Resolutie van het Europees Parlement van 15 maart 2012 over het resultaat van de presidentsverkiezingen in Rusland (2012/2573(RSP))
Het Europees Parlement,
– gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) tussen de Europese Unie en de Russische Federatie, die in 1997 in werking is getreden en waarvan de looptijd verlengd is in afwachting van een nieuwe overeenkomst,
– gezien de lopende onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst, die een nieuw, breed opgezet kader moet bieden voor de betrekkingen tussen de EU en Rusland, en gezien het partnerschap voor modernisering, dat in 2010 van start is gegaan,
– gezien zijn eerdere verslagen en resoluties over Rusland, en met name de resolutie van 16 februari 2012 over de komende presidentsverkiezingen in Rusland(1), de resolutie van 14 december 2011 over de uitslag van de verkiezingen voor de Doema(2), en in het bijzonder de kritiek op de organisatie van de verkiezingen voor de Doema, en de resolutie van 7 juli 2011 over de voorbereidingen voor de verkiezingen voor de Doema in december 2011(3),
– gezien de gemeenschappelijke verklaring van het OVSE/ODIHR, de Parlementaire Vergadering van de OVSE en de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa van 5 maart 2012 over de voorlopige bevindingen en conclusies,
– gezien de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 4 maart 2012 over de presidentsverkiezingen in Rusland op 4 maart 2012 en haar toespraken van 14 december 2011 in Straatsburg over de top EU-Rusland en van 1 februari 2012 in Brussel over de politieke situatie in Rusland,
– gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de EU, als strategische partner en directe buur van Rusland, het verkiezingsproces alsook het publieke debat en het wijdverspreide en aanhoudende protest in Rusland met betrekking tot de parlementsverkiezingen van december 2011 en de presidentsverkiezingen van 4 maart 2012 met bijzondere aandacht heeft gevolgd;
B. overwegende dat er ernstige bezorgdheid blijft bestaan over de ontwikkelingen in de Russische Federatie ten aanzien van de eerbiediging en bescherming van de mensenrechten en de naleving van algemeen aanvaarde democratische beginselen, verkiezingsregels en procedures; overwegende dat de Russische Federatie volwaardig lid is van de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en zich derhalve heeft verplicht tot naleving van de democratische beginselen en eerbiediging van de mensenrechten;
C. overwegende dat het Europees Hof voor de rechten van de mens op 12 april 2011 zijn veroordeling heeft uitgesproken over de omslachtige procedure voor de registratie van politieke partijen in Rusland, die niet voldoet aan de verkiezingsnormen die de Raad van Europa en de OVSE hebben vastgesteld; overwegende dat de politieke concurrentie en diversiteit in Rusland ondermijnd worden doordat politieke partijen en kandidaten zich moeilijk kunnen laten registreren;
D. overwegende dat recentelijk op beperkte schaal geprobeerd is de verkiezingswetgeving te verbeteren, maar dat de regels in het algemeen nog altijd veel te ingewikkeld en bij tijd en wijle vaag zijn, resulterend in een inconsistente toepassing van de rechtsgrondslag;
E. overwegende dat de Russische overheid geprobeerd heeft om de goede naam te schaden van bij de verkiezingswaarneming betrokken ngo's en met name Golos, dat zijn hoofdkantoor in Moskou werd uitgezet en het slachtoffer werd van een mediacampagne die erop gericht was zijn reputatie te bekladden, en waarvan de regionale kantoren aan belastingsinspecties werden onderworpen; overwegende dat ook de onafhankelijke media onder grote druk werden gezet;
F. overwegende dat het verkiezingsproces volgens de gemeenschappelijke verklaring van het OVSE/ODIHR, de Parlementaire Vergadering van de OVSE en de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa van 5 maart 2012 vrij noch eerlijk was en „sterk scheefgetrokken was ten voordele van één kandidaat” door de verklikking tijdens het registratieproces van mogelijk concurrerende kandidaten, ongelijke en tendentieuze berichtgeving door de media en het gebruik van overheidsmiddelen ten voordele van één kandidaat
G. overwegende dat de Russische bevolking – en in het bijzonder de „wittelintenbeweging” – na de parlementsverkiezingen van 4 december 2011 in een aantal massale demonstraties uiting heeft gegeven aan haar roep om meer democratie en een alomvattende hervorming van het verkiezingssysteem;
