Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/2688(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0346/2012

Debatten :

PV 04/07/2012 - 4
CRE 04/07/2012 - 4

Stemmingen :

PV 04/07/2012 - 7.17
CRE 04/07/2012 - 7.17
PV 11/09/2012 - 10.16
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0319

Aangenomen teksten
PDF 140kWORD 57k
Dinsdag 11 september 2012 - Straatsburg
Voorbereiding van het werkprogramma van de Commissie voor 2013
P7_TA(2012)0319RC-B7-0346/2012

Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2012 over het werkprogramma van de Commissie voor 2013 (2012/2688(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien de mededeling over het werkprogramma 2013 van de Commissie, die binnenkort zal worden ingediend,

–  gezien het bestaande kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Parlement en de Commissie, met name bijlage 4 daarvan,

–  gezien zijn resolutie van 4 juli 2012 over de vergadering van de Europese Raad van juni 2012(1),

–  gezien artikel 35, lid 3, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de schaal en de aard van de staatsschulden-, financiële en economische crisis de governance van de Europese Unie meer dan ooit op de proef stellen;

B.  overwegende dat de EU zich op een kritiek punt bevindt en dat de crisis niet beteugeld zal worden zonder een verregaande intensivering van de Europese integratie, met name in het eurogebied, en de bijbehorende toename van de democratische controle en de verantwoordingsplicht;

C.  overwegende dat de rol van de Commissie erin bestaat om het algemeen belang van de Unie te bevorderen, hiertoe passende initiatieven te nemen, de toepassing van de Verdragen te waarborgen, toe te zien op de tenuitvoerlegging van de EU-wetgeving, coördinerende, uitvoerende en beherende taken uit te voeren en wetgeving te initiëren;

DEEL 1

1.  dringt er bij de Commissie op aan al haar bevoegdheden maximaal te gebruiken en blijk te geven van het vereiste politieke leiderschap om de talrijke uitdagingen als gevolg van de aanhoudende crisis het hoofd te bieden, en er tegelijkertijd op gebrand te zijn om financiële stabiliteit en economisch herstel te bewerkstelligen dat gebaseerd is op een groter concurrentievermogen en een duurzame, doeltreffende en sociaal rechtvaardige anti-crisisagenda;

2.  herinnert aan zijn verzoek van 4 juli 2012 aan de Commissie om vóór september een pakket wetgevingsvoorstellen in te dienen, in overeenstemming met de communautaire methode en op grond van de vier bouwstenen die zijn aangemerkt in het verslag met als titel „Naar een echte economische en monetaire unie”;

3.  hamert erop dat de Commissie een vooraanstaande rol moet spelen bij het opstellen van de verslagen voor de vergaderingen van de Europese Raad in oktober en december 2012, waarin een duidelijke routekaart en planning voor de consolidatie van de economische en monetaire unie moet worden vastgelegd, met inbegrip van een geïntegreerd financieel, fiscaal en economisch beleidskader, en die op termijn moeten leiden tot een krachtigere politieke unie, en met name tot grotere democratische verantwoordingsplicht en legitimiteit op grond van een verdragswijziging;

4.  wijst op het standpunt van het Parlement over de wetgeving inzake het „two-pack” waardoor er meer begrotingstoezicht zal komen, het begrotingsbeleid in het eurogebied zal worden aangescherpt en waarvan de bepalingen in het geval van een ernstige economische recessie gedifferentieerde oplossingen voor begrotingsconsolidatie mogelijk maken;

