Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/2701(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0389/2012

Debatten :

PV 05/07/2012 - 17.1
CRE 05/07/2012 - 17.1

Stemmingen :

PV 05/07/2012 - 18.1

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0299

Aangenomen teksten
PDF 133kWORD 53k
Donderdag 5 juli 2012 - Straatsburg
Geweld tegen lesbiennes en de rechten van lesbiennes, homo- en biseksuelen, transgenders en interseksen (LGBTI) in Afrika
P7_TA(2012)0299RC-B7-0389/2012

Resolutie van het Europees Parlement van 5 juli 2012 over geweld tegen lesbiennes en de rechten van lesbiennes, homo- en biseksuelen, transgenders en interseksen (LGBTI) in Afrika (2012/2701(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens (UVRM), het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) en het Afrikaans Handvest van de rechten van de mens en de volkeren (AHRMV),

–  gezien het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (IVDV) en het actieprogramma van Peking, waarin wordt benadrukt dat alle vrouwen zeggenschap hebben over zaken die hun seksualiteit aangaan evenals het recht om daarover vrij en verantwoordelijk te beslissen, zonder dwang, stigmatisering en geweld,

–  gezien de resolutie van de VN-Mensenrechtenraad A/HRC/17/19 van 17 juni 2011 over mensenrechten, seksuele gerichtheid en genderidentiteit, en het verslag van de hoge commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties van 17 november 2011 over discriminerende wetten en praktijken en gewelddaden tegen personen op basis van hun seksuele gerichtheid en genderidentiteit,

–  gezien de op 7 maart 2012 gehouden paneldiscussie in de VN-Mensenrechtenraad over mensenrechten, seksuele gerichtheid en genderidentiteit,

–  gezien de verklaring die de hoge commissaris voor de mensenrechten van de VN Navanethem Pillay op 7 maart 2012 aflegde in de paneldiscussie over mensenrechten, seksuele gerichtheid en genderidentiteit tijdens de 19e zitting van de VN-Mensenrechtenraad,

–  gezien het jaarverslag 2012 van Amnesty International over de status van de mensenrechten in de wereld, waarin werd vermeld dat de onverdraagzaamheid jegens lesbiennes, homo- en biseksuelen en transgenders (LGBT) in Afrika is gestegen,

–  gezien de tweede herziening van de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, (de Overeenkomst van Cotonou), en de mensenrechtenclausules in deze overeenkomst, in het bijzonder artikel 8, lid 4, en artikel 9,

–  gezien artikel 2, artikel 3, lid 5, en artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 10 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan de Europese Unie en haar lidstaten verplicht zijn de mensenrechten en de bescherming van het individu in hun betrekkingen met derde landen te eerbiedigen en bevorderen,

–  gezien het Actieplan van de Europese Unie voor gendergelijkheid en empowerment van vrouwen in het kader van ontwikkelingssamenwerking 2010-2015,

–  gezien de verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de voorzitter van het Europees Parlement over de internationale dag tegen homofobie in 2010, 2011 en 2012,

–  gezien de door de Raad aangenomen toolkit voor de bevordering en bescherming van alle mensenrechten van lesbiennes, homo- en biseksuelen en transgenders (de LGBT-toolkit),

–  gezien het voorstel van de Commissie van 7 december 2011 voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (COM(2011)0840), en de mededeling van de Commissie van 13 oktober 2011 met de titel „Het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: een agenda voor verandering (COM(2011)0637),

–  onder verwijzing naar zijn resoluties van 17 december 2009 over Uganda: ontwerpwetgeving tegen homoseksualiteit(1), van 16 december 2010 over Uganda: het zogeheten „wetsontwerp-Bahati” en discriminatie van de LGBT-bevolking(2), van 17 februari 2011 over Uganda: de moord op David Kato(3), en van 28 september 2011 over mensenrechten, seksuele gerichtheid en genderidentiteit bij de Verenigde Naties(4),

