Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2911(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0693/2010

Debatten :

Stemmingen :

PV 15/12/2010 - 9.7
CRE 15/12/2010 - 9.7
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2010)0482

Aangenomen teksten
PDF 129kWORD 48k
Woensdag 15 december 2010 - Straatsburg
De toekomst van het strategisch partnerschap Afrika/EU na de derde Afrika-EUtop
P7_TA(2010)0482RC-B7-0693/2010

Resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2010 over de toekomst van het strategisch partnerschap Afrika-EU na de derde topontmoeting Afrika-EU

Het Europees Parlement,

–  gezien de op 30 november 2010 door de staatshoofden en regeringsleiders afgelegde verklaring van Tripoli,

–  gezien de verklaring van de parlementaire pre-top van het Pan-Afrikaans Parlement en het Europees Parlement van 27 november 2010,

–  gelet op de artikelen 177 t/m 181 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

–  gelet op artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat het partnerschap tussen Afrika en de EU gebaseerd is op het wederzijdse belang van het valoriseren van hun gecombineerde mogelijkheden,

B.  overwegende dat de verklaring van Tripoli getuigt van de wil van de verschillende leiders om het strategische partnerschap dat drie jaar geleden tussen beide continenten werd gesloten te consolideren, ten einde gemeenschappelijke opgaven tezamen aan te pakken en de duurzame economische groei te bevorderen ten gunste van alle bewoners van Afrika,

C.  overwegende dat de EU meer dan de helft van alle ontwikkelingshulp voor haar rekening neemt en de eerste handelspartner van Afrika blijft,

D.  overwegende dat Afrika zijn partnerschappen aan het diversifiëren is, vooral met de grote landen van Azië en Latijns-Amerika,

1.  is ingenomen met de goedkeuring van het strategisch actieplan 2010-2013 en de eraan gekoppelde partnerschappen, en spreekt de hoop uit dat het een toegevoegde waarde zal opleveren in vergelijking met de Overeenkomst van Cotonou en de Unie voor de Middellandse Zee en dat het concrete uitvoering zal geven aan de ambitieuze wil om de betrekkingen tussen beide continenten te intensiveren;

2.  benadrukt dat de fundamentele beginselen van de gezamenlijke strategie Afrika-EU zodanig moeten worden ontworpen dat op duurzame wijze in de behoeften van ontwikkelingslanden wordt voorzien, ten einde de armoede te bestrijden, een behoorlijk inkomen en werk te waarborgen en fundamentele mensenrechten te eerbiedigen, met inbegrip van sociale, economische en milieurechten;

3.  wenst dat lering wordt getrokken uit de problemen die zich hebben voorgedaan bij de uitvoering van het eerste actieplan 2008-2010 en spreekt de hoop uit dat de principiële intenties van de slotverklaring van de staatshoofden en regeringsleiders daadwerkelijk worden uitgevoerd;

4.  merkt met belangstelling op dat de particuliere sector en het maatschappelijke organisatiewezen, met name die in Afrika, gelegenheid zouden moeten krijgen om een veel grotere bijdrage aan de strategie te leveren dan tot dusver het geval is;

Partnerschap 1. Vrede en veiligheid

5.  onderkent dat ook de regionale integratie een belangrijke dimensie uitmaakt voor groei en ontwikkeling, en hecht met name belang aan het voornemen in de verklaring van Tripoli om in nauwe samenwerking met regionale organisaties de Afrikaanse Vredes- en Veiligheidsarchitectuur volledig tot functioneren te brengen;

6.  is ingenomen met de voortgang die is geboekt bij de uitvoering van de Afrikaanse Vredes- en Veiligheidsarchitectuur om de uitdagingen op het gebied van vrede en veiligheid op het Afrikaanse continent aan te pakken; onderstreept in dat verband het belang van een voorspelbare en duurzame financiering van Afrikaanse vredesondersteunende missies, de noodzaak van het bewerkstellingen van lokale veerkracht en de vastberadenheid om de burgers te beschermen in gewapende conflicten;

