Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/0067(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0360/2010

Ingediende teksten :

A7-0360/2010

Debatten :

Stemmingen :

PV 15/12/2010 - 9.2
CRE 15/12/2010 - 9.2
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0477

Aangenomen teksten
PDF 407kWORD 179k
Woensdag 15 december 2010 - Straatsburg
Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed *
P7_TA(2010)0477A7-0360/2010

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 december 2010 over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de totstandbrenging van nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed (COM(2010)0105 – C7-0315/2010 – 2010/0067(CNS))

(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging – nauwere samenwerking)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2010)0105),

–  gelet op artikel 81, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7-0315/2010),

–  gezien zijn standpunt van 16 juni 2010(1), op grond waarvan het zijn goedkeuring gaf aan het ontwerpbesluit van de Raad houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed,

–  gezien Besluit 2010/405/EU van de Raad van 12 juli 2010 houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed(2),

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 14 juli 2010,

–  gelet op artikel 55 en artikel 74 octies, lid 3, van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en de adviezen van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A7-0360/2010),

1.  hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie, als geamendeerd door het Parlement;

2.  verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.  verzoekt de Commissie, voor de toegezegde algemene herziening van Verordening(EG) nr. 2201/2003 , zo spoedig mogelijk een voorstel tot wijziging van die verordening in te dienen dat uitsluitend de toevoeging van een clausule over het forum necessitatis behelst;

