Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 13 september 2012 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese durfkapitaalfondsen (COM(2011)0860 – C7-0490/2011 – 2011/0417(COD))(1)
De zaak werd terugverwezen voor een nieuwe behandeling naar de bevoegde Commissie uit hoofde van artikel 57, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A7-0193/2012).
* Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool █ aangegeven.
VERORDENING (EU) Nr. …/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende Europese durfkapitaalfondsen (Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van de wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank(1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Durfkapitaal zorgt voor financiering van ondernemingen die over het algemeen zeer klein zijn, zich in de beginfasen van hun bestaan bevinden en door een groot groei- en expansiepotentieel worden gekenmerkt. Daarnaast bieden durfkapitaalfondsen ▌ondernemingen waardevolle deskundigheid en kennis, zakelijke contacten en advies over ’brand equity’ en te volgen strategieën. Door deze ondernemingen te financieren en advies te verlenen, stimuleren durfkapitaalfondsen de economische groei, dragen ze bij tot de werkgelegenheidsschepping en het aantrekken van kapitaal, ondersteunen ze de oprichting en de ontwikkeling van innovatieve ondernemingen, verhogen ze hun investeringen in onderzoek en ontwikkeling en bevorderen ze het ondernemerschap, de innovatie en de concurrentie in overeenstemming met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie en in het kader van de uitdagingen voor de lange termijn waarmee de lidstaten geconfronteerd worden, zoals vermeld in Global Trends 2030, het verslag van het European Strategy and Policy Analysis System.
(2) Het is noodzakelijk om een gemeenschappelijk regelgevingskader voor het gebruik van de benaming ’Europees durfkapitaalfonds’ (European Venture Capital Fund, EuVECA) tot stand te brengen, en met name uniforme voorschriften op Unieniveau vast te stellen voor de samenstelling van de portefeuille van fondsen die onder deze benaming werkzaam zijn, hun in aanmerking komende beleggingsdoelstellingen, de beleggingsinstrumenten die ze kunnen aanwenden, en de categorieën van beleggers die in aanmerking komen om in dergelijke fondsen te beleggen. Bij gebreke van een dergelijk gemeenschappelijk kader bestaat immers het risico dat lidstaten op nationaal niveau uiteenlopende maatregelen nemen die een rechtstreeks negatief effect hebben op en belemmeringen opwerpen voor de goede werking van de interne markt, aangezien durfkapitaalfondsen die in de hele Unie activiteiten wensen te ontplooien, in verschillende lidstaten aan uiteenlopende voorschriften onderworpen zouden zijn. Bovendien zouden uiteenlopende kwaliteitsvereisten inzake portefeuillesamenstelling, beleggingsdoelstellingen en in aanmerking komende beleggers tot verschillende niveaus van beleggersbescherming kunnen leiden en verwarring kunnen scheppen over het beleggingsvoorstel dat met een EuVECA moet worden geassocieerd. Bovendien zouden beleggers in staat moeten zijn de beleggingsvoorstellen van verschillende durfkapitaalfondsen met elkaar te vergelijken. Het is noodzakelijk om significante belemmeringen voor grensoverschrijdende fondsenwerving door durfkapitaalfondsen op te heffen, concurrentieverstoringen tussen deze fondsen te vermijden, en tevens te voorkomen dat in de toekomst eventuele nieuwe hinderpalen voor de verhandeling ervan en significante concurrentieverstoringen ontstaan. Bijgevolg is de passende rechtsgrondslag artikel 114 VWEU, uitgelegd in overeenstemming met de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
(3) Het is noodzakelijk om een verordening aan te nemen waarin uniforme voorschriften worden vastgesteld die op Europese durfkapitaalfondsen van toepassing zijn en waarmee tevens in alle lidstaten identieke verplichtingen worden opgelegd aan de beheerders van dergelijke fondsen die overal in de Unie kapitaal wensen aan te trekken met gebruikmaking van de benaming EuVECA. Deze vereisten zouden het vertrouwen van beleggers die in durfkapitaalfondsen wensen te beleggen, zeker moeten stellen.
(4) Door de kwaliteitsvereisten voor het gebruik van de benaming EuVECA in een verordening vast te leggen, zou ervoor worden gezorgd dat die vereisten rechtstreeks van toepassing zijn op de beheerders van instellingen voor collectieve belegging die fondsen werven door van deze benaming gebruik te maken. Daardoor zou worden gegarandeerd dat uniforme voorwaarden gelden voor het gebruik van deze benaming, doordat uiteenlopende nationale vereisten als gevolg van de omzetting van een richtlijn worden vermeden. Deze verordening zou inhouden dat beheerders van instellingen voor collectieve belegging die de bovengenoemde benaming gebruiken, zich overal in de Unie aan dezelfde voorschriften moeten houden, wat ook sterk bevorderlijk is voor het vertrouwen van beleggers die in durfkapitaalfondsen wensen te beleggen. Een verordening zou tevens in minder complexe regelgeving resulteren en ertoe leiden dat beheerders minder kosten moeten maken omdat zij niet langer met veelal uiteenlopende nationale voorschriften voor durfkapitaalfondsen worden geconfronteerd; dat geldt vooral voor beheerders die op grensoverschrijdende basis kapitaal wensen aan te trekken. Een verordening zou ook bijdragen tot het wegwerken van concurrentieverstoringen.
(4 bis)Overeenkomstig de informatie in de mededeling van de Commissie van 7 december 2011 met als titel ’Een actieplan ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's’ zal de Commissie in 2012 ▌haar onderzoek naar fiscale belemmeringen voor grensoverschrijdende durfkapitaalinvesteringen voltooien. Het is vervolgens de bedoeling in 2013 oplossingen voor het opheffen van de fiscale belemmeringen voor te stellen, waarbij tegelijkertijd belastingontwijking en -ontduiking worden voorkomen.
(4 ter)In aanmerking komende durfkapitaalfondsen moeten zowel extern als intern kunnen worden beheerd. Als het in aanmerking komende durfkapitaalfonds intern wordt beheerd, is het ook de beheerder en moet het dus voldoen aan alle vereisten die op grond van deze verordening voor beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen gelden en moet het als dusdanig geregistreerd zijn. Een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat intern wordt beheerd, mag evenwel niet de externe beheerder kunnen zijn van andere instellingen voor collectieve belegging of icbe's.
(5) Om de relatie tussen deze verordening en andere voorschriften voor instellingen voor collectieve belegging en de beheerders ervan te verduidelijken, dient te worden bepaald dat deze verordening alleen van toepassing is op beheerders van andere instellingen voor collectieve belegging dan icbe's in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten(4) (icbe's), die gevestigd zijn in de Unie en geregistreerd zijn bij de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen(5), mits deze beheerders portefeuilles van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen beheren. Durfkapitaalfondsbeheerders die overeenkomstig deze verordening zijn geregistreerd en die externe beheerders zijn, moeten daarnaast icbe's kunnen beheren, als zij daartoe gemachtigd zijn overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG.
(5 bis)Bovendien is deze verordening alleen van toepassing ▌op de beheerders van instellingen voor collectieve belegging waarvan het beheerde vermogen in totaal de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel niet overschrijdt. De berekening van de drempel voor deze verordening komt dus overeen met de berekening van de drempel in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU.
(5 ter)Durfkapitaalfondsbeheerders die in het kader van deze verordening geregistreerd zijn en wier totale vermogen vervolgens aangroeit tot het de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel overschrijdt, en die daardoor in overeenstemming met artikel 6 van Richtlijn 2011/61/EU aan een vergunning van de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst onderworpen worden, mogen de benaming EuVECA verder blijven gebruiken in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie, op voorwaarde dat zij met betrekking tot in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te allen tijde blijven voldoen aan de vereisten in de genoemde richtlijn en dat zij blijven voldoen aan bepaalde in deze verordening vastgestelde vereisten voor het gebruik van de benaming EuVECA. Dit geldt zowel voor bestaande in aanmerking komende durfkapitaalfondsen als voor in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die worden opgericht na de overschrijding van de drempel.
(6) Wanneer beheerders van instellingen voor collectieve belegging de benaming EuVECA niet wensen te gebruiken, is deze verordening niet van toepassing. In dergelijke gevallen dienen de bestaande nationale voorschriften en de algemene voorschriften van de Unie van toepassing te blijven.
(7) Deze verordening zou uniforme voorschriften moeten vaststellen betreffende de aard van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en met name betreffende de portefeuillemaatschappijen waarin de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen mogen beleggen en de beleggingsinstrumenten die moeten worden gebruikt. Dat is noodzakelijk opdat een duidelijke scheidingslijn kan worden getrokken tussen een in aanmerking komend durfkapitaalfonds en andere alternatieve beleggingsfondsen die andere, minder gespecialiseerde, beleggingsstrategieën hanteren (bijvoorbeeld overnames of vastgoedspeculatie, die het niet de bedoeling is met deze verordening te bevorderen).
