Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2013/2048(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0134/2013

Ingediende teksten :

A7-0134/2013

Debatten :

Stemmingen :

PV 16/04/2013 - 8.9
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0111

Aangenomen teksten
PDF 218kWORD 27k
Dinsdag 16 april 2013 - Straatsburg
Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2011/010 AT/Austria Tabak, Oostenrijk)
P7_TA(2013)0111A7-0134/2013
Resolutie
 Bijlage

Resolutie van het Europees Parlement van 16 april 2013 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/010 AT/Austria Tabak, Oostenrijk) (COM(2013)0119 – C7-0059/2013 – 2013/2048(BUD))

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0119 – C7-0059/2013),

–  gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer(1) (IIA van 17 mei 2006), en met name punt 28 hiervan,

–  gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering(2) (EFG-Verordening),

–  gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 28 van het IIA van 17 mei 2006,

–  gezien het schrijven van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

–  gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0134/2013),

A.  overwegende dat de Europese Unie met het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) een wetgevings- en begrotingsinstrument in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die hun baan hebben verloren als gevolg van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

B.  overwegende dat het toepassingsgebied van het EFG is uitgebreid voor tussen 1 mei 2009 en 30 december 2011 ingediende aanvragen met betrekking tot steun voor werknemers van wie het ontslag een rechtstreeks gevolg is van de wereldwijde financiële en economische crisis;

C.  overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 17 mei 2006 wat betreft het nemen van besluiten om middelen beschikbaar te stellen uit het EFG;

D.  overwegende dat Oostenrijk aanvraag EGF/2011/010 AT/Austria Tabak voor een financiële bijdrage uit het EFG heeft ingediend naar aanleiding van 320 gedwongen ontslagen bij Austria Tabak GmbH en bij 14 leveranciers en downstreamproducenten tijdens de referentieperiode van vier maanden die liep van 20 augustus 2011 tot 19 december 2011, waarbij 270 werknemers in aanmerking komen voor maatregelen met medefinanciering door het EFG;

E.  overwegende dat de aanvraag voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit die zijn vastgelegd in de EFG-verordening;

1.  deelt de mening van de Commissie dat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 2, onder c), van de EFG-verordening en dat Oostenrijk bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;

2.  merkt tot zijn spijt op dat de Oostenrijkse autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 20 december 2011 hebben ingediend en dat de beoordeling ervan op 7 maart 2013 door de Commissie beschikbaar is gesteld; betreurt de lange beoordelingsperiode van vijftien maanden; verzoekt de Commissie de beoordelingsfase af te ronden en eindelijk voorstellen voor besluiten over de resterende in 2011 ingediende aanvragen te formuleren;

3.  neemt er nota van dat de ontslagen zijn veroorzaakt door de sluiting van de laatste productielocatie van Austria Tabak in Hainburg in het district Bruck an der Leitha (Neder-Oostenrijk/Niederösterreich) ingevolge een besluit van hun eigenaars, Japan Tobacco International (JTI)(3); neemt er nota van dat deze sigarettenfabriek gefaseerd is afgebouwd vanaf de tweede helft van 2011 tot midden 2012, waarbij in totaal 320 werknemers zijn ontslagen;

4.  benadrukt dat de sluiting van Austria Tabak het district Bruck an der Leitha in een bijzonder moeilijke situatie heeft gebracht, aangezien het op dat moment de op een na grootste werkgever in het gebied was en veel kleine ondernemingen ermee waren verbonden; neemt er nota van dat het aantal vacatures in september 2011 bijna was gehalveerd (-47%) in vergelijking met dezelfde maand van het jaar daarvoor, terwijl deze daling veel kleiner was in Neder-Oostenrijk (NUTS II-niveau) en op nationaal vlak (respectievelijk -4% en -7%); verwijst voorts naar statistieken waaruit blijkt dat deze regio van 2006 tot 2010 al het hoogste percentage werklozen van de zeven NUTS III-regio's van Neder-Oostenrijk had(4), zodat het voor de ontslagen werknemers geen evidente keuze is om naar andere gebieden te verhuizen; het feit dat velen van hen voor een relatief laag loon werkten, maakt een nieuwe start nog moeilijker;