4.  verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

5.  wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Visum 2
Gelet op Besluit […] van de Raad van […] houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed7,
Gelet op Besluit 2010/405/EU van 12 juli 2010 van de Raad houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed1,
____________________
7PB L […] van […], blz. […].
____________________
1 PB L 189 van 22.7.2010, blz. 12.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
(1)  De Unie heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te handhaven en te ontwikkelen, waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is. Met het oog op de geleidelijke totstandbrenging van die ruimte moet de Unie maatregelen nemen op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen.
(1)  De Unie heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te handhaven en te ontwikkelen, waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is. Met het oog op de geleidelijke totstandbrenging van die ruimte dient de Unie maatregelen te nemen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen, met name voorzover dit nodig is voor de goede werking van de interne markt.
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
(2)  Overeenkomstig artikel 81, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie stelt de Raad maatregelen vast betreffende het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen.
(2)  Overeenkomstig artikel 81 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden hiermee onder meer maatregelen bedoeld die de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende collisieregels beogen.
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
(6)  Bulgarije, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Hongarije, Oostenrijk, Roemenië en Slovenië hebben later bij de Commissie een verzoek ingediend waarin zij het voornemen te kennen gaven om onderling een nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht in huwelijkszaken, en hebben de Commissie verzocht bij de Raad een voorstel in die zin in te dienen.
(6)  België, Bulgarije, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Letland, Luxemburg, Malta, Hongarije, Oostenrijk, Portugal, Roemenië en Slovenië dienden vervolgens bij de Commissie een verzoek in waarin zij het voornemen te kennen gaven om onderling een nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht in huwelijkszaken. Griekenland trok op 3 maart 2010 zijn verzoek in.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
(7)  Op […] heeft de Raad Besluit […] houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed vastgesteld.
(7)  Op 12 juli 2010 heeft de Raad Besluit 2010/405/EU houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed vastgesteld.
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
(8)  Luidens artikel 328, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie staat nauwere samenwerking open voor alle lidstaten op het moment waarop zij wordt aangegaan, mits de deelnemingsvoorwaarden worden nageleefd die eventueel zijn vastgesteld bij het besluit waarbij toestemming wordt verleend. Deelneming op een later tijdstip blijft steeds mogelijk, mits, naast de genoemde voorwaarden, de in dit kader reeds vastgestelde handelingen worden nageleefd.
(8)  Luidens artikel 328, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie staat nauwere samenwerking open voor alle lidstaten op het moment waarop zij wordt aangegaan, mits de deelnemingsvoorwaarden worden nageleefd die eventueel zijn vastgesteld bij het besluit waarbij toestemming wordt verleend. Deelneming op een later tijdstip blijft steeds mogelijk, mits, naast de genoemde voorwaarden, de in dit kader reeds vastgestelde handelingen worden nageleefd. De Commissie en de aan een nauwere samenwerking deelnemende lidstaten dienen erop toe te zien dat de deelneming van zoveel mogelijk lidstaten wordt bevorderd. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is overeenkomstig de Verdragen rechtstreeks toepasselijk in elke deelnemende lidstaat.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 bis (nieuw)
(9 bis)  Het materiële toepassingsgebied en de uitvoeringsbepalingen van deze verordening moeten in overeenstemming zijn met Verordening (EG) nr. 2201/2003. Zij dient echter niet van toepassing te zijn op de nietigverklaring van een huwelijk. Deze verordening dient alleen te gelden voor de ontbinding of versoepeling van de huwelijksband. Het door de collisieregels van deze verordening aangewezen recht moet gelden voor de gronden voor echtscheiding en scheiding van tafel en bed. Prejudiciële beslissingen over kwesties als de wettelijke bevoegdheid en de geldigheid van een huwelijk, en over kwesties als de gevolgen van echtscheiding of scheiding van tafel en bed voor het vermogen, de naam, de ouderlijke verantwoordelijkheid, onderhoudsverplichtingen of andere bijkomende maatregelen, moeten worden vastgesteld op grond van de collisieregels die in de desbetreffende deelnemende lidstaat van toepassing zijn.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
