Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/2659(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0281/2012

Debatten :

Stemmingen :

PV 13/06/2012 - 9.4
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0248

Aangenomen teksten
PDF 126kWORD 45k
Woensdag 13 juni 2012 - Straatsburg
Sudan en Zuid-Soedan
P7_TA(2012)0248RC-B7-0281/2012

Resolutie van het Europees Parlement van 13 juni 2012 over de situatie in Sudan en Zuid-Sudan (2012/2659(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn voorgaande resoluties over Sudan,

–  gezien resolutie 2046 (2012) van de VN-Veiligheidsraad van 2 mei 2012 over Sudan en Zuid-Sudan,

–  gezien de verklaring waarin de vicevoorzitter van de Commissie/Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid Catherine Ashton haar instemming uitspreekt met resolutie 2046/2012 van de VN-Veiligheidsraad van 2 mei 2012,

–  gezien de conclusies van de Raad over Sudan van 31 januari 2011 en Besluit(1) van de Raad van 23 mei 2011,

–  gezien het memorandum van overeenstemming (MoU) inzake non-agressie en samenwerking dat op 10 februari 2012 door Sudan en Zuid-Sudan werd ondertekend,

–  gezien de verklaringen van 28 maart 2012 en 11 april 2012 van de woordvoerder van de Hoge vertegenwoordiger van de Unie Catherine Ashton, over grensschermutselingen tussen Sudan en Zuid-Sudan,

–  gezien de verklaring van de Afrikaanse Unie van 17 april 2012 waarin Sudan en Zuid-Sudan worden opgeroepen verantwoordelijk te handelen en acht te slaan op de oproepen van de Afrikaanse Unie en de internationale gemeenschap tot onmiddellijke beëindiging van het huidige conflict tussen beide landen,

–  gezien de verklaring van de woordvoerder van de VN-secretaris-generaal van 16 april 2012 over de situatie in Sudan en Zuid-Sudan, waarin hij zijn diepe verontrusting uitspreekt over de doorgaande vijandelijkheden tussen beide landen, met alle gevolgen daarvan voor onschuldige burgers,

–  gezien de verklaring van VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon van 19 april 2012, waarin hij er bij Sudan en Zuid-Sudan op aandringt de vijandelijkheden te beëindigen en het niet opnieuw te laten komen tot een conflict dat de afgelopen twintig jaar al miljoenen mensenlevens heeft gekost,

–  gezien de conclusies van de Raad van 23 april 2012 over Sudan en Zuid-Sudan (3159e vergadering van de Raad Buitenlandse zaken), waarin de diepe bezorgdheid van de EU wordt uitgesproken over het escalerende conflict tussen Sudan en Zuid-Sudan,

–  gezien de routekaart voor Sudan en Zuid-Sudan zoals vervat in het door de Raad voor vrede en veiligheid van de Afrikaanse Unie op 24 april 2012 uitgebrachte communiqué, waar de EU volledig achter staat,

–  gezien de alomvattende vredesovereenkomst (CPA) voor Sudan van 2005,

–  gezien de instelling van de VN-missie in Zuid-Sudan (UNMISS) en van de interim-veiligheidsmacht voor Abyei (UNISFA),

–  gezien de verklaring van de covoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU over Sudan en Zuid-Sudan die op 30 mei 2012 door de PPV is aangenomen,

–  gezien artikel 110, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat herhaalde gewelddadige incidenten aan de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan, met inbegrip van troepenbewegingen, de inname en bezetting van Heglig, de ondersteuning van gelieerde milities en van elkaars rebellen, alsook de gevechten tussen het Sudanese leger en het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA), het conflict hebben doen escaleren tot een volledige confrontatie;

B.  overwegende dat als gevolg van de strijd tussen Sudan en Zuid-Sudan en de voortzetting van de vijandelijkheden in de staten Zuid-Kordofan en Blauwe Nijl in Sudan een ernstige humanitaire situatie is ontstaan;

C.  overwegende dat het ontbreken van een economische overgangsregeling tussen de twee landen, onder meer over het gebruik van de olievoorraden, ertoe heeft geleid dat Khartoem beslag heeft gelegd op zuidelijke olie en dat Zuid-Sudan heeft besloten de olieproductie stop te zetten, en aanzienlijk heeft bijgedragen tot de huidige crisis;

D.  overwegende dat op 29 juni 2011 een overeenkomst tussen de regering van Sudan en de regering van Zuid-Sudan is gesloten over grensbewaking en een gezamenlijk politiek en veiligheidsmechanisme, met de verplichting tot instelling van een veilige gedemilitariseerde grenszone (SDBZ), en dat op 30 juli 2011 een overeenkomst tot stand kwam tussen de regering van Sudan en de regering van Zuid-Sudan over de missie ter ondersteuning van het grenstoezicht;

E.  overwegende dat Zuid-Sudan heeft aangekondigd dat het zich conform de overeenkomst tussen Sudan and Zuid-Sudan van 20 juni 2011 onverwijld zal terugtrekken uit het Abyei-gebied;