(8) In overeenstemming met de doelstelling om de instellingen voor collectieve belegging die onder deze verordening vallen, nauwkeurig te omschrijven en om te garanderen dat gefocust wordt op het verstrekken van kapitaal aan kleine ondernemingen die zich in de beginfasen van hun bestaan bevinden, worden als in aanmerking komende durfkapitaalfondsen de fondsen beschouwd die voornemens zijn ten minste 70 procent van het totaalbedrag van hun kapitaalinbrengen en niet-gestort toegezegd kapitaal te beleggen in dergelijke ondernemingen ▌. In aanmerking komende durfkapitaalfondsen mogen niet meer dan 30 procent van het totaalbedrag van de kapitaalinbrengen en het niet-gestort toegezegd kapitaal beleggen in activa die geen in aanmerking komende beleggingen zijn. Dit betekent dat, terwijl 30 procent te allen tijde de bovengrens moet zijn voor niet in aanmerking komende beleggingen, 70 procent gedurende de hele levensduur van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds voorbehouden moet zijn voor in aanmerking komende beleggingen. Deze percentages moeten worden berekend op basis van de bedragen die kunnen worden belegd na aftrek van alle kosten en van alle geldmiddelen en kasequivalenten. In deze verordening moet in detail worden vastgesteld hoe deze beleggingspercentages moeten worden berekend.
(8 bis)Doel van deze verordening is groei en innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) in de Unie te ondersteunen. Beleggingen in in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen die gevestigd zijn in derde landen, kunnen ervoor zorgen dat meer kapitaal naar in aanmerking komende durfkapitaalfondsen komt en zo de kmo's in de Unie ten goede komen. In geen geval mag evenwel worden belegd in portefeuillemaatschappijen in derde landen die gevestigd zijn in belastingparadijzen of in rechtsgebieden die niet bereid zijn tot samenwerking.
(8 ter)In aanmerking komende durfkapitaalfondsen mogen niet gevestigd zijn in een belastingparadijs of een rechtsgebied dat niet bereid is tot samenwerking, bijvoorbeeld een derde land dat met name gekenmerkt wordt door geen of slechts nominale belastingen, een gebrek aan een behoorlijke samenwerkingsregeling tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de durfkapitaalfondsbeheerder en de toezichtautoriteiten van het derde land waar het in aanmerking komende durfkapitaalfonds is gevestigd of het ontbreken van effectieve informatie-uitwisseling in belastingzaken. In aanmerking komende durfkapitaalfondsen mogen ook niet in rechtsgebieden die een van de bovengenoemde kenmerken vertonen, beleggen.
(8 quater)Beheerders van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dienen in staat te zijn om gedurende de levensduur van dat fonds extra kapitaal aan te trekken. Met dit extra kapitaal dat gedurende de levensduur van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds wordt aangetrokken, moet rekening worden gehouden, wanneer de volgende belegging in andere activa dan in aanmerking komende activa wordt overwogen. Extra kapitaal moet toegestaan zijn, als voldaan is aan bepaalde criteria en bepaalde voorwaarden in de regels of statuten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds.
(8 quinquies)De in aanmerking komende beleggingen moeten worden gedaan in de vorm van aandelen- of quasiaandeleninstrumenten. Quasiaandeleninstrumenten omvatten een type financieringsinstrument met een combinatie van aandelen en schulden, waarvan het rendement gekoppeld is aan de winsten of verliezen van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en waarbij de terugbetaling van het instrument in geval van wanbetaling niet volledig gedekt is. Dergelijke instrumenten omvatten een waaier van financieringsinstrumenten, zoals achtergestelde leningen, stille deelnemingen, participatieleningen, rechten van winstdeelneming, converteerbare obligaties en obligaties met warrants. Als mogelijke aanvulling – maar niet ter vervanging – van aandelen- en quasiaandeleninstrumenten moeten gewaarborgde en niet-gewaarborgde leningen, bijvoorbeeld overbruggingskredieten, die door het in aanmerking komende durfkapitaalfonds worden verstrekt aan een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij waarin het in aanmerking komende durfkapitaalfonds al in aanmerking komende beleggingen heeft, toegestaan zijn, op voorwaarde dat niet meer dan 30 procent van het totaalbedrag van de kapitaalinbrengen en het niet-gestort toegezegd kapitaal in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds voor deze leningen wordt gebruikt. Om rekening te houden met de gangbare zakelijke praktijken op de durfkapitaalmarkt moet een in aanmerking komend durfkapitaalfonds voorts van bestaande aandeelhouders van een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij bestaande aandelen van deze maatschappij kunnen kopen. Om te zorgen voor zo ruim mogelijke mogelijkheden op het gebied van fondsenwerving moeten ook beleggingen in andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen toegestaan zijn. Om verwatering van de beleggingen in in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen te voorkomen mag in aanmerking komende durfkapitaalfondsen alleen worden toegestaan om te beleggen in andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, als deze in aanmerking komende durfkapitaalfondsen zelf niet meer dan 10 procent van het totaalbedrag van hun kapitaalinbrengen en niet-gestort toegezegd kapitaal in andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen hebben belegd.
(8 sexies)De kernactiviteit van durfkapitaalfondsen is de verstrekking van financiering aan kmo's door primaire beleggingen. Durfkapitaalfondsen mogen niet geen systemisch belangrijke bankactiviteiten verrichten buiten het gewone prudentiële regelgevend kader (zogenaamd ’schaduwbankieren’). Zij mogen evenmin typische private-equitystrategieën volgen, zoals overnames met vreemd vermogen.
(8 septies)Overeenkomstig de Europa 2020-strategie voor de totstandbrenging van slimme, duurzame en inclusieve groei is deze verordening bedoeld ter bevordering van durfkapitaalbeleggingen in innoverende kmo's die verankerd zijn in de reële economie. Kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, verzekeringsondernemingen, financiële holdings en gemengde holdings mogen bijgevolg niet onder de definitie van in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen van deze verordening vallen.
(9) Om in een essentiële beschermingsmaatregel te voorzien die een onderscheid maakt tussen in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de zin van deze verordening en de ruimere categorie van alternatieve beleggingsfondsen die op secundaire markten uitgegeven effecten verhandelen, is het noodzakelijk regels vast te stellen om ervoor te zorgen dat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen primair beleggen in rechtstreeks uitgegeven instrumenten ▌.
(10) Om durfkapitaalfondsbeheerders een zekere flexibiliteit in het beleggings- en liquiditeitenbeheer van hun in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te bieden, dient ▌handel, bijvoorbeeld in aandelen of deelnemingen in niet in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen, of verwerving van niet in aanmerking komende instrumenten te worden toegestaan tot een maximum van niet meer dan 30 procent van het totaalbedrag van de kapitaalinbrengen en het niet-gestort kapitaal. ▌
(11) Om te garanderen dat de benaming EuVECA betrouwbaar en gemakkelijk herkenbaar is voor beleggers in de hele Unie, dient in deze verordening te worden bepaald dat alleen durfkapitaalfondsbeheerders die aan de in deze verordening vastgelegde uniforme kwaliteitscriteria voldoen, de benaming EuVECA mogen gebruiken om in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de hele Unie aan te bieden.
(12) Om ervoor te zorgen dat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen een duidelijk en herkenbaar profiel hebben dat aan hun doel beantwoordt, moeten er uniforme voorschriften worden vastgesteld voor de voor dergelijke in aanmerking komende fondsen toegestane portefeuillesamenstelling en beleggingstechnieken.
(13) Om te voorkomen dat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen tot de ontwikkeling van systeemrisico's bijdragen en om te waarborgen dat dergelijke fondsen zich bij hun beleggingsactiviteiten op het ondersteunen van in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen toespitsen, zou het niet mogen worden toegestaan dat op het niveau van het fonds ▌hefboomwerking wordt toegepast. De durfkapitaalfondsbeheerder mag uitsluitend worden toegestaan leningen aan te gaan, schuldpapier uit te geven of garanties te verschaffen op het niveau van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds, als die leningen, dat schuldpapier of die garanties gedekt zijn door niet-gestort toegezegd kapitaal en aldus de risicopositie van het fonds niet doen toenemen tot een niveau dat hoger is dan het toegezegd kapitaal. In het kader van deze aanpak doen vooruitbetalingen van beleggers van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds die volledig door toegezegd kapitaal van deze beleggers zijn gedekt, de risicopositie van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds niet toenemen, zodat zij moeten worden toegestaan. Om het fonds ▌in staat te stellen buitengewone liquiditeitsbehoeften te dekken die zouden kunnen ontstaan tussen een opvraging bij beleggers van toegezegd kapitaal en de daadwerkelijke opneming van het kapitaal in zijn rekeningen, dient ook het aangaan van kortetermijnleningen te worden toegestaan, op voorwaarde dat het niet-gestort toegezegd kapitaal niet wordt overschreden.