(10)  Het territoriale toepassingsgebied van deze verordening wordt bepaald door aanwijzing van de lidstaten die aan de nauwere samenwerking deelnemen.
(10)  Het territoriale toepassingsgebied van deze verordening wordt omschreven door te bepalen welke lidstaten aan de nauwere samenwerking deelnemen, overeenkomstig artikel 1, lid 2.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 10 bis (nieuw)
(10 bis)  Deze verording dient een universeel karakter te hebben, d.w.z. dat de uniforme collisieregels die erin vervat zijn, zonder onderscheid het recht kunnen aanwijzen van een deelnemende lidstaat, van een niet-deelnemende lidstaat of van een staat die geen lid is van de Europese Unie.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
(11)  Deze verordening is van toepassing ongeacht de aard van het gerecht waarbij de zaak aanhangig wordt gemaakt.
(11)  Deze verordening is van toepassing ongeacht de aard van het gerecht waarbij de zaak aanhangig wordt gemaakt. In voorkomend geval moet het gerecht worden geacht in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 2201/2003 te zijn geadieerd.
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
(12)  Wil men bereiken dat de echtgenoten de vrijheid hebben een toepasselijk recht te kiezen waarmee zij nauwe banden hebben, en dat, ook bij gebreke van een keuze, een dergelijk recht hun echtscheiding of scheiding van tafel en bed beheerst, dan moet dat recht worden toegepast, ook wanneer het niet dat van een deelnemende lidstaat is. Wanneer het recht van een andere lidstaat wordt aangewezen, kan het netwerk dat is opgericht bij Besluit 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken10 de rechterlijke instanties informatie verstrekken over de inhoud van het buitenlandse recht.
(12)  Wil men bereiken dat de echtgenoten de vrijheid hebben een toepasselijk recht te kiezen waarmee zij nauwe banden hebben, en dat, ook bij gebreke van een keuze, een dergelijk recht hun echtscheiding of scheiding van tafel en bed beheerst, dan moet dat recht tevens van toepassing zijn als het niet het recht van een deelnemende lidstaat is. Indien het recht van een andere lidstaat wordt aangewezen, kan het netwerk dat is bedoeld in Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken1, zoals gewijzigd bij Beschikking nr. 568/2009/EG van 18 juni 20092, de rechterlijke instanties informatie verstrekken over de inhoud van het buitenlandse recht.
____________________
10 PB L 174, 27 juni 2001, blz. 25.
____________________
1 PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25.
2 PB L 168 van 30.6.2009, blz. 35.
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
(13)  De mobiliteit van de burgers verhogen vereist enerzijds meer flexibiliteit en anderzijds grotere rechtszekerheid. Om dat doel te bereiken moet deze verordening aan de partijen in een procedure van echtscheiding of scheiding van tafel en bed een grotere autonomie geven door hen tot op zekere hoogte de mogelijkheid te bieden het recht te kiezen dat hun echtscheiding of scheiding van tafel en bed beheerst. Die mogelijkheid mag echter niet worden gegeven voor de nietigverklaring van een huwelijk, aangezien die nauw samenhangt met de voorwaarden voor de geldigheid van het huwelijk en beter niet aan de partijautonomie wordt overgelaten.
(13)  De mobiliteit van de burgers verhogen vereist enerzijds meer flexibiliteit en anderzijds grotere rechtszekerheid. Om dat doel te bereiken moet deze verordening aan de partijen in een procedure van echtscheiding of scheiding van tafel en bed een grotere autonomie geven door hen tot op zekere hoogte de mogelijkheid te bieden het recht te kiezen dat hun echtscheiding of scheiding van tafel en bed beheerst.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 14
(14)  De echtgenoten moeten kunnen kiezen voor het recht van een land waarmee zij bijzondere banden hebben of voor het recht van de staat waar de zaak aanhangig is als recht dat van toepassing is op hun echtscheiding of scheiding van tafel en bed. Het door de echtgenoten gekozen recht moet in overeenstemming zijn met de grondrechten zoals die zijn neergelegd in de Verdragen en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De mogelijkheid om het op echtscheiding en scheiding van tafel en bed toepasselijke recht te kiezen mag geen afbreuk doen aan het hogere belang van de kinderen.
(14)  De echtgenoten moeten kunnen kiezen voor het recht van een land waarmee zij bijzondere banden hebben of voor het recht van de staat van de rechter als recht dat van toepassing is op hun echtscheiding of scheiding van tafel en bed. Het door de echtgenoten gekozen recht moet in overeenstemming zijn met de grondrechten zoals die zijn erkend in de Verdragen en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
(15)  Het is belangrijk dat de echtgenoten, voordat zij het toepasselijke recht kiezen, actuele informatie kunnen krijgen over de belangrijkste aspecten van het nationale recht, van het recht van de Unie en van de procedures van echtscheiding en scheiding van tafel en bed. Om te garanderen dat zij relevante informatie van goede kwaliteit kunnen krijgen, werkt de Commissie deze informatie voortdurend bij in het publiek toegankelijke informatiesysteem op internetbasis, dat bij Beschikking 2001/470/EG van de Raad is opgericht.
