11)  Om uitbuiting van plaatselijke arbeidskrachten te vermijden dienen de actoren van de productieketen in de bananensector tot een overeenstemming te komen over een eerlijke verdeling van de inkomsten die deze sector genereert.

(12)  De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met betrekking tot geografische strategiedocumenten, indicatieve meerjarenprogramma's, en strategiedocumenten voor thematische programma's en begeleidende maatregelen, aangezien deze Verordening (EG) nr. 1905/2006 aanvullen en van algemene toepassing zijn. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens de voorbereiding passend overleg voert, onder meer met deskundigen.

(13)  Verordening (EG) nr. 1905/2006 moet derhalve gewijzigd worden,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1905/2006 wordt als volgt gewijzigd:

(1)  Artikel 4 wordt vervangen door:"

Artikel 4

Verlening van EU-bijstand

In overeenstemming met het algemene doel en de werkingssfeer, de doelstellingen en de algemene beginselen van deze verordening wordt de EU-bijstand verleend door middel van de geografische en thematische programma's, bedoeld in de artikelen 5 tot en met 16 en de programma's, bedoeld in de artikelen 17 en 17 bis.

"

(2)  Het volgende artikel 17 bis wordt ingevoegd:"

Artikel 17 bis

Belangrijkste ACS-leveranciers van bananen

1.  Ten behoeve van de in bijlage III bis genoemde ACS-leveranciers van bananen worden begeleidende maatregelen voor de bananensector vastgesteld. De bijstand van de Unie aan deze landen heeft tot doel steun te verlenen voor hun aanpassingsproces na de liberalisering van de markt van de Unie voor bananen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie.De bijstand van de Unie zal met name worden aangewend ter bestrijding van armoede, door verbetering van de levensstandaard en de leefomstandigheden van de betrokken telers en andere personen, zo nodig in kleine bedrijfseenheden, zoals door toe te zien op naleving van arbeids- en veiligheidsnormen, alsook van milieunormen, zoals op het punt van gebruik van en blootstelling aan pesticiden.In de bijstand van de Unie wordt rekening gehouden met de beleidslijnen en aanpassingsstrategieën van de landenen hun regionale omgeving (in termen van nabuurschap aan ultraperifere gebieden van de Unie en overzeese landen en gebiedsdelen)en wordt bijzondere aandacht besteed aan de volgende samenwerkingsterreinen:

   (a) verbetering van het concurrentievermogen van de bananensector wanneer dit haalbaar is, rekening houdend met de situatie van de verschillende belanghebbenden in de keten;
   (b) bevordering van de economische diversificatie van gebieden die afhankelijk zijn van bananen, wanneer dat een haalbare strategie is;
   (c) aanpak van de bredere gevolgen van het aanpassingsproces, onder meer op het gebied van werkgelegenheid en sociale dienstverlening, grondgebruik en milieuherstel alsook macro-economische stabiliteit.

2.  Binnen het in bijlage IV genoemde bedrag stelt de Commissie aan de hand vande volgendeobjectieveen gewogenindicatoren het maximumbedrag vast dat voor elke in lid 1 bedoelde leverancier van ACS-bananen beschikbaar wordt gesteld:

   ( a) in eerste instantie de bananenhandel met de Unie;
   (b) in tweede instantie het belang van de bananenuitvoer voor de economie van het betrokken ACS-land samen methet ontwikkelingspeil van het land.

De toewijzingscriteria worden vastgesteld aan de hand vanrepresentatievegegevens van ▌vóór2010, die betrekking hebben op een periode van maximaal vijf jaar en op grond van een beoordeling van de Commissie van de gevolgen voor de ACS-landen van de in het kader van de WTO gesloten overeenkomst en van de bestaande of toekomstige bilaterale of regionale overeenkomsten tussen de Europese Unie en bepaalde landen in Latijns-Amerika, die de belangrijkste bananenuitvoerende landen zijn.

