Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2009/0129(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0023/2011

Ingediende teksten :

A7-0023/2011

Debatten :

PV 07/03/2011 - 18
CRE 07/03/2011 - 18

Stemmingen :

PV 08/03/2011 - 9.5
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0079

Aangenomen teksten
PDF 648kWORD 880k
Dinsdag 8 maart 2011 - Straatsburg
Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee ***I
P7_TA(2011)0079A7-0023/2011
Resolutie
 Geconsolideerde tekst
 Bijlage
 Bijlage
 Bijlage

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 8 maart 2011 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-verdragsgebied (Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) (COM(2009)0477 – C7-0204/2009 – 2009/0129(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2009)0477),

–  gelet op artikel 37 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7-0204/2009),

–  gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor de lopende interinstitutionele besluitvormingsprocedures (COM(2009)0665),

–  gelet op artikel 294, lid 3, en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 17 maart 2010(1),

–  gelet op artikel 55 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie visserij (A7-0023/2011),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1) PB C 354 van 28.12.2010, blz. 71.


Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 8 maart 2011 met het oog op de aanneming van Verordening (EU) nr. …/2011 van het Europees Parlement en de Raadtot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-verdragsgebied [Amendement 1]
P7_TC1-COD(2009)0129

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 43, lid 2,[Amendement 2]

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

[Amendement 3]

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),[Amendement 4]

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(2),[Amendement 5]

Overwegende hetgeen volgt:

(1)  De overeenkomst tot oprichting van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee („GFCM”), hierna „GFCM-overeenkomst” genoemd, is door de Raad goedgekeurd bij Besluit 98/416/EG van de Raad van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee(3).

(2)  De GFCM-overeenkomst voorziet in een adequaat kader voor multilaterale samenwerking ter bevordering van de ontwikkeling, de instandhouding, het rationele beheer en het optimale gebruik van bestanden levende aquatische hulpbronnen in de Middellandse en de Zwarte Zee op een als duurzaam beschouwd niveau met een laag risico van instorting van die bestanden.

(3)  De Europese Unie is net als Bulgarije, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Malta, Roemenië en Slovenië, verdragsluitende partij bij de GFCM. [Amendement 6]

(4)  De door de GFCM aangenomen aanbevelingen zijn bindend voor alle bij de GFCM aangesloten partijen. Aangezien de Unie een aangesloten partij is bij de GFCM, zijn deze aanbevelingen bindend voor de Unie en dienen derhalve ook in Unierecht te worden omgezet voor zover de inhoud ervan daardoor al niet wordt gedekt ▌.[Amendement 7]

(5)  Tijdens haar jaarlijkse vergaderingen van 2005, 2006, 2007 en 2008 heeft de GFCM een aantal aanbevelingen en resoluties inzake bepaalde visserijactiviteiten in het GFCM-verdragsgebied aangenomen die telkens voor bepaalde tijd in Unierecht zijn omgezet bij de jaarlijkse verordeningen inzake de vangstmogelijkheden(4), of, in het geval van de GFCM-aanbevelingen 2005/1 en 2005/2, bij artikel 4, lid 3, en artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee(5). [Amendement 8]

(6)  Omwille van de duidelijkheid, de vereenvoudiging en de rechtszekerheid en vanwege het permanente karakter van de aanbevelingen is een permanent rechtsinstrument vereist voor de omzetting van deze aanbevelingen in Unierecht en is het dienstig deze om te zetten aan de hand van een enkel rechtsbesluit waaraan aan de hand van wijzigingen eventuele toekomstige aanbevelingen kunnen worden toegevoegd. [Amendement 9]

(7)  Aangezien de GFCM-aanbevelingen van toepassing zijn op het volledige GFCM-verdragsgebied, met name de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de daar mee in verbinding staande wateren als opgenomen in bijlage II bij Besluit 98/416/EG, moeten zij omwille van de duidelijkheid van de Uniewetgeving worden omgezet in een aparte verordening en niet aan de hand van wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1967/2006, die slechts betrekking heeft op de Middellandse Zee. [Amendement 10]

(8)  Een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 1967/2006 dienen niet alleen de Middellandse Zee maar het hele GFCM-verdragsgebied te bestrijken. Deze bepalingen moeten derhalve worden geschrapt in Verordening (EG) nr. 1967/2006 en worden opgenomen in de onderhavige verordening.

(9)  Het begrip „voor de visserij beperkte gebieden” dat is vastgesteld bij de aanbevelingen van de GFCM inzake maatregelen voor ruimtelijk beheer is gelijkwaardig aan dat in Verordening (EG) nr. 1967/2006 („tegen de visserij beschermde gebieden”).

(10)  Tijdens haar jaarlijkse vergadering van 23-27 maart 2009 heeft de GFCM een aanbeveling over de instelling van een voor de visserij beperkt gebied in de Golf van Lion vastgesteld op basis van het in het verslag van haar elfde jaarlijkse vergadering (FAO-verslag nr. 890) opgenomen wetenschappelijk advies van het Wetenschappelijk Adviescomité (Scientific Advisory Committee, SAC). Deze maatregel dient in de vorm van een regeling voor inspanningsbeheer ten uitvoer te worden gelegd.

(11)  Aangezien de selectiviteit van sommige soorten vistuig in de gemengde visserij in de Middellandse Zee maar tot een bepaald niveau verzekerd is, is het van fundamenteel belang de visserijinspanning in gebieden waar volwassen vis van belangrijke bestanden samenkomen, te beperken zodat het gevaar van verstoring van het reproductieproces laag wordt gehouden en deze bestanden duurzaam kunnen worden geëxploiteerd. Daarom is het raadzaam om in de eerste plaats de visserijinspanning in het door het SAC onderzochte gebied te beperken tot de eerdere niveaus en geen toename van die niveaus toe te staan.

(12)  Het advies dat als basis voor beheersmaatregelen dient, moet gestoeld zijn op het wetenschappelijk gebruik van ter zake relevante gegevens over vlootcapaciteit en -activiteit, over de biologische toestand van de geëxploiteerde hulpbronnen en over de sociale en economische situatie van de visserijtakken; deze gegevens moeten tijdig worden verzameld en ingediend om de ondersteunende organen van de GFCM in de gelegenheid te stellen hun advies voor te bereiden.