5.  dringt er bij de Commissie op aan voorstellen in te dienen om de toezeggingen die zijn gedaan in het Pact voor groei en banen uit te voeren, voornamelijk om duurzame, op groei georiënteerde investeringen te stimuleren, waardoor het concurrentievermogen van de Europese economie die gericht is op de Europa 2020-doelstellingen te verbeteren, vooral met betrekking tot de doelmatigheid en de duurzaamheid van hulpbronnen en het verdiepen van de interne markt; verzoekt de Commissie haar werkprogramma voor 2013 te gebruiken om een gedetailleerde groeiagenda op te stellen waarin bedrijven en ondernemers worden aangemoedigd de sectoren en diensten verder te ontwikkelen die banen en welvaart voor de lange termijn opleveren; benadrukt in dit verband het belang van een aanzienlijke verhoging van Europese projectobligaties op grond van een synergie tussen de EU-begroting en de Europese Investeringsbank;

6.  wijst verder op de behoefte aan een langdurige en symmetrische inperking van gevallen van buitensporige macro-economische onevenwichtigheid, en roept op tot concrete veranderingen in het EU-belastingrecht om alle aspecten van belastingparadijzen en belastingontduiking aan te pakken;

7.  verzoekt de Commissie alles in het werk te stellen om de spoedige aanneming van het meerjarig financieel kader (MFK) en de daaraan gekoppelde meerjarige wetgevingsprogramma's te vergemakkelijken, waarbij ook het Parlement volledig betrokken wordt en terdege rekening wordt gehouden met zijn medebeslissingsbevoegdheden; staat achter de toezegging om van de EU-begroting een katalysator voor groei en banen in heel Europa te maken; verzoekt de Commissie in dit verband haar voorstel te verdedigen om ervoor te zorgen dat de begroting van de Unie een getrouwere weergave is van haar behoeften en politieke doelstellingen;

8.  hamert er echter op dat de hervorming van het stelsel van eigen middelen, inclusief het genereren van nieuwe eigen middelen, essentieel is voor goede vooruitzichten op een akkoord over het nieuwe MFK; verzoekt de Commissie de roep van verscheidene lidstaten om nauwere samenwerking op dit gebied te steunen; onderstreept echter de wenselijkheid om voor het eind van het jaar een algemeen akkoord te bereiken;

9.  verzoekt de Commissie de samenhang van haar wetgevingsprogramma te verbeteren, de kwaliteit van haar ontwerpwetgeving te verhogen, haar effectbeoordeling van ontwerpwetten te verbeteren, indien nodig het gebruik van concordantietabellen voor te stellen voor een betere omzetting van de EU-wetgeving en het Parlement te steunen bij zijn onderhandelingen met de Raad over het gebruik van gedelegeerde uitvoeringshandelingen; herinnert andermaal aan zijn verzoek om de onderhandelingen over het Interinstitutioneel Akkoord van 2003 over betere wetgeving te heropenen;

10.  verzoekt de Commissie zich terdege rekenschap te geven van de sectorgebonden standpunten van het Parlement die hieronder in deel 2 uiteen worden gezet;

DEEL 2
Uitvoering

11.  onderstreept het belang van de juiste en tijdige tenuitvoerlegging van EU-wetgeving via nationale wetgeving, en verzoekt de Commissie met klem indien nodig inbreukprocedures in te leiden om de juiste omzetting en een doeltreffende handhaving van de EU-wetgeving te waarborgen;

12.  dringt er bij de Commissie op aan een voorstel in te dienen voor de invoering van verplichte nationale beheersverklaringen, die op het passende politieke niveau worden ondertekend, voor EU-middelen onder gedeeld beheer; dringt aan op permanente maatregelen om de programma's van de EU te vereenvoudigen, met name op het vlak van onderzoek en innovatie; verzoekt de Commissie het gebruik van financiële instrumenten (FI's) nauwlettend in de gaten te houden; vraagt systematische, periodieke en onafhankelijke evaluaties, om ervoor te zorgen dat alle uitgaven op kosteneffectieve wijze tot de gewenste resultaten leiden;

13.  verwacht dat de Commissie tijdig de ontwerpen van gewijzigde begroting indient die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de betalingsniveaus overeenstemmen met de maatregelen die tijdens de Europese Raad van juni 2012 overeengekomen zijn om groei te stimuleren en die afdoende zijn om gedane toezeggingen na te komen;