5.  herinnert eraan dat op NUTS II-niveau de deelstaat Neder-Oostenrijk ook werd getroffen door andere massaontslagen waarvoor aanvragen om steun uit het EFG bij de Commissie zijn ingediend: 704 ontslagen in de metaalsector in 2009(5) en 1 274 ontslagen die verband houden met de sector wegvervoer in 2010(6);

6.  is verheugd dat de Oostenrijkse autoriteiten hebben besloten op 15 november 2011 met de uitvoering van de individuele maatregelen te beginnen teneinde de werknemers snel bijstand te verlenen, ruimschoots vooruitlopend op het definitieve besluit over de toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;

7.  neemt er nota van dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, maatregelen omvat voor de terugkeer van 270 werknemers op de arbeidsmarkt, zoals loopbaanadvies, hulp bij het zoeken naar werk, begeleiding op het werk, verschillende soorten opleidings- en kwalificatiemaatregelen, waaronder beroepsopleiding in instellingen voor voortgezet technisch en beroepsonderwijs, werkstages in bedrijven, praktische opleidingen op de werkplek, intensieve steun voor vijftigplussers, alsook opleidings- en dagvergoedingen tijdens de opleidingen en het actief zoeken naar werk;

8.  is verheugd dat de sociale partners zijn geraadpleegd over de ontwikkeling van het gecoördineerde EFG-pakket en dat het beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en van non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de uitvoering van het EFG en bij de toegang ertoe;

9.  is verheugd over het feit dat de door het EFG gesteunde maatregelen aan de werknemers zullen worden aangeboden via een arbeidsstichting die is opgericht in het kader van een sociaal plan dat met de sociale partners is overeengekomen; herinnert eraan dat outplacementstichtingen instellingen zijn die zijn opgericht door sectorale sociale partners om werknemers te begeleiden bij veranderingen in het bedrijfsleven, met opleidingsmaatregelen om hun inzetbaarheid te verbeteren; herinnert er voorts aan dat dit model voor het aanbieden van actieve arbeidsmarktmaatregelen in het verleden uitermate succesvol is geweest met betrekking tot de re-integratie van werknemers op de arbeidsmarkt en het gebruik van de EFG-middelen voor dit doel;

10.  verzoekt de Oostenrijkse autoriteiten de steun uit het EFG ten volle te benutten en zoveel mogelijk werknemers aan te sporen om van de regeling gebruik te maken;

11.  is ingenomen met het voorgestelde gecoördineerde pakket voor individuele dienstverlening en de gedetailleerde omschrijving van de in het Commissievoorstel gepresenteerde maatregelen; is verheugd over het feit dat de aangeboden opleiding wordt gekoppeld aan de economische vooruitzichten en de toekomstige behoeften aan vaardigheden en kwalificaties in de regio;

12.  herinnert aan het belang van een verbetering van de inzetbaarheid van alle werknemers door aangepaste scholing en de erkenning van de in de loop van het beroepsleven opgedane vaardigheden en bekwaamheden; verwacht dat de scholing die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden niet alleen is afgestemd op de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het huidige ondernemingsklimaat;

13.  vestigt de aandacht op de onderhoudstoelage voor werknemers tijdens de opleiding of tijdens het zoeken van werk, die 1 000 EUR per werknemer per maand zou bedragen (gedurende 13 maanden, met onderbreking van de werkloosheidsuitkering tijdens deze periode), en die gecombineerd wordt met een opleidingstoelage van 200 EUR per werknemer per maand; brengt in herinnering dat de EFG-middelen in de toekomst in de eerste plaats moeten worden besteed aan opleidingen en het zoeken van werk, alsook aan beroepsoriëntatieprogramma´s, terwijl de financiële bijdrage vanuit het EFG aan vergoedingen altijd een aanvulling moet vormen op en in overeenstemming moet zijn met hetgeen de ontslagen werknemers op grond van nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten ontvangen;

14.  betreurt dat 4 266 000 EUR van de totale kosten van het pakket (5 864 615 EUR) bestemd is voor diverse uitkeringen, een vergelijkbaar percentage als in eerdere gevallen; beveelt aan om in volgende beschikbaarstellingen een evenredig bedrag uit te trekken voor opleidingsmaatregelen;