(13)  Tijdens haar jaarlijkse vergadering in 2008 heeft de GFCM een aanbeveling over een regionale regeling inzake havenstaatmaatregelen ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO) in het GFCM-verdragsgebied aangenomen. Hoewel Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen(6) de inhoud van deze aanbeveling in grote lijnen dekt en met ingang van 1 januari 2010 van toepassing is, moeten bepaalde aspecten, zoals frequentie, werkingssfeer en procedures voor de havencontroles, in de onderhavige verordening worden vermeld teneinde de maatregel af te stemmen op het specifieke kenmerken van het GFCM-verdragsgebied. [Amendement 11]

(14)  Om uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden, die de bepalingen van deze verordening met betrekking tot gedelegeerde handelingen onverlet moeten laten en die niet moeten gelden voor bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op havenstaatmaatregelen en procedures voor havenstaatcontroles, moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren(7), [Amendement 47]

(15)  De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gedelegeerde handelingen vast te stellen om in de toekomstige Uniewetgeving wijzigingen op te nemen van die GFCM-maatregelen voor behoud, controle en naleving, zoals die reeds in Uniewetgeving zijn omgezet, die het onderwerp vormen van zekere expliciet gedefinieerde niet-essentiële onderdelen van deze verordening en die voor de Europese Unie en haar lidstaten bindend zijn geworden overeenkomstig de bepalingen van de GFCM-overeenkomst. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden het nodige overleg pleegt, inclusief op het niveau van deskundigen.[Amendement 13]

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Voorwerp

Bij deze verordening wordt vastgesteld volgens welke voorschriften de Unie de door de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (hierna „GFCM” genoemd) vastgestelde maatregelen op het gebied van de instandhouding, het beheer, de exploitatie, het toezicht, de afzet en de handhaving met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten dient toe te passen. [Amendement 14]

Artikel 2

Werkingssfeer

1.  Deze verordening is van toepassing op alle commerciële visserij- en aquacultuuractiviteiten die in het GFCM-verdragsgebied worden verricht door vissersvaartuigen van de Unie en door burgers van de lidstaten. [Amendement 15]

Zij is van toepassing onverminderd Verordening (EG) nr. 1967/2006.

2.  In afwijking van lid 1 is deze verordening niet van toepassing op visserijactiviteiten die uitsluitend worden uitgeoefend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd met toestemming en onder het gezag van de vlaggenlidstaat en waarvan de Commissie en de lidstaat in de wateren waarvan het onderzoek plaatsvindt, vooraf in kennis zijn gesteld. Lidstaten die voor wetenschappelijk onderzoek bedoelde visserijactiviteiten uitvoeren, stellen de Commissie, de lidstaten in de wateren waarvan het onderzoek plaatsvindt, en het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de Visserij in kennis van alle vangsten uit dergelijke visserijactiviteiten.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van de onderhavige verordening gelden de volgende begripsomschrijvingen naast die welke zijn vastgesteld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid(8) en in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1967/2006:

   a) „GFCM-verdragsgebied”: de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de daarmee in verbinding staande wateren als opgenomen in bijlage II bij Besluit 98/416/EG;
   b) „visserijinspanning: het product van de capaciteit van een vissersvaartuig, uitgedrukt in zowel kW als BT, en de dagen op zee;
   c) „dag op zee: elke kalenderdag die een vaartuig buitengaats doorbrengt, ongeacht de tijd gedurende welke dat vaartuig in de loop van die dag in een gebied aanwezig is.

TITEL II

TECHNISCHE MAATREGELEN

Hoofdstuk I

Voor de visserij beperkte gebieden

Afdeling I

Voor de visserij beperkt gebied in de Golf van Lion

Artikel 4

Instelling van een voor de visserij beperkt gebied

In de Golf van Lion (binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden) wordt een voor de visserij beperkt gebied ingesteld:

– 42°40„NB, 4°20” OL;

– 42°40„NB, 5°00” OL;

– 43°00„NB, 4°20” OL;

– 43°00„NB, 5°00” OL.

Artikel 5

Visserijinspanning

De visserijinspanning die met betrekking tot demersale bestanden wordt geleverd door vaartuigen die in het in artikel 4 bedoelde voor de visserij beperkte gebied gebruik maken van sleepnetten, bodem- en pelagische beuglijnen en bodemnetten, mag het niveau van de visserijinspanning die in 2008 door elke lidstaat in dat gebied werd toegepast, niet overschrijden.

Artikel 6

Reeds verrichte visserijactiviteiten

De lidstaten leggen uiterlijk ...(9) aan de Commissie een elektronische lijst van onder hun vlag varende vaartuigen over die in 2008 visserijactiviteiten hebben verricht in het in artikel 4 bedoelde gebied en in het onder de GFCM vallende geografische deelgebied 7, zoals omschreven in bijlage I. De lijst bevat de naam en het in het vlootregister ingeschreven nummer van het vaartuig, als bedoeld in Bijlage I van Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot(10), de periode waarin het vaartuig in het in artikel 4 bedoelde gebied mocht vissen en het aantal dagen dat elk vaartuig in 2008 heeft doorgebracht in het geografische deelgebied 7, en meer bepaald in het in artikel 4 bedoelde gebied. [Amendement 16]

Artikel 7

Gemachtigde vaartuigen

1.  De lidstaten geven voor hun vaartuigen die gemachtigd zijn in het in artikel 4 bedoelde gebied te vissen, een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1627/94 van de Raad van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten(11) afgegeven speciaal visdocument af.

2.  Vissersvaartuigen die vóór 31 december 2008 geen visserijactiviteiten in het in artikel 4 bedoelde gebied hebben verricht, worden niet gemachtigd in dat gebied te vissen.

3.  De lidstaten delen aan de Commissie uiterlijk ...(12) de op 31 december 2008 geldende wetgeving met betrekking tot de volgende onderwerpen mee: [Amendement 17]

   a) de maximumtijd die elk vaartuig per dag mag vissen,
   b) het maximum aantal dagen per week dat een vaartuig op zee en buitengaats mag doorbrengen, en
   c) het tijdstip waarop vissersvaartuigen de geregistreerde haven moeten verlaten en binnenvaren.

Artikel 8

Bescherming van kwetsbare habitats

De lidstaten zien erop toe dat het in artikel 4 bedoelde gebied wordt beschermd tegen de gevolgen van elke menselijke activiteit die de kenmerken van dat gebied als verzamelplaats voor paaiers in gevaar kan brengen.

Artikel 9

Informatie

De lidstaten dienen vóór 31 januari van elk jaar bij de Commissie een elektronisch verslag in van de visserijactiviteiten die in het in artikel 4 bedoelde gebied zijn verricht.

Afdeling II

Instelling van voor de visserij beperkte gebieden met het oog op de bescherming van kwetsbare diepzeehabitats

Artikel 10

Instelling van voor de visserij beperkte gebieden

De visserij met sleepdreggen en bodemtrawlnetten is verboden in de volgende gebieden:

  a) het voor de diepzeevisserij beperkte gebied „Lophelia reef off Capo Santa Maria di Leuca” binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:
   39° 27,72„ NB, 18° 10,74” OL
   39° 27,80„ NB, 18° 26,68” OL
   39° 11,16„ NB, 18° 32,58” OL
   39° 11,16„ NB, 18° 04,28” OL;
  b) het voor de diepzeevisserij beperkte gebied „The Nile delta area cold hydrocarbon seeps” binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:
   31° 30,00„ NB, 33° 10,00” OL
   31° 30,00„ NB, 34° 00,00” OL
   32° 00,00„ NB, 34° 00,00” OL
   32° 00,00„ NB, 33° 10,00” OL;
  c) het voor de diepzeevisserij beperkte gebied „The Eratosthenes Seamount” binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:
   33° 00,00„ NB, 32° 00,00” OL
   33° 00,00„ NB, 33° 00,00” OL
   34° 00,00„ NB, 33° 00,00” OL
   34° 00,00„ NB, 32° 00,00” OL.