(14) Om te garanderen dat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen uitsluitend worden aangeboden aan beleggers die over de nodige ervaring, kennis en deskundigheid beschikken om hun eigen beleggingsbeslissingen te nemen en een behoorlijke beoordeling te maken van de risico's ▌die aan deze fondsen verbonden zijn, en om het beleggersvertrouwen in in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in stand te houden, moeten bepaalde specifieke beschermingsmaatregelen worden getroffen. In aanmerking komende durfkapitaalfondsen zouden bijgevolg ▌alleen mogen worden aangeboden aan beleggers die professionele cliënten zijn of die kunnen worden behandeld als professionele cliënten in de zin van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten(6). Om evenwel tot een voldoende brede beleggersbasis voor beleggingen in in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te komen, is het eveneens wenselijk dat bepaalde andere beleggers, zoals onder meer vermogende particulieren, toegang hebben tot in aanmerking komende durfkapitaalfondsen. Voor deze andere beleggers moeten er evenwel specifieke beschermingsmaatregelen worden getroffen om te garanderen dat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen alleen worden aangeboden aan beleggers die over het geschikte profiel beschikken om dergelijke beleggingen te verrichten. Deze beschermingsmaatregelen moeten het aanbieden van durfkapitaalfondsen via periodieke spaarplannen uitsluiten. Voorts moeten de bestuursleden, directeuren of bij het beheer betrokken werknemers van een durfkapitaalfondsbeheerder beleggingen kunnen doen in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds dat zij beheren, aangezien deze personen voldoende kennis hebben om in durfkapitaal te beleggen.
(15) Om te waarborgen dat alleen durfkapitaalfondsbeheerders die aan uniforme kwaliteitscriteria met betrekking tot hun marktgedrag voldoen, de benaming EuVECA mogen gebruiken, dienen in deze verordening voorschriften voor de bedrijfsuitoefening en voor de relatie van de durfkapitaalfondsbeheerder met zijn beleggers te worden neergelegd. Om dezelfde reden dienen in deze verordening uniforme voorwaarden te worden vastgelegd ten aanzien van het aanpakken van belangenconflicten door dergelijke beheerders. Krachtens deze voorschriften dient de beheerder er ook toe verplicht te zijn de vereiste organisatorische en administratieve regelingen te treffen om ervoor te zorgen dat belangenconflicten op passende wijze worden aangepakt.
(15 bis)Als een durfkapitaalfondsbeheerder voornemens is taken te delegeren aan derden, mag de aansprakelijkheid van de beheerder ten aanzien van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers ervan geen gevolgen van de delegatie van taken door de durfkapitaalfondsbeheerder aan een derde ondervinden. Daarnaast mag de durfkapitaalfondsbeheerder niet in die mate taken delegeren dat hij in essentie niet langer als de durfkapitaalfondsbeheerder kan worden beschouwd en een doorgeefluik is geworden. De durfkapitaalfondsbeheerder moet te allen tijde verantwoordelijk blijven voor de correcte werking van de gedelegeerde functies en de naleving van deze verordening. De delegatie van taken mag de effectiviteit van het toezicht van de durfkapitaalfondsbeheerder niet ondermijnen, en mag met name niet verhinderen dat de belangen van de beleggers bij het optreden van de durfkapitaalfondsbeheerder of het beheer van het durfkapitaalfonds zo goed mogelijk worden behartigd.
(16) Om de integriteit van de benaming EuVECA te verzekeren, moet deze verordening ook kwaliteitscriteria bevatten ten aanzien van de organisatie van een durfkapitaalfondsbeheerder. In deze verordening moeten daarom uniforme en evenredige vereisten worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat steeds in voldoende technische en personele middelen ▌wordt voorzien ▌.
(16 bis)Om ervoor te zorgen dat het in aanmerking komende durfkapitaalfonds behoorlijk wordt beheerd en dat de beheerder potentiële risico's als gevolg van de activiteiten ervan kan dekken, moeten in deze verordening ten aanzien van de durfkapitaalfondsbeheerders uniforme en evenredige vereisten worden vastgesteld om voldoende eigen vermogen aan te houden. Het bedrag van dit eigen vermogen moet volstaan om te zorgen voor de continuïteit van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en voor het behoorlijke beheer ervan.
(17) Ter bescherming van de beleggers moet ervoor worden gezorgd dat de activa van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen naar behoren worden gewaardeerd. Daarom moeten de regels of statuten van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen regels bevatten voor de waardering van activa. Dat moet de integriteit en de transparantie van de waardering verzekeren.
(18) Om te garanderen dat durfkapitaalfondsbeheerders die van de benaming EuVECA gebruikmaken, voldoende verantwoording afleggen voor hun activiteiten, moeten uniforme voorschriften voor jaarverslagen worden vastgesteld.
(19) Om de integriteit van de benaming EuVECA in de ogen van beleggers te waarborgen, mag deze benaming alleen worden gebruikt door durfkapitaalfondsbeheerders die volledig transparant zijn wat hun beleggingsbeleid en hun beleggingsdoelstellingen betreft. Daarom moet deze verordening uniforme voorschriften bevatten voor de openbaarmakingsvereisten die een durfkapitaalfondsbeheerder ten aanzien van zijn beleggers in acht dient te nemen. In het bijzonder moeten er precontractuele openbaarmakingsverplichtingen bestaan betreffende de beleggingsstrategie en –doelstellingen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds, de gebruikte beleggingsinstrumenten, kosten en aanverwante lasten, alsook het risico/rendementsprofiel van de door een in aanmerking komend fonds aangeboden belegging. Om een hoge mate van transparantie te realiseren, moeten deze openbaarmakingsvereisten eveneens voorzien in informatie over de wijze waarop de vergoeding van de durfkapitaalfondsbeheerder wordt berekend.
(20) Om ervoor te zorgen dat effectief toezicht wordt uitgeoefend op de naleving van de uniforme vereisten die in deze verordening zijn neergelegd, moet de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst erop toezien dat de durfkapitaalfondsbeheerder de in deze verordening vastgelegde uniforme vereisten in acht neemt. Te dien einde moet de beheerder van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zijn in aanmerking komende fondsen onder de benaming EuVECA op de markt wenst aan te bieden, de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst van zijn voornemen in kennis stellen. De bevoegde autoriteit dient de durfkapitaalfondsbeheerder te registreren wanneer alle noodzakelijke informatie is verstrekt en wanneer passende regelingen zijn getroffen om te voldoen aan de vereisten van deze verordening. Deze registratie dient overal in de Unie geldig te zijn.
(20 bis)Om de efficiënte grensoverschrijdende aanbieding van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te vergemakkelijken moet de beheerder zo snel mogelijk worden geregistreerd.
(20 ter)Deze verordening omvat waarborgen om ervoor te zorgen dat de fondsen naar behoren worden gebruikt, maar de toezichtautoriteiten moeten waakzaam zijn om ervoor te zorgen dat deze waarborgen in acht worden genomen.
(21) Om een effectief toezicht op de naleving van de in deze verordening vastgelegde uniforme criteria te garanderen, moet de verordening voorschriften bevatten betreffende de omstandigheden waaronder aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verstrekte informatie moet worden geactualiseerd.
(22) Ten behoeve van een effectief toezicht op de naleving van de vereisten van deze verordening dient daarin ook een procedure te worden vastgelegd voor grensoverschrijdende kennisgevingen tussen de bevoegde toezichthoudende autoriteiten. Deze procedure moet in gang worden gezet na de registratie van de durfkapitaalfondsbeheerder in zijn lidstaat van herkomst.
(23) Om overal in de Unie transparante voorwaarden voor het aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te waarborgen, moet aan de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority – ESMA)), die is opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad(7), de taak worden toevertrouwd een centrale databank bij te houden waarin alle beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, worden opgenomen die in overeenstemming met deze verordening zijn geregistreerd.
(23 bis)Als de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst duidelijke en aantoonbare redenen heeft om aan te nemen dat de durfkapitaalfondsbeheerder deze verordening op haar grondgebied overtreedt, moet zij dit onmiddellijk ter kennis brengen van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, die de nodige maatregelen moet nemen.
(23 ter)Als de durfkapitaalfondsbeheerder ondanks de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen of omdat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst niet binnen een redelijke termijn optreedt, blijft handelen op een wijze die duidelijk strijdig is met deze verordening, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, nadat zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst hiervan op de hoogte heeft gebracht, alle nodige maatregelen nemen om de beleggers te beschermen, inclusief de beheerder in kwestie beletten zijn durfkapitaalfondsen nog op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst aan te bieden.
(24) Om ervoor te zorgen dat effectief toezicht wordt uitgeoefend op de naleving van de in deze verordening vastgelegde criteria, dient de verordening een lijst van toezichtbevoegdheden te bevatten waarover bevoegde autoriteiten moeten kunnen beschikken.