3.  Naar analogie met artikel 19 en overeenkomstig artikel 21 keurt de Commissie meerjarige steunstrategieën goed. De Commissie zorgt ervoor dat die strategieën een aanvulling vormen op de geografische strategiedocumenten van de betrokken landen en dat de begeleidende maatregelen voor de bananensector een tijdelijk karakter hebben.

De meerjarige steunstrategieën voor de begeleidende maatregelen in de bananensector omvatten de volgende elementen:

   a) een bijgewerkt milieuprofiel waarin terdege rekening wordt gehouden met de bananensector van het land, met aandacht voor onder meer pesticiden;
   b) informatie over de resultaten van eerdere steunprogramma's voor de bananensector;
   c) indicatoren om de voortgang inzake de betalingen te beoordelen, indien begrotingssteun als financieringsvorm wordt gekozen;
   d) de verwachte resultaten van de steun;
   e) een tijdschema van de steunactiviteiten en van de verwachte betalingen voor elk steunontvangend land;
   f) de wijze waarop voortgang bij de naleving van internationaal overeengekomen elementaire arbeidsnormen van de IAO en passende overeenkomsten inzake veiligheid en gezondheid op het werk, alsook internationaal overeengekomen elementaire milieunormen zal worden verwezenlijkt en hoe daarop wordt toegezien.

Achttien maanden voor het verstrijken van de looptijd van het programma vindt een evaluatie van het programma en van de vooruitgang van de landen plaats waarin aanbevelingen worden opgenomen omtrent de eventueel te ondernemen acties en de aard daarvan.

"

(3)  Artikel 21 wordt vervangen door:"

Artikel 21

Goedkeuring van strategiedocumenten en indicatieve meerjarenprogramma's

De in de artikelen 19 en 20 bedoelde strategiedocumenten en indicatieve meerjarenprogramma's en de evaluaties daarvan, bedoeld in artikel 19, lid 2, en artikel 20, lid 1, alsmede de begeleidende maatregelen, bedoeld in respectievelijk de artikelen 17 en 17 bis, worden door de Commissie bij gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 35, en met inachtneming van de in de artikelen 35 bis en 35 ter vermelde voorwaarden, vastgesteld.

"

(4)  In artikel 22 wordt lid 3 vervangen door:"

3.  De jaarlijkse actieprogramma's worden door de Commissie vastgesteld, rekening houdende met de adviezen van het Europees Parlement en de Raad.

"

(5)  In artikel 23 worden leden 3 en 4 vervangen door:"

3.  Wanneer de kosten van die maatregelen een bedrag van 10 miljoen EUR overschrijden, stelt de Commissie deze vast, rekening houdende met de adviezen van het Europees Parlement en de Raad. Bijzondere maatregelen waarvan de kosten minder dan 10 miljoen EUR bedragen, worden door de Commissie binnen één maand na vaststelling ter informatie aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden.

4.  Wijzigingen op bijzondere maatregelen, zoals technische aanpassingen, verlenging van de uitvoeringstermijn, herschikking van de kredieten binnen de geraamde begroting of verhoging of verlaging van de begroting met minder dan 20 % van de oorspronkelijke begroting, mits deze wijzigingen de oorspronkelijke, in het besluit van de Commissie genoemde doestellingen onverlet laten, worden binnen een maand aan het Europees Parlement en de Raad meegedeeld.

"

(6)  In Artikel 25 wordt lid 2 vervangen door:"

2.  Steun van de Unie wordt in beginsel niet aangewend voor het betalen van belastingen, heffingen of rechten in de begunstigde landen.

"

(7)  Artikel 29, lid 1, wordt vervangen door:"

1.  De begrotingsvastleggingen vinden plaats op basis van de besluiten die de Commissie neemt krachtens artikel 17 bis, lid 3, artikel 22, lid 1, artikel 23, lid 1), en artikel 26, lid 1).