Artikel 11

Bescherming van kwetsbare habitats

De lidstaten zien erop toe dat hun bevoegde autoriteiten opdracht krijgen tot bescherming van de kwetsbare diepzeehabitats in de in artikel 10 omschreven gebieden en ▌met name ▌tegen de gevolgen van andere dan visserijactiviteiten die de instandhouding van de typische kenmerken van deze habitats in gevaar kunnen brengen. [Amendement 18]

Hoofdstuk II

Instelling van een gesloten seizoen voor de visserij op goudmakreel met visconcentratievoorzieningen (Fish Aggregating Devices, FAD's)

Artikel 12

Gesloten seizoen

1.  De visserij op goudmakreel (Coryphaena hippurus) met visconcentratievoorzieningen (FAD's) is elk jaar verboden van 1 januari tot en met 14 augustus.

2.  In afwijking van lid 1 kunnen lidstaten die aantonen dat de vaartuigen die hun vlag voeren, wegens slechte weersomstandigheden hun gewone visdagen in een bepaald jaar niet hebben kunnen opgebruiken, de verloren gegane dagen in de FAD-visserij overdragen tot en met 31 januari van het daaropvolgende jaar. In dat geval moeten de betrokken lidstaten vóór het einde van het jaar bij de Commissie een aanvraag tot overdracht van de betrokken dagen indienen.

3.  De leden 1 en 2 zijn tevens van toepassing in de in artikel 26, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 bedoelde beheerszone.

4.  De in lid 2 bedoelde aanvraag moet de volgende gegevens bevatten:

   a) een verslag met opgave van de redenen voor de stopzetting van de betrokken visserijactiviteiten, gestaafd met relevante weerkundige gegevens;
   b) de naam en het in het EU-vlootregister ingeschreven nummer van het vaartuig. [Amendement 19]

5.  De Commissie neemt binnen 6 weken, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de in lid 2 bedoelde aanvraag, een besluit over die aanvraag en stelt de lidstaat daarvan schriftelijk in kennis.

6.  De Commissie stelt het GFCM-secretariaat in kennis van de overeenkomstig lid 5 genomen besluiten. Vóór 1 november van elk jaar zenden de lidstaten een verslag toe aan de Commissie over de in lid 2 bedoelde overdracht van tijdens het voorgaande jaar verloren gegane dagen.

Artikel 13

Speciaal visdocument

Vissersvaartuigen die op goudmakreel mogen vissen, krijgen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1627/94 een speciaal visdocument en worden met hun naam en hun in het EU-vlootregister ingeschreven nummer opgenomen in een lijst die door de betrokken lidstaat aan de Commissie wordt verstrekt. Onverminderd artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1627/94 wordt een speciaal visdocument verplicht gesteld voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter. [Amendement 20]

Deze verplichting geldt tevens voor de in artikel 26, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 bedoelde beheerszone.

Artikel 14

Gegevensverzameling

Onverminderd Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid(13) zetten de lidstaten een adequaat systeem voor de verzameling en verwerking van vangst- en visserijinspanningsgegevens op.

De lidstaten brengen uiterlijk op 15 januari van elk jaar aan de Commissie verslag uit over het totale aantal onder hun vlag varende vaartuigen dat gedurende het voorgaande jaar in elk geografisch deelgebied van het GFCM-verdragsgebied als vastgesteld in bijlage I op goudmakreel heeft gevist, alsmede over de overeenkomstige totale aanlandingen en overladingen.

De Commissie zendt de van de lidstaten ontvangen informatie door naar het GFCM-secretariaat.

Hoofdstuk III

Vistuig

[Amendementen 21, 22, 23, 24 en 25]

Artikel 15

Minimummaaswijdte in de Zwarte Zee

1.  De minimummaaswijdte van voor de demersale trawlvisserij in de Zwarte Zee gebruikte netten is 40 mm; netpanelen met een maaswijdte van minder dan 40 mm mogen noch worden gebruikt, noch aan boord worden gehouden.

2.  Tegen 31 januari 2012 moet het in lid 1 bedoelde net worden vervangen door een net met vierkante mazen met een maaswijdte van 40 mm in de kuil of, op een naar behoren gemotiveerd verzoek van de eigenaar van het vaartuig, door een net met ruitvormige mazen met een maaswijdte van 50 mm dat een erkende grootteselectiviteit heeft die gelijkwaardig is aan of groter is dan die van netten met vierkante mazen met een maaswijdte van 40 mm in de kuil.

3.  Lidstaten met vissersvaartuigen die demersale trawlvisserijactiviteiten verrichten in de Zwarte Zee, dienen, voor het eerst uiterlijk op 1 oktober 2011 en vervolgens elke zes maanden, bij de Commissie de lijst in van vaartuigen die voorzien zijn van een net met vierkante mazen met een maaswijdte van ten minste 40 mm in de kuil of van netten met ruitvormige mazen met een maaswijdte van ten minste 50 mm, en het procentuele aandeel van deze vaartuigen in de volledige nationale demersale trawlvloot. [Amendement 26]

4.  De Commissie zendt de in lid 2 bedoelde gegevens door naar het GFCM-secretariaat.

Artikel 16

Gebruik van sleepdreggen en trawlnetten

Het gebruik van sleepdreggen en trawlnetten op diepten van meer dan 1000 m is verboden.

TITEL III

CONTROLEMAATREGELEN

Hoofdstuk I

Register van vaartuigen

Artikel 17

Register van toegestane vaartuigen

1.  Elke lidstaat zendt vóór 1 december van elk jaar via de gebruikelijke gegevensverwerkingssystemen aan de Commissie een bijgewerkte lijst toe van de vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter die onder zijn vlag varen, op zijn grondgebied zijn geregistreerd en met een visvergunning in het GFCM-gebied mogen vissen. [Amendement 27]

2.  De in lid 1 bedoelde lijst bevat de volgende gegevens:

   a) het in het EU-vlootregister ingeschreven nummer van het vaartuig en de externe kentekens als omschreven in Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 26/2004; [Amendement 28]
   b) de voor visserij en/of overlading toegestane periode;
   c) het gebruikte vistuig.

3.  Vóór 1 januari van elk jaar zendt de Commissie de bijgewerkte lijst toe aan de GFCM-secretaris, zodat de vaartuigen kunnen worden opgenomen in het GFCM-register van vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter die in het GFCM-verdragsgebied mogen vissen („GFCM-register”). [Amendement 29]

4.  Elke wijziging in de in lid 1 bedoelde lijst wordt gemeld aan de Commissie die de informatie ten minste 10 werkdagen voordat het vaartuig in het GFCM-verdragsgebied begint te vissen, via dezelfde procedure doorzendt aan de GFCM-secretaris.