–  gezien zijn resolutie van 7 mei 2009 over gendermainstreaming in de externe betrekkingen van de EU en haar vredesopbouw/natievorming(5),

–  gezien artikel 122, lid 5, en artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten worden geboren; overwegende dat alle staten verplicht zijn geweld en aanzetting tot haat op grond van seksuele gerichtheid, genderidentiteit en genderexpressie te voorkomen en de beginselen van gelijkheid van mannen en vrouwen te eerbiedigen;

B.  overwegende dat lesbiennes en vrouwelijke biseksuelen, transgenders en interseksen dezelfde mensenrechten hebben als alle andere vrouwen en mannen, die ongeacht hun seksuele gerichtheid, genderidentiteit of genderexpressie moeten worden beschermd;

C.  overwegende dat sommige Afrikaanse landen zeer actief zijn geweest op het gebied van de handhaving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, dat de Zuid-Afrikaanse grondwet na afschaffing van het apartheidsregime de eerste grondwet wereldwijd was waarin discriminatie op grond van seksuele gerichtheid werd verboden, en dat Zuid-Afrika initiatiefnemer was van resolutie A/HRC/17/19 van de VN-Mensenrechtenraad over mensenrechten, seksuele gerichtheid en genderidentiteit;

D.  overwegende dat er politieke bewegingen en leiders zijn die veranderingen teweeg kunnen brengen en die kunnen zorgen voor een consolidatie van de mensenrechten, vrouwenrechten en rechten van lesbiennes, homo- en biseksuelen, transgenders en interseksen (LGBTI) in Afrika;

E.  overwegende dat er in Afrika sprake is van een toename van de stigmatisering van en het geweld tegen lesbiennes, vrouwelijke biseksuelen, transgenders en interseksen, en vrouwen die beschouwd worden als lesbienne, biseksueel, transgender of interseks, door overheidsorganen en politieagenten, de eigen familie en leden van de gemeenschap; overwegende dat dit een gezamenlijke zorg is, zoals blijkt uit de talloze verklaringen van secretaris-generaal van de VN Ban Ki Moon, hoge commissaris voor de mensenrechten van de VN Navanethem Pillay, en resolutie A/HRC/17/19 van de VN-Mensenrechtenraad over mensenrechten, seksuele gerichtheid en genderidentiteit;

F.  overwegende dat de speciale rapporteur van de VN inzake mensenrechtenverdedigers Margret Sekaggya tijdens de jaarlijkse discussie van de VN-Mensenrechtenraad over vrouwenrechtenactivisten van 25 en 26 juni 2012 verklaarde dat het geweld tegen vrouwenrechtenactivisten een genderspecifieke vorm aannam, variërend van seksueel getinte verbale agressie tot seksueel geweld en verkrachting, dat vrouwen werden beschouwd als mensen die ingaan tegen de heersende sociale normen, cultuur, tradities of religieuze voorschriften, en als gevolg daarvan werden gestigmatiseerd, en dat bijzondere aandacht moest worden geschonken aan vrouwelijke mensenrechtenactivisten, omdat zij het bij het uitvoeren van hun werkzaamheden vaak zwaarder te verduren kregen dan hun mannelijke tegenhangers;

G.  overwegende dat vrouwen die sociale en culturele normen overschrijden de kans lopen als lesbienne te worden aangemerkt, en het doelwit kunnen worden van gewelddadig gedrag door mannen en/of vernederende behandelingen, met als gevolg dat de uiting van de seksualiteit en de keuzevrijheid van alle vrouwen, met inbegrip van heteroseksuele vrouwen, wordt onderdrukt; overwegende dat seksuele rechten verband houden met het lichamelijke zelfbeschikkingsrecht en de keuzevrijheid van alle vrouwen;

