Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/2889(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0544/2012

Debatten :

Stemmingen :

PV 13/12/2012 - 11.7
CRE 13/12/2012 - 11.7

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0507

Aangenomen teksten
PDF 127kWORD 78k
Donderdag 13 december 2012 - Straatsburg
Situatie in Oekraïne
P7_TA(2012)0507RC-B7-0544/2012

Resolutie van het Europees Parlement van 13 december 2012 over de situatie in Oekraïne (2012/2889(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties en verslagen, en met name die van 1 december 2011 met aanbevelingen van het Europees Parlement aan de Raad, de Commissie en de EDEO inzake de onderhandelingen over de associatieovereenkomst EU-Oekraïne(1) en van 24 mei 2012 over de situatie in Oekraïne en de zaak Joelia Timosjenko(2),

–  gezien de tussentijdse verslagen en voorlopige conclusies van de verkiezingswaarnemersmissie van de OVSE/ODIHR naar Oekraïne, met name de verklaring met eerste bevindingen en conclusies die op 29 oktober 2012 gezamenlijk is uitgebracht door de Parlementaire Assemblee van de OVSE, de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa, het Europees Parlement en de Parlementaire Vergadering van de NAVO,

–  gezien de gezamenlijke verklaring over de parlementsverkiezingen in Oekraïne die op 12 november 2012 is afgelegd door de hoge vertegenwoordiger van de EU, Catherine Ashton, en commissaris Štefan Füle,

–  gezien de conclusies van de Raad van 10 december 2012 over Oekraïne,

–  gezien de verklaring van de voormalige Poolse president Aleksander Kwasniewski en de voormalige voorzitter van het Europees Parlement Pat Cox van 3 oktober 2012, waarin wordt gesteld dat de verkiezingen beslissend zullen zijn voor de toekomst van Oekraïne en dat de dynamiek in de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne aan vaart heeft verloren,

–  gezien het verslag van de ad-hocverkiezingswaarnemersdelegatie van het Europees Parlement bij de parlementsverkiezingen in Oekraïne, dat op 6 november 2012 op de vergadering van de Commissie buitenlandse zaken is gepresenteerd,

–  gezien het Actieprogramma voor visumliberalisering EU-Oekraïne, dat op 22 november 2010 is goedgekeurd,

–  gezien het ENB-voortgangsverslag over Oekraïne, dat op 15 mei 2012 is verschenen,

–  gezien artikel 110, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat Oekraïne op de topconferentie tussen de EU en Oekraïne van 2011 in Kiev is erkend als Europees land met een Europese identiteit, dat met de landen van de EU een gemeenschappelijke geschiedenis en gemeenschappelijke waarden deelt;

B.  overwegende dat de OVSE/ODIHR en de internationale verkiezingswaarnemers aanwijzingen hebben gevonden dat de Oekraïense verkiezingen gekenmerkt werden door een onevenwichtig mediaklimaat, onregelmatigheden bij de samenstelling van de kiescommissies, ondoorzichtige partijfinanciering, misbruik van administratieve middelen en ongelijke verkiezingskansen, ook al door de afwezigheid van de leidende oppositiekandidaten die om politieke redenen gevangen zaten, hetgeen alles tezamen een stap terug is in vergelijking met eerdere algemene verkiezingen;

C.  overwegende dat de OVSE weliswaar een algemeen positieve beoordeling van het verkiezingsproces heeft gegeven, maar dat internationale waarnemers hebben gewezen op een gebrek aan transparantie in de manier waarop de eindresultaten verzameld werden en een negatieve beoordeling hebben gegeven over de stemtabellering in 77 van 161 regionale waargenomen kiescommissies alsook over het feit dat er zich op 10 november vertragingen bleven voordoen bij de stemtabellering in 12 éénmandaatsdistricten;

D.  overwegende dat volgens de verslagen van de OVSE/ODIHR het verloop van het postelectoraal proces verstoord werd door onregelmatigheden, vertragingen bij het tellen van de stemmen en een gebrek aan transparantie in de kiescommissies;

E.  overwegende dat de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de Commissie, Catherine Ashton, en commissaris Štefan Füle zich in een gezamenlijke verklaring bezorgd hebben betoond over het verloop van het postelectorale proces, dat verstoord werd door onregelmatigheden;

F.  overwegende dat de parlementsverkiezingen van 28 oktober 2012 werden beschouwd als een cruciale test voor Oekraïne om aan te tonen dat het land onomkeerbaar op weg is om een volwaardig democratisch systeem te ontwikkelen, de rechtsstaat te versterken en de politieke hervorming voort te zetten;