Interne markt

14.  verzoekt de Commissie aandacht te blijven besteden aan de verbetering van de governance van de interne markt, met hernieuwd elan te strijden voor administratieve vereenvoudiging, goed te overwegen om waar mogelijk verordeningen in plaats van richtlijnen voor te stellen teneinde de proportionaliteit van de voorgestelde maatregelen te waarborgen, en de vorderingen bij te houden met het oog op de volledige tenuitvoerlegging van het acquis over de interne markt, vooral in de dienstensector, met inbegrip van de mogelijkheid van versnelde inbreukprocedures; benadrukt dat er terdege rekening moet worden gehouden met de economische, sociale en ecologische aspecten van de interne markt;

15.  kijkt uit naar de Commissievoorstellen in het kader van de Single Market Act II voor prioritaire maatregelen om de groei, de werkgelegenheid en het vertrouwen in de intenre markt een impuls te geven; moedigt nauwere samenwerking aan als dat passend en nodig is;

16.  dringt er bij de Commissie op aan systematischer te werk te gaan bij het beoordelen van de impact van haar voorstellen op kmo's, die Europa veel nieuwe banen opleveren; dringt er in dit verband bij de Commissie op aan het zogenaamde „gold plating” van EU-wetgeving te ontmoedigen waarmee de gelijke voorwaarden op de interne markt geweld wordt aangedaan; roept op de bureaucratische rompslomp verder te beperken;

17.  schaart zich achter de nadruk die de Commissie legt op de digitale agenda; dringt erop aan dat voorstellen meer grensoverschrijdende diensten leveren aan consumenten in de hele EU;

18.  herinnert eraan dat een doorwrochte herziening van de algemene richtlijn productveiligheid (Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad(2)) noodzakelijk is waarin de gezondheid en veiligheid van de consument wordt gewaarborgd, maar ook de handel in goederen, vooral voor kmo's, wordt vergemakkelijkt; verzoekt de Commissie een voorstel te doen voor een transversale verordening betreffende markttoezicht voor alle producten; verlangt verder doeltreffende beroepsprocedures in financiële retaildiensten en een gemeenschappelijke horizontale en gecoördineerde aanpak om consumenten te beschermen;

19.  dringt er bij de Commissie op aan haar optreden op het gebied van regelgeving ten aanzien van kmo's en micro-ondernemingen te verbeteren door de wetgeving aan te passen aan de behoeften van kmo's en ook door de invoering te bevorderen van passende uitzonderingen;

20.  dringt er bij de Commissie op aan haar herziening van het stelsel voor auteursrechten door te voeren, dat geschikt moet zijn voor de internetomgeving en gebaseerd moeten zijn op sociale legitimiteit, met de nodige eerbiediging van de grondrechten, met inbegrip van de voltooiing van de herziening van de industriële eigendomsrechten, die bedoeld is om de groei en het creëren van banen in Europa een impuls te geven; verzoekt de Commissie rekening te houden met de juridische problemen die aan het licht zijn gekomen bij de controverse rond de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA), toen zij haar voorstel presenteerde over de herziening van de EU-wetgeving inzake het merkenrecht;

Klimaat, milieu, energie en vervoer

21.  hamert erop dat het stappenplan voor een efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa moet worden uitgevoerd om stimulansen te genereren voor de ontwikkeling van een groene economie, het bevorderen van biodiversiteit en de strijd tegen klimaatverandering, inclusief de integratie van hulpbronefficiënte maatregelen die voorzien zijn in de Europa 2020-strategie;

22.  is van oordeel dat het Europees semester elke lidstaat de mogelijkheid moet bieden rekenschap af te leggen over zijn eigen toezeggingen met betrekking tot de Europa 2020-strategie, het Euro Plus-pact, de Single Market Act en andere belangrijke EU-doelstellingen;