7.  is van mening dat conflictpreventie een noodzakelijke voorwaarde voor blijvende vrede is en dat de structurele oorzaken van conflicten aangepakt moeten worden door een beleid voor duurzame ontwikkeling in te voeren, om te voorzien in de elementaire behoeften van de Afrikaanse bevolking en om werkloosheid en sociale en economische ongerechtigheid te bestrijden,

8.  is van oordeel dat de goedkeuring van de nieuwe Amerikaanse wet betreffende „conflictmineralen” een enorme stap vooruit betekent in de bestrijding van de illegale exploitatie van mineralen in Afrika, die burgeroorlogen en conflicten in de hand werkt; is van mening dat de Commissie en de Raad gelijkaardige voorstellen moeten indienen om ervoor te zorgen dat mineralen die ingevoerd worden in de EU traceerbaar zijn, rekening houdend met het initiatief van de winningsindustrieën inzake transparantie;

Partnerschap 2. Democratisch bestuur en mensenrechten

9.  dringt erop aan dat de EU en de Afrikaanse Unie (AU) zich samen buigen over gemeenschappelijke problemen, zoals het vinden van oplossingen voor politieke crisissen en steun voor goed economisch bestuur, met als doel gezamenlijke governance-agenda's op te stellen via het recent opgerichte Platform voor dialoog over goed bestuur en mensenrechten;

10.  constateert met voldoening dat de gezamenlijke strategie Afrika-EU fundamentele beginselen omarmt zoals eerbiediging van de mensenrechten, democratische beginselen, rechtsstatelijkheid en veroordeling van alle vormen van terrorisme;

11.  neemt er kennis van dat de staatshoofden en regeringsleiders in hun verklaring bevestigen verenigd te zijn in hun streven naar bescherming van de rechten van de mens op de twee continenten; beklemtoont het beginsel van het universele karakter van deze rechten, waaraan in het bijzonder de acties in het kader van het „partnerschap inzake goed democratisch bestuur en mensenrechten” moeten beantwoorden;

12.  betreurt ten zeerste dat, onze herhaalde inzet voor democratisch bestuur en mensenrechten ten spijt, Robert Mugabe voor de derde topontmoeting Afrika-EU werd uitgenodigd en daaraan actief heeft deelgenomen; vraagt alle partijen om een flinkere politieke houding in de toekomst, zodat een duidelijke boodschap uitgaat omtrent ons vast geloof in rechtsstaat en democratie;

13.  dringt erop aan dat alle acties in het kader van de diverse partnerschappen vrij zijn van alle vormen van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, en ten aanzien van personen die besmet zijn met het hiv/aidsvirus;

14.  doet samen met het pan-Afrikaanse parlement een oproep tot alle lidstaten van de Afrikaanse Unie om het handvest van de Afrikaanse Unie voor democratie, verkiezingen en goed bestuur te ratificeren;

15.  herinnert met nadruk aan de oproep van de voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy aan de Afrikaanse leiders om steun te verlenen aan het ICC en zich volledig te scharen achter het beginsel dat straffeloosheid moet worden bestreden;

16.  dringt er op aan dat de EU en de AU zich ertoe verbinden om in de bevoegde internationale organisaties, met inbegrip van de VN, samen te werken aan het verbeteren van de samenwerking tussen Afrika en Europa;

Partnerschap 3. Handel, regionale integratie en infrastructuur

17.  verwelkomt de overeenkomst tussen de EU en de AU om in het kader van een politieke dialoog oplossingen uit te werken voor gemeenschappelijke problemen in verband met de Economische Partnerschapsovereenkomsten; erkent dat regionale integratie, handel en investeringen van wezenlijk belang zijn voor economische stabiliteit en duurzame groei;

18.  dringt er bij de EU en de AU op aan samen te werken op het gebied van de duurzame exploitatie van grondstoffen, in het bijzonder door de aandacht toe te spitsen op capaciteitsopbouw, goed bestuur, infrastructuurontwikkeling, investeringen, geologische kennis en vaardigheden, en transparantie van de mijnbouwcontracten; vraagt in dit opzicht de invoering van een grondstoffenbeleid dat vanuit milieuoogpunt verantwoord en vanuit sociaal oogpunt duurzaam is en dat eveneens ten goede komt aan de plaatselijke bevolking;

