Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2012/2134(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0001/2013

Ingediende teksten :

A7-0001/2013

Debatten :

PV 04/02/2013 - 18
CRE 04/02/2013 - 18

Stemmingen :

PV 05/02/2013 - 7.3
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0036

Aangenomen teksten
PDF 141kWORD 98k
Dinsdag 5 februari 2013 - Straatsburg
Betere toegang tot financiering voor kmo's
P7_TA(2013)0036A7-0001/2013

Resolutie van het Europees Parlement van 5 februari 2013 over betere toegang tot financiering voor kmo's (2012/2134(INI))

Het Europees Parlement,

–  gezien de mededeling van de Commissie over een actieplan ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's (COM(2011)0870),

–  gezien de mededeling van de Commissie getiteld „Europa 2020 – Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei” (COM(2010)2020),

–  gezien het verslag van de Commissie getiteld „Regeldruk voor het mkb verminderen – EU-regelgeving aanpassen aan de behoeften van micro-ondernemingen” (COM(2011)0803),

–  gezien het programma van de Commissie voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kmo's, het zogenaamde „COSME”-programma (COM(2011)0834),

–  gezien de „Small Business Act” voor Europa (COM(2008)0394), die de centrale rol van kmo's voor de economie van de EU erkent, de rol van kmo's wil versterken en hun groei en potentieel om banen te creëren wil bevorderen door een aantal problemen te verhelpen waarvan wordt aangenomen dat ze de ontwikkeling van kmo's belemmeren,

–  gezien de mededeling van de Commissie van 23 februari 2011 over de evaluatie van de „Small Business Act” voor Europa (COM(2011)0078) en de resolutie van het Parlement van 12 mei 2011 over dit onderwerp(1),

–  gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese durfkapitaalfondsen (COM(2011)0860),

–  gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (COM(2011)0862),

–  gezien de studie van de Commissie en de Europese Centrale Bank van 2011 over de enquête betreffende de toegang tot financiering voor kmo's,

–  gezien speciaal verslag nr. 2/2012 van de Rekenkamer over door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling gecofinancierde financiële instrumenten voor het midden- en kleinbedrijf,

–  gezien zijn resolutie van 7 september 2010 over de ontwikkeling van het werkgelegenheidspotentieel van een nieuwe duurzame economie(2),

–  gezien artikel 48 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en de adviezen van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie juridische zaken (A7-0001/2013),

A.  overwegende dat ondermaatse regelgeving voor de financiële sector, in combinatie met de ernstige en verregaande gevolgen van de financiële, economische en schuldencrisis, de toegang tot financiering voor kmo's moeilijker kan maken;

B.  overwegende dat het van cruciaal belang is de nodige instrumenten in het leven te roepen en te ontwikkelen en de juiste voorwaarden te scheppen om de Unie in staat te stellen de groei in de eurozone en in de Unie als geheel sterk te bevorderen;

C.  overwegende dat bankleningen voor kmo's in de Europese Unie de belangrijkste financieringsbron zijn;

D.  overwegende dat uit gegevens van de ECB blijkt dat de tarieven voor kmo-leningen sterk variëren tussen de lidstaten en dat er sprake is van ongelijke toegang tot liquiditeit, waarbij in bepaalde landen veel aanvragen voor leningen voor zakelijke projecten worden verworpen;

E.  overwegende dat meer dan 98% van de ondernemingen in Europa kmo's zijn en dat zij instaan voor meer dan 67% van de werkgelegenheid in de Unie; overwegende dat zij bijgevolg de ruggengraat van de EU-economie vormen en in de 27 lidstaten een belangrijke bron zijn voor Europese groei op de lange termijn en voor het creëren van duurzame banen;

F.  overwegende dat in de periode 2002-2010 85% van alle nieuwe arbeidsplaatsen in de EU geschapen werd door kmo's, in het bijzonder door startende ondernemingen; overwegende dat 32,5 miljoen mensen in de EU zich gevestigd hebben als zelfstandig ondernemer;

G.  overwegende dat er verschillende soorten kmo's bestaan, die allemaal andere behoeften hebben;

H.  overwegende dat acties ter ondersteuning van kmo's en ondernemerschap geregeld worden door de Small Business Act, waarbij de lidstaten zich ertoe verbonden hebben deze samen met de Commissie uit te voeren;

Algemene aspecten

1.  is ingenomen met het actieplan van de Commissie en met het brede gamma voorstellen en aanbevelingen inzake kmo's;

