Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2513(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B7-0165/2011

Ingediende teksten :

B7-0165/2011

Debatten :

PV 07/03/2011 - 20
CRE 07/03/2011 - 20

Stemmingen :

PV 09/03/2011 - 8.4
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0089

Aangenomen teksten
PDF 120kWORD 39k
Woensdag 9 maart 2011 - Straatsburg
De strategie van de EU voor de Atlantische regio
P7_TA(2011)0089B7-0165/2011

Resolutie van het Europees Parlement van 9 maart 2011 over de Europese strategie voor het Atlantische gebied

Het Europees Parlement,

–  gelet op artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de conclusies van de Raad van 14 juni 2010, waarin de Commissie werd verzocht uiterlijk juni 2011 een Europese strategie voor het Atlantische gebied te formuleren,

–  gezien de openbare raadpleging die de Commissie met het oog op de publicatie van een mededeling over een Europese strategie voor het Atlantische gebied lanceerde,

–  gezien de strategie van de Europese Unie voor het Oostzeegebied en de EU-strategie voor het Donaugebied,

–  gezien de conclusies van het vijfde Cohesieverslag,

–  gelet op artikel 115, lid 5, en artikel 110, lid 2 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en titel XVIII van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie territoriale samenhang als doelstelling van de Europese Unie wordt aangemerkt,

B.  overwegende dat vijf EU-lidstaten kusten aan de Atlantische Oceaan hebben: Frankrijk, Ierland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk,

C.  overwegende dat het Atlantische gebied een aantal kenmerken aspecten vertoont, het is namelijk:

   een dynamisch maritiem gebied (dank zij zeevervoer, visserij, mariene energie, enz.),
   een gebied met een kwetsbaar milieu dat behouden moet worden en dat gevoelig is voor de gevolgen van de klimaatverandering (kusterosie, extreme klimaatverschijnselen),
   een perifeer gelegen gebied in de Europese Unie met toegankelijkheids- en verbindingsproblemen en een gering aantal grotestadscentra,

D.  overwegende dat deze kenmerkende eigenschappen samenhangen met fenomenen die de nationale grenzen overschrijden en waarvoor op Europees niveau politieke oplossingen moeten worden gevonden,

E.  overwegende dat de Raad in juni 2010 de Commissie heeft gevraagd om uiterlijk juni 2011 een strategie voor het Atlantische gebied te ontwikkelen, en overwegende dat de Commissie de publicatie van een mededeling voor 2011 beoogt,

1.  verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk de EU-strategie voor het Atlantische gebied te ontwikkelen welke de vorm moet krijgen van een geïntegreerde benadering die zich op maritieme en territoriale vraagstukken richt;

2.  is van oordeel dat deze strategie in de lijn moet liggen van de doelstelling territoriale samenwerking van het cohesiebeleid (Doelstelling 3) en gebaseerd moet zijn op een geïntegreerde, gebiedsoverschrijdende en territoriale aanpak, die streeft naar een betere coördinatie van het beleid tussen de verschillende bestuursniveaus op een gegeven grondgebied, met de nadruk op relevante kwesties; is ervan overtuigd dat de Europese territoriale samenwerking een belangrijke bijdrage aan de intensivering van het proces van integratie binnen het Atlantische gebied kan leveren, en wel door meer inbreng van het maatschappelijk midden in het besluitvormingsproces en het uitvoeren van concrete acties;

3.  onderstreept dat de voornaamste toegevoegde waarde van macroregionale strategieën op het niveau van de EU gelegen is in samenwerking op verscheidene niveaus, coördinatie en betere strategische investeringen met gebruikmaking van de beschikbare financiering, en niet in de toewijzing van aanvullende middelen; onderstreept de conclusies van het Zweedse voorzitterschap, dat nieuwe instellingen, nieuwe wetgeving en nieuwe budgets ongewenst acht;

4.  wenst dat deze strategie openstaat voor alle EU-regio's langs de Atlantische kust, ook voor de perifere gebieden van Macaronesië;

5.  meent dat de externe dimensie van deze strategie versterkt kan worden dank zij de geostrategische positie van de Atlantische gebieden, vooral op de gebieden maritieme veiligheid en bewaking en ten aanzien van de internationale handelsbetrekkingen; is van mening dat er ook aandacht moet komen voor initiatieven tot internationale samenwerking en driepartijensamenwerking;

6.  is van mening dat bij deze strategie doelen en middelen beter gecoördineerd moeten worden en dat er sterke verbanden moeten zijn met de EU 2020-strategie en het EU-beleid voor na 2013; herinnert er in dit verband aan dat deze strategie zich richt op een betere besteding van EU-middelen, en niet op meer bestedingen;