(25) Met het oog op een adequate handhaving moet deze verordening in administratieve sancties en maatregelen voorzien voor de schending van essentiële bepalingen van deze verordening, namelijk de voorschriften betreffende de portefeuillesamenstelling, de beschermingsmaatregelen met betrekking tot de identiteit van in aanmerking komende beleggers en het uitsluitende gebruik van de benaming EuVECA door geregistreerde durfkapitaalfondsbeheerders. Er moet worden bepaald dat een schending van deze sleutelbepalingen aanleiding geeft tot het verbod op het gebruik van de benaming en tot de schrapping van de durfkapitaalfondsbeheerder uit het register.
(26) De toezichtinformatie dient te worden uitgewisseld tussen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst en de ESMA.
(27) Voor een effectieve samenwerking op toezichtgebied tussen de entiteiten die tot taak hebben toezicht uit te oefenen op de inachtneming van de in deze verordening vastgelegde uniforme criteria is het noodzakelijk dat alle relevante nationale overheden en de ESMA aan een strikt beroepsgeheim gebonden zijn.
(28) Technische normen voor financiële diensten moeten zorgen voor een consistente harmonisatie en een streng toezicht in de hele Unie. Het zou efficiënt en passend zijn dat aan de ESMA, als instantie met een zeer gespecialiseerde deskundigheid, de ontwikkeling van ontwerpen van technische uitvoeringsnormen wordt toevertrouwd, mits deze normen geen beleidskeuzes inhouden, met het oog op de indiening ervan bij de Commissie.
(29) Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden toegekend middels uitvoeringshandelingen technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in overeenstemming met artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese autoriteit voor effecten en markten)(8) ▌. De ESMA dient te worden belast met de ontwikkeling van de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot specificatie van de vorm ▌van de in deze verordening bedoelde kennisgeving.
(30) Met het oog op de specificatie van de vereisten van deze verordening moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ▌ten aanzien van de soorten belangenconflicten die durfkapitaalfondsbeheerders moeten vermijden en van de maatregelen die met het oog daarop moeten worden getroffen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. Bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen moet de Commissie ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden. ▌
(32) Uiterlijk vier jaar na de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, moet een evaluatie ervan worden uitgevoerd om rekening te houden met de ontwikkeling van de durfkapitaalmarkt. De toetsing moet een algemeen onderzoek omvatten van de werking van de regels in deze verordening en de ervaring die is opgedaan bij het toepassen ervan. Op basis van deze evaluatie dient de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor te leggen dat, zo nodig, vergezeld gaat van wetgevingsvoorstellen.
(32 bis)Voorts moet de Commissie uiterlijk op 22 juli 2017 een evaluatie starten van de wisselwerking tussen deze verordening en andere regels betreffende instellingen voor collectieve belegging en de beheerders hiervan, in het bijzonder die van Richtlijn 2011/61/EU. In deze evaluatie moet in het bijzonder het toepassingsgebied van deze verordening aan bod komen, met een beoordeling van de vraag of het nodig is dit uit te breiden om de beheerders van grotere alternatieve beleggingsfondsen toe te staan de benaming EuVECA te gebruiken. Op basis van deze evaluatie dient de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor te leggen dat, zo nodig, vergezeld gaat van wetgevingsvoorstellen.
(32 ter)In het kader van deze evaluatie moet de Commissie een beoordeling maken van alle obstakels die eventueel de gebruikmaking van de fondsen door de beleggers hebben belemmerd, inclusief de impact op institutionele beleggers van andere regelgeving met een prudentieel karakter die op hen van toepassing kan zijn. Daarnaast moet de Commissie gegevens verzamelen voor een beoordeling van de bijdrage van EuVECA aan andere programma's van de Unie die bedoeld zijn om de innovatie in de Unie te ondersteunen, bijvoorbeeld Horizon 2020.
(32 quater)Gelet op de mededeling van de Commissie met als titel ’Een actieplan ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's’ en de mededeling van de Commissie van 6 oktober 2010 met als titel ’Europa 2020-kerninitiatief Innovatie-Unie’, is het belangrijk om te zorgen voor de doeltreffendheid van de overheidsregelingen in de Unie ter ondersteuning van de durfkapitaalmarkt en voor de coördinatie en onderlinge coherentie van de verschillende beleidsmaatregelen van de Unie ter bevordering van innovatie, inclusief het beleid op het gebied van mededinging en onderzoek. Centraal in het beleid van de Unie op het gebied van innovatie en groei is groene technologie, gelet op de doelstelling van de Unie om mondiaal leider te zijn op het gebied van slimme en duurzame groei en van energie- en hulpbronnenefficiëntie, inclusief wat de financiering van kmo's betreft. Bij de evaluatie van deze verordening zal het belangrijk zijn de impact ervan te beoordelen op de voortgang in de richting van deze doelstelling.
(32 quinquies)De ESMA moet een raming uitvoeren van haar personele en andere behoeften die voortvloeien uit de vervulling van haar taken en bevoegdheden overeenkomstig deze verordening en daarover verslag uitbrengen bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.
(32 sexies)Het Europees Investeringsfonds (EIF) belegt onder andere in durfkapitaalfondsen in de hele Unie. De maatregelen waarin in deze verordening is voorzien om durfkapitaalfondsen gemakkelijk te kunnen identificeren aan de hand van welomschreven gemeenschappelijke kenmerken, moeten het voor het EIF gemakkelijker maken durfkapitaalfondsen overeenkomstig deze verordening te identificeren als mogelijke beleggingsdoelstelling. Het EIF moet daarom worden aangemoedigd in Europese durfkapitaalfondsen te beleggen.
(33) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name erkend zijn in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met inbegrip van het recht op de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven (artikel 7) en de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16).
(34) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(9) regelt de verwerking van persoonsgegevens die wordt uitgevoerd in de lidstaten in het kader van deze verordening en onder toezicht van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, in het bijzonder de publieke onafhankelijke autoriteiten die door de lidstaten worden aangewezen. Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(10) regelt de verwerking van persoonsgegevens door de EAEM in het kader van deze verordening en onder toezicht van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
(35) Deze verordening dient de toepassing van de staatssteunregels op in aanmerking komende durfkapitaalfondsen onverlet te laten.
(36) Aangezien de doelstellingen van deze verordening, namelijk garanderen dat uniforme vereisten van toepassing zijn op het aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en opzetten van een eenvoudig registratiesysteem voor durfkapitaalfondsbeheerders, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met de noodzaak om een evenwicht te bewerkstelligen tussen, enerzijds, de veiligheid en betrouwbaarheid die aan het gebruik van de benaming EuVECA verbonden zijn, en, anderzijds, de doeltreffende werking van de durfkapitaalmarkt en de kostprijs voor haar verschillende belanghebbenden, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en dus op grond van hun omvang en gevolgen beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
In deze verordening worden uniforme vereisten en voorwaarden vastgelegd voor de beheerders van instellingen voor collectieve belegging die gebruik wensen te maken van de benaming EuVECA in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie, waardoor wordt bijgedragen tot de vlotte werking van de interne markt. De verordening bevat uniforme voorschriften voor het in de gehele Unie aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen aan in aanmerking komende beleggers, betreffende de portefeuillesamenstelling van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, betreffende de in aanmerking komende beleggingsinstrumenten en –technieken die door in aanmerking komende durfkapitaalfondsen moeten worden gehanteerd, alsook betreffende de organisatie, het gedrag en de transparantie van durfkapitaalfondsbeheerders die overal in de Unie in aanmerking komende durfkapitaalfondsen aanbieden.
Artikel 2
1. Deze verordening is van toepassing op de in artikel 3, onder b), omschreven beheerders van instellingen voor collectieve belegging wier beheerde vermogen in totaal de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel overschrijdt, die in de Unie zijn gevestigd en die zich overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU bij de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst moeten laten registreren ▌.
1 bis.Durfkapitaalfondsbeheerders die in het kader van deze verordening geregistreerd zijn overeenkomstig artikel 13 en wier totale vermogen vervolgens aangroeit tot het de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel overschrijdt, en die daardoor in overeenstemming met artikel 6 van Richtlijn 2011/61/EU aan een vergunning van de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst onderworpen worden, mogen de benaming EuVECA verder blijven gebruiken in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie, op voorwaarde dat zij met betrekking tot in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te allen tijde blijven voldoen aan de vereisten in de genoemde richtlijn en dat zij blijven voldoen aan de artikelen 3, 5 en 12, onder b) en g bis) van deze verordening.
1 ter.Durfkapitaalfondsbeheerders die in overeenstemming met deze verordening geregistreerd zijn, mogen daarnaast ook icbe's beheren als zij daartoe gemachtigd zijn volgens Richtlijn 2009/65/EG, op voorwaarde dat zij externe beheerders zijn.
