Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 13 juni 2012 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende wijzigingen in de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) waardoor het geografische werkingsgebied van de werkzaamheden van de EBWO wordt uitgebreid tot het zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied (COM(2011)0905 – C7-0523/2011 – 2011/0442(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0905),
– gezien artikel 294, lid 2, en artikel 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0523/2011),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 3 mei 2012 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0142/2012),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 13 juni 2012 met het oog op de vaststelling van Besluit Nr. .../2012/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende wijzigingen in de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) waardoor het geografische werkingsgebied van de werkzaamheden van de EBWO wordt uitgebreid tot het zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Besluit nr. 602/2012/EU.)