19.  dringt erop aan dat alle lidstaten van de Afrikaanse Unie maatregelen nemen met het oog op de totstandkoming van een wettelijk en fiscaal kader dat bevorderlijk is voor de economische groei en het aantrekken van DBI, enerzijds, en het uitroeien van corruptie, het verminderen van bureaucratie en wanbestuur, anderzijds;

20.  dringt er bij de Afrikaanse en EU-leiders op aan de toezegging van Tripoli gestand te doen en de gezamenlijke strategie te benutten om de intercontinentale Afrikaanse handel te bevorderen, met een opgeschaald pakket steunmaatregelen voor de regionale economische gemeenschappen en voor de verbetering van de infrastructuur op het hele Afrikaanse continent;

Partnerschap 4. Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling

21.  neemt kennis van het hernieuwde engagement van de landen van de Europese Unie om uiterlijk in 2015 0,7% van hun bbp aan ontwikkelingshulp te besteden, wat van cruciaal belang is om tegen 2015 de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te kunnen verwezenlijken;

22.  ziet er in het bijzonder op toe dat de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling het centrale agendapunt is van alle partnerschappen;

23.  onderstreept dat specifieke activiteiten op het vlak van de gezondheid van moeders, baby's en kinderen, gelijke behandeling van mannen en vrouwen, onderwijs, landbeleid en duurzame ontwikkeling, toegang tot water en sanitaire voorzieningen, en gehandicapten van cruciaal belang zijn voor het verwezenlijken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling; spoort aan tot het voortzetten van de onderwijs- en gezondheidsprogramma's;

24.  acht het belangrijk dat de voedselzekerheid overal in Afrika wordt gewaarborgd, en wijst op de noodzaak de landbouw- en de visserijsector in Afrika te versterken, en wel op een duurzame wijze, in het bijzonder waar het gaat om kleine boeren en vissers;

25.  wijst erop dat de landbouw een sleutelrol vervult in de economie van de Afrikaanse landen; onderstreept daarom het essentiële belang van de harmonisatie van sanitaire en fytosanitaire normen, en van de capaciteitsuitbouw voor de Afrikaanse landbouw;

26.  betreurt dat de huidige aankoop van landbouwgrond in Afrika door bepaalde door de overheid gesteunde buitenlandse investeerders die, indien niet in goede banen geleid, de lokale voedselzekerheid dreigt te ondermijnen en ernstige en verstrekkende gevolgen kan hebben, niet werd besproken tijdens de topontmoeting;

27.  is van mening dat de Afrikaanse en EU-leiders blijk moeten geven van hun oprechte engagement om een mechanisme in te stellen om de illegale kapitaalvlucht met het oog op belastingontduiking te bestrijden, volledige transparantie op het vlak van de rapportage per land te bevorderen en zich te verzetten tegen internationale druk op rechtstelsels die misschien belastingvermijding of -ontduiking in Afrika toestaan;

Partnerschap 5. Energie

28.  acht hernieuwbare energie van vitaal belang voor de economische en sociale ontwikkeling van Afrika en herinnert nadrukkelijk aan de oproep van voorzitter Barroso tot een groene revolutie op energiegebied in Afrika;

29.  verwelkomt het samenwerkingsprogramma van Afrika en de EU op het gebied van duurzame energie en de politieke doelstellingen die zijn overeengekomen op de bijeenkomst op hoog niveau over energie van september 2010 in Wenen en die uiterlijk in 2020 moeten zijn verwezenlijkt, onder meer het verlenen van toegang voor nog eens 100 miljoen Afrikanen tot moderne en duurzame energiediensten, het verdubbelen van het vermogen van grensoverschrijdende elektriciteitsverbindingen in Afrika, het verdubbelen van het gebruik van aardgas in Afrika, alsook het doen toenemen van het gebruik van hernieuwbare energie in Afrika en het verbeteren van de energie-efficiëntie in Afrika in alle sectoren;

Partnerschap 6. Klimaatverandering

30.  roept de EU en de AU ertoe op hun inspanningen op te voeren om de emissies als gevolg van de ontbossing en de aantasting van de bossen te beperken;