(15)  Het is belangrijk dat de echtgenoten, voordat zij het toepasselijke recht kiezen, actuele informatie kunnen krijgen over de belangrijkste aspecten van het nationale recht, van het recht van de Unie en van de procedures van echtscheiding en scheiding van tafel en bed. Om te garanderen dat zij relevante informatie van goede kwaliteit kunnen krijgen, werkt de Commissie deze informatie voortdurend bij in het openbare informatiesysteem op internetbasis, dat is opgericht bij Beschikking 2001/470/EG van de Raad, zoals gewijzigd bij Beschikking nr. 568/2009/EG.
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 15 bis (nieuw)
(15 bis)  Indien de echtgenoten het niet eens kunnen worden over het toepasselijke recht, dienen zij een bemiddelingsprocedure, die ten minste één consultatie van een erkend bemiddelaar omvat, te doorlopen.
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
(16)  Dat beide echtgenoten een geïnformeerde keuze kunnen maken, is voor deze verordening van wezenlijk belang. Elke echtgenoot moet precies weten wat de juridische en sociale consequenties van de keuze van het toepasselijke recht zijn. De mogelijkheid om in onderling overleg het toepasselijke recht te kiezen moet de rechten van beide echtgenoten en hun gelijke kansen onverlet laten. In dit verband moeten de nationale rechters zich ervan bewust zijn hoe belangrijk het is dat beide echtgenoten met betrekking tot de juridische consequenties van de gesloten overeenkomst een geïnformeerde keuze kunnen maken.
(16)  Dat de echtgenoten een geïnformeerde keuze kunnen maken, is in deze verordening van wezenlijk belang. Elke echtgenoot moet precies weten wat de juridische en sociale consequenties van de keuze van het toepasselijke recht zijn. De mogelijkheid om in onderling overleg het toepasselijke recht te kiezen moet de rechten van de echtgenoten en hun gelijke kansen onverlet laten. In dit verband moeten de rechters in de deelnemende lidstaten zich ervan bewust zijn hoe belangrijk het is dat de echtgenoten met betrekking tot de juridische consequenties van de gesloten overeenkomst een geïnformeerde keuze kunnen maken.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
(17)  Er moet in bepaalde garanties worden voorzien om te waarborgen dat de echtgenoten zich bewust zijn van de consequenties van hun keuze. De overeenkomst over de keuze van het toepasselijke recht moet minstens schriftelijk worden vastgelegd, gedateerd zijn en door beide partijen worden ondertekend. Indien het recht van de deelnemende lidstaat waar de beide echtgenoten hun gewone verblijfplaats hebben evenwel voorziet in bijkomende formele voorschriften, moeten die in acht worden genomen. Dergelijke bijkomende formele voorschriften kunnen bijvoorbeeld bestaan in de eis dat de overeenkomst wordt opgenomen in een huwelijkscontract.
(17)  Regels inzake de materiële en formele geldigheid moeten zo worden geformuleerd dat de geïnformeerde keuze van de echtgenoten gemakkelijker wordt en dat hun instemming wordt geëerbiedigd om te zorgen voor rechtszekerheid en betere toegang tot de rechter. Wat de formele geldigheid betreft, moet in bepaalde garanties worden voorzien om te waarborgen dat de echtgenoten zich bewust zijn van de consequenties van hun keuze. De overeenkomst over de keuze van het toepasselijke recht moet minstens schriftelijk worden vastgelegd, gedateerd zijn en door beide partijen worden ondertekend. Indien het recht van de deelnemende lidstaat waar de beide echtgenoten, op het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, hun gewone verblijfplaats hebben evenwel voorziet in bijkomende formele voorschriften, dienen die in acht te worden genomen. Dergelijke bijkomende formele voorschriften kunnen bijvoorbeeld bestaan in de eis dat de overeenkomst wordt opgenomen in een huwelijkscontract. Wanneer de echtgenoten, op het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, hun gewone verblijfplaats echter in verschillende deelnemende lidstaten hebben die verschillende formele voorschriften hebben vastgelegd, is het voldoende als aan de formele voorschriften van een van die staten wordt voldaan. Wanneer op het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, slechts één van de echtgenoten zijn gewone verblijfplaats in een deelnemende lidstaat heeft die aanvullende formele voorschriften heeft vastgelegd, moet aan deze voorschriften worden voldaan.
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
(19)  Voor het geval geen rechtskeuze werd gemaakt, moet deze verordening voorzien in geharmoniseerde collisieregels, met een reeks opeenvolgende aanknopingspunten die gebaseerd zijn op het bestaan van een nauwe band tussen de echtgenoten en het betrokken rechtsstelsel, om de rechtszekerheid en de voorspelbaarheid te waarborgen en om situaties te voorkomen waarin de ene echtgenoot de andere vóór tracht te zijn met het aanvragen van de echtscheiding om ervoor te zorgen dat de procedure wordt beheerst door een bepaald rechtsstelsel, dat deze echtgenoot gunstiger acht voor de verdediging van zijn belangen. Deze aanknopingspunten zijn gekozen opdat de procedure van echtscheiding en scheiding van tafel en bed wordt beheerst door het recht van een land waarmee de echtgenoten nauwe banden hebben, en verwijzen in eerste instantie naar het recht van de gewone verblijfplaats van de echtgenoten.
