Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2247(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0050/2011

Ingediende teksten :

A7-0050/2011

Debatten :

PV 05/04/2011 - 12
CRE 05/04/2011 - 12

Stemmingen :

PV 06/04/2011 - 8.16
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0142

Aangenomen teksten
PDF 240kWORD 58k
Woensdag 6 april 2011 - Straatsburg
Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen – Fraudebestrijding
P7_TA(2011)0142A7-0050/2011

Resolutie van het Europees Parlement van 6 april 2011 over de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen en fraudebestrijding – Jaarverslag 2009 (2010/2247(INI))

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn resoluties over vroegere jaarverslagen van de Commissie en het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF),

–  gezien het op 14 juli 2010 gepubliceerde verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad met als titel „Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen – Fraudebestrijding – Jaarverslag 2009” (COM(2010)0382), en de bijbehorende documenten (SEC(2010)0897 en SEC(2010)0898),

–  gezien het tiende activiteitenverslag van OLAF – Jaarverslag 2010(1),

–  gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar 2009, vergezeld van de antwoorden van de instellingen(2),

–  gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de activiteiten gefinancierd uit het achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) over het begrotingsjaar 2009, vergezeld van de antwoorden van de Commissie(3),

–  gelet op artikel 319, lid 3, en artikel 325, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(4),

–  onder verwijzing naar zijn verklaring van 18 mei 2010 over de inspanningen van de Unie ter bestrijding van corruptie(5), met als doel te voorkomen dat EU-steun onderhevig is aan corruptie,

–  gelet op artikel 48 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0050/2011),

Algemene beschouwingen

1.  betreurt dat het verslag van de Commissie over de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen en fraudebestrijding – Jaarverslag 2009 (COM(2010)0382), dat is gepubliceerd overeenkomstig artikel 325, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), over het algemeen geen informatie verstrekt over het geraamde peil van onregelmatigheden en fraude in de afzonderlijke lidstaten omdat het zich toespitst op het peil van de rapportering, en dat het bijgevolg niet mogelijk is om een algemeen zicht te hebben op de werkelijke omvang van onregelmatigheden en fraude in de lidstaten en om de lidstaten met de meeste onregelmatigheden en fraude te identificeren en te sanctioneren;

2.  benadrukt dat fraude een voorbeeld van opzettelijk wangedrag en een misdrijf is, en dat een onregelmatigheid het niet naleven van een regel is; betreurt dat in het verslag van de Commissie niet nader op fraude wordt ingegaan en dat onregelmatigheden zeer algemeen worden behandeld; wijst erop dat artikel 325, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over fraude gaat, niet over onregelmatigheden, en vraagt dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen fraude en fouten of onregelmatigheden;

3.  wijst erop dat er de afgelopen jaren technieken zijn ontwikkeld om fraude te meten als onderdeel van een ruimere poging om fraude te bestrijden, en dringt er bij de Commissie op aan deze onderzoeksinspanningen op te drijven en, aanvankelijk als proefprojecten, in samenwerking met de lidstaten passende nieuwe methoden toe te passen die worden ontwikkeld om onregelmatigheden en fraude te meten;

4.  verzoekt de Commissie haar verantwoordelijkheid op zich te nemen om ervoor te zorgen dat de lidstaten hun rapporteringsverplichtingen nakomen, d.w.z. dat ze betrouwbare en vergelijkbare gegevens verstrekken over onregelmatigheden en fraude, zelfs als de Commissie daartoe het systeem van sancties wegens niet-nakoming van deze rapporteringsverplichtingen moet wijzigen;

5.  betreurt dat nog steeds een groot bedrag aan EU-middelen ten onrechte wordt besteed en verzoekt de Commissie passende actie te ondernemen om te zorgen voor onmiddellijke terugbetaling van deze middelen;

6.  is bezorgd over het aantal niet-afgewikkelde onregelmatigheden in Italië dat aan het einde van het begrotingsjaar 2009 nog niet teruggevorderd was of niet terugvorderbaar verklaard was;

7.  verzoekt de Commissie de lidstaten meer verantwoording te doen afleggen voor het bedrag aan onregelmatigheden dat nog moet worden teruggevorderd;

8.  wijst erop dat de EU-wetgeving de lidstaten verplicht alle onregelmatigheden te melden uiterlijk twee maanden na het kwartaal waarin hierover een eerste administratief of gerechtelijk proces-verbaal is opgesteld en/of nieuwe informatie over een gemelde onregelmatigheid bekend wordt; roept de lidstaten op om alles in het werk te stellen, onder meer door stroomlijning van de nationale administratieve procedures, om zich te houden aan de vastgestelde termijnen en de tijdspanne tussen vaststelling en melding van een onregelmatigheid te verkleinen; roept de lidstaten op om bij hun inspanningen om fraude te bestrijden in de eerste plaats op te treden als beschermers van het geld van de belastingbetalers;