H.  overwegende dat vrouwelijke homoseksualiteit in Afrika in 27 landen legaal is en in evenveel landen illegaal, terwijl mannelijke homoseksualiteit in 16 landen legaal is en in 38 landen illegaal; overwegende dat homoseksualiteit in Mauritanië, Soedan, delen van Somalië en Nigeria met de doodstraf kan worden bestraft, en dat in het Ugandese parlement een wetsontwerp in behandeling is dat in de doodstraf voor homoseksualiteit zou kunnen voorzien;

I.  overwegende dat wetten die relaties of seksuele handelingen tussen mensen van hetzelfde geslacht strafbaar stellen, bijdragen aan het scheppen van een klimaat dat geweld tegen lesbische vrouwen of vrouwen die als lesbisch worden beschouwd, aanmoedigt;

J.  overwegende dat in alle regio's wereldwijd melding wordt gemaakt van moorden, marteling, opsluiting, geweld, stigmatisering en haatpropaganda tegen LGBTI, en dat dit in sommige gevallen wettelijk is toegestaan; overwegende dat er in verschillende Afrikaanse landen herhaaldelijk sprake is geweest van gewelddadige acties en agressie tegen lesbiennes;

K.  overwegende dat er een nauw verband is tussen de strijd voor gelijkheid en rechtvaardigheid en voor de zichtbaarheid en de rechten van lesbiennes enerzijds en de algemene strijd voor de mensenrechten van vrouwen anderzijds; overwegende dat lesbiennes ook, net als vele andere vrouwen, slachtoffer zijn van geweld, zowel vanwege het feit dat zij vrouw zijn als vanwege hun seksuele gerichtheid;

L.  overwegende dat in Kameroen in februari 2012 tien vrouwen zijn gearresteerd en er voor het eerst drie werden veroordeeld voor het uitvoeren van homoseksuele handelingen; overwegende dat er nog steeds arrestaties en mishandeling door de politie plaatsvinden, waarvan voor het laatst melding werd gemaakt op 24 juni 2012; overwegende dat advocaat Alice Nkom herhaaldelijk met de dood en met geweld is bedreigd omdat zij mensen die van homoseksualiteit worden beschuldigd verdedigt; overwegende dat een LGBTI-bijeenkomst in Yaoundé op 19 mei 2012 met geweld door een bende werd beëindigd;

M.  overwegende dat de Liberiaanse senaat momenteel debatteert over een voorstel tot verlenging van het huidige verbod op relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht; overwegende dat de media en het grote publiek steeds meer trachten om LGBTI te intimideren; overwegende dat twee lesbische vrouwen in Liberia onlangs werden aangevallen door gewapende mannen;

N.  overwegende dat in januari 2011 vrouwelijke homoseksualiteit in Malawi opnieuw onwettig werd verklaard; overwegende dat de nieuwe president Joyce Banda heeft verklaard het Parlement te zullen verzoeken om intrekking van wetten die homoseksualiteit strafbaar stellen;

O.  overwegende dat Nigeria de registratie, werkzaamheden en ondersteuning van bepaalde organisaties en hun bijeenkomsten of demonstraties strafbaar wil stellen, en activiteiten verbiedt die strikt binnen de grenzen van het privéleven vallen;

P.  overwegende dat in Zuid-Afrika nog onverminderd sprake is van „corrigerende” verkrachtingen van lesbiennes en vrouwelijke transgenders; overwegende dat de huidige debatten over de grondwettelijke bescherming van personen die vanwege hun seksuele gerichtheid tot slachtoffer worden gemaakt het geweld tegen LBTI aanwakkeren; overwegende dat homoactivist Thapelo Makutle onlangs werd gemarteld en vermoord, de 22-jarige lesbienne Phumeza Nkolonzi vanwege haar seksuele gerichtheid in het hoofd werd geschoten, en Neil Daniels gestoken, verminkt en levend verbrand werd omdat hij homoseksueel was;