(19)  Voor het geval geen rechtskeuze werd gemaakt, moet deze verordening voorzien in geharmoniseerde collisieregels, met een reeks opeenvolgende aanknopingspunten die gebaseerd zijn op het bestaan van een nauwe band tussen de echtgenoten en het betrokken rechtsstelsel, om de rechtszekerheid en de voorspelbaarheid te waarborgen en om situaties te voorkomen waarin de ene echtgenoot de andere vóór tracht te zijn met het aanvragen van de echtscheiding om ervoor te zorgen dat de procedure wordt beheerst door een bepaald rechtsstelsel, dat deze echtgenoot gunstiger acht voor de verdediging van zijn belangen. Dergelijke aanknopingspunten moeten ook worden gekozen om te waarborgen dat procedures betreffende echtscheiding of scheiding van tafel en bed worden beheerst door een rechtsstelsel waarmee de echtgenoten een nauwe band hebben.
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 19 bis (nieuw)
(19 bis)  In de gevallen waarin deze verordening nationaliteit als aanknopingspunt voor de toepassing van het recht van een bepaalde lidstaat hanteert, wordt de vraag, hoe in gevallen van meervoudige nationaliteit moet worden gehandeld, overeenkomstig het nationale recht geregeld, met dien verstande dat de algemene beginselen van de Europese Unie ten volle moeten worden geëerbiedigd.
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 19 ter (nieuw)
(19 ter)  Wanneer de omzetting van een scheiding van tafel en bed in een echtscheiding aanhangig wordt gemaakt bij de rechter en de partijen geen keuze hebben gemaakt met betrekking tot het toepasbare recht, is de wet die werd toegepast op de scheiding van tafel en bed ook van toepassing op de echtscheiding. Een dergelijke continuïteit is bevorderlijk voor de voorspelbaarheid voor de partijen en vergroot de rechtszekerheid. Wanneer de wet die van toepassing is op de scheiding van tafel en bed echter niet voorziet in omzetting van de scheiding van tafel en bed in een echtscheiding, gelden de collisieregels die van toepassing zijn als de partijen geen keuze hebben gemaakt. De echtgenoten mogen niet worden gehinderd om naar een echtscheiding op grond van andere regelingen van deze verordening te streven.
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 20
(20)  In bepaalde omstandigheden, meer bepaald wanneer het toepasselijke recht niet voorziet in de mogelijkheid van echtscheiding of aan een van beide echtgenoten op grond van diens sekse geen gelijke toegang tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed verleent, dient evenwel het recht van de staat waar de zaak aanhangig is te worden toegepast.
(20)  In bepaalde omstandigheden, meer bepaald wanneer het toepasselijke recht niet voorziet in de mogelijkheid van echtscheiding of aan een van beide echtgenoten op grond van diens sekse geen gelijke toegang tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed verleent, dient evenwel het recht van de staat waar de zaak aanhangig is te worden toegepast. Dit moet echter onverlet laten dat een lidstaat zich op de openbare orde kan beroepen.
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 21
(21)  Met het oog op het algemeen belang moeten de rechterlijke instanties van de deelnemende lidstaten in uitzonderlijke omstandigheden de mogelijkheid hebben om buitenlands recht niet toe te passen wanneer dat in een bepaalde zaak kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van het land van de rechter. De rechterlijke instanties mogen zich echter niet op de exceptie van de openbare orde kunnen beroepen om het recht van een andere lidstaat terzijde te schuiven wanneer zulks strijdig zou zijn met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name artikel 21 daarvan, dat elke vorm van discriminatie verbiedt.
(21)  Met het oog op het algemeen belang moeten de rechterlijke instanties van de deelnemende lidstaten in uitzonderlijke omstandigheden de mogelijkheid hebben om een bepaling van buitenlands recht niet toe te passen indien dit in een bepaalde zaak kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van het land van de rechter. De rechterlijke instanties mogen zich echter niet op de exceptie van de openbare orde kunnen beroepen om een bepaling van het recht van een andere staat terzijde te schuiven wanneer zulks strijdig zou zijn met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name artikel 21 daarvan, dat elke vorm van discriminatie verbiedt.
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 21 bis (nieuw)