F.  overwegende dat de ontwerpbesluiten van het gezamenlijk politiek en veiligheidsmechanisme, die op 4 april 2012 aan de partijen zijn voorgesteld door het panel op hoog niveau van de Afrikaanse Unie, een deugdelijke basis verschaffen voor het bereiken van wederzijdse veiligheid aan de gemeenschappelijke grens tussen Sudan en Zuid-Sudan;

G.  overwegende dat met de resolutie die op 2 mei 2012 met algemene stemmen door de VN-Veiligheidsraad is aangenomen een routekaart voor Sudan en Zuid-Sudan is bekrachtigd om de vijandelijkheden te staken en de sinds de afscheiding uitstaande kwesties binnen de komende drie maanden op te lossen;

H.  overwegende dat zowel Sudan als Zuid-Sudan met de routekaart hebben ingestemd en hun toezegging van een onmiddellijke staking van de vijandelijkheden hebben bevestigd; dat de spanningen echter nog altijd hoog zijn;

I.  overwegende dat zowel Sudan als Zuid-Sudan op 4 juni 2012 van start zijn gegaan met hun eerste besprekingen op hoog niveau inzake grensbeveiliging, aangezien een reeks grensschermutselingen de voormalige burgeroorlog opnieuw dreigden te laten uitmonden in een volledig conflict;

J.  overwegende dat de EU bijzonder belang hecht aan onmiddellijke activering van het gezamenlijke mechanisme voor grensverificatie en grenstoezicht door ter plaatse internationale waarnemers en ander personeel in te zetten voor observatie en hulp bij het toezicht op de naleving;

K.  overwegende dat Sudan en Zuid-Sudan zijn getroffen door een ernstige droogte en de mensen op weg zijn gegaan op zoek naar voedsel, en dat volgens de VN-functionarissen ongeveer een miljoen mensen gevaar loopt te verhongeren als voedselhulp hen in de komende maanden niet bereikt;

1.  acht het verheugend dat Sudan en Zuid-Sudan beide met de routekaart die in resolutie 2046/2012 van de VN-veiligheidsraad van 2 mei 2012 werd bekrachtigd hebben ingestemd en hun toezegging hebben bevestigd om de vijandelijkheden onmiddellijk te staken; verwelkomt de hervatting van rechtstreekse onderhandelingen in Addis-Abeba en de rol van de Afrikaanse Unie en de bemiddeling van de heer Thabo Mbeki in dit proces;

2.  vraagt Sudan en Zuid-Sudan met klem hun politieke en praktische bereidheid te tonen om de weg van de vrede te volgen, door de wederzijdse veiligheidskwesties aan te pakken via zinvolle onderhandelingen binnen het kader van het gezamenlijke politieke en veiligheidsmechanisme, te beginnen met de instelling van een veilige, gedemilitariseerde zone en de onvoorwaardelijke terugtrekking van al hun strijdkrachten naar de eigen kant van de grens, overeenkomstig de eerder bereikte akkoorden, waaronder de overeenkomst inzake de missie ter ondersteuning van het grenstoezicht van 30 juli 2011;

3.  pleit voor onmiddellijke activering van het gezamenlijke mechanisme voor grensverificatie en grenstoezicht (JBVMM) door ter plaatse internationale waarnemers en ander personeel in te zetten voor observatie en hulp bij het toezicht op de naleving;

4.  roept Sudan en Zuid-Sudan op om de nog openstaande punten van de overeenkomst van 20 juni 2011 inzake tijdelijke veiligheids- en administratieve regelingen voor het Abyei-gebied uit te voeren, in het bijzonder de terugtrekking van alle Sudanese en Zuid-Sudanese troepen uit het Abyei-gebied; is verheugd over het feit dat het leger van Zuid-Sudan zich heeft teruggetrokken uit Heglig en roept de regering van Sudan ertoe op dit voorbeeld te volgen; roept op tot onmiddellijke beëindiging van de luchtbombardementen door de Sudanese strijdkrachten op Zuid-Sudan;

5.  roept Sudan en Zuid-Sudan ertoe op geen rebellengroepen meer te herbergen en tegen elkaar te op te zetten;

6.  dringt er bij alle partijen op aan zich te houden aan de paragrafen 7 en 16 van het besluit van 24 april 2012 van de Raad voor vrede en veiligheid van de Afrikaanse Unie, waarin er andermaal op wordt gewezen dat staatsgrenzen niet met geweld mogen worden veranderd, dat voor eventuele territoriale conflicten uitsluitend een regeling mag worden gevonden met behulp van wederzijds overeengekomen, vreedzame en politieke middelen en dat een militaire oplossing van het conflict in Zuid-Kordofan en het gebied van de Blauwe Nijl van de hand moet worden gewezen;

7.  dringt er bij de EU op aan nauw te blijven samenwerken met haar internationale partners, met name de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties, om ervoor te zorgen dat Sudan en Zuid-Sudan uitvoering geven aan de resolutie van de VN-Veiligheidsraad van 2 mei 2012 over de routekaart voor Sudan en Zuid-Sudan;