▌
Artikel 3
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
(a)
’in aanmerking komend durfkapitaalfonds’: een instelling voor collectieve belegging die:
(i)
voornemens is binnen een in de regels of statuten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds vastgesteld tijdsbestek ten minste 70 procent van het totaalbedrag van de kapitaalinbrengen en het niet-gestort toegezegd kapitaal te beleggen in activa die in aanmerking komende beleggingen zijn;
(ii)
nooit meer dan 30 procent van de totale kapitaalinbrengen en het niet-gestort toegezegd kapitaal van het fonds gebruikt voor het verwerven van andere activa dan in aanmerking komende beleggingen;
(iii)
gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat, of in een derde land, op voorwaarde dat:
- in dit land geen belastingregeling geldt zonder of met slechts nominale belastingen of voordelen worden toegekend, ook al is er geen sprake van enige reële economische activiteit of substantiële economische aanwezigheid in het derde land dat deze belastingvoordelen verleent;
- dit land met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de durfkapitaalfondsbeheerder een passende samenwerkingsregeling heeft getroffen op grond waarvan een efficiënte informatie-uitwisseling in de zin van artikel 21 van deze verordening kan worden gegarandeerd, om de bevoegdheden autoriteiten in staat te stellen hun taken overeenkomstig deze verordening uit te voeren;
- dit land niet op de lijst staat van niet-coöperatieve landen en gebieden van de Financiële Actiegroep (Financial Action Task Force);
- dit land een overeenkomst heeft gesloten met de lidstaat van herkomst van de durfkapitaalfondsbeheerder en met elke andere lidstaat waar de rechten van deelneming of aandelen in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds naar voornemen zullen worden verhandeld, zodat gegarandeerd is dat het derde land volledig voldoet aan de normen van artikel 26 van het OESO-Modelverdrag inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden waarborgt, inclusief eventuele multilaterale belastingovereenkomsten.
Deze onder (i) en (ii) bedoelde percentages moeten worden berekend op basis van de bedragen die kunnen worden belegd na aftrek van alle kosten en van alle geldmiddelen en kasequivalenten;
(a bis)
’relevante kosten’: alle vergoedingen, kosten en uitgaven die rechtstreeks of onrechtstreeks door de beleggers worden gedragen en die overeengekomen zijn tussen de beheerder van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers;
(b)
’instelling voor collectieve belegging’: een alternatieve beleggingsinstelling (abi) als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt a), van Richtlijn 2011/61/EU;
(c)
’in aanmerking komende beleggingen’: elk van de onderstaande instrumenten:
(i) aandelen- of quasiaandeleninstrumenten die:
- uitgegeven worden door een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en die rechtstreeks door het in aanmerking komende durfkapitaalfonds bij de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij worden verworven; ▌
- uitgegeven worden door een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij in ruil voor gewone aandelen die door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij worden uitgegeven; of
- uitgegeven worden door een onderneming waarvan de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij een dochteronderneming is waarin de betrokken onderneming een meerderheidsbelang heeft, en die het in aanmerking komende durfkapitaalfonds heeft verworven in ruil voor een aandeleninstrument dat door de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij is uitgegeven;
(ii) gewaarborgde leningen en niet-gewaarborgde leningen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds aan een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij waarin het in aanmerking komende durfkapitaalfonds al in aanmerking komende beleggingen heeft, op voorwaarde dat niet meer dan 30 procent van het totaalbedrag van de kapitaalinbrengen en het niet-gestort toegezegd kapitaal in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds voor deze leningen wordt gebruikt;
(iii)
aandelen van een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij die zijn verworven van bestaande aandeelhouders van die maatschappij;
(iv)
deelnemingsrechten of aandelen van een of meer andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, op voorwaarde dat deze in aanmerking komende durfkapitaalfondsen zelf niet meer dan 10 procent van het totaalbedrag van hun kapitaalinbrengen en niet-gestort toegezegd kapitaal in andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen hebben belegd;
(d)
’in aanmerking komende portefeuillemaatschappij’: een onderneming:
(i)
die op het ogenblik dat het in aanmerking komende durfkapitaalfonds daarin belegt,
- niet is toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of op een multilaterale handelsfaciliteit (MTF) als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 14) en punt 15), van Richtlijn 2004/39/EG;
- minder dan 250 personen in dienst heeft en
- een jaaromzet heeft die 50 miljoen EUR niet overschrijdt of een jaarlijks balanstotaal dat 43 miljoen EUR niet overschrijdt;
(ii) die zelf geen instelling voor collectieve belegging is;
(iii) die niet een of meer van de volgende is:
- een kredietinstelling in de zin van artikel 4, punt 1, van Richtlijn 2006/48/EG;
- een beleggingsonderneming in de zin van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG;
- een verzekeringsonderneming in de zin van artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2009/138/EG;
- een financiële holding in de zin van artikel 4, punt 19 van Richtlijn 2006/48/EG; of
- een gemengde holding in de zin van artikel 4, punt 20, van Richtlijn 2006/48/EG;
(iv)
die gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat, of in een derde land, op voorwaarde dat:
- in dit land geen belastingregeling geldt zonder of met slechts nominale belastingen of voordelen worden toegekend, ook al is er geen sprake van enige reële economische activiteit of substantiële economische aanwezigheid in het derde land dat deze belastingvoordelen verleent;
- dit land niet op de lijst staat van niet-coöperatieve landen en gebieden van de Financiële Actiegroep (Financial Action Task Force);
- dit land een overeenkomst heeft gesloten met de lidstaat van herkomst van de durfkapitaalfondsbeheerder en met elke andere lidstaat waar de rechten van deelneming of aandelen in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds naar voornemen zullen worden verhandeld, zodat gegarandeerd is dat het derde land volledig voldoet aan de normen van artikel 26 van het OESO-Modelverdrag inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen en een doeltreffende informatie-uitwisseling in fiscale aangelegenheden waarborgt, inclusief eventuele multilaterale belastingovereenkomsten;
(e)
’aandeel’: eigendomsbelang in een onderneming dat wordt vertegenwoordigd door een aandeel of een ander instrument van deelneming in het kapitaal van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij dat aan de beleggers erin wordt uitgegeven;
(f)
’quasiaandeel’: een type financieringsinstrument met een combinatie van aandelen en schulden, waarvan het rendement gekoppeld is aan de winsten of verliezen van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappij en waarbij de terugbetaling van het instrument in geval van wanbetaling niet volledig gedekt is;
(g)
’aanbieding (op de markt)’: een directe of indirecte aanbieding of plaatsing op initiatief van de durfkapitaalfondsbeheerder of in naam van de durfkapitaalfondsbeheerder van deelnemingsrechten of aandelen van een door hem beheerd durfkapitaalfonds aan, respectievelijk bij beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben;
(h)
’toegezegd kapitaal’: elke verbintenis waardoor een belegger verplicht is binnen een in de regels of statuten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds vastgesteld tijdsbestek een belang in het durfkapitaalfonds te verwerven of kapitaal in het durfkapitaalfonds in te brengen;
(i)
’durfkapitaalfondsbeheerder’: een rechtspersoon waarvan de normale werkzaamheden bestaan in het beheer van ten minste één in aanmerking komend durfkapitaalfonds;
(j)
’lidstaat van herkomst’: lidstaat waar de durfkapitaalfondsbeheerder is gevestigd en zich overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU bij de bevoegde autoriteiten moet laten registreren;
(k)
’lidstaat van ontvangst’: lidstaat, die niet de lidstaat van herkomst is, waar de durfkapitaalfondsbeheerder in aanmerking komende durfkapitaalfondsen overeenkomstig deze verordening op de markt aanbiedt;
(l)
’bevoegde autoriteit’: de nationale autoriteit die krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen door de lidstaat van herkomst wordt aangewezen om de registratie van de in artikel 2, lid 1, bedoelde beheerders van instellingen voor collectieve belegging te verzorgen;
(l bis)
’icbe’: een instelling voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 2009/65/EG.
Met betrekking tot de eerste alinea, onder i), wordt, indien de rechtsvorm van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds intern beheer toestaat en het besturend orgaan van het fonds ervoor kiest geen externe beheerder aan te stellen, het in aanmerking komende durfkapitaalfonds zelf als durfkapitaalfondsbeheerder geregistreerd. Een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat is geregistreerd als intern durfkapitaalfondsbeheerder, kan niet worden geregistreerd als extern durfkapitaalfondsbeheerder van andere instellingen voor collectieve belegging.
HOOFDSTUK II
VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE BENAMING EuVECA
Artikel 4
Durfkapitaalfondsbeheerders die aan de vereisten van dit hoofdstuk voldoen, hebben het recht de benaming EuVECA te gebruiken bij het aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie.
Artikel 5
1. De durfkapitaalfondsbeheerder zorgt ervoor dat wanneer hij andere activa dan in aanmerking komende beleggingen verwerft, niet meer dan 30 procent van het totaalbedrag van de kapitaalinbrengen en het niet-gestort toegezegd kapitaal van het fonds wordt gebruikt voor het verwerven van andere activa dan in aanmerking komende beleggingen; de 30 procent wordt berekend op basis van de bedragen die kunnen worden belegd na aftrek van alle kosten; bij de berekening van dit maximum wordt geen rekening gehouden met ▌aangehouden geldmiddelen en kasequivalenten, aangezien geldmiddelen en kasequivalenten niet mogen worden beschouwd als belegging.