(21 bis)  Indien in de verordening gewag wordt gemaakt van het feit dat het recht van een deelnemende staat, waar de zaak aanhangig is gemaakt, niet in echtscheiding voorziet, moet daaraan de uitleg worden gegeven dat het toepasselijke recht van die lidstaat het begrip echtscheiding niet kent. In dat geval mag de rechtbank niet worden verplicht om op grond van deze verordening een echtscheiding uit te spreken. Indien in de verordening gewag wordt gemaakt van het feit dat het recht van een deelnemende staat, waar de zaak aanhangig is gemaakt, het huwelijk in kwestie niet geldig acht voor de toepassing van een echtscheidingsprocedure, moet daaraan onder meer de uitleg worden gegeven dat een dergelijk huwelijk krachtens het recht van de lidstaat niet bestaat. In dat geval mag de rechtbank niet worden verplicht om op grond van deze verordening een echtscheiding uit te spreken of een scheiding van tafel en bed op te leggen.
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 22
(22)  Aangezien er staten en deelnemende lidstaten zijn waar twee of meer rechtsstelsels of gehelen van rechtsregels betreffende de door deze verordening geregelde aangelegenheden naast elkaar bestaan, moet worden bepaald in welke mate de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn in de verschillende territoriale eenheden van deze staten en deelnemende lidstaten.
(22)  Aangezien er staten en deelnemende lidstaten zijn waar twee of meer rechtsstelsels of gehelen van rechtsregels betreffende de door deze verordening geregelde aangelegenheden naast elkaar bestaan, moet worden bepaald in welke mate de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn in de verschillende territoriale eenheden van deze staten en deelnemende lidstaten, of in welke mate de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn op verschillende categorieën personen van deze staten en deelnemende lidstaten.
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 22 bis (nieuw)
(22bis)  Bij het ontbreken van voorschriften met betrekking tot de keuze van het toepasselijke recht, moeten de echtgenoten die het recht van een lidstaat kiezen waarvan een van hen de nationaliteit heeft, op hetzelfde moment het recht van de territoriale eenheid aangeven, dat zij hebben gekozen wanneer de staat waarvan zij het recht hebben gekozen, verschillende territoriale eenheden omvat die elk een eigen rechtsstelsel of eigen rechtsregels voor echtscheiding heeft.
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  Deze verordening geldt niet voor de volgende kwesties, ook als deze uitsluitend de vorm aannemen van een prejudiciële beslissing in het kader van een procedure voor een echtscheiding of een scheiding van tafel en bed:
(a) de rechtsbekwaamheid van natuurlijke personen;
(b) het bestaan, de geldigheid of de erkenning van een huwelijk;
(c) de ontbinding van een huwelijk;
(d) de naam van de echtgenoten;
(e) de vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk;
(f) de ouderlijke aansprakelijkheid;
(g) de onderhoudsverplichtingen;
(h) trusts en erfopvolging.
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – lid 2
2.  Voor de toepassing van deze verordening wordt onder „deelnemende lidstaat” een lidstaat verstaan die overeenkomstig Besluit [] van de Raad van [] houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed deelneemt aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed.
2.  Voor de toepassing van deze verordening wordt onder „deelnemende lidstaat” een lidstaat verstaan die overeenkomstig Besluit 2010/405/EU van de Raad van 12 juli 2010 houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed, of krachtens een besluit dat de Commissie overeenkomstig artikel 331, lid 1, tweede of derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft vastgesteld, deelneemt aan de nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed.
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 bis (nieuw)
Artikel 1 bis
Verband met Verordening (EG) nr. 2201/2003
Deze verordening laat de toepassing van Verordening (EG) nr. 2201/2003 onverlet.
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 ter (nieuw)
Artikel 1 ter
Definitie
In deze verordening wordt onder „gerecht” verstaan, alle autoriteiten in de deelnemende lidstaten die bevoegd zijn terzake van de aangelegenheden die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen.
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 1 – inleidende formule
1.  Echtgenoten kunnen in onderling overleg het op echtscheiding en scheiding van tafel en bed toepasselijke recht aanwijzen mits dit recht in overeenstemming is met de grondrechten die zijn vastgesteld in de Verdragen en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met het beginsel van de openbare orde, waarbij zij de keuze hebben uit:
1.  De echtgenoten kunnen overeenkomen het op de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed toepasselijke recht aan te wijzen, mits dit een van de volgende rechtsstelsels is:
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 3
3.  De in lid 2 bedoelde rechtskeuze geschiedt bij een schriftelijke overeenkomst, die wordt gedagtekend en ondertekend door beide echtgenoten. Als schriftelijk wordt aangemerkt elke elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam wordt vastgelegd.