23.  verzoekt de Commissie onverwijld voorstellen in te dienen om de zwakheden in het bestaande emissiehandelssysteem aan te pakken, teneinde de ineenstorting daarvan te voorkomen;

24.  verzoekt de Commissie een actieplan in te dienen met gedetailleerde maatregelen om te komen tot een volledig geïntegreerde en onderling verbonden interne energiemarkt, en benadrukt dat de EU moet worden voorzien van een moderne netwerkinfrastructuur;

25.  verzoekt de Commissie de routekaart naar een concurrerende koolstofarme economie in 2050 uit te voeren, inclusief tussentijdse mijlpalen;

26.  verzoekt de Commissie een strategie op te stellen om het effect van de stijgende energieprijzen op de maatschappij tegen te gaan;

27.  is van mening dat de crisis moet worden ingezet als een middel om het ontwikkelingsmodel van onze samenleving om te vormen in een uiterst efficiënte, op hernieuwbare energie gebaseerde en klimaatbestendige economie; benadrukt dat de Commissie voorstellen moet indienen voor een energie- en klimaatpakket voor de periode tot 2030 op basis van de huidige drie pijlers: het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, alsmede hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie;

28.  is het eens met de nadruk die de Commissie legt op het moderniseren van het Europese multimodale vervoerssysteem dat cruciaal is voor het welslagen van de interne markt; verzoekt de Commissie zich te blijven inzetten voor de spoorwegen en de bevoegdheden van het Europees Spoorwegbureau op het gebied van veiligheidscertificering en de harmonisatie van rollend materieel uit te breiden;

29.  betreurt dat het niet gelukt is het initiatief van het gemeenschappelijk Europees luchtruim volledig uit te rollen, en verzoekt de Commissie hiertoe nieuwe inspanningen te verrichten;

Samenhangende en inclusieve samenlevingen - Europa voor de burger

30.  is zeer verheugd over de aandacht die de Commissie besteedt aan de werkgelegenheid voor jongeren en over haar voorstellen om de capaciteit van de Unie uit te breiden ter bevordering van onderwijs en opleidingen; verwacht als onderdeel van de overkoepelende mededeling over het werkgelegenheidspakket duidelijke doelstellingen en tijdschema's en concrete voorstellen op het gebied van jeugdmobiliteit, de „Europese Jeugdgarantie”, het kwaliteitskader voor stages, talenkennis en ondernemerschap van jongeren, om zo de hoge jeugdwerkloosheid te bestrijden; verwacht tevens concrete maatregelen om de armoede terug te dringen, de arbeidsmarkt te hervormen en sociale normen op te stellen zodat er een evenwichtige aanpak op het gebied van „flexiezekerheid” kan worden ingevoerd in de lidstaten die dat wensen, en verlangt dat er meer nadruk wordt gelegd op de tewerkstelling van gehandicapten in onze vergrijzende samenleving;

31.  benadrukt dat er moet worden geïnvesteerd in menselijk kapitaal en onderzoek en ontwikkeling en dat er passende onderwijs- en opleidingsmogelijkheden moeten worden geboden om professionele mobiliteit te vergemakkelijken; roept tevens op tot verdere inspanningen op het vlak van geweld tegen vrouwen en mensenhandel;

32.  dringt opnieuw aan op een sterk cohesiebeleid voor de hele EU na 2013, waarin de bestaande fondsen en programma's moeten worden gestroomlijnd, toereikende financiering moet worden gewaarborgd, en waarvoor de governance op verschillende niveaus de grondslag vormt en dat nauw aansluit bij de doelstellingen van de Europa 2020-strategie; onderstreept dat de efficiëntie en het reactievermogen van het solidariteitsfonds moeten worden verbeterd, en verwacht daartoe voorstellen; is ervan overtuigd dat er met de juiste middelen een gemeenschappelijke basis kan worden gevonden voor het cohesie-, het onderzoeks- en ontwikkelingsbeleid van de EU, dat gericht moet zijn op groei en concurrentievermogen, waarbij echter ook de beginselen van economische, sociale en territoriale samenhang alsook topkwaliteit worden nageleefd;