5.  EU-vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter die niet op de in lid 1 bedoelde lijst staan, mogen in het GFCM-verdragsgebied niet op vis, schaal- of schelpdieren vissen, en dergelijke vangsten niet aan boord houden, overladen of aanlanden. [Amendement 30]

6.  De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat:

   a) alleen vaartuigen die onder hun vlag varen, op de in lid 1 bedoelde lijst staan en een door hen afgegeven visvergunning aan boord hebben, toestemming krijgen om, overeenkomstig de in de visvergunning vermelde voorwaarden, in het GFCM-verdragsgebied visserijactiviteiten te verrichten; [Amendement 31]
   b) aan vaartuigen die IOO-visserij in het GFCM-verdragsgebied of elders hebben bedreven, geen visvergunning wordt afgegeven, tenzij de nieuwe eigenaars op afdoende wijze kunnen aantonen dat de vorige eigenaars en exploitanten geen wettelijke, materiële of financiële belangen meer hebben in hun vaartuigen en geen enkele controle over hun vaartuigen meer hebben, of dat hun vaartuigen op geen enkele wijze nog deelnemen aan of betrokken zijn bij IOO-visserij; [Amendement 32]
   c) hun nationale wetgeving, waar dat mogelijk is, eigenaars en exploitanten van vaartuigen die onder hun vlag varen en op de in lid 1 bedoelde lijst staan, verbiedt om met vaartuigen die niet in het GFCM-register staan deel te nemen aan of betrokken te zijn bij visserijactiviteiten in het GFCM-verdragsgebied;
   d) hun nationale wetgeving, waar dat mogelijk is, voorschrijft dat eigenaars van vaartuigen die onder hun vlag varen en op de in lid 1 bedoelde lijst staan, onderdaan van of rechtspersoon in de vlaggenlidstaat zijn;
   e) hun vaartuigen aan alle relevante instandhoudings- en beheersmaatregelen van de GFCM voldoen.

7.  De lidstaten nemen de nodige maatregelen om het vissen op vis, schaal- of schelpdieren in het GFCM-verdragsgebied, en het aan boord hebben, overladen of aanlanden van dergelijke vangsten door vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter die niet in het GFCM-register zijn opgenomen, te verbieden.

8.  De lidstaten delen de Commissie onverwijld elke informatie mee waaruit sterke vermoedens blijken dat vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter die niet in het GFCM-register staan, in het GFCM-verdragsgebied op vis of schaal- of schelpdieren vissen of dergelijke vangsten overladen.

Hoofdstuk II

Havenstaatmaatregelen

Artikel 18

Werkingssfeer

Dit hoofdstuk is van toepassing op vissersvaartuigen van derde landen.

Artikel 19

Voorafgaande kennisgeving

In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 ▌wordt de voorafgaande kennisgeving ten minste 72 uur vóór de geschatte tijd van aankomst in de haven gedaan. [Amendement 33]

Artikel 20

Havencontroles

1.  Onverminderd artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 controleren de lidstaten in hun aangewezen havens jaarlijks ten minste 15 % van de aanlandings- en overladingsactiviteiten.

2.  Onverminderd artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 worden vissersvaartuigen die zonder voorafgaande kennisgeving een haven van een lidstaat binnenvaren, in ieder geval gecontroleerd.

Artikel 21

Controleprocedure

Bovenop de in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 vastgestelde vereisten gelden voor de havencontroles de in bijlage II bij de onderhavige verordening vastgestelde vereisten.

Artikel 22

Weigering van het gebruik van de haven

1.  De lidstaten verlenen een vaartuig van een derde land geen toestemming om in het GFCM-verdragsgebied gevangen visserijproducten in hun havens aan te landen, over te laden of te verwerken en weigeren dergelijke vaartuigen de toegang tot havendiensten, inclusief bijtank- en herbevoorradingsdiensten, behalve in overmacht- of noodsituaties in de zin van artikel 18 van de het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee voor de diensten die strikt noodzakelijk zijn om dergelijke situaties te verhelpen, indien:

   a) het verzoek niet voldoet aan de voorschriften van deze verordening; of [Amendement 35]
   b) het vaartuig staat op een door een regionale organisatie voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap is aangesloten, vastgestelde lijst van vaartuigen die IOO-visserijactiviteiten hebben verricht of gesteund; of
   c) het vaartuig niet beschikt over een geldige machtiging om in het GFCM-verdragsgebied visserijactiviteiten of met de visserij verband houdende activiteiten te verrichten.

2.  Lid 1 is van toepassing onverminderd de in artikel 4, lid 2, en artikel 37, leden 5 en 6, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 vastgestelde bepalingen inzake weigering van de toegang tot de haven.

3.  Lidstaten die het gebruik van hun havens hebben geweigerd overeenkomstig lid 1 of lid 2, stellen de kapitein van het betrokken vaartuig, de vlaggenstaat, de Commissie en het GFCM-secretariaat daarvan onverwijld in kennis.

4.  Wanneer de in lid 1 of lid 2 bedoelde redenen voor de weigering niet langer van toepassing zijn, trekt de lidstaat de weigering in en stelt hij de partijen waaraan hij een in lid 3 bedoelde kennisgeving heeft toegezonden, in kennis van de intrekking.

TITEL IV

SAMENWERKING, INFORMATIEVERSTREKKING EN RAPPORTAGE

Artikel 23

Samenwerking en informatieverstrekking

1.  De Commissie en de lidstaten werken samen met en wisselen informatie uit met het GFCM-secretariaat, met name door:

   a) ter zake relevante databanken te consulteren en van gegevens te voorzien;
   b) samenwerking te vragen en aan te bieden met het oog op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

2.  De lidstaten zorgen ervoor dat de in titel III bedoelde gegevens over havenstaatcontroles via hun nationale informatiesystemen inzake de visserij rechtstreeks en elektronisch kunnen worden uitgewisseld, zowel onderling als met het GFCM-secretariaat, met inachtneming van de relevante vertrouwelijkheidseisen.

3.  De lidstaten nemen maatregelen om de elektronische gegevensuitwisseling tussen de betrokken nationale instanties mogelijk te maken en om de activiteiten die deze instanties ter uitvoering van de in Hoofdstuk II van Titel III bedoelde maatregelen verrichten, te coördineren. [Amendement 36]

4.  De lidstaten stellen met het oog op de toepassing van deze verordening een lijst van contactpunten op en zenden die onverwijld elektronisch toe aan de Commissie, het GFCM-secretariaat en de verdragsluitende partijen bij de GFCM.

Artikel 24

Rapportage van statistische matrixen

1.  Uiterlijk op 1 mei van elk jaar dienen de lidstaten de gegevens met betrekking tot de taken 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5 van de in bijlage III vastgestelde statistische GFCM-matrix in bij het GFCM-secretariaat.

[Amendement 37]

2.  De gegevens met betrekking tot de taken 1.3 en 1.5 worden voor het eerst vóór 1 februari 2011 ingediend.

3.  Voor de indiening van de in lid 1 bedoelde gegevens maken de lidstaten gebruik van het GFCM-systeem voor gegevensinvoer of van andere adequate indieningsnormen en -protocollen die door het GFCM-secretariaat zijn vastgesteld en beschikbaar zijn op de volgende website: http://www.gfcm.org/gfcm/topic/16164.