Q.  overwegende dat in Swaziland positieve inspanningen worden geleverd om hiv/aids onder risicogroepen – waaronder vrouwen en mannen die seksueel contact hebben met mannen – te voorkomen en genezen, ongeacht het feit dat homoseksualiteit in Swaziland strafbaar is;

R.  overwegende dat in februari en juni 2012 in Uganda politiemachten en het Ministerie van Ethiek en Integriteit privébijeenkomsten van mensenrechtenactivisten hebben beëindigd, zonder bevelschrift en in strijd met het recht van vergadering; overwegende dat de minister voornemens is 38 organisaties die zich inzetten voor de mensenrechten van LGBTI onwettig te verklaren; overwegende dat het in 2009 ingediende wetsvoorstel tegen homoseksualiteit nog altijd in behandeling is en onaanvaardbare bepalingen kan bevatten, zoals de doodstraf; overwegende dat rechtszaken en onderzoeken in Uganda en de Verenigde Staten hebben aangetoond dat onder anderen Scott Lively en de Abiding Truth Ministries, een fundamentalistische, in de VS gezetelde evangelische groep, een belangrijke rol hebben gespeeld bij de aanzetting tot haat en onverdraagzaamheid op grond van seksuele gerichtheid en bij de invoering van de wet;

Discriminatie en geweld tegen lesbiennes in Afrika

1.  veroordeelt alle vormen van geweld tegen en discriminatie van lesbiennes in de Afrikaanse landen waar dit plaatsvindt met klem, met inbegrip van extreme vormen van geweld, zoals „corrigerende” verkrachtingen en andere vormen van seksueel geweld;

2.  uit zijn nadrukkelijke steun voor campagnes en initiatieven voor de afschaffing van alle discriminerende wetten tegen vrouwen en LGBTI; roept de Afrikaanse landen waar nog steeds discriminerende wetten gelden op om deze onmiddellijk af te schaffen, met inbegrip van wetten die homoseksualiteit verbieden en wetten die vrouwen discrimineren op het gebied van burgerlijke status, eigendoms- en erfenisrechten;

3.  bevestigt dat de strijd voor de fundamentele en mensenrechten van lesbiennes in Afrika nauw verband houdt met de bescherming van de seksuele en reproductieve gezondheid van alle vrouwen; verzoekt de Europese Unie daarom om zich in haar betrekkingen met partnerlanden in Afrika optimaal in te zetten voor de ondersteuning van seksuele en reproductieve gezondheid, en zowel de middelen als het beleid daarop toe te spitsen;

4.  verzoekt de bevoegde autoriteiten in Afrika om alle vrouwen doeltreffend te beschermen tegen moord, zogenaamde „corrigerende” verkrachtingen en ander seksueel geweld, en om de overtreders te berechten;

5.  merkt op dat de stigmatisering van en het geweld tegen lesbiennes en vrouwelijke biseksuelen, transgenders en interseksen vaak nauw samenhangt met discriminatie;

6.  geeft uiting aan zijn solidariteit met en steun voor eenieder die zich inzet voor een krachtigere vrouwenrechtenagenda;

7.  verzoekt de Commissie en de lidstaten vrouwen- en LGBTI-organisaties in Afrika te steunen in hun strijd voor gelijkheid, lichamelijk zelfbeschikkingsrecht en vrijheid op het gebied van seksualiteit voor alle vrouwen en LGBTI; benadrukt tegelijkertijd dat bijzondere aandacht moet worden geschonken aan lesbiennes binnen de LGBTI- en vrouwenbeweging, alsook binnen andere maatschappelijke bewegingen, om de dubbele en soms meervoudige discriminatie waarmee lesbiennes in Afrikaanse landen te kampen hebben aan de kaak te stellen;