G.  overwegende dat de Venetië-commissie en de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa aanbevelingen hebben gedaan waarin zeer duidelijk wordt gesteld dat Oekraïne een proportioneel systeem met open lijsten moet hebben;

H.  overwegende dat Aleksander Kwasniewski, de speciaal gezant van de EU, heeft gewaarschuwd voor pogingen om Oekraïne te isoleren, omdat die gunstige voorwaarden voor een ondemocratisch regime zouden kunnen scheppen;

I.  overwegende dat de topconferentie tussen de EU en Oekraïne van 2011 tot de ondertekening van de associatieovereenkomst moest leiden, maar dat die doelstelling niet is verwezenlijkt omdat de EU zich zorgen maakte over de politieke situatie in Oekraïne, met name over de aanhouding en berechting van oppositieleiders Joelia Timosjenko en Joeri Loetsenko;

J.  overwegende dat het Oekraïense parlement momenteel Wet 8711 behandelt, een vrijheidsdodende wet die degenen die voor de mensenrechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders willen opkomen, in hun vrijheden van meningsuiting en vergadering moet beknotten; overwegende dat het Comité voor de rechten van de mens van de Verenigde Naties onlangs heeft geoordeeld dat dit een inbreuk vormt op de artikelen 19 en 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten;

1.  betreurt dat de verkiezingscampagne, het verkiezingsproces en het postelectoraal proces volgens de waarnemers van de OVSE, de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, de Parlementaire Vergadering van de NAVO en van het Europees Parlement, niet aan de voornaamste internationale normen hebben voldaan en een stap terug zetten ten opzichte van de nationale verkiezingen van 2010;

2.  merkt met name op dat bepaalde aspecten van de periode vóór de verkiezingen (de arrestatie van politieke leiders, het ontbreken van gelijke kansen, voornamelijk als gevolg van misbruik van administratieve middelen, gevallen van pesterijen en intimidatie ten aanzien van kandidaten en verkiezingspersoneel, ondoorzichtige campagne- en partijfinanciering en het ontbreken van een evenwichtige berichtgeving in de media) en de onregelmatigheden en vertragingen bij het tellen en tabelleren van de stemmen een stap achteruit betekenen tegenover de recente nationale verkiezingen;

3.  onderstreept dat het verkiezingsproces nadelig is beïnvloed door de omstandigheid dat twee leiders van de oppositie, Julia Timosjenko en Joeri Loetsenko, en nog anderen tijdens de verkiezingen in hechtenis werden gehouden;

4.  benadrukt dat een doeltreffende samenwerking tussen Oekraïne en de slechts mogelijk is als de Oekraïense autoriteiten duidelijk de bereidheid aan de dag leggen om de noodzakelijke hervormingen, met name van het rechtsstelsel en het gerechtelijk apparaat, door te voeren zodat de beginselen van democratie en eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de rechten van minderheden en de rechtsstaat ten volle in acht worden genomen; vraagt de instellingen van de Europese Unie, de Raad van Europa en zijn commissie van Venetië dit hervormingsproces actief en effectief te ondersteunen;

5.  is bezorgd over het misbruik van administratieve middelen en het systeem van campagnefinanciering, dat niet voldeed aan de internationale normen die zijn vastgesteld door de Groep van staten tegen corruptie (Greco) van de Raad van Europa; vraagt de nieuwe regering de wet op partijfinanciering verder te verscherpen met het oog op meer transparantie over financiering en uitgaven, volledige openheid over financieringsbronnen en uitgaven voor verkiezingscampagnes, en sancties bij inbreuken op de bepalingen betreffende de financiering van verkiezingscampagnes;

6.  verzoekt de regering van Oekraïne om in dialoog met alle politieke partijen de electorale onregelmatigheden aan te pakken, onder meer de onbesliste resultaten in sommige kiesdistricten; verwacht bovendien dat het Oekraïense parlement te gelegener tijd de tekortkomingen van de kieswet aanpakt; gaat ervan uit dat het Oekraïense parlement kan voortbouwen op de bestaande voorstellen die door het scheidende parlement zijn opgesteld met de volle steun van de Europese Unie en de commissie van Venetië;

7.  betoont zich bezorgd over de problemen met het tellen en tabelleren van de stemmen in een aantal éénmandaatsdistricten; begroet met instemming het besluit van de centrale kiescommissie om voor deze kiesdistricten geen resultaat uit te roepen en over het feit dat de Oekraïense autoriteiten maatregelen hebben genomen om in deze kiesdistricten zo spoedig mogelijk nieuwe verkiezingen te houden;

