Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2012 over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen op basis van de belasting over de toegevoegde waarde (COM(2011)0737 – C7-0504/2011 – 2011/0333(CNS))
(Bijzondere wetgevingsprocedure – raadpleging)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0737),
– gezien artikel 322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Euratom-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7-0504/2011),
– gezien artikel 311 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van de Rekenkamer (advies nr. 2/2012)(1),
– gezien zijn resolutie van 29 maart 2007 over de toekomst van de eigen middelen van de Europese Unie(2),
– gezien zijn resolutie van 8 juni 2011 over investeren in de toekomst: een nieuw meerjarig financieel kader (MFK) voor een concurrerend, duurzaam en integratiegericht Europa(3),
– gezien zijn resolutie van 13 juni 2012 over het meerjarig financieel kader en eigen middelen(4),
– gezien zijn resolutie van 23 oktober 2012 in het belang van een positief resultaat van het meerjarig financieel kader 2014-2020(5),
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0316/2012),
A. overwegende dat in het Verdrag duidelijk is bepaald dat de begroting van de Unie volledig uit eigen middelen wordt gefinancierd;
B. overwegende dat het Parlement, in zijn bovengenoemde resolutie van 13 juni 2012, aangenomen met een ruime meerderheid, zich positief heeft uitgelaten over de door de Commissie op 29 juni 2011 gedane wetgevingsvoorstellen inzake de hervorming van het stelsel van eigen middelen, waaronder het voorstel inzake een belasting op financiële transacties (FTT) en het voorstel inzake een nieuwe EU-btw als eigen middelen, met als doel het aandeel van de bni-bijdragen van de lidstaten aan de begroting van de Unie tegen 2020 met 40% te verlagen en zo bij te dragen aan de consolidatie-inspanningen van de lidstaten;
C. overwegende dat het Parlement, in zijn bovengenoemde resolutie van 23 oktober 2012, in sterke bewoordingen zijn mening kenbaar heeft gemaakt dat de btw een van de voorwaarden vormt voor de noodzakelijke politieke overeenstemming over de eigen middelen en dat een overeenstemming over de hervorming van de btw als eigen middelen, evenals de uitvoeringsbepalingen ervan, samen met de overeenkomst over het MFK moet worden gesloten;
D. overwegende dat, voor het eerst, op grond van het Verdrag het Parlement zijn goedkeuring moet geven aan uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Unie en overwegende dat het Parlement duidelijk uiting heeft gegeven aan zijn wens om zijn bevoegdheid in dit verband uit te oefenen in het kader van de onderhandelingen over de hervorming van het stelsel van eigen middelen;
E. overwegende dat het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité in hun adviezen over de voorstellen van de Commissie voor een hervorming van de eigen middelen, zich positief hebben uitgelaten over het voorstel voor nieuwe eigen middelen op basis van de btw(6);
F. overwegende dat het Parlement een aantal keer zijn standpunt heeft herhaald dat het stelsel van eigen middelen van de Unie moet worden hervormd, in het bijzonder met betrekking tot de bestaande btw-middelen, met als doel terug te komen bij zijn aanvankelijke idee dat hier om echte eigen middelen gaat en niet om een puur statistisch instrument(7);
G. overwegende dat het Parlement verheugd is over de poging de btw-berekeningsmethode te vereenvoudigen en over het feit dat het voorstel van de Commissie de transparantie van de eigen middelen op basis van de btw verbetert;
H. overwegende dat het Parlement van mening is dat het nieuwe btw-voorstel in het bijzonder de volgende voordelen biedt: meer transparantie, een rechtvaardig beleid voor alle belastingbetalers in de lidstaten, een vereenvoudigde berekening en de mogelijkheid om de btw-middelen te maken tot echte eigen middelen die in de toekomst rechtstreeks naar de begroting van de Unie worden overgemaakt;
I. overwegende dat het Parlement van mening is dat echte eigen middelen rechtstreeks naar de Uniebegroting dienen te worden overgemaakt;
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel;
2. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
3. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in de door het Parlement goedgekeurde tekst;
4. verzoekt de Commissie om een concreet voorstel voor een verdere hervorming van de eigen middelen op basis van de btw, zodat deze rechtstreeks naar de EU-begroting worden overgemaakt ofwel reeds in de periode 2014 - 2020 ofwel in een latere herziening van het stelsel van eigen middelen;
5. verzoekt om een praktische follow-up van het groenboek van de Commissie over de toekomst van de btw en concrete maatregelen voor een sterkere harmonisatie van de btw-stelsels in de lidstaten, aangezien uitsluitend op basis van een dergelijke harmonisatie de btw-middelen kunnen worden gemaakt tot echte eigen middelen, die in de toekomst rechtstreeks naar de begroting van de Unie worden overgemaakt;
6. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Advies van het Comité van de Regio's over het nieuwe meerjarig financieel kader 2014 - 2020, aangenomen tijdens de 93e plenaire vergadering van 14-15 december 2011.Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het stelsel van eigen middelen, aangenomen tijdens de plenaire vergadering van 29 maart 2012.