2.  is het met de Commissie eens dat het economisch succes, de uitmuntendheid en de samenhang van de Europese Unie in grote mate afhankelijk zijn van duurzame groei en werkgelegenheid die worden verwezenlijkt door kmo's die zich inzetten voor het leveren van kwalitatieve producten en diensten; wijst erop dat het belangrijk is economische groei te bevorderen in het gehele spectrum van ondernemingen; benadrukt dat kmo's deel uitmaken van een ruimer „ecosysteem” van ondernemingen; wijst er tevens op dat er in dit „ecosysteem” voor moet worden gezorgd dat evenveel aandacht wordt besteed aan betere toegang tot financiering voor micro-ondernemingen en ondernemers met een eenmanszaak; merkt op dat grotere ondernemingen uitgebreid gebruik maken van een groot netwerk van kleinere kmo's;

3.  benadrukt dat de financiële en economische crisis het voor veel kmo's nog moeilijker maakt om toegang te hebben tot financiering en dat kmo's nu aan nieuwe en soms strengere regels en criteria moeten voldoen dan voorheen; benadrukt dat aan banken, die tijdens de crisis staatssteun hebben gekregen en ook andere impliciete vormen van subsidies, zoals staatswaarborgen en liquiditeitssteun van centrale banken en de Europese Centrale Bank, doelstellingen moeten worden opgelegd inzake de bedragen en voorwaarden voor kmo-financiering; moedigt de Commissie aan haar inspanningen voort te zetten om de uitvoering op nationaal niveau te bevorderen van het „think small first” beginsel, dat een verdere vereenvoudiging van het regelgevings- en administratief klimaat voor kmo's impliceert;

4.  benadrukt dat bij een vereenvoudiging van het regelgevings- en administratief klimaat voor kmo's een passende bescherming van werknemers op het gebied van sociale zekerheid en gezondheid en veiligheid op het werk noodzakelijk is; verzoekt de Commissie en de lidstaten mogelijke discriminatie op het gebied van toegang tot financiering aan te pakken in het geval van kmo's die geleid worden door mensen uit een achtergesteld milieu of sociale groep;

5.  wijst erop dat er de afgelopen jaren aanzienlijke inspanningen zijn geleverd om de administratieve rompslomp te verminderen;

6.  benadrukt dat het belangrijk is de lokale banksystemen te versterken; benadrukt de verantwoordelijkheid en de taak van banken, gaande van Europese tot lokale banken, om op slimme wijze in de economie en meer bepaald in kmo's te investeren; wijst op de verschillen tussen de lidstaten inzake de kosten voor leningen aan kmo's en inzake de toegang tot financiering voor kmo's, die het gevolg zijn van de ongunstige macro-economische context en in grensgebieden een negatieve impact op het concurrentievermogen kunnen hebben; wijst erop dat, ook al zijn er nog steeds verschillen tussen de lidstaten wat de problemen van kmo's betreft om toegang te krijgen tot financiering, uit de enquête van de ECB van oktober 2011 inzake bankleningen blijkt dat de kredietvoorwaarden voor leningen aan kmo's globaal genomen aanzienlijk verstrengen en dat er een kredietcrisis kan ontstaan als de investeringen tot een minimum worden beperkt; erkent bovendien dat er in de EU een grote vraag is naar microkrediet;

7.  herhaalt dat een herziening van de regels voor overheidsopdrachten en –concessies de toegang van kmo's en micro-ondernemingen tot overheidsopdrachten niet mag schaden;

8.  herinnert eraan dat in Europa de banksector de belangrijkste financieringsbron voor kmo's is; is van mening dat, gezien de versnippering van de banksector en de daaruit voortvloeiende grote verschillen tussen de lidstaten van de rentetarieven voor leningen en van het kredietaanbod, een gedifferentieerde aanpak noodzakelijk is om de toegang van kmo's tot financiering te verbeteren, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden van elk land;

Diversiteit van kleine en middelgrote ondernemingen

9.  herinnert de Commissie eraan dat kmo's verspreid over geheel Europa zeer heterogeen zijn, gaande van uiterst traditionele familiebedrijfjes tot snel groeiende ondernemingen, hightechbedrijven, micro-ondernemingen, sociale ondernemingen en startende ondernemingen, en dat de aanpak om hen bij te staan bijgevolg even divers moet zijn;

