Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/2905(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B7-0550/2012

Ingediende teksten :

B7-0550/2012

Debatten :

Stemmingen :

Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2012)0510

Aangenomen teksten
PDF 110kWORD 67k
Donderdag 13 december 2012 - Straatsburg
Een duurzame en concurrerende staalindustrie
P7_TA(2012)0510B7-0550/2012

Resolutie van het Europees Parlement van 13 december 2012 over een nieuwe duurzame en concurrentiële staalindustrie, op basis van een ontvangen verzoekschrift (2012/2905(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien verzoekschrift 760/2007 van een Italiaanse onderdaan over de ILVA-staalfabriek en het dioxinealarm in Taranto,

–  gezien het arrest van het Europees Hof van Justitie van 31 maart 2011, waarin wordt gesteld dat Italië zijn verplichtingen uit hoofde van de IPPC-richtlijn (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) niet is nagekomen,

–  gezien artikel 191, lid 2, van het VWEU en Richtlijn 2004/35/EG betreffende milieuaansprakelijkheid,

–  gezien de behandeling in de commissie met de betrokken verzoekers, waarvan de recentste dateert van 9 oktober 2012, en de bevoegde vicevoorzitter van de Commissie,

–  gezien artikel 202, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de verzoekers krachtig hun bezorgdheid hebben geuit over de uitzonderlijk hoge dioxine-uitstoot van de ILVA-staalfabriek in Taranto, die aanzienlijke, schadelijke en blijvende gevolgen had en nog steeds heeft voor de gezondheid van de lokale bevolking, waar leden van 20 000 gezinnen rechtstreeks of onrechtstreeks werken in de staalindustrie en waar de besmetting bij de lokale bevolking heeft geleid tot onaanvaardbaar en onduldbaar veel ziektes en chronische aandoeningen;

  B overwegende dat de Italiaanse autoriteiten onlangs delen van de ILVA-staalfabriek hebben gesloten om verdere verontreiniging te voorkomen, en dat de autoriteiten en de eigenaars van de fabriek wettelijk verplicht zijn te zorgen voor een verdere drastische vermindering van de schadelijke uitstoot;

C.  overwegende dat de onveilige en gevaarlijke situatie van de ILVA-staalfabriek ook het milieu ernstig aantast en schaadt en ernstige sociale en economische problemen veroorzaakt in het zuiden van Italië, en dat de privatisering van deze fabriek niet heeft geleid tot enige verbetering van de milieuveiligheid van de sector;

D.  overwegende dat de staalindustrie, die goed is voor ongeveer 360 000 banen, een cruciale economische sector van de Europese Unie is, en dat het Parlement de plicht en de verantwoordelijkheid heeft zich duidelijk solidair te tonen met de werknemers van de ILVA-staalfabriek en hun gezinnen, die getroffen zijn door deze totaal onaanvaardbare situatie;

E.  overwegende dat, wat het industriebeleid van de EU betreft, het strategisch van cruciaal belang is te voorkomen dat nog meer staalfabrieken en productie buiten de Europese Unie worden verplaatst, en de zekerheid van de werknemers te waarborgen; overwegende dat, wat het milieubeleid van de EU betreft, het even belangrijk is ervoor te zorgen dat de vervuiler betaalt en dat het ecologisch evenwicht wordt verbeterd en, indien nodig, hersteld, zoals wordt geëist door artikel 191, lid 2, van het VWEU en Richtlijn 2004/35/EG betreffende milieuaansprakelijkheid;

1.  verzoekt de Commissie en de Raad een nieuw beleid voor de staalindustrie te ontwikkelen dat de groei en de werkgelegenheid tijdens de economische crisis moet aanzwengelen en verenigbaar is met de gezondheid en de veiligheid van alle burgers en inwoners van de Unie;

2.  verzoekt de Commissie en de Raad tevens samen te werken met alle betrokken partijen om ervoor te zorgen dat dit beleid economische doelstellingen hand in hand doet gaan met sociale en milieuprioriteiten, zodat wordt gebouwd aan een moderne, concurrentiële en duurzame Europese staalindustrie die de milieuregelgeving van de EU volledig eerbiedigt;

3.  verzoekt de Italiaanse autoriteiten uiterst dringend te zorgen voor het ecologisch herstel van de verontreinigde site van de staalfabriek, en er tegelijkertijd ook voor te zorgen dat de kosten voor de preventieve of herstellende maatregelen worden gedekt volgens het principe van de vervuiler betaalt, zoals wordt geëist door artikel 8 van Richtlijn 2004/35/EG betreffende milieuaansprakelijkheid;

4.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Juridische mededeling - Privacybeleid