4.  De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de krachtens dit artikel ingediende gegevens.

TITEL V

SLOTBEPALINGEN

Artikel 25

Uitvoeringshandelingen [Amendement 48]

De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen. Die uitvoeringshandelingen, die artikel 28 van deze verordening onverlet laten en die niet gelden voor bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op havenstaatmaatregelen in hoofdstuk II en op procedures voor havenstaatcontroles in bijlage II, worden vastgesteld volgens de in artikel 26, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. [Amendement 49]

Artikel 26

Comitéprocedure [Amendement 50]

1.  De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad ingestelde Comité voor de visserij en de aquacultuur. Dit comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011van het Europees Parlement en de Raad. [Amendement 51]

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening 182/2011/EU van toepassing. ▌[Amendement 52]

[Amendement 40]

Artikel 27

Bevoegdheidsdelegatie

Indien dit noodzakelijk is om wijzigingen in voor de Unie bindend geworden bepalingen van de regeling om te zetten in het Unierecht, kan de Commissie de bepalingen van deze verordening wijzigen door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 28 en onder de in de artikelen 29 en 30 bedoelde voorwaarden, met betrekking tot:

     voor de visserij beperkte gebieden in het gebied van de Golf van Lion, zoals genoemd in de artikelen 4, 5, 6, 7, 8 en 9;
   voor voor de visserij beperkte gebieden met het oog op de bescherming van kwetsbare diepzeehabitats, zoals genoemd in Titel II, Hoofdstuk I, Afdeling II, artikelen 10 en 11;
     instelling van een gesloten seizoen voor de visserij op goudmakreel met visconcentratievoorzieningen (Fish Aggregating Devices, FAD's), zoals genoemd in Titel II, Hoofdstuk II, artikelen 12, 13 en 14;
     het verstrekken van gegevens aan het secretariaat van de GFCM, zoals bepaald in artikel 15, lid 4;
   het register van toegestane vaartuigen, zoals bedoeld in artikel 17;
     samenwerking, informatieverstrekking en rapportage, zoals bedoeld in de artikelen 23 en 24;
     tabel, kaart en geografische coördinaten van de geografische deelgebieden van de GFCM, zoals beschreven in bijlage I;
     statistische matrices van de GFCM, zoals beschreven in Bijlage III.
  

[Amendement 41]

Artikel 28

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.  De bevoegdheid tot vaststelling van de in artikel 27 bedoelde gedelegeerde handelingen, wordt aan de Commissie verleend voor een termijn van drie jaar te rekenen vanaf ...(14). De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de termijn van drie jaar een verslag op over de gedelegeerde bevoegdheden. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad de bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 29.

2.  Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan tegelijkertijd in kennis.

3.  De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend onder de voorwaarden van de artikelen 29 en 30.

[Amendement 42]

Artikel 29

Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

1.  De in artikel 27 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

2.  De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, streeft ernaar de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke tijd voordat het definitieve besluit wordt genomen op de hoogte te brengen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken en waarom.

3.  Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheden. Het besluit wordt onmiddellijk of op een in dat besluit bepaalde latere datum van kracht. Het besluit laat de geldigheid van de reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

[Amendement 43]

Artikel 30

Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

1.  Het Europees Parlement en de Raad kunnen binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving bezwaar maken tegen de gedelegeerde handeling.

Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.

2.  Indien bij het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn het Europees Parlement noch de Raad bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

De gedelegeerde handeling kan in het Publicatieblad van de Europese Unie worden gepubliceerd en in werking treden vóór het verstrijken van die termijn als het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie ervan op de hoogte hebben gesteld geen bezwaar te zullen maken.

3.  Indien het Europees Parlement of de Raad binnen de in lid 1 bedoelde termijn bezwaar maakt tegen een gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar tegen de gedelegeerde handeling maakt, geeft aan waarom zij dit doet.

[Amendement 44]

Artikel 31

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1967/2006

Verordening (EG) nr. 1967/2006 wordt als volgt gewijzigd:

   a) in artikel 4 wordt lid 3 geschrapt;
   b) Artikel 9, lid 3, wordt vervangen door:"
3.  Voor andere sleepnetten dan die bedoeld in lid 4 is de minimummaaswijdte:
   a) een net met vierkante mazen met een maaswijdte van ten minste 40 mm in de kuil, of
   b) op een naar behoren gemotiveerd verzoek van de eigenaar van het vaartuig, een net met ruitvormige mazen met een maaswijdte van 50 mm dat een erkende grootteselectiviteit heeft die gelijkwaardig is aan of groter is dan die van netten genoemd onder a).

Visserijschepen mogen slechts één van deze beide netsoorten gebruiken of aan boord hebben.
De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad uiterlijk 30 juni 2012 een rapport over de toepassing van dit punt in; op basis van dit rapport, alsmede op basis van de informatie die de lidstaten vóór 31 december 2011 hebben verstrekt, stelt zij zonodig geschikte wijzigingen voor. "
  

[Amendement 45]

   c) artikel 24 wordt geschrapt;
   d) in artikel 27 worden de leden 1 en 4 geschrapt.
  

[Amendement 46]

Artikel 32

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

(1) PB C 354 van 28.12.2010, blz. 71.
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 8 maart 2011.
(3) PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34.
(4) Verordening (EG) nr. 43/2009 van de Raad, Artikelen 28 tot en met 31, Verordening (EG) nr. 40/2008 van de Raad, Artikelen 29 tot en met 31, Verordening (EG) nr. 41/2007 van de Raad, Artikelen 26 en 27, Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad, Bijlage III.
(5) PB L 409 van 30.12.2006, blz. 9.
(6) PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.
(7) PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
(8) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.
(9)* 20 werkdagen na de inwerkingtreding van deze verordening.
(10) PB L 5 van 9.1.2004, blz. 25.
(11) PB L 171 van 6.7.1994, blz. 7.
(12)* 20 werkdagen na de inwerkingtreding van deze verordening.
(13) PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1.
(14)* Datum van de inwerkingtreding van deze verordening.


BIJLAGE I

A)  Tabel van de geografische deelgebieden (GDG's) van het GFCM-gebied

FAO DEELGE-BIED

STATISTISCHE ONDERVERDELIN-GEN VAN DE FAO

GDG's

WEST

1.1

BALEAREN

1

Zee van Alborán (noord)

2

Alborán

3

Zee van Alborán (zuid)

4

Algerije

5

Balearen

6

Noord-Spanje

11.1

Sardinië (west)

1.2

GOLF VAN LION

7

Golf van Lion

1.3

SARDINIË

8

Corsica

9

Ligurische Zee en Tyrreense Zee (noord)

10

Tyrreense Zee (zuid)

11.2

Sardinië (oost)

12

Noord-Tunesië

MIDDEN

2.1

ADRIATISCHE ZEE

17

Adriatische Zee (noord)

18

Adriatische Zee (zuid - deels)

2.2

IONISCHE ZEE

13

Golf van Hammamet

14

Golf van Gabès

15

Malta

16

Bezuiden Sicilië

18

Adriatische Zee (zuid - deels)

19

Ionische Zee (west)

20

Ionische Zee (oost)

21

Ionische Zee (zuid)

OOST

3.1

EGEÏSCHE ZEE

22

Egeïsche Zee

23

Kreta

3.2

LEVANT

24

Levant (noord)

25

Cyprus

26

Levant (zuid)