10.  wijst erop dat, gezien de huidige situatie waarbij ontoereikende toegang tot passende risicokapitaalbronnen, met name in de vroegste stadia, een van de belangrijkste beperkingen blijft voor de oprichting en verdere ontwikkeling van groeigerichte bedrijven, de Commissie in haar actieplan veel nadruk legt op durfkapitaal als mogelijk middel voor meer financiering; benadrukt evenwel dat dit soort financiering slechts voor een beperkt aantal kmo's geschikt is en dat bankleningen de belangrijkste financieringsbron voor kmo's blijven;

11.  benadrukt dat er geen uniforme financieringsvorm bestaat en roept de Commissie op de ontwikkeling te steunen van een brede waaier aangepaste programma's, instrumenten en initiatieven, gaande van eigen vermogen (bijvoorbeeld particuliere investeerders, massafinanciering en multilaterale handelsfaciliteiten) en hybride kapitaalinstrumenten (bijvoorbeeld mezzaninefinanciering) tot schuldinstrumenten (bijvoorbeeld kleine bedrijfsobligaties, garantiefaciliteiten en platformen), dit in partnerschappen tussen banken en andere operatoren die betrokken zijn bij kmo-financiering (professionele accountants, bedrijfs- of kmo-verenigingen of kamers van koophandel), om bedrijven te ondersteunen bij hun start, groei en overgang, waarbij rekening wordt gehouden met hun omvang, omzet en financieringsbehoeften;

12.  onderstreept dat de Commissie moet benadrukken dat de beurs een belangrijke rol kan spelen om zowel voor kmo's als voor beleggers in verschillende stadia de toegang tot financiering te verbeteren; herinnert eraan dat er in de eurozone reeds beurzen bestaan die specifiek op kmo's zijn afgestemd en dat deze bedoeld zijn om in te spelen op specifieke markt- en financieringsbehoeften;

Kwetsbaarheid van kmo's

13.  verzoekt de Commissie nieuwe, voor kmo's relevante regelgeving te onderwerpen aan een globale, omvattende effectbeoordeling, met inbegrip van een omvattende test, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften en uitdagingen van kmo's;

14.  benadrukt dat kmo's zich vaak aan het eind van een lange cyclus bevinden en bijgevolg het meest worden getroffen door laattijdige betalingen en korte betalingstermijnen; is bijgevolg ingenomen met het initiatief van de Commissie om de lidstaten sterk aan te moedigen de Richtlijn betalingsachterstanden sneller uit te voeren;

15.  benadrukt dat uit onderzoek van de Commissie blijkt dat niet alleen toegang tot financiering maar ook toegang tot vaardigheden, met inbegrip van managementvaardigheden en financiële en boekhoudkundige kennis, voor kmo's kritieke factoren zijn om toegang te hebben tot financiering en zo te innoveren, te concurreren en te groeien; is van mening dat de aanreiking van financiële instrumenten door de EU daarom gepaard moet gaan met het aanbieden van passend mentorschap, coachingsregelingen en op kennis gebaseerde zakelijke dienstverlening;

16.  acht het noodzakelijk kmo's op lokaal niveau te ondersteunen om beleid te ontwikkelen ter bevordering van ondernemerschap, de situatie van kmo's gedurende hun hele levenscyclus te verbeteren en hen te helpen om toegang te krijgen tot nieuwe markten; is van mening dat erkenning en uitwisseling van goede praktijken basiselementen van dit beleid zijn;

Ondernemerschap professioneler maken

17.  merkt op dat de gebrekkige elementaire financiële kennis van ondernemers een beperking vormt voor de kwaliteit van ondernemingsplannen en bijgevolg ook voor het succes van kredietaanvragen; verzoekt de lidstaten bijgevolg beroepsopleidingssteun te verlenen aan potentiële ondernemers en steun te verlenen aan partnerschappen tussen banken, kamers van koophandel, bedrijfsverenigingen en professionele accountants;

18.  is van mening dat ondernemerschap door vrouwen een onaangeboorde bron voor de groei en het concurrentievermogen van de EU is, dat dit moet worden bevorderd en versterkt en dat alle belemmeringen waarmee vrouwen op de arbeidsmarkt kampen moeten worden weggenomen;