33.  steunt initiatieven op Europees niveau als aanvulling op de nationale inspanningen om microkrediet te verhogen en sociaal ondernemerschap te stimuleren dat diensten verleent die niet voldoende worden geleverd door de overheids- of de particuliere sector;

34.  is ingenomen met de meer voortvarende benadering van de Commissie met het oog op de bescherming van de rechtsstaat en de grondrechten in de hele Unie; verlangt een herziening van het Bureau voor de grondrechten om een doeltreffende controle en de uitvoering van het Handvest van de grondrechten te garanderen en dit af te stemmen op het Verdrag van Lissabon; steunt de Commissie bij haar onderhandelingen over de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens;

35.  verzoekt de Commissie de tenuitvoerlegging van de richtlijn gelijke behandeling ongeacht ras (Richtlijn 2000/43/EG(3) van de Raad) en de omzetting van het kaderbesluit betreffende de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat (Kaderbesluit 2008/913/JHA van de Raad(4)) te onderzoeken, en vindt het betreurenswaardig dat het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma niet bindend is;

36.   verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat het vrije verkeer van personen verzekerd is en dat het Schengenacquis volledig wordt nageleefd; benadrukt dat het ontoereikende systeem van wederzijdse beoordeling door lidstaten moet worden vervangen, en verzoekt de Commissie de volledige verantwoordelijkheid te nemen voor het toezicht op de Schengenregels; is tevreden met de steun van de Commissie voor zijn standpunt inzake de rechtsgrondslag voor de Schengenregels;

37.  vindt het uitblijven van een wetgevingsvoorstel betreffende een sterkere onderlinge solidariteit binnen de EU op het gebied van asielaangelegenheden betreurenswaardig; ziet graag een wetgevingsvoorstel om een gemeenschappelijk Europees asielstelsel tot stand te brengen waarin verantwoordelijkheidsbesef en solidariteit worden gecombineerd;

38.  onderstreept dat de verordening inzake een algemeen kader voor gegevensbescherming en de richtlijn betreffende gegevensbescherming op het gebied van het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten moeten worden aangenomen zodat alle verdere terrorismebestrijdingsmaatregelen kunnen voldoen aan hoge normen van privacy en gegevensbescherming; verzoekt de Commissie haar evaluatie van de richtlijn gegevensbewaring (Richtlijn 2006/24/EC van het Europees Parlement en de Raad(5)) te vervroegen;

39.  staat volledig achter met het belang dat de Commissie hecht aan het uitvoeren van burgervriendelijke initiatieven in het kader van het voorstel voor een besluit over het Europees Jaar van de burger (2013) (COM(2011)0489) om het bewustzijn van de burgers over de voordelen die het Europese burgerschap met zich meebrengt verder aan te wakkeren;

Landbouw en visserij

40.  neemt kennis van de huidige hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid: is ingenomen met de inzet van de Commissie voor een evenwichtige en geïntegreerde benadering waarin zowel de duurzame en efficiënte productie van kwalitatieve en betaalbare voeding als het respect voor de ecologische en de erfgoedwaarde van het platteland worden gewaarborgd; dringt erop aan dat het GLB naadloos wordt afgestemd op de Europa 2020-strategie om innovatie in het boerenbedrijf aan te moedigen en de duurzaamheid, eerlijkheid en het concurrentievermogen van de Europese landbouw op lokaal en regionaal niveau te verbeteren;

41.  benadrukt dat de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid ambitieus moet zijn om duurzame en gezonde visbestanden voor de lange termijn te verkrijgen; verzoekt de Commissie met klem te zorgen dat artikel 43, lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) de rechtsgrondslag vormt voor haar voorstellen, en het gebruik van artikel 43, lid 3 te beperken tot voorstellen die uitsluitend gaan over de vaststelling van de toekenning van de vangstmogelijkheden, herhaalt zijn weerstand tegen de teruggooipraktijk en tegen ondoordachte en dure maatregelen die gericht zijn op de beperking van de vlootcapaciteit;