3.  Indien de wet van het aangezochte gerecht hierin voorziet, kunnen de echtgenoten het toepasselijke recht in de loop van de procedure bepalen. Eveneens volgens het recht van deze staat neemt de rechter akte van de rechtskeuze.
Indien het recht van de deelnemende lidstaat waarin de beide echtgenoten bij het sluiten van de overeenkomst hun gewone verblijfplaats hebben evenwel voorziet in bijkomende formele voorschriften voor dit soort overeenkomst, moeten die voorschriften in acht worden genomen. Indien de echtgenoten hun gewone verblijfplaats hebben in verschillende deelnemende lidstaten en het recht van die lidstaten voorziet in verschillende formele voorschriften, is de overeenkomst naar de vorm geldig indien zij voldoet aan de voorwaarden die worden opgelegd door het recht van een van deze landen.
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – lid 4
4.  Indien het recht van de staat waar de zaak aanhangig is die mogelijkheid biedt, kunnen de echtgenoten ook in de loop van de procedure nog een rechtskeuze maken. In dat geval neemt de rechter volgens zijn eigen recht akte van de rechtskeuze.
Schrappen
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 bis (nieuw)
Artikel 3 bis
Instemming en materiële geldigheid
1.  Het bestaan en de geldigheid van een overeenkomst over de rechtskeuze of van een bepaling daarvan worden beheerst door het recht dat ingevolge deze verordening toepasselijk zou zijn, indien de overeenkomst of de bepaling geldig zou zijn.
2.  Niettemin kan een echtgenoot zich, voor het bewijs dat hij of zij geen toestemming heeft verleend, beroepen op het recht van het land waar hij of zij zijn of haar gewone verblijfplaats heeft op het moment waarop het gerecht wordt aangezocht, indien uit de omstandigheden blijkt dat het niet redelijk zou zijn de gevolgen van zijn of haar gedrag te bepalen overeenkomstig het in het lid 1 bedoelde recht.
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 ter (nieuw)
Artikel 3 ter
Formele geldigheid van overeenkomsten
1.  De in artikel 3, leden 1 en 2, bedoelde rechtskeuze geschiedt bij een schriftelijke overeenkomst, die door beide echtgenoten wordt gedagtekend en ondertekend. Als schriftelijk wordt aangemerkt elke elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam wordt vastgelegd.
2.  Indien echter volgens het recht van de deelnemende lidstaat waar de echtgenoten bij het sluiten van de overeenkomst hun gewone verblijfplaats hebben, de rechtskeuzeovereenkomst aan bijkomende formele voorschriften voor dit soort overeenkomsten is onderworpen, moeten deze voorschriften in acht worden genomen.
3.  Indien de echtgenoten op het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten hun gewone verblijfplaats hebben in verschillende deelnemende lidstaten en het recht van die staten voorziet in verschillende formele voorschriften, is de overeenkomst naar de vorm geldig indien zij voldoet aan de voorwaarden die worden opgelegd door het recht van een van deze landen.
4.  Wanneer slechts een van de echtgenoten, op het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, zijn of haar gewone verblijfplaats in een deelnemende lidstaat heeft en die lidstaat aanvullende formele voorschriften voor dit soort overeenkomst heeft vastgelegd, zijn deze voorwaarden van toepassing.
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 bis (nieuw)
Artikel 4 bis
Omzetting van scheiding van tafel en bed in echtscheiding
1.  Wanneer een scheiding van tafel en bed wordt omgezet in een echtscheiding geldt het recht dat van toepassing was op de scheiding van tafel en bed ook voor de echtscheiding, tenzij de partijen anders hebben besloten, overeenkomstig artikel 3.
2.  Wanneer het recht dat van toepassing is op de scheiding van tafel en bed niet voorziet in een omzetting van de scheiding van tafel en bed in een echtscheiding, is artikel 4 van toepassing, tenzij de partijen anders hebben besloten, overeenkomstig artikel 3.
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 bis (nieuw)
Artikel 7 bis
Verschillen in nationaal recht
Deze verordening verplicht in geen enkel opzicht de gerechten van een deelnemende lidstaat waarvan het recht niet in echtscheiding voorziet of waar het huwelijk in kwestie niet geldig wordt geacht voor de toepassing van een echtscheidingsprocedure, om door toepassing van deze verordening een echtscheidingsbevel uit te spreken.
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 8
Staten met meer dan één rechtsstelsel
Staten met twee of meer rechtsstelsels - territoriale eenheden
1.  In het geval van een staat die meerdere territoriale eenheden telt welke elk hun eigen rechtsregels inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed hebben, wordt voor het bepalen van het overeenkomstig deze verordening toe te passen recht, elke territoriale eenheid als een staat beschouwd.
1.  In het geval van een staat die meerdere territoriale eenheden telt welke elk hun eigen rechtsregels inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed hebben, wordt voor het bepalen van het overeenkomstig deze verordening toe te passen recht, elke territoriale eenheid als een staat beschouwd.
1 bis.  Met betrekking tot dergelijke staten geldt het volgende:
a) een verwijzing naar de gewone verblijfplaats in die staat wordt uitgelegd als een verwijzing naar de gewone verblijfplaats in een territoriale eenheid van die staat;
b) elke verwijzing naar de nationaliteit wordt uitgelegd als een verwijzing naar de, door het recht van die staat aangewezen territoriale eenheid of, als dergelijke voorschriften ontbreken, de door de echtgenoten gekozen territoriale eenheid of, als een dergelijke keuze ontbreekt, de territoriale eenheid waarmee de echtgenoot/echtgenoten de nauwste banden heeft/hebben.
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 bis (nieuw)
Artikel 8 bis
Staten met twee of meer rechtsstelsels - intermenselijke conflicten
Met betrekking tot een staat die twee of meer rechtsstelsels of verzamelingen rechtsregels heeft die van toepassing zijn op verschillende categorieën personen betreffende onderwerpen die door deze verordening worden geregeld, wordt elke verwijzing naar het recht van deze staat uitgelegd als een verwijzing naar het rechtsstelsel dat wordt bepaald door de vigerende rechtsregels in die staat. Bij gebreke van dergelijke regels, is het recht van toepassing het rechtsstelsel of de verzameling rechtsregels waarmee de echtgenoot/echtgenoten de nauwste band heeft/hebben.
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 ter (nieuw)
Artikel 8 ter
Het niet toepassen van deze verordening op interne conflicten
Deelnemende lidstaten waar verschillende rechtsstelsels of verzamelingen rechtsregels voor de in deze verordening geregelde onderwerpen van toepassing zijn, zijn niet verplicht deze verordening toe te passen op wetsconflicten die alleen tussen dergelijke verschillende rechtsstelsels of verzamelingen rechtsregels optreden.
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 1 – letter a
(a) de formele voorschriften die van toepassing zijn op rechtskeuzeovereenkomsten; en
(a) de formele vereisten die van toepassing zijn op rechtskeuzeovereenkomsten, overeenkomstig artikel 3 ter, leden 2 t/m 4; en
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 – alinea 2
Een rechtskeuzeovereenkomst die vóór de datum van toepassing van deze verordening is gesloten overeenkomstig het recht van een deelnemende lidstaat, heeft echter eveneens uitwerking indien ze voldoet aan de voorwaarden van artikel 3, lid 3, eerste alinea.
Een rechtskeuzeovereenkomst die vóór de datum van toepassing van deze verordening is gesloten, heeft echter eveneens uitwerking indien ze strookt met de artikelen 3 bis en 3 ter.
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 1
1.  De toepassing van bilaterale of multilaterale verdragen waarbij één of meer deelnemende lidstaten op het tijdstip van de vaststelling van deze verordening partij zijn en die betrekking hebben op de door deze verordening geregelde aangelegenheden, worden door deze verordening onverlet gelaten, onverminderd de verplichtingen van de deelnemende lidstaten uit hoofde van artikel 351 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
1.  De toepassing van internationale verdragen waarbij een of meer deelnemende lidstaten op het tijdstip van de vaststelling van deze verordening of het in artikel 1, lid 2 bedoelde besluit partij zijn, en die collisieregels betreffende echtscheiding of scheiding van tafel en bed bevatten, worden door deze verordening onverlet gelaten.
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 2
2.  Onverminderd het bepaalde in lid 1 heeft deze verordening tussen de deelnemende lidstaten voorrang boven verdragen die betrekking hebben op de in deze verordening geregelde aangelegenheden en waarbij deelnemende lidstaten partij zijn.
2.  Deze verordening heeft echter tussen de deelnemende lidstaten voorrang boven uitsluitend tussen twee of meer deelnemende lidstaten gesloten verdragen, voorzover deze betrekking hebben op de in deze verordening geregelde aangelegenheden.
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 1
Uiterlijk [vijf jaar na het van toepassing worden van deze verordening] dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze verordening. Dat verslag gaat zo nodig vergezeld van voorstellen tot aanpassing.
1.  Uiterlijk vijf jaar na het van toepassing worden van deze verordening en vervolgens om de vijf jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze verordening. Dat verslag gaat zo nodig vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze verordening.
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  De deelnemende lidstaten doen de Commissie derhalve alle relevante informatie over de toepassing van deze verordening door hun rechtbanken toekomen.
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – alinea 2 bis (nieuw)
Voor lidstaten die deelnemen overeenkomstig een volgens de tweede en derde alinea van artikel 331, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aangenomen besluit, treedt deze verordening in werking met ingang van de in het desbetreffende besluit vermelde datum.

(1) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0216.
(2) PB L 189 van 22.7.2010, blz. 12.

Juridische mededeling - Privacybeleid