9.  vraagt welke maatregelen de Commissie heeft genomen om de toename van het aantal gevallen en de bedragen van vermoedelijke fraude in verhouding tot het totale aantal onregelmatigheden in de lidstaten Polen, Roemenië en Bulgarije tegen te gaan;

10.  is bezorgd over het verdacht lage percentage vermoedelijke fraude in Spanje en Frankrijk, in het bijzonder gezien de grootte van deze lidstaten en de financiële steun die zij volgens het verslag over de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen over 2009 hebben ontvangen, en vraagt de Commissie daarom gedetailleerde informatie over de toegepaste meldingsmethode en de fraude-opsporingscapaciteit in deze lidstaten te verschaffen;

11.  verzoekt de lidstaten die de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen(6) of de protocollen erbij(7) nog niet hebben geratificeerd, met name de Tsjechische Republiek, Malta en Estland, onverwijld over te gaan tot de ratificatie van deze rechtsinstrumenten; verzoekt de lidstaten die deze instrumenten reeds hebben geratificeerd hun inspanningen op te drijven om via krachtiger nationaal strafrecht de financiële belangen van de Unie te beschermen, met name door de bestaande tekortkomingen aan te pakken waarop wordt gewezen in het tweede verslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen en de daarbij behorende protocollen (COM(2008)0077);

12.  is verheugd over de invoering in 2009 van het beheersysteem voor onregelmatigheden (Irregularity Management System − IMS), een door OLAF ontwikkelde en onderhouden toepassing, en over de positieve ontwikkelingen die dit systeem heeft teweeggebracht; is bezorgd over het feit dat de Commissie de toename van het aantal gemelde gevallen en de financiële gevolgen daarvan wijt aan het gebruik van de nieuwe technologische melding; vraagt de Commissie het Parlement de methode van de nieuwe technologische melding gedetailleerd toe te lichten en deze methode in het verslag van volgend jaar te vermelden; verzoekt de lidstaten het IMS volledig toe te passen en de naleving van hun rapporteringsverplichtingen verder te verbeteren;

13.  vraagt de Commissie in haar verslag van volgend jaar het bedrag te vermelden van de onregelmatigheden die met behulp van de nieuwe technologische melding, respectievelijk volgens de traditionele meldingsmethode zijn gemeld; vraagt de lidstaten onregelmatigheden sneller te melden;

14.  herhaalt zijn ontgoocheling − gezien de ernstige twijfels over de kwaliteit van de door de lidstaten verstrekte informatie − over het feit dat de Commissie meer energie stopt in het overtuigen van het Europees Parlement dat er een „tolereerbaar foutenrisico” moet worden ingevoerd dan in het overtuigen van de lidstaten dat zij verplicht nationale beheersverklaringen moeten overleggen die behoorlijk gecontroleerd zijn door hun nationale auditdienst en bekrachtigd zijn door de Rekenkamer; vraagt de Commissie om, in samenwerking met de lidstaten en aan de hand van een passend verslag overeenkomstig het Verdrag, het Parlement redelijke zekerheid te geven dat deze doelstelling is verwezenlijkt en dat fraude naar behoren wordt bestreden;

Ontvangsten: eigen middelen

15.  is bezorgd over het aantal fraudegevallen in verhouding tot het aantal onregelmatigheden in de sector eigen middelen in de lidstaten Oostenrijk, Spanje, Italië, Roemenië en Slowakije, aangezien fraude in elk van deze lidstaten meer dan de helft van de totale onregelmatigheden uitmaakt; vraagt de lidstaten alle nodige maatregelen, waaronder nauwe samenwerking met de Europese instellingen, te treffen om alle oorzaken van fraude met EU-middelen aan te pakken;

16.  betreurt de door de Rekenkamer aan het licht gebrachte tekortkomingen in het nationale douanetoezicht, met name wat betreft het functioneren van de risicoanalyse voor de selectie van handelaren en importen die onder douanecontroles moeten vallen, waardoor het risico toeneemt dat onregelmatigheden niet worden gedetecteerd en wat kan leiden tot een verlies aan traditionele eigen middelen; verzoekt de lidstaten hun douanetoezichtsystemen te verbeteren en verzoekt de Commissie hun hierbij de passende bijstand te verlenen;

