Besluit van het Europees Parlement van 18 januari 2012 over het aantal leden van de vaste commissies
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Conferentie van voorzitters,
– gezien zijn besluiten van 15 juli 2009(1) en 14 december 2011(2) over het aantal leden van de vaste commissies,
– gezien artikel 183 van zijn Reglement,
1. besluit het aantal leden van de parlementaire commissies als volgt te wijzigen:
Commissie buitenlandse zaken: 76 leden,
Commissie ontwikkelingssamenwerking: 30 leden
Commissie internationale handel: 31 leden
Begrotingscommissie: 43 leden
Commissie begrotingscontrole: 30 leden
Commissie economische en monetaire zaken: 48 leden
Commissie werkgelegenheid en sociale zaken: 49 leden
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid: 69 leden
Commissie industrie, onderzoek en energie: 61 leden
Commissie interne markt en consumentenbescherming: 41 leden
Commissie vervoer en toerisme: 47 leden
Commissie regionale ontwikkeling: 50 leden
Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling: 44 leden
Commissie visserij: 25 leden
Commissie cultuur en onderwijs: 31 leden
Commissie juridische zaken: 25 leden
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken: 60 leden
Commissie constitutionele zaken: 24 leden
Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid: 35 leden
Commissie verzoekschriften: 35 leden,
en het aantal leden van de parlementaire subcommissies als volgt te wijzigen:
Subcommissie mensenrechten: 31 leden
Subcommissie veiligheid en defensie: 31 leden;
2.
besluit, onder verwijzing naar het besluit van de Conferentie van voorzitters van 9 juli 2009 met betrekking tot de samenstelling van de bureaus van de commissies, dat hierin maximaal vier ondervoorzitters zitting kunnen hebben;
3.
verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.