15.  merkt op dat de informatie die is verstrekt over het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening die door het EFG moet worden gefinancierd gegevens bevat over de complementariteit met acties die worden gefinancierd uit de structuurfondsen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen om ervoor te zorgen dat de bestaande verordeningen volledig in acht worden genomen en dubbel gebruik van door de Unie gefinancierde diensten wordt voorkomen;

16.  verzoekt de betrokken instellingen de nodige maatregelen te nemen om de procedurele en budgettaire regelingen te verbeteren teneinde de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen; waardeert de verbeterde procedure die de Commissie op verzoek van het Parlement in het leven heeft geroepen om de toekenning van subsidies te versnellen, met als doel de begrotingsautoriteit de beoordeling door de Commissie van de subsidiabiliteit van een EFG-aanvraag voor te leggen samen met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG; hoopt dat verdere verbeteringen aan de procedure zullen worden ingepast in de nieuwe verordening betreffende het EFG (2014-2020), en dat er meer doelmatigheid, transparantie en zichtbaarheid van het EFG zullen worden bewerkstelligd;

17.  herinnert eraan dat de instellingen zich ertoe hebben verbonden een probleemloze en snelle procedure te garanderen voor de goedkeuring van de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, met als doel tijdelijk en eenmalig individuele steun te verlenen aan werknemers die als gevolg van de globalisering en de economische crisis werkloos zijn geworden; benadrukt de rol die het EFG kan spelen om ontslagen werknemers te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmark;

18.  beklemtoont dat overeenkomstig artikel 6 van de EFG-verordening moet worden gewaarborgd dat met middelen van het EFG de terugkeer van individuele ontslagen werknemers in de arbeidsmarkt wordt gesteund; benadrukt voorts dat de EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kan medefinancieren die duurzame werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat uit het EFG afkomstige steun niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens hun nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, of van maatregelen voor de herstructurering van bedrijven of bedrijfstakken;

19.  verheugt zich over het feit dat er, na verzoeken van het Parlement, 50 000 000 EUR aan betalingskredieten onder begrotingslijn 04 05 01 van het EFG is opgenomen in de begroting voor 2013; herinnert eraan dat het EFG is gecreëerd als afzonderlijk specifiek instrument met eigen doelstellingen en termijnen en dat het bijgevolg ook een specifieke toewijzing verdient, waardoor voor zover mogelijk wordt voorkomen dat er, zoals in het verleden is gebeurd, bedragen worden overgeschreven uit andere begrotingslijnen, hetgeen schadelijk kan zijn voor de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van het EFG;

20.  betreurt het besluit van de Raad om de „crisisafwijking”, die het mogelijk maakt ook financiële steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van de huidige economische crisis en niet alleen aan werknemers die hun baan verliezen als gevolg van veranderingen in de wereldhandelspatronen, en die het tevens mogelijk maakt om het percentage van medefinanciering door de Unie te verhogen tot 65% van de kosten van het programma voor programma's die na de einddatum van 30 december 2011 zijn ingediend, te blokkeren ; roept de Raad op deze maatregel onverwijld weer in te voeren;

21.  hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

22.  verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

23.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(1) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
(2) PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.
(3) Het in Genève gevestigde JTI behoort tot Japan Tobacco Inc., Japan, en is een van de grootste tabaksondernemingen van de wereld (in 2007: 10,8% van de wereldmarkt), na het overheidsbedrijf China National Tobacco Corporation (in 2007: 32%), Philip Morris International (in 2007: 18,7%) en British American Tobacco (in 2007: 17,1%). JTI is momenteel actief in 120 landen en heeft 25 000 mensen in dienst.
(4) Statistik Austria: Statistisches Jahrbuch 2012.
(5) EGF/2010/007 AT/Steiermark-Niederösterreich (PB L 263 van 7.10.2011, blz. 9).
(6) EGF/2011/001 AT/ Niederösterreich-Oberösterreich (PB L 317 van 30.11.2011, blz. 28).


BIJLAGE

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/010 AT/Austria Tabak, Oostenrijk)

(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit 2013/276/EU.)

Juridische mededeling - Privacybeleid