"

(8)  Artikel 31, lid 1), derde alinea, komt als volgt te luiden:"

De procedure voor overheidsopdrachten en subsidieovereenkomsten die worden gefinancierd op grond van een thematisch programma in de zin van de artikelen 11 tot en met 16, en van de programma's, bedoeld in de artikelen 17 en 17 bis, staat open voor natuurlijke personen die onderdaan zijn van en rechtspersonen die gevestigd zijn in een ontwikkelingsland, zoals bepaald door de OESO/DAC en in bijlage II, naast de natuurlijke of rechtspersonen die overeenkomstig het thematische programma of de programma's, bedoeld in de artikelen 17 en 17 bis, in aanmerking komen. De Commissie publiceert en actualiseert bijlage II in overeenstemming met de herzieningen waaraan de OESO/DAC de lijst van landen die financiële steun ontvangen, regelmatig onderwerpt, en stelt de Raad daarvan in kennis.

"

(9)  In artikel 33 wordt lid 2 vervangen door:"

2.  De Commissie zendt haar beoordelingsverslagen ter informatie toe aan het Europees Parlement en de Raad. De uitkomst hiervan wordt verwerkt in de opzet van de programma's en de toewijzing van middelen.

"

(10)  Artikel 35 wordt vervangen door:"

Artikel 35

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.  De bevoegdheid om de in artikel 17, lid 2, artikel 17 bis en artikel 21 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor de toepassingsduur van deze verordening.

2.  Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

3.  De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend onder de voorwaarden van de artikelen 35 bis en 35 ter.

Artikel 35 bis

Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

1.  De in artikel 17, lid 2, artikel 17 bis en artikel 21 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan op elk ogenblik door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

2.  De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij een bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, brengt de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke tijd voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheid mogelijk wordt ingetrokken en waarom.

3.  Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit treedt onmiddellijk of op een in dat besluit bepaalde latere datum in werking. Het laat de geldigheid van de reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 35 ter

Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

1.  Het Europees Parlement of de Raad kan binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving bezwaar aantekenen tegen een gedelegeerde handeling.

Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.

2.  Indien bij het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn het Europees Parlement of de Raad geen bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de die termijn in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

3.  Indien het Europees Parlement of de Raad binnen de in lid 1 bedoelde termijn bezwaar aantekent tegen een gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar aantekent tegen een gedelegeerde handeling, geeft aan om welke redenen zij dat doet.

"

(11)  Artikel 38, leden 1 en 2, worden vervangen door:"

1.  Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van deze verordening over de periode 2007-2013 beloopt 17 087 miljoen EUR.

2.  De indicatieve bedragen die zijn toegewezen aan de in de artikelen 5 tot en met 10, 11 tot en met 16, 17 en 17 bis bedoelde programma's, zijn vermeld in bijlage IV. Deze bedragen zijn vastgesteld voor de periode 2007-2013.

"

(12)  Bijlage III bis, die is vervat in bijlage I bij deze verordening, wordt ingevoegd;

(13)  Bijlage IV wordt vervangen door bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

(1) Standpunt van het Europees Parlement van 21 oktober 2010.
(2) PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41.
(3) PB L 286 van 5.11.1994, blz. 1.
(4) PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2.
(5) PB L 190 van 23.7.1999, blz. 14.
(6) Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen, PB L 141, 9.6.2010, blz.3.


BIJLAGE I

„BIJLAGE III bis

Belangrijkste ACS-leveranciers van bananen

1.  Belize

2.  Kameroen

3.  Ivoorkust

4.  Dominica

5.  Dominicaanse Republiek

6.  Ghana

7.  Jamaica

8.  Saint Lucia

9.  Saint Vincent en de Grenadines

10.  Suriname„


BIJLAGE II

„BIJLAGE IV

Indicatieve financiële toewijzingen voor de periode 2007-2013 (miljoen Eur)

Totaal

17 087

Geografische programma's:

10 057

Latijns-Amerika

2 690

Azië

5 187

Centraal-Azië

719

Midden-Oosten

481

Zuid-Afrika

980

Thematische programma's:

5 596

Investeren in mensen

1 060

Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen

804

Niet-overheidsactoren en plaatselijke overheden in het ontwikkelingsproces

1 639

Voedselzekerheid

1 709

Migratie en asiel

384

ACS-landen van het suikerprotocol

1 244

Belangrijkste leveranciers van ACS-bananen

190„

Juridische mededeling - Privacybeleid