2. De durfkapitaalfondsbeheerder mag op het niveau van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds geen gebruik maken van methoden die de risicopositie van het fonds doen toenemen tot een niveau dat hoger is dan het toegezegd kapitaal, zoals het lenen van contanten of effecten, het innemen van posities in derivaten of enigerlei andere handeling.
2 bis.De durfkapitaalfondsbeheerder mag op het niveau van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds alleen leningen aangaan, schuldpapier uitgeven en garanties verschaffen, als deze leningen, dit schuldpapier of deze garanties gedekt zijn door niet-gestort toegezegd kapitaal.
▌
Artikel 6
1.Durfkapitaalfondsbeheerders bieden de deelnemingsrechten en aandelen van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen uitsluitend aan aan beleggers die overeenkomstig afdeling I van bijlage II bij Richtlijn 2004/39/EG als professionele cliënten worden aangemerkt of die overeenkomstig afdeling II van bijlage II bij Richtlijn 2004/39/EG op verzoek als professionele cliënten kunnen worden behandeld, of aan andere beleggers ingeval:
(a)
deze andere beleggers zich ertoe verbinden ten minste 100 000 EUR te beleggen; alsmede
(b)
deze andere beleggers in een ander document dan het contract dat met betrekking tot de verbintenis om te beleggen wordt afgesloten, schriftelijk verklaren dat ze zich bewust zijn van de risico's die aan de beoogde verbintenis of belegging verbonden zijn.
▌
2.Alinea 1 is niet van toepassing op de beleggingen van bestuursleden, directeuren of bij het beheer betrokken werknemers van een durfkapitaalfondsbeheerder wanneer deze gedaan worden in het in aanmerking komende durfkapitaalfonds dat zij beheren.
Artikel 7
Durfkapitaalfondsbeheerders zijn verplicht om met betrekking tot de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren:
(a)
bij de uitoefening van hun werkzaamheden eerlijk, met de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid en toewijding en billijk te werk te gaan;
(b)
passende gedragsregels en procedures toe te passen ter voorkoming van wanpraktijken waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat ze negatieve gevolgen hebben voor de belangen van beleggers en van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen;
(c)
hun zakelijke activiteiten op zodanige wijze uit te oefenen dat de belangen van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, de belangen van de beleggers in deze in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren, en de integriteit van de markt optimaal worden behartigd;
(d)
een hoge mate van zorgvuldigheid te betrachten bij het selecteren en continu monitoren van beleggingen in in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen;
(e)
voldoende kennis en begrip te hebben van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin zij beleggen;
(e bis)
hun beleggers te behandelen op billijke wijze;
(e ter)
ervoor te zorgen dat geen belegger een preferentiële behandeling krijgt, tenzij deze preferentiële behandeling bekend wordt gemaakt in de regels of statuten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds.
Artikel 7 bis
1.Als een durfkapitaalfondsbeheerder voornemens is taken te delegeren aan derden, ondervindt de aansprakelijkheid van de beheerder ten aanzien van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers ervan geen gevolgen van de delegatie van taken door de durfkapitaalfondsbeheerder aan een derde en delegeert de beheerder niet in die mate taken dat hij in essentie niet langer als de durfkapitaalfondsbeheerder kan worden beschouwd en een doorgeefluik wordt.
2.De delegatie mag de effectiviteit van het toezicht van de durfkapitaalfondsbeheerder niet ondermijnen, en mag met name niet verhinderen dat de belangen van de beleggers bij het optreden van de durfkapitaalfondsbeheerder of het beheer van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds zo goed mogelijk worden behartigd.
Artikel 8
1. Durfkapitaalfondsbeheerders onderkennen en vermijden belangenconflicten. Ingeval belangenconflicten niet kunnen worden vermeden, beheren en monitoren zij deze conflicten en maken zij deze overeenkomstig lid 4 onmiddellijk openbaar om te voorkomen dat de conflicten een negatief effect hebben op de belangen van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en hun beleggers, en om ervoor te zorgen dat de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren op eerlijke wijze worden behandeld.
2. De durfkapitaalfondsbeheerder spoort in het bijzonder de belangenconflicten op die kunnen ontstaan tussen:
(a)
durfkapitaalfondsbeheerders, de personen die het bedrijf van de durfkapitaalfondsbeheerder feitelijk leiden, werknemers of alle personen die direct of indirect zeggenschap hebben over of onder de zeggenschap staan van de durfkapitaalfondsbeheerder, en het in aanmerking komende durfkapitaalfonds dat wordt beheerd door de durfkapitaalfondsbeheerders van of de beleggers in die in aanmerking komende durfkapitaalfondsen;
(b)
het in aanmerking komende durfkapitaalfonds of de beleggers in dat in aanmerking komende durfkapitaalfonds, en een ander in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat wordt beheerd door dezelfde durfkapitaalfondsbeheerder van of beleggers in dat andere in aanmerking komende durfkapitaalfonds;
(b bis) het in aanmerking komende durfkapitaalfonds of de beleggers erin en een instelling voor collectieve belegging of icbe die door dezelfde durfkapitaalfondsbeheerder wordt beheerd of de beleggers in deze instelling voor collectieve belegging of icbe.
3. Durfkapitaalfondsbeheerders treffen en handhaven doeltreffende organisatorische en administratieve regelingen om te voldoen aan de vereisten van de leden 1 en 2.
4. De in lid 1 bedoelde belangenconflicten worden openbaar gemaakt ingeval de organisatorische regelingen die de durfkapitaalfondsbeheerder heeft getroffen om belangenconflicten te onderkennen, te voorkomen, te beheersen en te monitoren, niet volstaan om met redelijke zekerheid te kunnen aannemen dat het risico dat de belangen van de beleggers worden geschaad, zal worden voorkomen. De durfkapitaalfondsbeheerders brengen de beleggers in duidelijke bewoordingen op de hoogte van de algemene aard of de oorzaken van belangenconflicten alvorens voor hen zaken te doen.
5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 23 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot specificatie van:
(a)
de soorten belangenconflicten als bedoeld in lid 2 van dit artikel;
(b)
de stappen die durfkapitaalfondsbeheerders op het gebied van structuren en organisatorische en administratieve procedures ▌ondernemen om belangenconflicten te onderkennen, te voorkomen, te beheersen, te monitoren en openbaar te maken.
Artikel 9
Durfkapitaalfondsbeheerders beschikken te allen tijde over voldoende eigen vermogen en toereikende en passende personele en technische middelen om in aanmerking komende durfkapitaalfondsen naar behoren te beheren.
Het is de taak van de durfkapitaalfondsbeheerders om ervoor te zorgen dat zij te allen tijde kunnen aantonen dat hun eigen vermogen toereikend is om de operationele continuïteit te garanderen en de redenen kunnen bekendmaken waarom zij van mening zijn dat dit vermogen toereikend is, overeenkomstig artikel 12.
Artikel 10
De regels voor de waardering van de activa worden vastgelegd in de regels of statuten van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en in deze regels wordt gezorgd voor een degelijk en transparant waarderingsproces.
De gehanteerde waarderingsprocedures waarborgen dat de activa naar behoren worden gewaardeerd en dat de waarde van de activa ten minste eenmaal per jaar wordt berekend.
Artikel 11
1. Voor elk in aanmerking komend durfkapitaalfonds onder zijn beheer stelt de durfkapitaalfondsbeheerder uiterlijk 6 maanden na het einde van het boekjaar een jaarverslag beschikbaar aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst. In dat verslag wordt een beschrijving gegeven van de samenstelling van de portefeuille van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van de activiteiten van het afgelopen jaar. Dat verslag omvat ook een opgave van de winsten van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen aan het einde van de levensduur ervan en, indien van toepassing, een opgave van de winsten die tijdens de levensduur ervan zijn verdeeld. Het bevat de gecontroleerde financiële rekeningen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds. De controle bevestigt dat geldmiddelen en activa worden aangehouden in naam van het fonds en dat de durfkapitaalfondsbeheerder adequate registers en controlemaatregelen heeft vastgesteld en toegepast met betrekking tot het gebruik van mandaten of zeggenschap over de geldmiddelen en activa van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en de beleggers ervan, en wordt eenmaal per jaar uitgevoerd. Het jaarverslag wordt opgesteld overeenkomstig de bestaande verslaggevingsstandaarden en de voorwaarden die tussen de durfkapitaalfondsbeheerder en de beleggers zijn overeengekomen. De durfkapitaalfondsbeheerder stelt het verslag op verzoek beschikbaar aan de beleggers. Durfkapitaalfondsbeheerders en beleggers kunnen onderling overeenkomen dat additionele informatie wordt verstrekt.