17.  benadrukt dat ongeveer 70% van alle douane-importprocedures vereenvoudigd is, wat betekent dat zij een wezenlijke impact hebben op de inning van de traditionele eigen middelen en op de efficiëntie van het gemeenschappelijk handelsbeleid; acht in deze context het in speciaal verslag nr. 1/2010 van de Rekenkamer onthulde ontbreken van effectieve controles op de vereenvoudigde procedures voor invoer in de lidstaten onaanvaardbaar, en verzoekt de Commissie een verdergaand onderzoek in te stellen naar de efficiëntie van de controles op de vereenvoudigde procedures in de lidstaten, met name naar de vooruitgang die de lidstaten hebben geboekt bij het verrichten van audits achteraf, en uiterlijk eind 2011 over dit onderzoek een verslag uit te brengen aan het Europees Parlement;

18.  neemt kennis van de resultaten van de onderzoeken die OLAF op het gebied van eigen middelen heeft verricht; is ten zeerste bezorgd over de omvang van de fraude met vanuit China ingevoerde goederen en verzoekt de lidstaten met klem de desbetreffende bedragen onverwijld terug te vorderen;

19.  is ingenomen met de succesvolle resultaten van de gezamenlijke douaneoperatie Diabolo II, die door de Commissie via OLAF werd gecoördineerd en waaraan douanebeambten uit 13 Aziatische landen en 27 EU-lidstaten hebben meegewerkt;

20.  is ingenomen met de overeenkomsten die de Europese Unie en haar lidstaten met tabaksproducenten hebben gesloten om de illegale tabakshandel te bestrijden; is van mening dat het in het financiële belang van de EU is verder te werken aan de bestrijding van sigarettensmokkel, die jaarlijks naar schatting een verlies van een miljard EUR voor de EU-begroting vertegenwoordigt; vraagt OLAF met aandrang verder een leidende rol te spelen bij de internationale onderhandelingen over een protocol om de illegale handel in tabaksproducten een halt toe te roepen krachtens artikel 15 van het kaderverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik, dat de illegale handel in de EU zou helpen bestrijden; is van mening dat de 500 miljoen EUR die de twee betrokken ondernemingen, British American Tobacco en Imperial Tobacco, zullen betalen, door de Commissie en de betrokken lidstaten ook moeten worden gebruikt om de fraudebestrijdingsmaatregelen te versterken;

Uitgaven: landbouw

21.  is ingenomen met de conclusie van de Commissie dat de globale rapporteringsdiscipline op dit beleidsgebied verbeterd is en dat de naleving nu 95% bedraagt; verzoekt de lidstaten die nog steeds niet tijdig verslag uitbrengen (Oostenrijk, Finland, Nederland, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk) onmiddellijk aan deze situatie te verhelpen;

22.  verzoekt de Commissie nauwgezet toe te zien op de situatie in Spanje en Italië, die respectievelijk het grootste aantal gevallen van onregelmatigheden en de grootste bedragen hebben gemeld, en aan het Europees Parlement verslag uit te brengen over de specifieke maatregelen die zijn getroffen om de problemen in deze twee lidstaten aan te pakken;

23.  vraagt de Commissie na te gaan of de discrepantie tussen hogere uitgaven en een minimumpercentage aan gemelde onregelmatigheden, en de grote verschillen in het gemelde percentage onregelmatigheden (Estland: 88,25%, Cyprus, Hongarije, Letland, Malta, Slovenië en Slowakije: 0,00%) samenhangen met de doeltreffendheid van de controlesystemen, teneinde een evaluatie van die systemen te verrichten;

24.  is ten zeerste bezorgd over de bevindingen van de Rekenkamer dat de betalingen voor 2009 op dit beleidsgebied onderhevig waren aan materiële fouten en dat de toezichts- en controlesystemen over het algemeen in het beste geval slechts gedeeltelijk de regelmatigheid van de betalingen konden waarborgen; betreurt de bevinding van de Rekenkamer dat, hoewel het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS-systeem) in beginsel goed is opgezet, de doeltreffendheid van het GBCS-systeem evenwel lijdt onder onnauwkeurige gegevens in de databanken, onvolledige kruiscontroles of een onjuiste dan wel onvolledige follow-up van anomalieën; verzoekt de Commissie nauwgezet toe te zien op de doeltreffendheid van de toezichts- en controlesystemen in de lidstaten om ervoor te zorgen dat de informatie over het aantal onregelmatigheden per lidstaat een waar en correct beeld van de feitelijke situatie geeft; verzoekt de Commissie de zwakke punten op het gebied van doeltreffendheid van het GBCS-systeem aan te pakken;