Buitenlands en ontwikkelingsbeleid

42.  verzoekt de Commissie en de Europese dienst extern optreden samen te werken om goed gecoördineerde initiatieven op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid voor te stellen aan de Raad; dringt er bij de Commissie op aan al haar activiteiten en diensten op dit vlak te bundelen, met inbegrip van het ontwikkelingsbeleid, teneinde de internationale doelstellingen uit het Verdrag van Lissabon te verwezenlijken, en dan met name artikel 208 VWEU, dat handelt over beleidscoherentie voor ontwikkeling, maar zonder de waarden waarop de Unie zelf was gegrondvest uit het oog te verliezen;

43.  verwacht wetgevingsinitiatieven om de rechtsgrondslagen voor de volgende generatie instrumenten voor externe financiële steun te herzien, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van het systeem van gedelegeerde handelingen; ziet graag meer flexibiliteit bij de uitbetaling van financiële steun in crisissituaties;

44.  verwacht dat de Commissie de uitbreiding van de Unie met alle Europese landen die de waarden van de Unie eerbiedigen en op toegewijde wijze uitdragen steunt, waarbij echter wel rekening wordt gehouden met het vereiste voor toetredingslanden om te voldoen aan de criteria van Kopenhagen en de integratiecapaciteit van de Unie; is ervan overtuigd dat de Unie haar morele gezag en politieke geloofwaardigheid in de wereld zou verliezen als ze haar deuren zou sluiten voor haar buren; verwacht dat de Commissie haar werk in verband met de lopende toetredingsonderhandelingen voortzet;

45.  verzoekt de Commissie meer resultaatgericht ontwikkelingsbeleid uit te voeren waarmee doeltreffendere steun wordt geboden en nauwere beleidssamenhang en betere donorcoördinatie wordt gegarandeerd op nationaal, Europees en mondiaal niveau waarbij opkomende spelers op het gebied van mondiale ontwikkeling steeds belangrijker zullen worden; benadrukt dat er een speciaal trustfonds in het leven moet worden geroepen om het probleem van ondervoeding in ontwikkelingslanden aan te pakken en dat er een raadplegingsprocedure moet worden opgestart over het verschijnsel landroof; dringt er bij de Commissie op aan te zorgen voor een grotere doeltreffendheid van EU-steun in het kader van mogelijke millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling voor de periode na 2015;

Handel

46.  ziet de wederzijdse en evenwichtige openheid van markten als een strategisch beleidsinstrument voor de interne groei en werkgelegenheid van de EU; onderstreept dat het Parlement moet worden betrokken bij alle stadia van de onderhandelingen en blijft zich inzetten voor een multilaterale benadering van de internationale handel; benadrukt dat protectionisme op multilateraal niveau en via alle handelsovereenkomsten moet worden bestreden;

47.  steunt de inspanningen van de Commissie in alle lopende bilaterale en regionale onderhandelingen op het gebied van de handel; onderkent dat er voortdurend vooruitgang moet worden geboekt in het bereiken van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten met belangrijkste partners;

48.  hecht groot belang aan het stroomlijnen van mensenrechten-, sociale en milieunormen en maatschappelijk verantwoord ondernemen in het hele internationale beleid, in combinatie met duidelijke regels voor verantwoordelijk gedrag van Europese bedrijven;

o
o   o

49.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(1) Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0292.
(2) PB L 11 van 15.01.02, blz. 4.
(3) PB L 180 van 19.07.00, blz. 22.
(4) PB L 328 van 6.12.2008, blz. 55.
(5) PB L 105 van 13.04.06, blz. 54.

Juridische mededeling - Privacybeleid