2. Ingeval de durfkapitaalfondsbeheerder verplicht is met betrekking tot het in aanmerking komende durfkapitaalfonds een jaarlijks financieel verslag in de zin van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten(11) openbaar te maken, mag de in lid 1 ▌bedoelde informatie ofwel afzonderlijk, ofwel als extra onderdeel van het jaarlijkse financiële verslag worden verstrekt.
Artikel 12
1. Durfkapitaalfondsbeheerders stellen met betrekking tot de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij beheren hun beleggers voordat zij hun beleggingsbeslissing nemen, op duidelijke en begrijpelijke wijze in kennis van ▌de volgende elementen:
(a)
de identiteit van de durfkapitaalfondsbeheerder en alle andere dienstverleners waarmee de durfkapitaalfondsbeheerder een contract heeft afgesloten met betrekking tot hun beheer van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en een beschrijving van hun taken;
(a bis) het bedrag aan eigen vermogen waarover de durfkapitaalfondsbeheerder beschikt, en een gedetailleerde verklaring waaruit blijkt waarom de durfkapitaalfondsbeheerder dat eigen vermogen voldoende acht om de personele en technische middelen aan te houden die nodig zijn voor een behoorlijk beheer van zijn in aanmerking komende durfkapitaalfondsen;
(b)
een beschrijving van de beleggingsstrategie en –doelstellingen van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds, met inbegrip van:
(i) de soorten in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin het voornemens is te beleggen;
(ii) de andere ▌in aanmerking komende durfkapitaalfondsen waarin het voornemens is te beleggen;
(iii) de soorten in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin de in punt (ii) bedoelde andere in aanmerking komende durfkapitaalfondsen voornemens zijn te beleggen;
(iv) de niet in aanmerking komende beleggingen die het voornemens is te doen;
(v) de technieken die het voornemens is te hanteren; en
(vi) alle toepasselijke beleggingsbeperkingen;
(c)
een beschrijving van het risicoprofiel van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van alle risico's die verbonden zijn aan de activa waarin het fonds kan beleggen of aan de beleggingstechnieken die kunnen worden gehanteerd;
(d)
een beschrijving van de waarderingsprocedure van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds en van de prijszettingsmethode voor de waardering van de activa, met inbegrip van de methoden die voor de waardering van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen worden gehanteerd;
(e)
een beschrijving van de wijze waarop de vergoeding van de durfkapitaalfondsbeheerder wordt berekend;
(f)
een beschrijving van alle relevante kosten en van de maximumbedragen daarvan ▌;
(g)
indien beschikbaar, de prestaties in het verleden van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds;
(g bis) de bedrijfsondersteunende diensten en de andere ondersteunende activiteiten die de durfkapitaalfondsbeheerder verleent of verzorgt via derden om de ontwikkeling, de groei of anderszins de lopende operaties van de in aanmerking komende portefeuillemaatschappijen waarin het in aanmerking komende durfkapitaalfonds belegt te bevorderen, of, wanneer deze diensten of activiteiten niet worden verstrekt, een verklaring van dit feit;
(h)
een beschrijving van de door het in aanmerking komende durfkapitaalfonds gevolgde procedures bij een eventuele wijziging van haar beleggingsstrategie, haar beleggingsbeleid of beide.
1 bis.Alle informatie als bedoeld in lid 1 is eerlijk, duidelijk en niet misleidend. Zij wordt regelmatig bijgewerkt en getoetst, indien nodig.
2. Ingeval het in aanmerking komende durfkapitaalfonds verplicht is overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten(12) of overeenkomstig de nationale wetgeving een prospectus met betrekking tot het in aanmerking komende durfkapitaalfonds te publiceren, mag de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie ofwel afzonderlijk, ofwel als onderdeel van het prospectus worden verstrekt.
HOOFDSTUK III
TOEZICHT EN ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
Artikel 13
1. Durfkapitaalfondsbeheerders die voornemens zijn bij het aanbieden van hun in aanmerking komende durfkapitaalfondsen de benaming EuVECA te gebruiken, stellen de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst van dit voornemen in kennis en verstrekken de volgende informatie:
(a)
de identiteit van de personen die het bedrijf van het beheren van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen feitelijk leiden;
(b)
de identiteit van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen waarvan de deelnemingsrechten of aandelen op de markt zullen worden aangeboden en hun beleggingsstrategieën;
(c)
informatie over de regelingen die zijn getroffen om aan de vereisten van hoofdstuk II te voldoen;
(d)
een lijst van lidstaten waar de durfkapitaalfondsbeheerder voornemens is elk in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden;
(d bis) een lijst van lidstaten en derde landen waar de durfkapitaalfondsbeheerder in aanmerking komende durfkapitaalfondsen heeft gevestigd of voornemens is te vestigen.
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst registreert de durfkapitaalfondsbeheerder enkel indien voor haar vaststaat dat voldaan is aan de volgende voorwaarden:
(-a)
de personen die de taken met betrekking tot het beheer van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds daadwerkelijk verrichten, staan als voldoende betrouwbaar bekend en zijn voldoende ervaren, ook met betrekking tot de beleggingsstrategieën die door de beheerder van het in aanmerking komende durfkapitaalfonds worden gevolgd;
(a)
de krachtens lid 1 vereiste informatie is volledig ▌; ▌
(b)
de regelingen waarvan overeenkomstig lid 1, onder c), kennis is gegeven, zijn geschikt ▌om aan de vereisten van hoofdstuk II te voldoen;
(b bis)
de overeenkomstig lid 1, onder (e), toegezonden lijst geeft aan dat alle in aanmerking komende durfkapitaalfondsen gevestigd zijn overeenkomstig artikel 3, punt (a), (iii), van deze verordening.
3. De registratie is geldig voor het volledige grondgebied van de Unie en stelt durfkapitaalfondsbeheerders in staat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de gehele Unie onder de benaming EuVECA op de markt aan te bieden.
Artikel 14
De durfkapitaalfondsbeheerder stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst ervan in kennis wanneer hij voornemens is:
(a)
een nieuw in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden;
(b)
een bestaand in aanmerking komend durfkapitaalfonds op de markt aan te bieden in een lidstaat die niet vermeld is in de in artikel 13, lid 1, onder d), bedoelde lijst.
Artikel 15
1. Onmiddellijk na de registratie van een durfkapitaalfondsbeheerder, de toevoeging van een nieuw in aanmerking komend durfkapitaalfonds, de toevoeging van een nieuw domicilie voor de vestiging van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds of de toevoeging van een nieuwe lidstaat waar de durfkapitaalfondsbeheerder voornemens is in aanmerking komende durfkapitaalfondsen aan te bieden, stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder d), aangegeven lidstaten en de ESMA hiervan in kennis ▌.
2. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder d), aangegeven lidstaten van ontvangst leggen de overeenkomstig artikel 13 geregistreerde durfkapitaalfondsbeheerder geen verplichtingen of administratieve procedures op met betrekking tot het op de markt aanbieden van zijn in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, en eisen evenmin dat toelating voor het op de markt aanbieden van deze fondsen moet worden gegeven voordat daarmee wordt begonnen.
3. Om een uniforme toepassing van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met het oog op de vaststelling van het model van de kennisgeving.
4. (13)De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op …* voor aan de Commissie.
5. De Commissie is bevoegd volgens de procedure van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 de in lid 3 van dit artikel bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen.
Artikel 16
De ESMA houdt een via internet publiekelijk toegankelijke centrale databank bij met alle overeenkomstig deze verordening in de Unie geregistreerde durfkapitaalfondsbeheerders en alle in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die zij aanbieden, alsmede de landen waar deze aangeboden worden.
Artikel 17
1.De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst houdt toezicht op de naleving van de vereisten van deze verordening.
1 bis.Als de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst duidelijke en aantoonbare redenen heeft om aan te nemen dat de durfkapitaalfondsbeheerder deze verordening op haar grondgebied overtreedt, brengt zij dit onmiddellijk ter kennis van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, die de nodige maatregelen neemt.
1 ter.Als de durfkapitaalfondsbeheerder ondanks de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen of omdat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst niet binnen een redelijke termijn optreedt, blijft handelen op een wijze die duidelijk strijdig is met deze verordening, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst als gevolg hiervan, nadat zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst hiervan op de hoogte heeft gebracht, alle nodige maatregelen nemen om de beleggers te beschermen, inclusief de beheerder in kwestie beletten zijn durfkapitaalfondsen nog op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst aan te bieden.