25.  merkt op dat er slechts definitieve cijfers kunnen worden vastgesteld voor de begrotingsjaren die als afgesloten kunnen worden beschouwd, en dat in dit licht gezien tot nog toe 2004 het recentste begrotingsjaar is dat als afgesloten kan worden beschouwd;

26.  betreurt de rampzalige situatie betreffende het globale terugvorderingspercentage op dit beleidsgebied, dat in 2009 slechts 42% bedroeg van de 1,266 miljard EUR die aan het eind van het begrotingsjaar 2006 nog open stond; is ten zeerste bezorgd over de opmerking van de Rekenkamer dat de 121 miljoen EUR die in de jaren 2007 t/m 2009 van begunstigden werd teruggevorderd, minder dan 10% van de totale terugvorderingen vertegenwoordigt; acht deze situatie onaanvaardbaar en verzoekt de lidstaten met klem er iets aan te doen; verzoekt de Commissie met klem alle nodige stappen te ondernemen om een doeltreffend terugvorderingssysteem in te voeren en het Europees Parlement in het verslag van volgend jaar over de bescherming van de financiële belangen van de EU in te lichten over de gemaakte vorderingen;

Uitgaven: cohesiebeleid

27.  betreurt het feit dat de gegevens in het verslag 2009 over de bescherming van de financiële belangen geen betrouwbaar beeld geven van het aantal onregelmatigheden en fraudegevallen op dit beleidsgebied, aangezien een hoog peil van onregelmatigheden en/of fraude gewoon kan wijzen op efficiënte rapportering en/of efficiënte fraudebestrijdingssystemen;

28.  is ten zeerste bezorgd over het feit dat de betalingen voor het jaar 2009 volgens de Rekenkamer veel materiële fouten vertonen (meer dan 5%);

29.  wijst erop dat een belangrijke bron van fouten bij de cohesie-uitgaven een ernstige tekortkoming is in de toepassing van de openbare-aanbestedingsregels; verzoekt de Commissie bijgevolg onverwijld nieuwe regelgeving voor te stellen om deze regels te vereenvoudigen en te moderniseren;

30.  is ten zeerste bezorgd over de vaststelling van de Rekenkamer dat minstens 30% van de fouten die de Rekenkamer in het monster 2009 heeft aangetroffen, vóór de validering van de uitgaven aan de Commissie door de lidstaten zelf kon worden gedetecteerd en gecorrigeerd op basis van de informatie waarover zij beschikken; verzoekt de lidstaten hun inspanningen op te drijven om hun detectie- en correctiemechanismen te verbeteren;

31.  verzoekt de Commissie het Europees Parlement informatie te verschaffen over de getroffen maatregelen ten aanzien van de onregelmatigheden op dit beleidsgebied die de lidstaten hebben gemeld en die de Commissie heeft gedetecteerd;

32.  is niet tevreden met een terugvorderingspercentage van iets meer dan 50% voor de programmeringsperiode 2000-2006; verzoekt de lidstaten met klem meer inspanningen aan de dag te leggen om ten onrechte betaalde bedragen terug te vorderen en verzoekt de Commissie actie te ondernemen om een hoger terugvorderingspercentage te waarborgen, aangezien de Commissie de begroting overeenkomstig artikel 317 van het VWEU onder haar eigen verantwoordelijkheid uitvoert;

Uitgaven: pretoetredingsfondsen

33.  is ten zeerste bezorgd over het vermoedelijk hoge percentage fraude in Bulgarije voor het Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) in 2009, dat voor de gehele programmeringsperiode 20% bedraagt en het hoogste percentage is dat in alle onderzochte fondsen (cohesie en landbouw) is opgemerkt; merkt op dat meer vermeende fraudegevallen aan het licht zijn gekomen door externe controles/interventies dan door interne/nationale controles; merkt op dat de Commissie zich naar behoren van haar verplichtingen heeft gekweten door de betalingen van Sapard in 2008 te staken en deze staking op 14 september 2009 na grondige controles op te heffen; verzoekt de Commissie verder toezicht uit te oefenen op de Bulgaarse autoriteiten om deze situatie verder te verbeteren;

34.  wijst erop dat de Tsjechische Republiek, Estland, Letland en Slovenië voor Sapard een fraudepeil van nul procent hebben gemeld, en heeft twijfels bij de betrouwbaarheid van de overgelegde informatie of bij het fraudedetectievermogen van deze landen; onderstreept dat soortgelijke nulpercentages of zeer lage fraudepercentages kunnen wijzen op tekortkomingen in de controlesystemen en omgekeerd; vraagt de Commissie gegevens over de doeltreffendheid van de controlemechanismen te verstrekken en samen met OLAF striktere controles op de besteding van EU-middelen te verrichten;