27

Levant

ZWARTE ZEE

4.1

MARMARA

28

Zee van Marmara

4.2

ZWARTE ZEE

29

Zwarte Zee

4.3

ZEE VAN AZOV

30

Zee van Azov

B)  Kaart van de geografische deelgebieden (GDG's) (GFCM, 2009)

20110308-P7_TA(2011)0079_NL-p0000001.jpg

─ Statistische onderverdeling van de FAO (rood) – Geografische deelgebieden van de GFCM (zwart)

01 - Zee van Alborán

07 - Golf van Lion

13 - Golf van Hammamet

19 - Ionische Zee (west)

25 - Cyprus

02 - Alborán

08 - Corsica

14 - Golf van Gabès

20 - Ionische Zee (oost)

26 - Levant (zuid)

03 - Zee van Alborán (zuid)

09 - Ligurische Zee en Tyrreense Zee (noord)

15 - Malta

21 - Ionische Zee (zuid)

27 - Levant

04 - Algerije

10 - Tyrreense Zee (midden en zuid)

16 - Bezuiden Sicilië

22 - Egeïsche Zee

28 - Zee van Marmara

05 - Balearen

11.1 – Sardinië (west) 11.2 – Sardinië (oost)

17 - Adriatische Zee (noord)

23 - Kreta

29 – Zwarte Zee

06 - Noord-Spanje

12 - Noord-Tunesië

18 - Adriatische Zee (zuid)

24 - Levant (noord)

30 - Zee van Azov

C)Geografische coördinaten voor de geografische deelgebieden (GDG's) van de GFCM (GFCM, 2009)

GDG's

GRENZEN

GDG's

GRENZEN

GDG's

GRENZEN

GDG's

GRENZEN

1

Kustlijn

36º NB 5º 36„ WL

36º NB 3º 20„ WL

36º 05„ NB 3º 20” WL

36º 05„ NB 2º 40” WL

36º NB 2º 40„ WL

36º NB 1º 30„ WL

36º 30„ NB 1º 30” WL

36º 30„ NB 1º WL

37º 36„ NB 1º WL

4

Kustlijn

36º NB 2º 13„ WL

36º NB 1º 30„ WL

36º 30„ NB 1º 30” WL

36º 30„ NB 1º WL

37º NB 1º WL

37º NB 0º 30„ OL

38º NB 0º 30„ OL

38º NB 8º 35„ OL

Grens Algerije-Tunesië

Grens Marokko-Algerije

7

Kustlijn

42º 26„ NB 3º 09” OL

41º 20„ NB 8º OL

Grens Frankrijk-Italië

10

Kustlijn (incl. Noord-Sicilië)

41º 18„ NB 13º OL

41º 18„ NB 11º OL

38º NB 11º OL

38º NB 12º 30„ OL

2

36º 05„ NB 3º 20” WL

36º 05„ NB 2º 40” WL

35º 45„ NB 3º 20” WL

35º 45„ NB 2º 40” WL

5

38º NB 0º 30„ OL

39º 30„ NB 0º 30” OL

39º 30„ NB 1º 30” WL

40º NB 1º 30„ OL

40º NB 2º OL

40º 30„ NB 2º OL

40º 30„ NB 6º OL

38º NB 6º OL

8

43º 15„ NB 7º 38” OL

43º 15„ NB 9º 45” OL

41º 18„ NB 9º 45” OL

41º 20„ NB 8º OL

41° 18„ NB 8° OL

11

41º 47„ NB 6º OL

41° 18„ NB 6° OL

41º 18„ NB 11º OL

38º 30„ NB 11º OL

38º 30„ NB 8º 30” OL

38º NB 8º 30„ OL

38º NB 6º OL

3

Kustlijn

36º NB 5º 36„ WL

35º 49„ NB 5º 36” WL

36º NB 3º 20„ WL

35º 45„ NB 3º 20” WL

35º 45„ NB 2º 40” WL

36º NB 2º 40„ WL

36º NB 1º 13„ WL

Grens Marokko-Algerije

6

Kustlijn

37º 36„ NB 1º WL

37º NB 1º WL

37º NB 0º 30„ OL

39º 30„ NB 0º 30” OL

39º 30„ NB 1º 30” WL

40º NB 1º 30„ OL

40º NB 2º OL

40º 30„ NB 2º OL

40º 30„ NB 6º OL

41º 47„ NB 6º OL

42º 26„ NB 3º 09” OL

9

Kustlijn

Grens Frankrijk-Italië

43º 15„ NB 7º 38” OL

43º 15„ NB 9º 45” OL

41º 18„ NB 9º 45” OL

41º 18„ NB 13º OL

12

Kustlijn

Grens Algerije-Tunesië

38º NB 8º 30„ OL

38º 30„ NB 8º 30” OL

38º 30„ NB 11º OL

38º NB 11º OL

37º NB 12º OL

37º NB 11º 04„OL

GDG's

GRENZEN

GDG's

GRENZEN

GDG's

GRENZEN

13

Kustlijn

37º NB 11º 04„OL

37º NB 12º OL

35º NB 13º 30„ OL

35º NB 11º OL

19

Kustlijn (incl. Oost-Sicilië)

40º 04„ NB 18º 29” OL

37º NB 15º 18„ OL

35º NB 15º 18„ OL

35º NB 19º 10„ OL

39º 58„ NB 19º 10” OL

25

35º 47„ NB 32º OL

34º NB 32º OL

34º NB 35º OL

35º 47„ NB 35º OL

14

Kustlijn

35º NB 11º OL

35º NB 15º 18„ OL

Grens Tunesië-Libië

20

Kustlijn

Grens Albanië-Griekenland

39º 58„ NB 19º 10” OL

35º NB 19º 10„ OL

35º NB 23º OL

36º 30„ NB 23º OL

26

Kustlijn

Grens Libië-Egypte

34º NB 25º 09„ OL

34º NB 34º 13„ OL

Grens Egypte-Gazastrook

15

36º 30„ NB 13º 30” OL

35º NB 13º 30„OL

35º NB 15º 18„ OL

36º 30„ NB 15º 18” OL

21

Kustlijn

Grens Tunesië-Libië

35º NB 15º 18„ OL

35º NB 23º OL

34º NB 23º OL

34º NB 25º 09„ OL

Grens Libië-Egypte

27

Kustlijn

Grens Egypte-Gazastrook

34º NB 34º 13„ OL

34º NB 35º OL

35º 47„ NB 35º OL

Grens Turkije-Syrië

16

Kustlijn

38º NB 12º 30„ OL

38º NB 11º OL

37º NB 12º OL

35º NB 13º 30„ OL

36º 30„ NB 13º 30” OL

36º 30„ NB 15º 18” OL

37º NB 15º 18„ OL

22

Kustlijn

36º 30„ NB 23º OL

36º NB 23º OL

36º NB 26º 30„ OL

34º NB 26º 30„ OL

34º NB 29º OL

36º 43„ NB 29º OL

28

17

Kustlijn

41º 55„ NB 15º 08” OL

Grens Kroatië-Montenegro

23

36º NB 23º OL

36º NB 26º 30„ OL

34º NB 26º 30„ OL

34º NB 23º OL

29

18

Kustlijnen (beide zijden)