8.  maakt zich zorgen over de steeds nationalistischer stemming in Oekraïne, zoals die tot uiting komt in de groeiende aanhang van de Svoboda-partij, die als gevolg daarvan als een van de twee nieuwe partijen haar intrede in de Verkhovna Rada zal doen; wijst erop dat racistische, antisemitische en xenofobe opvattingen tegen de fundamentele waarden en beginselen van de EU indruisen, en roept de democratisch gezinde partijen in de Verkhovna Rada op met deze partij geen aansluiting te zoeken, in te stemmen of coalities te vormen;

9.  spreekt zijn aanhoudende steun uit voor de Europese ambities van het Oekraïense volk; betreurt dat de recente parlementsverkiezingen de Oekraïense zaak in dit opzicht weinig goed hebben gedaan; benadrukt dat de EU zich blijft inzetten voor samenwerking met Oekraïne inclusief zijn maatschappelijke bestel (ngo's, kerkelijke organisaties enz.), om de democratische instellingen te verbeteren, de rechtsstaat te versterken, de mediavrijheid te waarborgen en essentiële economische hervormingen door te voeren;

10.  bevestigt het engagement van de EU om de betrekkingen met Oekraïne verder te verstevigen door de associatieovereenkomst te ondertekenen zodra de Oekraïense autoriteiten vastbesloten optreden en tastbare vooruitgang laten zien op de hierboven aangevoerde punten, wellicht nog vóór de top van het oostelijk partnerschap in Vilnius, november 2013; merkt op dat vooruitgang inzake politieke associatie en economische integratie afhangt van de tastbare gehechtheid van Oekraïne aan de democratische beginselen, de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de vrijheid van de media;

11.  neemt nota van de goedkeuring en ondertekening van de wet inzake referenda in Oekraïne; verwacht van de Oekraïense autoriteiten dat zij de aanbevelingen van de commissie van Venetië, zodra beschikbaar, in overweging nemen om mogelijk misbruik van deze wetgeving te voorkomen;

12.  doet een krachtige oproep aan de Oekraïense autoriteiten om in samenwerking met EP-gezanten Aleksander Kwasniewski en Pat Cox een redelijke en rechtvaardige oplossing in de zaak-Timosjenko te vinden; vraagt de Oekraïense regering de definitieve arresten van het Europees hof voor de rechten van de mens in de nog lopende zaken van Joelia Timosjenko en Joeri Loetsenko te eerbiedigen en uit te voeren;

13.  vraagt Oekraïne een einde te maken aan de selectieve rechtsbedeling in Oekraïne op alle regeringsniveaus en de oppositiepartijen de gelegenheid te geven om aan het politieke leven deel te nemen op basis van gelijke kansen; verzoekt in dit verband de autoriteiten om politiek vervolgde tegenstanders, onder meer Julia Timosjenko en Joeri Loetsenko en anderen, in vrijheid te stellen en te rehabiliteren;

14.  is verheugd over de ondertekening van de gewijzigde visumversoepelingsovereenkomst tussen de EU en Oekraïne, die het in vergelijking met de huidige overeenkomst voor Oekraïense burgers duidelijk makkelijker maakt om een visum te krijgen; verzoekt de Raad de dialoog tussen de EU en Oekraïne over visumliberalisering te bevorderen in het vooruitzicht van de top van het oostelijk partnerschap in Vilnius, november 2013;

15.  vraagt vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger Catherine Ashton en commissaris Štefan Füle met aandrang de banden tussen de EU en Oekraïne aan te halen en zich te blijven inzetten om het potentieel van de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne ten volle te benutten ten behoeve van de burgers van Oekraïne en de EU, onder meer door toe te zien op een gestage vordering van de dialoog over visumliberalisering;

16.  omarmt de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 10 december 2012;

17.  vraagt de Verkhovna Rada (Oekraïense parlement) om de verwerping van Wet 8711, die de vrijheid van meningsuiting met betrekking tot seksuele gerichtheid en genderidentiteit beperkt en die in oktober in eerste lezing is aangenomen; wijst erop dat deze wet een duidelijke inbreuk vormt op het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, beide door het Oekraïense parlement geratificeerd;

18.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de EDEO, de Raad, de Commissie, de lidstaten, de president, de regering en het parlement van Oekraïne en de parlementaire vergaderingen van de Raad van Europa en de OVSE.

(1) Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0545.
(2) Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0221.

Juridische mededeling - Privacybeleid