35.  acht het bijzonder lage terugvorderingspercentage voor vermeende fraude in de pretoetredingsfondsen, namelijk 4,6% voor de gehele programmeringsperiode, onaanvaardbaar en verzoekt de Commissie een doeltreffend systeem in te voeren om deze situatie aan te pakken;

Overheidsopdrachten, grotere transparantie en fraudebestrijding

36.  verzoekt de Commissie, de betrokken EU-agentschappen en de lidstaten maatregelen te nemen en middelen uit te trekken om ervoor te zorgen dat EU-steun niet onderhevig is aan corruptie, afschrikkende sancties te treffen wanneer corruptie en fraude worden vastgesteld, en criminele eigendommen die afkomstig zijn van fraude, belastingontduiking en witwaspraktijken vaker in beslag te laten nemen;

37.  verzoekt de Commissie en de lidstaten uniforme systemen voor overheidsopdrachten te ontwerpen, uit te voeren en periodiek te evalueren ter voorkoming van fraude en corruptie, om duidelijke voorwaarden voor deelneming aan overheidsopdrachten en criteria op grond waarvan besluiten daarover worden genomen vast te stellen en uit te voeren en ook om systemen om besluiten over overheidsopdrachten op nationaal niveau te kunnen herzien aan te nemen en uit te voeren ten einde te zorgen voor transparantie en verantwoordingsplicht bij de overheidsfinanciën, en om systemen voor risicobeheer en interne controle vast te stellen en uit te voeren;

38.  is ingenomen met het groenboek van de Commissie betreffende de modernisering van het EU-beleid inzake overheidsopdrachten – Naar een meer efficiënte Europese aanbestedingsmarkt; verzoekt de Commissie en de Raad de goedkeuring van de hervorming van de EU-basisregels voor het plaatsen van opdrachten (Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG) uiterlijk eind 2012 af te ronden;

39.  verzoekt OLAF, in aansluiting op het verzoek van het Parlement in zijn verslag van vorig jaar over de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen, in zijn komende verslag een gedetailleerde analyse op te nemen van de strategieën en maatregelen die elke lidstaat heeft genomen om fraude te bestrijden en onregelmatigheden bij de uitgaven van de Europese fondsen, onder meer als gevolg van corruptie, te voorkomen en te signaleren; is van mening dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan de tenuitvoerlegging van de landbouw- en de structuurfondsen; is van mening dat in het verslag met 27 landenprofielen moet worden onderzocht welke aanpak de nationale gerechtelijke en onderzoekinstanties hebben gevolgd, hoeveel controles zijn verricht en wat de kwaliteit ervan was, en hoeveel gevallen niet zijn gevolgd door een tenlastelegging door de nationale autoriteiten na een verslag van OLAF en waarom dat niet gebeurde;

40.  vraagt de Raad, in aansluiting op het verzoek van het Parlement in zijn verslag van vorig jaar over de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen, de sluiting van de samenwerkingsovereenkomsten met Zwitserland zo spoedig mogelijk af te ronden en vraagt de Raad de Commissie te machtigen met Andorra, Monaco en San Marino te onderhandelen over fraudebestrijdingovereenkomsten;

41.  vraagt de Commissie maatregelen te nemen om te zorgen voor centrale, transparante informatie over de ontvangers van EU-steun; vraagt de Commissie maatregelen te treffen om de wettelijke regelingen transparanter te maken en een systeem te ontwerpen om alle ontvangers van EU-steun op één website bekend te maken, ongeacht wie de middelen beheert en op basis van standaardinformatie die alle lidstaten in ten minste één EU-werktaal moeten verstrekken; dringt er bij de lidstaten op aan samen te werken met de Commissie en haar complete en betrouwbare informatie te verstrekken over de ontvangers van EU-steun die door de lidstaten wordt beheerd; verzoekt de Commissie prioritair het systeem van „gedeeld beheer” te evalueren en hierover verslag uit te brengen aan het Parlement;

o
o   o

42.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Rekenkamer, het Comité van toezicht van OLAF en OLAF zelf.

(1) http://ec.europa.eu/anti_fraud/reports/olaf/2009/en.pdf.
(2) PB C 303 van 9.11.2010, blz. 1.
(3) PB C 303 van 9.11.2010, blz. 243.
(4) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(5) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0176.
(6) PB C 316 van 27.11.1995, blz. 48.
(7) PB C 313 van 23.10.1996, blz. 1, PB C 151 van 20.5.1997, blz. 1, en PB C 221 van 19.7.1997, blz. 11.

Juridische mededeling - Privacybeleid