19.  is van mening dat de ontwikkeling van ondernemerschapsvaardigheden en programma's om te leren hoe de markt, de economie en het financieel stelsel werken en met elkaar verbonden zijn, deel moeten uitmaken van het algemeen onderwijs; is van mening dat een goed voorbereid ondernemingsplan de eerste stap is voor betere toegang tot financiering en voor reële overlevingskansen; verzoekt de Commissie en de lidstaten onverwijld financieel onderwijs in hun onderwijsprogramma's op te nemen; steunt in dit verband het programma „Erasmus voor jonge ondernemers”, dat bedoeld is om een ondernemerschapscultuur te bevorderen en de interne markt en het concurrentievermogen te ontwikkelen;

20.  is van mening dat er behoefte is aan een speciale strategie voor startende ondernemingen en aan financiële instrumenten om innovatieve projecten uit te voeren en de creativiteit van jonge ondernemers te ontwikkelen;

21.  benadrukt dat er in sommige lidstaten reeds een aantal goede praktijken bestaat om ondernemers beter voor te bereiden; verzoekt de Commissie de uitvoering hiervan in andere lidstaten te ondersteunen;

22.  benadrukt dat regelmatige voorlichting in eenvoudige bewoordingen van ondernemers en potentiële ondernemers en banken over opleidingsinitiatieven, EU-financiering en EU-programma's voor kmo's onontbeerlijk is op nationaal, regionaal en lokaal niveau, aangezien zij gebruik moeten kunnen maken van alle beschikbare mogelijkheden en maatregelen; verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat nationale kmo-organisaties goed geïnformeerd zijn over initiatieven en beleidsvoorstellen van de EU;

23.  dringt aan op meer communicatie-inspanningen van de EIB-groep om in samenwerking met kmo-organisaties financiële regelingen voor kmo's te bevorderen;

24.  wijst erop dat begeleiding voor ondernemers die failliet zijn gegaan absoluut noodzakelijk is, aangezien bij 15% van de ondernemingen die sluiten faillissement de oorzaak is; steunt de vereenvoudiging en verkorting van faillissementsprocedures om de betrokken ondernemers een tweede kans te bieden, omdat bedrijven die worden opgezet door herstarters het misschien wel beter zullen doen;

Transparantie

25.  wijst erop dat kredietverleners de kredietinstrumenten over het algemeen beter kennen dan ondernemers en dat ondernemers beter moeten communiceren met kredietverleners over hun ondernemingsplan en hun langetermijnstrategie; benadrukt dat deze informatiekloof bij de bespreking van een kredietaanvraag problemen veroorzaakt; erkent dat kmo's behoefte hebben aan specifiek advies op maat inzake kredietmogelijkheden; verzoekt de Commissie de uitwisseling te bevorderen van goede praktijken inzake specifieke oplossingen voor de dialoog, de samenwerking en de informatie-uitwisseling tussen kredietverleners en ondernemers; verzoekt de Commissie de dialoog en de samenwerking tussen ondernemers en kredietverleners te versterken;

26.  benadrukt dat kredietverleners voor de aanvraag van een financiering duidelijke, specifieke en transparante criteria moeten vaststellen; benadrukt dat wanneer een kredietverlener een kredietaanvraag geheel of gedeeltelijk afwijst, hij de ondernemer adequaat en constructief moet inlichten over de redenen voor de afwijzing; verzoekt de Commissie duidelijke richtsnoeren voor deze constructieve en transparante aanpak vast te stellen;

27.  merkt op dat wanneer kmo's een lening vroegtijdig aflossen, zij de kredietverlener het financieringsverlies en vaak ook nog een boete moeten betalen, waardoor de totale kosten te hoog oplopen; verzoekt de Commissie in alle contracten meer transparantie betreffende vervroegde aflossing door kmo's voor te stellen en na te gaan of het mogelijk is een maximum in te stellen om de kosten van dit soort transacties te beperken;

28.  merkt op dat de eisen voor kmo's om van kredietinstellingen een lening te krijgen steeds strenger worden, bijvoorbeeld dat nu ook een persoonlijke garantie wordt gevraagd; merkt op dat een stijging van het rentetarief kan leiden tot een verhoging van de niet-financiële voorwaarden zoals een persoonlijke garantie; is daarom van mening dat de regelgeving voor de financiële sector uitdrukkelijk moet voorzien in de bescherming en de bevordering van het daadwerkelijk lenen aan de reële economie, en met name aan kmo's;