41º 55„ NB 15º 08” OL

40º 04„ NB 18º 29” OL

Grens Kroatië-Montenegro

Grens Albanië-Griekenland

24

Kustlijn

36º 43„ NB 29º OL

34º NB 29º OL

34º NB 32º OL

35º 47„ NB 32º OL

35º 47„ NB 35º OL

Grens Turkije-Syrië

30


BIJLAGE II

Procedures voor havenstaatcontroles van vaartuigen

(1)  Identificatie van de vaartuigen

De havencontroleur(s) moet(en):

   a) nagaan of de aan boord gehouden officiële documenten geldig zijn, zo nodig aan de hand van adequate contacten met de vlaggenstaat of internationale vaartuigregisters;
   b) zo nodig zorgen voor een officiële vertaling van de documenten;
   c) zich ervan vergewissen dat de naam, de vlag, de externe kentekens (en het identificatienummer van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) van het vaartuig, wanneer dat beschikbaar is), alsmede het internationale radioroepnummer correct zijn;
   d) voor zover mogelijk nagaan of het vaartuig een andere naam en/of vlag heeft gekregen en, zo ja, de vorige naam/namen en vlag/vlaggen aangeven;
   e) melding maken van de haven van registratie, de naam en het adres van de eigenaar (en de reder en aandeelhouder indien deze niet de eigenaar zijn), de gemachtigde en de kapitein van het vaartuig, inclusief de naam van het bedrijf en de geregistreerde eigenaar indien die beschikbaar zijn; en
   f) melding maken van de naam en het adres van de eventuele eigenaar/eigenaars van het vaartuig gedurende de vorige vijf jaar.

(2)  Machtiging(en)

De havencontroleur(s) gaat/gaan na of de machtiging(en) om te vissen of vis en visserijproducten te vervoeren in overeenstemming is/zijn met de in punt 1 bedoelde gegevens en controleert/controleren de looptijd van de machtiging(en) en de toepassing daarvan op de gebieden, soorten en vistuigen.

(3)  Andere documentatie

De havencontroleur(s) controleert/controleren alle relevante documentatie, inclusief elektronische documenten. Relevante documentatie omvat logboeken, met name het visserijlogboek, alsmede de bemanningslijst, opslagplattegronden en tekeningen of beschrijvingen van visruimen, indien deze beschikbaar zijn. Deze ruimen of ruimtes kunnen worden geïnspecteerd op overeenstemming van omvang en samenstelling met de genoemde tekeningen of beschrijvingen en op overeenstemming van de opslag met de opslagplattegronden. In voorkomend geval dient deze documentatie tevens door regionale organisaties voor visserijbeheer afgegeven vangstdocumenten of handelsdocumenten te bevatten.

(4)  Vistuig

a)  De havencontroleur(s) controleert/controleren of het aan boord gehouden vistuig overeenstemt met de in de machtiging(en) vastgestelde voorwaarden. Het vistuig mag tevens worden gecontroleerd op overeenstemming van bepaalde kenmerken, zoals maaswijdte (en eventuele voorzieningen), netlengte, en haakgrootte met de geldende regels, en op overeenstemming van de identificatiemerken van het vistuig met wat voor dat vaartuig is toegestaan.

b)  De havencontroleur(s) kan/kunnen tevens onderzoeken of zich in het vaartuig buiten het zicht geborgen vistuig of illegaal vistuig bevindt.

(5)  Vis en visserijproducten

a)  De havencontroleur(s) onderzoekt/onderzoeken voor zover mogelijk of de aan boord gehouden vis en visserijproducten zijn geoogst overeenkomstig de in de geldende machtiging(en) vastgestelde voorwaarden. De havencontroleur(s) dient/dienen daarbij het visserijlogboek en de ingediende verslagen, inclusief de via een satellietvolgsysteem (VMS) doorgezonden verslagen, te controleren.

b)  Voor het bepalen van de aan boord gehouden hoeveelheden en soorten kan/kunnen de havencontroleur(s) de vis in het ruim of tijdens de aanlanding controleren. Daarbij mag/mogen de havencontroleur(s) dozen openen waarin de vis is voorverpakt en mag/mogen hij/zij de vis of de dozen verplaatsen om de correcte staat van de visruimen te controleren.

c)  De havencontroleur(s) mag/mogen bij het lossen van het vaartuig de aangelande soorten en hoeveelheden controleren. Deze controle kan betrekking hebben op de productsoort, het levend gewicht (op basis van het logboek vastgestelde hoeveelheden) en de factor voor de omrekening van verwerkt gewicht in levend gewicht. De havencontroleur(s) mag/mogen tevens om het even welke hoeveelheden die aan boord worden gehouden, controleren.

d)  De havencontroleur(s) mag/mogen de hoeveelheid en de samenstelling van alle aan boord gehouden vangsten herzien, inclusief aan de hand van monsterneming.

(6)  Controle van de IOO-visserij

Artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 is van toepassing.

(7)  Verslaglegging

Een schriftelijk verslag over de controle wordt na de controle door de controleur opgesteld en ondertekend en een afschrift daarvan wordt ter beschikking gesteld van de kapitein van het vaartuig.

(8)  Resultaten van de havenstaatcontroles

De resultaten van de havenstaatcontroles moeten ten minste de volgende informatie bevatten:

1.  Referenties van de controles

–  Controledienst (naam van de controledienst of van de door de dienst aangewezen instantie);

   Naam van de controleur;
   Datum en tijdstip van de controle;
   Haven waar de controle heeft plaatsgevonden (plaats waar het vaartuig is gecontroleerd); en
   Datum (datum waarop het verslag is voltooid).

2.  Identificatie van de vaartuigen

–  Naam van het vaartuig;

   Type vaartuig;
   Soort vistuig;
   Extern kenteken (op de romp van het vaartuig) en IMO-nummer (indien beschikbaar) of een ander nummer, in voorkomend geval;
   Internationale radioroepnaam;
   MMSI-nummer (Maritime Mobile Service Identity number), indien beschikbaar;

–  Vlaggenstaat (staat waar het vaartuig is geregistreerd).

   Vorige naam of namen van het vaartuig en vorige vlaggenstaat of vlaggenstaten, in voorkomend geval;
   Thuishaven (haven waar het vaartuig is geregistreerd) en vorige thuishavens;
   Eigenaar van het vaartuig (naam, adres, contactgegevens);
   Aandeelhouder van het vaartuig, indien deze niet de eigenaar is (naam, adres, contactgegevens);
   Reder die verantwoordelijk is voor het gebruik van het vaartuig, indien deze niet de eigenaar is (naam, adres, contactgegevens);
   Voor het vaartuig gemachtigde persoon (naam, adres, contactgegevens);
   Naam en adres van vorige eigenaar(s), in voorkomend geval;
   Naam, nationaliteit en maritieme kwalificaties van de kapitein en de vangstkapitein;
   Bemanningslijst.