8.  verzoekt de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden en de lidstaten om zich intensiever in te zetten voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het EU-Actieplan voor gendergelijkheid en empowerment van vrouwen in het kader van ontwikkelingssamenwerking, en om bijzondere aandacht te besteden aan de rechten van lesbiennes en vrouwelijke biseksuelen, transgenders en interseksen, zowel in hun betrekkingen met derde landen als bij het ondersteunen van niet-gouvernementele organisaties en mensenrechtenactivisten;

LGBTI-rechten in Afrika

9.  verzoekt alle 76 landen wereldwijd waar homoseksualiteit illegaal is, met inbegrip van de 38 landen in Afrika, om homoseksualiteit uit de criminele sfeer halen;

10.  veroordeelt de aanzetting tot haat en geweld op grond van seksuele gerichtheid, genderidentiteit of genderexpressie; verzoekt bovengenoemde landen het recht op leven en waardigheid van LGBTI doeltreffend te waarborgen, en veroordeelt alle tegen hen gerichte gewelddaden, discriminatie, stigmatisering en vernedering;

11.  verzoekt politieke en geestelijke leiders vervolging en discriminatie op grond van seksuele gerichtheid te veroordelen, en om een duidelijk standpunt in te nemen tegen homofobie, en zich daarin aan te sluiten bij de oproep van aartsbisschop Desmond Tutu tegen onrechtvaardigheid en vooroordelen en vóór solidariteit en rechtvaardigheid;

12.  verzoekt de EDEO, de Commissie en de lidstaten om in hun politieke dialoog met de Afrikaanse landen te herinneren aan de verplichtingen die zij zijn aangegaan in het kader van wettelijk bindende internationale mensenrechteninstrumenten en -verdragen, en met name aan de verbintenis om het recht op non-discriminatie op grond van seksuele gerichtheid en genderidentiteit te eerbiedigen en bevorderen;

13.  is ingenomen met het feit dat sommige Afrikaanse landen, waaronder Kaapverdië, de Centrale Afrikaanse Republiek, Gabon, Guinee-Bissau, Malawi, Mauritius, Rwanda, Sao Tomé en Principe, Swaziland en Zuid-Afrika zich hebben uitgesproken tegen het strafbaar stellen van homoseksualiteit, de toegang tot de gezondheidszorg voor LGBTI hebben verzekerd of hebben gepleit voor de decriminalisering van homoseksualiteit;

14.  verzoekt de ACS-staten een open, constructieve en op wederzijds respect gebaseerde discussie aan te gaan;

15.  verzoekt de Afrikaanse landen de veiligheid van verdedigers van LGBTI-rechten te waarborgen, en dringt er bij de EU op aan dat zij het lokale maatschappelijke middenveld steunt bij programma's voor capaciteitsopbouw in Afrika;

16.  spoort de Commissie, de EDEO en de lidstaten aan om volledig gebruik te maken van de LGBT-toolkit voor het aanmoedigen van derde landen om homoseksualiteit te decriminaliseren, het tegengaan van geweld en discriminatie en het beschermen van LGBTI-mensenrechtenactivisten;

17.  verzoekt de Commissie, en met name Catherine Ashton, hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en vicevoorzitter van de Commissie, om concrete maatregelen te nemen door alle passende instrumenten in te zetten, om druk uit te oefenen teneinde mensen te beschermen tegen discriminatie en vervolging op grond van hun seksuele gerichtheid, en om deze kwesties aan te kaarten in de betrekkingen en dialogen van de EU met derde landen;

o
o   o

18.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordigervoor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de lidstaten, de secretaris-generaal van de ACS-staten, alle ambassadeurs van de ACS-staten bij de Europese Unie, het parlement van Zuid-Afrika en de Afrikaanse Unie en haar instellingen.

(1) PB C 286 E van 22.10.2010, blz. 25.
(2) PB C 169 E van 15.6.2012, blz. 134.
(3) PB C 188 E van 28.6.2012, blz. 62.
(4) Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0427.
(5) PB C 212 E van 5.8.2010, blz. 32.

Juridische mededeling - Privacybeleid