8.  geeft uiting aan zijn ernstige verontrusting over de humanitaire situatie die ontstaan is als gevolg van de strijd tussen Sudan en Zuid-Sudan en de voortzetting van de vijandelijkheden in de staten Zuid-Kordofan en Blauwe Nijl in Sudan; veroordeelt nadrukkelijk alle daden van geweld die onder schending van de internationale humanitaire rechtsregels en de rechten van de mens tegen de burgerbevolking worden begaan;

9.  roept alle partijen op de mensenrechten te bevorderen en te beschermen, ook die van vrouwen en mensen uit kwetsbare bevolkingsgroepen, en zich te houden aan hun verplichtingen uit hoofde van het internationale recht, waaronder het internationale humanitaire en mensenrechtenrecht, en dringt erop aan dat degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige schendingen van dat recht, met inbegrip van seksueel geweld, ter verantwoording worden geroepen;

10.  dringt er bij Sudan en Zuid-Sudan krachtig op aan humanitaire hulp toe te laten tot de getroffen bevolking in conflictgebieden, met name in Zuid-Kordofan, en overeenkomstig het internationale recht en het internationale humanitaire recht toe te zien op veilige, onbelemmerde en onmiddellijke toegang voor de Verenigde Naties en ander humanitaire hulpverleners, alsook te zorgen voor aanvoer van levensmiddelen en uitrusting, zodat deze hulpverleners hun helpende taak ten behoeve van de getroffen burgerbevolking efficiënt kunnen uitvoeren;

11.  vraagt beide zijden met klem hun ophitsende retoriek en vijandige propaganda, die wederzijdse demonisering, xenofobie en geweldsdreiging in de hand werken, te staken; vraagt beide regeringen de volle verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de bescherming van elkaars burgers overeenkomstig internationale beginselen, in overeenstemming met de kaderovereenkomst inzake de Status van onderdanen van de andere Staat en verwante aangelegenheden, die in maart 2012 werd geparafeerd;

12.  is verheugd over het besluit van de VN-Veiligheidsraad het mandaat van de VN-missie naar Sudan (UNMIS) te verlengen en aanvullende vredeshandhavingstroepen naar Sudan te zenden; acht een voortzetting van de VN-aanwezigheid uiterst waardevol voor de vreedzame ontwikkeling van twee levensvatbare staten; dringt er zowel bij Sudan als bij Zuid-Sudan op aan om de VN-aanwezigheid te verwelkomen en de veiligheid ervan te waarborgen;

13.  spoort Sudan en Zuid-Sudan aan om tot overeenstemming te komen over de onopgeloste politieke en economische overgangsregelingen tussen beide landen, waaronder ook het gebruik van olie; stelt nogmaals dat oplossing van de kwesties rond de grenzenafbakening een eerste voorwaarde is voor totstandbrenging van vrede en stabiliteit in de regio;

14.  roept Sudan en Zuid-Sudan op gebruik te maken van de diensten van het Border Programme van de Afrikaanse Unie, waarmee de partijen kunnen worden bijgestaan bij het oplossen van kwesties inzake begrenzing en afbakening van omstreden gebieden en beslechting van geschillen daarover, op basis van goede Afrikaanse praktijken en internationale beginselen;

15.  is ervan overtuigd dat voor stabiliteit op lange termijn in de regio een nieuwe, gebundelde alomvattende internationale strategie nodig is, waarin de EU naast andere mondiale en regionale partijen een rol moet spelen die niet alleen is gericht op noord-zuidkwesties en de situatie in de staten Zuid-Kordofan en Blauwe Nijl, maar ook op het al te lang uitgebleven hervormingsproces in Sudan en op grondiger democratische hervormingen in Zuid-Sudan; vraagt de HV/VV en de Commissie zich gereed te houden voor het bieden van de nodige hulp, zodra de thans regerende Sudanese National Congress Party (NCP) akkoord gaat met een vrije en onbelemmerde nationale dialoog die gericht moet zijn op invoering van inclusieve constitutionele regelingen die door iedereen wordt aanvaard, en serieuze maatregelen neemt om een einde te maken aan de straffeloosheid in Darfur, Zuid-Kordofan en Blauwe Nijl;

16.  verzoekt de Commissie, de lidstaten van de EU en de internationale gemeenschap hun financieringstoezeggingen aan de regio na te komen en met name de ernstige tekorten aan voedselhulp, noodonderkomens en bescherming aan te pakken; dringt erop aan dat de voedselsituatie nauwgezet in het oog wordt gehouden en dat er maatregelen worden genomen als de toestand slechter wordt;

17.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de VN-Veiligheidsraad en de secretaris-generaal van de VN, de speciale vertegenwoordiger van de EU voor Zuid-Sudan, de regering van Sudan, de regering van Zuid-Sudan, de instellingen van de Afrikaanse Unie, de voorzitter van het panel op hoog niveau voor Sudan van de Afrikaanse Unie, en de regeringen van de EU-lidstaten.

(1) PB L 142 van 28.5.2011, blz. 61.

Juridische mededeling - Privacybeleid