1. neemt nota van de resultaten van de presidentsverkiezingen in het licht van de voorlopige conclusies van het OVSE/ODIHR, binnenlandse organisaties voor verkiezingswaarneming, zoals Golos, Graždanin Nabljudatel' en de Kiezersliga, en vertegenwoordigers van de politieke partijen;
2. benadrukt, met volledige steun voor de moderniseringsagenda, die een dialoog over economische en politieke hervormingen met het oog op het verhelpen van de bestaande tekortkomingen omvat, de noodzaak van een kritische betrokkenheid ten aanzien van Rusland;
3. hekelt de tekortkomingen en onregelmatigheden bij de voorbereiding en de organisatie van deze verkiezingen en het feit dat de keuze van de kiezers beperkt was; benadrukt dat de omroepmedia in Rusland tijdens de verkiezingscampagne niet heeft voorzien in een gebalanceerde berichtgeving over alle kandidaten, wat in strijd is met de wettelijke vereisten; is verheugd over de grote burgerparticipatie in de campagne en vraagt om een volledig en transparant onderzoek van alle onregelmatigheden en om de introductie, versterking en toepassing van democratische regels voor toekomstige verkiezingen; betreurt de hechtenis van een groot aantal protesteerders door heel Rusland gedurende de demonstraties;
4. verzoekt president Medvedev de daad bij het woord te voegen en te garanderen dat de nodige hervormingen van het politieke systeem worden goedgekeurd, en verwacht dat de nieuwe Russische president bereid zal zijn deze door te voeren, met inbegrip van de hoognodige vereenvoudiging van de regels voor de registratie van politieke partijen; dringt er daarnaast op aan nu echt werk te maken van de problemen op het gebied van de persvrijheid en de vrijheid van vergadering en van meningsuiting; herhaalt dat de EU bereid is met Rusland samen te werken, onder meer in het kader van het partnerschap voor modernisering, teneinde te komen tot een betere eerbiediging van de mensenrechten en de grondrechten – de vrijlating van politieke gevangenen vormt in dit verband een cruciale kwestie – en tot een doeltreffender en onafhankelijker opererende rechtsstaat in Rusland;
5. moedigt de Russische autoriteiten en de politieke partijen die in de Doema vertegenwoordigd zijn, ertoe aan een betekenisvolle dialoog met de prodemocratische protesteerders en de oppositie aan te gaan ten behoeve van een allesomvattende hervorming, transparantie en democratie; vraagt de verkozen president Vladimir Poetin zijn retoriek tegen de protesteerders te matigen en een eerlijke dialoog over de toekomst van het land met hen aan te gaan;
6. spoort de diverse Russische democratische oppositiegroepen ertoe aan nauwer samen te werken en samen een positief politiek hervormingsprogramma op te stellen om de Russische burgers een geloofwaardig alternatief te bieden;
7. verheugt zich over de beslissing van president Dmitri Medvedev om de openbare aanklager op te dragen de wettigheid te onderzoeken van 32 strafzaken, waaronder de gevangenzetting van Michail Chodorkovski; vraagt de verkozen president, Vladimir Poetin, het bevel te geven tot een gelijkaardige evaluatie van de zaak Sergei Magnitsky;
8. neemt er nota van dat de Doema zijn voorlopige goedkeuring heeft gehecht aan de presidentiële wetsontwerpen die grondige wijzigingen in het politieke systeem beogen, met onder meer een vereenvoudiging van de regels voor de registratie van politieke partijen en hun deelname aan verkiezingen; vraagt de Doema wanneer hij de nodige wetten goedkeurt rekening te houden met de amendementen die de niet-geregistreerde partijen gezamenlijk hebben ingediend; verwacht dat alle partijen vóór de installatie van de verkozen president de gelegenheid te baat nemen om over een allesomvattend hervormingspakket met wijzigingen in de kieswet te beslissen; hoopt ten zeerste op een succesvol resultaat en een volledige uitvoering van alle hervormingsvoorstellen die in de werkgroep-Medvedev worden besproken; is ervan overtuigd dat een nieuwe kieswet en de registratie van politieke oppositiepartijen als basis kunnen dienen voor vrije en eerlijke verkiezingen voor de Doema, het Russische parlement;
9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regering en het parlement van de Russische Federatie, de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.