Artikel 18
Aan de bevoegde autoriteiten worden conform de nationale wetgeving alle toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden verleend die nodig zijn voor de vervulling van hun taken. Zij beschikken in het bijzonder over de bevoegdheid om:
(a)
inzage te vragen in elk document in gelijk welke vorm en om een kopie ervan te ontvangen of te maken;
(b)
van de durfkapitaalfondsbeheerder te verlangen onmiddellijk informatie te verstrekken;
(c)
van elke persoon die bij de activiteiten van de durfkapitaalfondsbeheerder of het in aanmerking komende durfkapitaalfonds is betrokken, informatie te verlangen;
(d)
al dan niet van tevoren aangekondigde inspecties ter plaatse te verrichten;
(d bis)
passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat een durfkapitaalfondsbeheerder de vereisten van deze verordening blijft naleven;
(e)
een bevel uit te vaardigen om te garanderen dat een durfkapitaalfondsbeheerder aan de vereisten van deze verordening voldoet en afziet van een herhaling van elk gedrag dat een schending van deze verordening kan vormen.
Artikel 19
1. De lidstaten stellen de voorschriften vast met betrekking tot de administratieve ▌sancties en maatregelen die van toepassing zijn op schendingen van deze verordening en nemen alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd. De bedoelde administratieve sancties en maatregelen zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.
2. (14)Uiterlijk op … stellen de lidstaten de Commissie en de ESMA van de in lid 1 bedoelde voorschriften in kennis. Zij stellen de Commissie en de ESMA onmiddellijk in kennis van alle eventuele latere wijzigingen ervan.
Artikel 20
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst neemt met inachtneming van het proportionaliteitsbeginsel de in lid 2 bedoelde passende maatregelen wanneer de durfkapitaalfondsbeheerder:
(a)
in schending van artikel 5 zich niet houdt aan de vereisten die op de portefeuillesamenstelling van toepassing zijn;
(b)
met schending van artikel 6 de deelnemingsrechten en aandelen van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds aanbiedt aan niet ▌in aanmerking komende beleggers ▌;
(c)
de benaming EuVECA gebruikt zonder geregistreerd te zijn bij de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst overeenkomstig artikel 13;
(c bis) de benaming EuVECA gebruikt voor het aanbieden van fondsen die niet gevestigd zijn overeenkomstig artikel 3, punt (a), (iii), van deze verordening;
(c ter)
met schending van artikel 13 een registratie heeft verkregen door valse verklaringen of op andere irreguliere wijze;
(c quater)
met schending van artikel 7, punt (a), bij de uitoefening van zijn werkzaamheden niet eerlijk, met de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid en toewijding en billijk te werk gaat;
(c quinquies)
met schending van artikel 7, punt (b), geen passende gedragsregels en procedures toepast ter voorkoming van wanpraktijken;
(c sexies)
herhaaldelijk niet voldoet aan de vereisten in artikel 11 met betrekking tot het jaarverslag;
(c septies)
herhaaldelijk de verplichting de beleggers te informeren overeenkomstig artikel 12 niet nakomt.
2. In de in lid 1 bedoelde gevallen neemt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de volgende maatregelen, al naargelang het geval:
(-a)
maatregelen om ervoor te zorgen dat de durfkapitaalfondsbeheerder de voorschriften van artikel 3, punt (a), (iii), artikel 5, artikel 6, artikel 7, punt (a), artikel 7, punt (b), artikel 11, artikel 12 en artikel 13 van deze verordening naleeft;
(a)
verbieden van het gebruik van de benaming EuVECA en schrappen van de durfkapitaalfondsbeheerder uit het register.
3. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder d), aangegeven lidstaten van ontvangst en de ESMA onverwijld in kennis van de in lid 2, onder a), van dit artikel bedoelde schrapping van de durfkapitaalfondsbeheerder uit het register.
4. Het recht om in de Unie een of meer in aanmerking komende durfkapitaalfondsen onder de benaming EuVECA op de markt aan te bieden, vervalt met onmiddellijke ingang vanaf de datum van de in lid 2, onder a) ▌, bedoelde beslissing van de bevoegde autoriteit.
Artikel 21
1. De bevoegde autoriteiten en de ESMA werken met elkaar samen ▌voor de vervulling van hun respectieve taken uit hoofde van deze verordening overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010.
2. De bevoegde autoriteiten en de ESMA wisselen alle informatie en documentatie uit die nodig zijn om hun respectieve taken uit hoofde van deze verordening overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010 te vervullen, met name om schendingen van deze verordening op te sporen en te verhelpen.
Artikel 22
1. Alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteiten of de ESMA, alsook de auditors en deskundigen die in opdracht van de bevoegde autoriteiten handelen, zijn gebonden door het beroepsgeheim. De vertrouwelijke gegevens waarvan deze personen beroepshalve kennis krijgen, mogen aan geen enkele persoon of autoriteit worden doorgegeven, behalve in een samengevatte of geaggregeerde vorm, zodat durfkapitaalfondsbeheerders en in aanmerking komende durfkapitaalfondsen niet individueel kunnen worden geïdentificeerd, zulks onverminderd de gevallen die onder het strafrecht en de procedures uit hoofde van deze verordening vallen.
2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten of de ESMA worden niet belet informatie uit te wisselen overeenkomstig deze verordening of andere uniale wetgeving die op durfkapitaalfondsbeheerders en in aanmerking komende durfkapitaalfondsen van toepassing is.
3. Wanneer bevoegde autoriteiten en de ESMA overeenkomstig lid 2 vertrouwelijke informatie ontvangen, mogen zij deze uitsluitend gebruiken voor de uitoefening van hun taken en in het kader van administratieve en gerechtelijke procedures.
Artikel 22 bis
Geschillenbeslechting
In geval van een meningsverschil tussen de bevoegde autoriteiten van lidstaten over een beoordeling, optreden of nalatigheid van een bevoegde autoriteit op gebieden waarvoor in deze verordening samenwerking of coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten van meer dan één lidstaat is voorgeschreven, kunnen de bevoegde autoriteiten de aangelegenheid verwijzen naar de ESMA, die kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar zijn verleend bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, mits het meningsverschil geen verband houdt met artikel 3, punt (a), (iii), of met artikel 3, punt (d), (iv), van deze verordening.
HOOFDSTUK IV
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 23
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in ▌artikel 8, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vier jaar met ingang van …(15). De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in ▌artikel 8, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Een besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5. Een overeenkomstig ▌artikel 8, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van drie maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.
Artikel 24
1. Uiterlijk vier jaar na de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, toetst de Commissie deze verordening. De toetsing omvat een algemeen onderzoek van de werking van de voorschriften van deze verordening en van de ervaring die bij de toepassing ervan is opgedaan, met inbegrip van:
(a)
de mate waarin durfkapitaalfondsbeheerders de benaming EuVECA in verschillende lidstaten zowel binnenlands als grensoverschrijdend hebben gebruikt;
(a bis) de geografische locatie van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en de vraag of bijkomende maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat in aanmerking komende durfkapitaalfondsen gevestigd zijn overeenkomstig artikel 3, punt (a), (iii);
(a ter)
de geografische en sectoriële spreiding van de beleggingen die Europese durfkapitaalfondsen hebben gedaan;
(a quater)
het gebruik van verschillende in aanmerking komende beleggingen door durfkapitaalfondsbeheerders, en met name de vraag of de in aanmerking komende beleggingen in deze verordening moeten worden aangepast;
(b)
de mogelijkheid om Europese durfkapitaalfondsen ook aan niet-professionele beleggers aan te bieden;
(b bis)
de wenselijkheid deze verordening aan te vullen met een bewaringsregeling;
(b ter)
de geschiktheid van de in artikel 12 vermelde informatievereisten, met name de vraag of deze volstaan om beleggers in staat te stellen met kennis van zaken een beleggingsbeslissing te nemen;
(b quater)
de doeltreffendheid, evenredigheid en toepassing van de administratieve sancties en maatregelen die de lidstaten overeenkomstig deze verordening hebben getroffen;
(b quinquies)
de impact van deze verordening op de durfkapitaalmarkt;
(b sexies)
een beoordeling van alle obstakels die eventueel de gebruikmaking van de fondsen door de beleggers hebben belemmerd, inclusief de impact op institutionele beleggers van andere wetgeving van de Unie met een prudentieel karakter.
2. Na de in lid 1 bedoelde toetsing en na de ESMA te hebben geraadpleegd, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
Artikel 24 bis
1.De Commissie start uiterlijk op 22 juli 2017 een evaluatie van de wisselwerking tussen deze verordening en andere regels betreffende instellingen voor collectieve belegging en de beheerders hiervan, in het bijzonder die van Richtlijn 2011/61/EU. Deze evaluatie heeft betrekking op het toepassingsgebied van de verordening. In het kader van de evaluatie worden gegevens verzameld om te beoordelen of het toepassingsgebied moet worden uitgebreid om beheerders die durfkapitaalfondsen beheren waarvan het totale vermogen de in artikel 2, lid 1, vastgestelde drempel overschrijdt, in staat te stellen durfkapitaalfondsbeheerders overeenkomstig deze verordening te worden.
2.Na de in lid 1 bedoelde toetsing en na raadpleging van de ESMA, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
Artikel 25
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 22 juli 2013, met uitzondering van ▌artikel 8, lid 5, dat van toepassing is met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.