Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/2829(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B7-0520/2012

Ingediende teksten :

B7-0520/2012

Debatten :

PV 22/11/2012 - 6
CRE 22/11/2012 - 6

Stemmingen :

PV 22/11/2012 - 13.17
CRE 22/11/2012 - 13.17
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0462

Aangenomen teksten
PDF 109kWORD 20k
Donderdag 22 november 2012 - Straatsburg
Verkiezingen van het Europees Parlement in 2014
P7_TA(2012)0462B7-0520/2012

Resolutie van het Europees Parlement van 22 november 2012 over de verkiezingen van het Europees Parlement in 2014 (2012/2829(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien de artikelen 10 en 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

–  gezien de artikelen 10 en 11 van de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, gehecht aan het besluit van de Raad van 20 september 1976, zoals gewijzigd(1),

–  gezien de verklaring van de Commissie van 22 november 2012 over de verkiezingen van het Europees Parlement in 2014,

–  gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat burgers op het niveau van de Unie rechtstreeks vertegenwoordigd worden door leden van het Europees Parlement;

B.  overwegende dat politieke partijen op Europees niveau bijdragen tot de vorming van Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie;

C.  overwegende dat de voorzitter van de Commissie wordt gekozen door het Parlement op voordracht van de Europese Raad, die optreedt met een gekwalificeerde meerderheid en rekening moet houden met de uitslag van de verkiezingen van het Parlement en tevens adequaat overleg moet hebben gepleegd alvorens een kandidaat voor te dragen;

D.  overwegende dat de Commissie als college verantwoording aflegt aan het Europees Parlement;

E.  overwegende dat het nieuw gekozen Parlement voldoende tijd nodig heeft om zich te organiseren voordat de verkiezing van de voorzitter van de Commissie plaatsvindt;

F.  overwegende dat om de nieuw gekozen Commissie op 1 november 2014 aan haar ambtsperiode te kunnen laten beginnen, de verkiezing van de voorzitter van de Commissie moet plaatsvinden tijdens de constituerende vergaderperiode van het Parlement in juli 2014;

G.  overwegende dat het Parlement zijn goedkeuring hecht aan de benoeming van het hele college van commissarissen na de kandidaten te hebben gehoord die voorgedragen zijn door de Raad, in goed overleg met de gekozen voorzitter en op grond van suggesties van de lidstaten;

1.  dringt er bij de Europese partijen op aan kandidaten voor te dragen voor het voorzitterschap van de Commissie, en verwacht van deze kandidaten dat ze een leidende rol spelen in de verkiezingscampagne van het Parlement, met name door persoonlijk hun programma in alle lidstaten van de Unie te presenteren; benadrukt dat de politieke legitimiteit van zowel het Parlement als de Commissie moet worden versterkt door de verkiezingen van beide instellingen nauwer af te stemmen op de keuze van het electoraat;

2.  wenst dat zoveel mogelijk leden van de volgende Commissie uit de gelederen van het in 2014 gekozen Europees Parlement komen als afspiegeling van het evenwicht tussen de twee wetgevende machten;

3.  verzoekt de toekomstige voorzitter van de Commissie erop toe te zien dat er in de Europese Commissie een evenwichtige verdeling van de seksen wordt bewerkstelligd; beveelt aan dat iedere lidstaat zowel een vrouwelijke als een mannelijke kandidaat voorstelt voor het volgende college van commissarissen;

4.  is van mening dat, met het oog op de nieuwe regeling voor de verkiezing van de Europese Commissie die is ingevoerd bij het Verdrag van Lissabon en de gewijzigde verhouding tussen de Commissie en het Parlement die daar met ingang van de verkiezingen van 2014 uit zal voortvloeien, betrouwbare meerderheden in het Parlement van het allergrootste belang zijn voor de stabiliteit van de wetgevingsprocedures van de Unie en de goede werking van haar uitvoerende macht, en dringt er derhalve bij de lidstaten op aan dat zij in hun kieswet, in overeenstemming met artikel 3 van de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in de Vergadering door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, passende en evenredige drempels vaststellen voor de toewijzing van de zetels zodat die een goede afspiegeling vormen van de wil van de kiezer, als tot uitdrukking gebracht in de verkiezingen, terwijl ook de werking van het Europees Parlement wordt gewaarborgd;

5.  verzoekt de Raad het Parlement te raadplegen bij het bepalen van de datum van de verkiezingen: van 15 tot en met 18 mei of van 22 tot en met 25 mei 2014;

6.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Europese Raad, de Raad, de Commissie en de parlementen en regeringen van de lidstaten.

(1) Besluit 76/787/EGKS, EEG, Euratom (PB L 278 van 8.10.1976, blz. 1) van de Raad, zoals gewijzigd bij Besluit 93/81/Euratom, EGKS, EEG van de Raad (PB L 33 van 9.2.1993, blz. 15) en Besluit 2002/772/EG, Euratom van de Raad (PB L 283 van 21.10.2002, blz. 1).

Juridische mededeling - Privacybeleid