31.  herinnert eraan dat de EU zich ertoe heeft verbonden voor de periode 2010-2012 7,2 miljard euro uit te trekken voor snellestartprojecten en -initiatieven op het vlak van klimaatverandering, waarvan een aanzienlijk deel gereserveerd zal zijn voor Afrika;

32.  onderstreept dat de armste mensen in de wereld het eerst en het hardst door de klimaatverandering worden getroffen en roept alle partijen op de ontwikkelingslanden te helpen bij de aanpassing aan het klimaatveranderingseffect en bij een koolstofarme economische groei waarmee de armoede kan worden uitgebannen;

33.  merkt op dat vooruitgang naar een mondiaal klimaatakkoord van cruciaal belang is om de armoede aan te pakken en wijst in dit verband op het enorme potentieel aan natuurlijke rijkdommen - zon, wind, rivieren en getijden - die de Afrikaanse landen vaak in overvloed bezitten;

Partnerschap 7. Migratie, mobiliteit en werkgelegenheid

34.  constateert dat migratie ook positieve gevolgen heeft en onderstreept de behoefte aan een gezamenlijke strategie, gekoppeld aan een tijdschema en gerichte projecten om de negatieve gevolgen van de illegale migratie te milderen;

35.  herinnert aan de verbintenis die alle partners zijn aangegaan om meer en betere banen te creëren door het bevorderen van een duurzame en inclusieve groei;

36.  verwelkomt het feit dat voor de bestaande programma's inzake de uitwisseling van studenten en universiteitsmedewerkers, en voor initiatieven als de pan-Afrikaanse universiteit en de actie voor harmonisatie van onderwijsstructuren en -programma's, extra middelen zijn uitgetrokken;

37.  beschouwt „hersenvlucht” als een van de grotere problemen voor Afrika, en de beroepsmensen die het land hebben verlaten moeten sterke prikkels worden gegeven om terug te keren en hun opleiding ten goede te laten komen aan hun land van herkomst;

Partnerschap 8. Wetenschap, informatiemaatschappij en ruimte

38.  spreekt zijn tevredenheid uit over de start van de politieke dialoog op hoog niveau (hoge ambtenaren en ministers) over wetenschap en technologie, met als doel het samenwerkingskader op het gebied van wetenschap en technologie te versterken zodat waarborgen kunnen worden geboden voor snellere inclusieve groei en sociale ontwikkeling in Afrika;

Algemene opmerkingen

39.  neemt er kennis van dat Sudan niet vertegenwoordigd is en dat de autoriteiten van dit land zich niet gebonden achten door de verklaring van Tripoli van de staatshoofden en regeringsleiders, en wenst dat alle elementen van het vredesakkoord van 2005 worden uitgevoerd, zoals is opgenomen in deze verklaring, inclusief het voor januari 2011 geplande referendum over zelfbeschikkingsrecht voor de bevolking van Zuid-Sudan;

40.  betreurt dat sommige staatshoofden en regeringsleiders van de grotere lidstaten van de EU niet aan de topontmoeting Afrika-EU hebben kunnen deelnemen;

41.  betreurt dat de gezamenlijke strategie van Afrika en de EU niet gekoppeld is aan een financieringsplan en dringt nogmaals aan op budgettering van het EOF om parlementaire controle te garanderen op de uitvoering van de diverse Europese financiële instrumenten die worden ingezet voor de verwezenlijking van de verschillende partnerschappen;

42.  dringt aan op een grotere betrokkenheid van ministeriële instanties bij de uitvoering van de strategie;

43.  verlangt dat het pan-Afrikaanse parlement en het Europees Parlement hun rol van toezichthouder op de toepassing van het strategisch actieplan ten volle kunnen vervullen;

44.  verzoekt de nationale parlementen van alle Afrikaanse en EU-landen het strategisch plan onder de loep te nemen en erover van gedachten te wisselen;

o
o   o

45.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie van de EU en de AU, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU en het pan-Afrikaanse parlement (PAP).

Juridische mededeling - Privacybeleid