7.  wenst dat deze strategie goed aansluit op het regionale beleid en het geïntegreerde maritieme beleid van de EU en meent dat het ook synergieën met ander EU-beleid in de hand moet werken, zoals met de transeuropese vervoersnetwerken, het gemeenschappelijk visserijbeleid, klimaat- en milieuacties, het kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het energiebeleid, enz.;

8.  acht de territoriale dimensie van deze strategie essentieel en denkt dat deze zal bijdragen aan de territoriale samenhang van de EU; is de mening toegedaan dat men zich in het kader van deze dimensie in het bijzonder moet bezighouden met het openen en de interconnectie van vervoers- en energienetwerken en de ontwikkeling van mariene energie, de ontwikkeling van stedelijke en plattelandsgebieden en de versteviging van de verbindingen tussen land en zee en tussen de zee en de binnenwateren;

9.  wijst opnieuw op het belang van de verbetering van de toegankelijkheid van de Atlantische maritieme regio's en van een uitbreiding van het personen-, goederen- en dienstenverkeer in deze regio's, zodat de doelen van de interne markt en van het cohesiebeleid worden bereikt, vooral door de ontwikkeling van het zeevervoer over korte afstanden en van „zeesnelwegen” (verbinding over zee tussen twee snelwegen over land);

10.  herinnert eraan dat de maritieme dimensie bij deze strategie voorop staat, in het bijzonder door een benadering van de diverse zeebekkens;

11.  is er een sterk voorstander van dat de Commissie stimulansen en steun verleent aan de planning en invoering van zeesnelwegen in het Atlantische gebied, zoals de zeesnelweg Gijon-Nantes, als een innovatieve manier om de transeuropese vervoersnetwerken te verbeteren en te diversifiëren, de internationale handelsbetrekkingen vloeiender te laten verlopen, dynamiek te verlenen aan de economische bedrijvigheid van havens, het toerisme te bevorderen en een bijdrage te leveren aan de vermindering van de CO2-uitstoot;

12.  meent dat in deze strategie de volgende punten van gemeenschappelijk belang aan de orde moeten komen: mariene energie, milieu en klimaatverandering, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van zeeverontreiniging door schepen, vervoer en toegankelijkheid, veiligheid, beveiliging en bewaking, onderzoek, innovatie, creatieve industrieën, cultuur, vrijetijd en toerisme, mariene diensten en opleiding, visserij en de sector eetbare zeevis en schaal- en schelpdieren;

13.  vindt dat deze strategie moet leiden tot synergieën tussen het desbetreffende beleid op EU-niveau en nationaal, regionaal en lokaal niveau en dat er daarom behoefte is aan een vernieuwd bestuur op verscheiden niveaus, gebaseerd op een nauwere betrokkenheid van de EU-instanties en de nationale, regionale en lokale autoriteiten;

14.  bepleit deze strategie volgens een bottom-upbenadering te laten werken met als uitgangspunt de plaatselijke autoriteiten en met inschakeling van alle belanghebbenden; houdt staande dat het nodig is om bij het ontwerpen en uitvoeren van deze strategie de autoriteiten van de regionale en lokale overheden te betrekken, evenals de lidstaten, de Europese Unie, particuliere belanghebbenden en organisaties van het maatschappelijk middenveld (waaronder betrokken interregionale netwerken en organisaties);

15.  wijst er opnieuw op dat de samenwerking in het kader van deze strategie in de allereerste plaats moet uitgaan van de behoeften van de betrokkenen en is daarom van oordeel dat de beleidsprioriteiten voor de aanpak door middel van een consensus moeten worden vastgesteld;

16.  is van mening dat de Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) interessante mogelijkheden biedt ter vergemakkelijking van de samenwerking in het kader van een EU-strategie voor het Atlantische gebied;

17.  wenst dat deze strategie vanaf 2014 wordt uitgevoerd en met het komende meerjarige financiële kader wordt gecoördineerd, vergezeld van een op Europees niveau vastgesteld actieprogramma met een lijst structuurprojecten;

18.  pleit ervoor de interne en externe dimensie van deze strategie tot uiting te laten komen door aan de bestaande fondsen van de Unie een op gedeelde prioriteiten gebaseerde Atlantische bestemming te geven;

19.  doet een beroep op de Commissie en de lidstaten vereenvoudigde regels te ontwerpen ter vergemakkelijking van de uitvoering van deze strategie en ter vermindering van de hiermee samenhangende administratieve lasten;

20.  verzoekt de Commissie nauw met het Europees Parlement samen te werken bij het vaststellen van de prioriteiten voor de ontwikkeling van de EU-strategie voor het Atlantische gebied en verzoekt de Commissie het Parlement regelmatig te informeren en te raadplegen over de stand van uitvoering van deze strategie;

21.  zal zijn standpunt tegenover de nog te verschijnen mededeling van de Commissie in een initatiefverslag uiteenzetten;

22.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie , het Comité van de Regio's en de andere relevante instellingen.

Juridische mededeling - Privacybeleid