3.  Vismachtigingen (visvergunningen/visdocumenten)

–  De machtiging(en) van het vaartuig om te vissen of vis en visserijproducten te vervoeren;

–  Land van afgifte van de machtiging(en;

   In de machtiging(en) vastgestelde voorwaarden, inclusief gebieden en duur;
   Betrokken regionale organisatie voor visserijbeheer;
   Gebieden, voorwerp en looptijd waarop de machtiging(en) betrekking heeft/hebben;
   Gegevens over de toewijzing van toegestane quota, toegestane inspanning of andere;
   Toegestane soorten, bijvangsten en vistuig; en
   Overladingsregisters en -documenten (in voorkomend geval).

4.  Gegevens over de visreis

–  Data, tijd, gebied en locatie van de begonnen visreis;

   Gebieden die zijn aangedaan (binnenvaren en verlaten van de verschillende gebieden);
   Overladingsactiviteiten op zee (data, soorten, locatie, hoeveelheid overgeladen vis);
   Vorige haven die is aangedaan; en
   Datum en tijdstip waarop de lopende visreis is beëindigd;
   Volgende haven die het vaartuig wil aandoen, in voorkomend geval.

5.  Resultaat van de vangstcontrole

–  Begin en einde van het lossen (tijdstippen en data);

   Vissoorten;
   Productsoort;
   Levend gewicht (op basis van het logboek vastgestelde hoeveelheden);
   Betrokken omrekeningsfactor;
   Verwerkt gewicht (aangelande hoeveelheden, per soort en aanbiedingsvorm);
   Equivalent levend gewicht (aangelande hoeveelheden in levend gewicht, uitgedrukt als „productgewicht vermenigvuldigd met de omrekeningsfactor”); en
   Geplande bestemming van de gecontroleerde vis en visserijproducten;
   Hoeveelheden en soorten aan boord gehouden vis, in voorkomend geval.

6.  Resultaten van de vistuigcontrole

–  Gegevens over de soorten vistuig.

7.  Conclusies

–  Conclusies van de controle, inclusief vaststelling van de vermoedelijke overtredingen en verwijzing naar de betrokken regels en maatregelen. Het desbetreffende bewijsmateriaal wordt bij het controleverslag gevoegd.


BIJLAGE III

A)Vlootsegmenten GFCM/SAC

Groepen

<6 meter

6-12 meter

12-24 meter

> 24 meter

1. Polyvalente kleinschalige vaartuigen zonder motor

A

2. Polyvalente kleinschalige vaartuigen met motor

B

C

3. Trawlers

D

E

F

4. Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

G

H

5. Vaartuigen voor de visserij met de beug

I

6. Pelagische trawlers

J

7. Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen

K

8. Vaartuigen voor de dregnetvisserij

L

9. Polyvalente vaartuigen

M

Beschrijving van het segment

A Polyvalente kleinschalige vaartuigen zonder motor – Alle vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter zonder motor (wind of aandrijving).

B Polyvalente kleinschalige vaartuigen van minder dan 6 meter met motor – Alle vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 6 meter met motor.

C Polyvalente kleinschalige vaartuigen tussen 6 en 12 meter met motor – Alle vaartuigen met een lengte over alles tussen 6 en 12 meter met motor, die gedurende het jaar verschillende soorten vistuig gebruiken zonder dat één daarvan overheerst of die vistuig gebruiken dat in deze indeling niet in aanmerking is genomen.

D Trawlers van minder dan 12 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een demersale trawl verrichten.

E Trawlers tussen 12 en 24 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles tussen 12 en 24 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een demersale trawl verrichten.

F Trawlers van meer dan 24 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 24 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een demersale trawl verrichten.

G Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen tussen 6 en 12 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles tussen 6 en 12 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een ringzegen verrichten.

H Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen van meer dan 12 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 12 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met ringzegens verrichten, met uitsluiting van de vaartuigen die gedurende om het even welke periode van het jaar zegennetten voor de tonijnvisserij gebruiken.

I Vaartuigen voor de visserij met de beug van meer dan 6 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 6 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met de beug verrichten.

J Pelagische trawlers van meer dan 6 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 6 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een pelagische trawl verrichten.

K Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen – Alle vaartuigen die gedurende om het even welke periode van het jaar zegennetten voor de tonijnvisserij gebruiken.

L Vaartuigen voor de dregnetvisserij van meer dan 6 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 6 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een dregnet verrichten.

M Polyvalente vaartuigen van meer dan 12 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 12 meter, die gedurende het jaar verschillende soorten vistuig gebruiken zonder dat één daarvan overheerst of die vistuig gebruiken dat in deze indeling niet in aanmerking is genomen

Opmerking: In alle cellen kan informatie worden ingevuld. Met betrekking tot de cellen in de bovenstaande tabel die leeg zijn gelaten, wordt ervan uitgegaan dat deze wellicht een insignificante populatie vertegenwoordigen. Zo nodig dient de informatie in een „lege cel” echter te worden samengevoegd met die in de meest geschikte belendende „blauwe cel”.

B)Tabel inzake de meting van de visserijinspanning(1)

Vistuig

Aantal en afmetingen

Capaciteit

Activiteit

Nominale inspanning(2)

Dregnet (voor weekdieren)

Open mond, breedte van de mond

BT

Vistijd

Gedregde bodemoppervlakte(3)

Trawl (incl. dregnetten voor de platvisvisserij)

Soort trawl (pelagisch, demersaal)

BT en/of BRT

Motorvermogen

Maaswijdte

Netomvang (breedte van de mond)

Vaarsnelheid

BT

Vistijd

BT*dagen

BT*uren

KW*dagen

Ringzegen

Lengte en hoogte van het net

BT

Verlichtingssterkte

Aantal kleine vaartuigen

BT

Lengte en hoogte van het net

Zoektijd

Uitzetting

BT * uitzettingen19

Lengte van het net * uitzettingen

Netten

Soort net (bijv. trammelnet, kieuwnet, enz.)

Lengte van het net (gebruikt in verordeningen)

BT

Oppervlakte van het net

Maaswijdte

Lengte en hoogte van het net

Vistijd

Lengte van het net * dagen

Oppervlakte *dagen

Beuglijnen

Aantal haken

BT

Aantal beuglijnen

Kenmerken van de haken

Aas

Aantal haken

Aantal beuglijn-eenheden

Vistijd

Aantal haken * uren

Aantal haken * dagen

Aantal beuglijn-eenheden * dagen/uren

Vallen

BT

Aantal vallen

Vistijd

Aantal vallen * dagen

Ringzegen/

FAD's

Aantal FAD's

Aantal FAD's

Aantal

reizen

Aantal FAD's *

Aantal reizen

C)  GFCM-taak 1 – Operationele eenheden

20110308-P7_TA(2011)0079_NL-p0000003.jpg

(1) Hiermee wordt de nominale inspanning bedoeld.
(2) Met betrekking tot een bepaald gebied (met vermelding van de oppervlakte) met het oog op de raming van de vangstintensiteit (inspanning • km2) en de bepaling van de verhouding tussen inspanning en beviste bestanden.
(3) Voor inspanningsmaatregelen zonder per tijd aangegeven activiteit dient een tijdsperiode (bijv. per jaar) te worden vermeld.

Juridische mededeling - Privacybeleid