29.  verzoekt de lidstaten de administratieve lasten bij het opstarten van een kmo en daarna te beperken, aangezien de desbetreffende verschillen tussen de lidstaten de voltooiing van de interne markt in de weg staan; benadrukt dat het belangrijk is het aantal dagen te beperken dat nodig is om een nieuwe onderneming op te starten; verzoekt de Commissie potentiële goede praktijken te bestuderen die in de lidstaten kunnen worden toegepast; verzoekt de Commissie na te gaan of het mogelijk is één identificatienummer voor kmo's in te voeren, dat wordt opgeslagen in één Europese databank voor kmo's en onder meer alle financiële gegevens bevat, waardoor kmo's gemakkelijker een aanvraag kunnen indienen voor Europese en nationale programma's en financiering; wijst erop dat, indien een dergelijk identificatienummer voor kmo's wordt ingevoerd, aandacht moet worden besteed aan de beginselen inzake gegevensbescherming;

30.  is ingenomen met het voorstel van de Commissie om het gebruik van kwalitatieve ratings te bevorderen als hulpmiddel om de kwantitatieve standaardbeoordeling van de kredietwaardigheid van kmo’s aan te vullen;

Nieuwe financieringsvormen

31.  is ingenomen met de nieuwe financieringsprogramma's van de Commissie, die rekening houden met de specifieke kenmerken van kmo's; verzoekt de Commissie verder EU-financiering op maat van kmo's te ontwikkelen; benadrukt dat versnipperde financiering moet worden vermeden en dat financiering enkel doeltreffend kan zijn als zij een aanzienlijk deel kan dekken van wat de betrokken kmo's nodig hebben;

32.  is ervan overtuigd dat de financiële middelen voor de instrumenten voor schuld- en aandelenfinanciering onder het COSME-programma en onder Horizon 2020 aanzienlijk moeten worden verhoogd en dat de toegang voor kmo's tot deze instrumenten merkelijk moet worden verbeterd;

33.  is van mening dat de Commissie manieren moet vinden om de Europese markt van hybride kapitaalinstrumenten, met name mezzaninefinanciering, te verbeteren; beveelt aan dat de Commissie onderzoekt hoe zij de mezzaninefaciliteit voor groei van het EIF kan versterken en dat zij nieuwe mezzanineproducten, zoals een garantie voor mezzanineleningen, onderzoekt; beveelt tevens aan om gegevens en analyses betreffende financieringsinstrumenten te verstrekken teneinde belemmeringen uit de weg te ruimen voor financiële intermediairs die de kredietmarkt zouden willen onderzoeken op de beschikbaarheid van mezzaninekapitaal in de Europese Unie;

34.  vraagt dat minstens 20% van de middelen van Horizon 2020 wordt gebruikt voor kmo's;

35.  merkt op dat kapitaalgaranties sterk gewaardeerd en gebruikt worden door kmo's en kredietinstellingen; is ingenomen met de inspanningen van de Commissie ter zake; verzoekt de lidstaten een passend kader voor kapitaalgaranties in te stellen;

36.  verzoekt de Commissie te zorgen voor een passend en op emittenten van kmo-financiering afgestemd regelgevingskader dat voor hen niet moeizaam is en tevens het vertrouwen van beleggers wint (in het kader van de Europese regelgeving inzake boekhoudnormen, de prospectusrichtlijn, de transparantierichtlijn, de marktmisbruikrichtlijn en MIFID);

37.  is verheugd over het akkoord in de Europese Raad van 28 en 29 juni 2012 over de verhoging van het kapitaal van de EIB met 10 miljard euro, waarmee de leningscapaciteit van de EIB-groep binnen de Unie voor de periode 2012-2015 met ongeveer 60 miljard euro wordt verhoogd en er een hefboom van ongeveer 180 miljard euro aan investeringen kan ontstaan, wat bijgevolg een welkome rol kan spelen in het kader van de gezamenlijke inspanning voor het herstel van de Europese economie; is ingenomen met het feit dat de EIB in haar prioriteiten inzake kredietverlening specifiek aangeeft dat het noodzakelijk is de waaier aan partnerbanken die krediet verlenen aan kmo's te vergroten door in grotere mate een beroep te doen op nieuwe financiële intermediairs en onconventionele intermediairs; benadrukt dat deze nieuwe toezegging niet mag leiden tot een ondermijning van de parallelle inspanningen om de gezamenlijke begrotingsinstrumenten van de EIB en de Unie te versterken en te verbeteren die worden gebruikt om het risico te delen en aandelen te verwerven; verzoekt de Commissie bijgevolg de instrumenten voor risicodeling van de Europese Investeringsbank te versterken en te optimaliseren, en hetzelfde te doen voor de programma's van het Europees Investeringsfonds voor portefeuilles van aandelen- of mezzaninefinanciering die door financiële instellingen (intermediairs) aan kmo's worden verstrekt; wijst erop dat het cohesiebeleid een van de voornaamste financieringsbronnen voor kmo's is en dat financieringsprogramma's in het kader van de structuurfondsen, minder administratieve rompslomp en een sneller en efficiënter optreden van cruciaal belang zijn om het herstel van de EU-economie en haar concurrentievermogen te bevorderen;

