Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/2071(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0206/2012

Ingediende teksten :

A7-0206/2012

Debatten :

Stemmingen :

PV 05/07/2012 - 13.4
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0297

Aangenomen teksten
PDF 204kWORD 38k
Donderdag 5 juli 2012 - Straatsburg
Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2012 betreffende het overschot van de uitvoering tijdens het begrotingsjaar 2011
P7_TA(2012)0297A7-0206/2012

Resolutie van het Europees Parlement van 5 juli 2012 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2012 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, afdeling III – Commissie (11113/2012 – C7-0147/2012 – 2012/2071(BUD))

Het Europees Parlement,

–  gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 310 en 314, en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 106 bis,

–  gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(1), met name de artikelen 15, 37 en 38 daarvan,

–  gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, definitief vastgesteld op 1 december 2011(2),

–  gezien het standpunt van de Raad van 7 juni 2012 over het verzoek om overschrijving DEC 9/2012,

–  gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer(3),

–  gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2012 bij de algemene begroting 2012, ingediend door de Commissie op 16 april 2012 (COM(2012)0181),

–  gezien het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2012, vastgesteld door de Raad op 11 juni 2012 (11113/2012 – C7-0147/2012),

–  gezien het voorstel van de Commissie van 22 december 2010 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de jaarlijkse begroting van de Unie (COM(2010)0815),

–  gezien artikelen 75 ter en 75 sexies van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0206/2012),

A.  overwegende dat ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2012 dient om het overschot van het begrotingsjaar 2011, te weten 1 496 968 014 EUR, op te nemen op de begroting 2012,

B.  overwegende dat dit overschot in hoofdzaak bestaat uit onderbestedingen van 0,73 miljard EUR, hogere inkomsten ten belope van meer dan 0,67 miljard EUR en positieve wisselkoersverschillen ten belope van 0,1 miljard EUR,

C.  overwegende dat de hogere inkomsten vooral bestaan uit boetes en rentes op late betalingen (0,45 miljard van de 0,67 miljard EUR),

D.  overwegende dat de onderbestedingen, die betrekking hebben op kredieten van de begroting 2011 ter hoogte van 0,56 miljard EUR en uit 2010 overdragen kredieten ter hoogte van 0,17 miljard EUR, niet het gevolg zijn van problemen met de absorptie of wanbeheer, maar van de geldende regels voor aanpassing van de uitbetalingen aan de behoeften, met name tijdens de laatste weken van het begrotingsjaar,

E.  overwegende dat echter alle beschikbare indicatoren voor dit jaar aangeven dat er een tekort aan betalingen zal optreden op een groot aantal terreinen van EU-activiteiten, in het bijzonder omdat de begrotingsautoriteit in 2011 voor het tweede jaar achter elkaar het niveau van betalingskredieten in de EU-begroting voor 2012 met meer dan 3 miljard EUR heeft verlaagd, onder meer voor onderzoek en cohesiebeleid, vergeleken met de aanvankelijke ramingen van de Commissie,

F.  overwegende dat de Raad in zijn standpunt over verzoek tot overschrijving DEC 9/2012 de betalingskredieten voor het terrein onderzoek drastisch heeft verlaagd, terwijl op dit terrein dringend behoefte is aan betalingen om eerdere vastleggingen te voldoen, maar dat de Raad uiteindelijk opnieuw zijn standpunt overweegt in verband met het overschrijvingsverzoek DEC 19/2012,

G.  overwegende dat overeenkomstig artikel 15 van het Financieel Reglement het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting wordt opgenomen door middel van deze gewijzigde begroting, die uitsluitend voor dat doel wordt opgesteld,

1.  neemt kennis van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2012 dat uitsluitend tot doel heeft het overschot van 2011 in de begroting op te nemen, overeenkomstig artikel 15 van het Financieel Reglement; benadrukt dat het Financieel Reglement enige speelruimte biedt wat betreft de bestemming van het overschot;

2.  benadrukt dat het overschot in hoofdzaak bestaat uit onderbestedingen van 0,73 miljard EUR, hogere inkomsten ten belope van meer dan 0,67 miljard EUR en positieve wisselkoersverschillen ten belope van 0,1 miljard EUR;

3.  benadrukt dat de onderbestedingen (0,73 miljard EUR) niet het gevolg zijn van problemen met de absorptie of wanbeheer, maar van de geldende regels voor aanpassing van de uitbetalingen aan de behoeften; is daarom van mening dat dit anders behandeld zou moeten worden dan het deel van het overschot dat voortvloeit uit variaties bij de inkomsten; onderstreept bovendien dat een groot deel van deze onderbesteding het gevolg is van het besluit van de Raad om de aanpassing van de bezoldigingen en pensioenen zoals voorzien in het statuut van de personeelsleden niet toe te passen;

4.  betreurt dat de Raad, ongeacht de bepalingen van artikel 310, lid 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie inzake een goed financieel beheer, alsmede de gemeenschappelijke verklaring over betalingskredieten, goedgekeurd door alle drie instellingen in het kader van de begrotingsprocedure 2012, aanvankelijk heeft besloten tot een verlaging met tweederde van het verzoek tot overschrijving DEC 9/2012 van een bedrag van 485 miljoen EUR van onderbenutte energieprojecten naar steun voor economisch herstel, ter versterking van drie begrotingslijnen in het kader van KP7 - Samenwerking;

5.  benadrukt dat hiermee de onderbesteding van betalingen voor 2012 kunstmatig zou zijn toegenomen en daardoor zou hebben geleid tot een stijging van het overschot over 2012, nu alle beschikbare indicatoren voor dit jaar reeds aangeven dat de betalingen op het gebied van onderzoek en andere gebieden van EU-optreden tekort zullen schieten; is er daarom verheugd over dat de Raad zijn standpunt heeft heroverwogen door overschrijvingsverzoek DEC 19/2012 goed te keuren;

6.  keurt het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2012 zonder wijzigingen goed;

7.  verzoekt zijn Voorzitter te verklaren dat gewijzigde begroting nr. 3/2012 definitief is vastgesteld en te zorgen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

8.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de nationale parlementen.

(1) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(2) PB L 56 van 29.2.2012.
(3) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

Juridische mededeling - Privacybeleid