38.  verzoekt de Commissie onder het Europees Investeringsfonds een permanent Europees garantieplatform in te stellen om de toegang van kmo's tot financiering te vergemakkelijken, wat de ontwikkeling van garanties of leningproducten op basis van Europese garanties moet vergemakkelijken en de bankkapitaalvereisten en de risicoblootstelling voor financiële intermediairs moet verminderen;

39.  moedigt de EIB aan haar microfinancieringsproject verder uit te bouwen en zo actief bij te dragen aan de beleidsprioriteiten van de EU op het gebied van sociale integratie;

40.  wijst erop dat in bepaalde lidstaten een recordbedrag aan spaargeld van gezinnen op bankrekeningen staat, terwijl in andere lidstaten de tegoeden afnemen als gevolg van de crisis; benadrukt dat door het creëren van een degelijk stimulerend kader om dit spaargeld van gezinnen te activeren, kmo's gemakkelijker toegang moeten krijgen tot financiering, zowel in eigen land als in het buitenland, en de EU-economie zou moeten heropleven; verzoekt de Commissie een voorstel voor de activering van dit spaargeld in te dienen, bijvoorbeeld door voordelen te introduceren die gebaseerd zijn op bestaande goede praktijken in de lidstaten;

41.  merkt op dat kmo's bijdragen tot de beroepsactivering van de bevolking in regio's met minder werkgelegenheid en tot de verhoging van het werkgelegenheidspeil, in de huidige behoeften van de bevolking in die regio's voorzien en zo een positief effect hebben op de ontwikkeling van de plaatselijke gemeenschap; is daarom van mening dat de ontwikkeling van kmo's een van de manieren is om de verschillen op nationaal niveau te verminderen;

42.  is verheugd over de steun aan kmo's en micro-ondernemingen door middel van initiatieven als PSVI, het programma Creatief Europa (met inbegrip van de Leninggarantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector), COSME en Horizon 2020, die elk nieuwe mogelijkheden bieden om kennis en vaardigheden te perfectioneren, waardoor een dynamische ontwikkeling van kmo's en micro-ondernemingen wordt ondersteund;

43.  dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan zich te beraden over manieren waarop de toegang tot financiering kan worden verbeterd voor kleine en middelgrote ondernemingen die gespecialiseerd zijn in de voorziening van de overheidssector met innovatieve werken, leveringen of diensten; dringt met name aan op maatregelen om de financieringsvoorwaarden te verbeteren door erop toe te zien dat durfkapitaal en andere relevante financieringsbronnen ten volle het groeipotentieel onderkennen van innovatiegerichte bedrijven die met partners uit de publieke sector samenwerken zowel bij precommerciële aanbestedingsprojecten als in het kader van innovatiepartnerschappen;

44.  benadrukt dat een eerlijk en transparant regelgevingskader van de EU voor overheidsopdrachten en de uitgebalanceerde, transparante en niet-discriminerende handhaving van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten(3) onontbeerlijk zijn om de toegang tot overheidsopdrachten voor kmo's te verbeteren en hen daadwerkelijk in staat te stellen dergelijke contracten te voltooien;

45.  wijst er voorts op dat maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de vereenvoudiging van grensoverschrijdende activiteiten voor kmo's niet tegelijkertijd grensoverschrijdende activiteiten in fictief zelfstandig dienstverband, in het bijzonder in de bouwsector, in de hand werkt;

o
o   o

46.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Europese Centrale Bank, de Europese Investeringsbank, de Commissie en de regeringen en de parlementen van de lidstaten.

(1) PB C 377 E van 7.12.2012, blz. 102.
(2) PB C 308 E van 20.10.2011, blz. 6.
(3) PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1.

Juridische mededeling - Privacybeleid