Besluit van het Europees Parlement van 22 mei 2013 inzake het voorstel van de Europese Raad om geen Conventie bijeen te roepen voor de toevoeging aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van een protocol inzake de toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie op de Tsjechische Republiek (00091/2011 – C7-0386/2011 – 2011/0818(NLE))
(Goedkeuring)
Het Europees Parlement,
– gezien het schrijven van de Tsjechische regering aan de Raad van 5 september 2011 betreffende een ontwerpprotocol inzake de toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie („het Handvest”) op de Tsjechische Republiek,
– gezien het schrijven van de voorzitter van de Europese Raad aan de Voorzitter van het Europees Parlement van 25 oktober 2011 betreffende een ontwerpprotocol inzake de toepassing van het Handvest op de Tsjechische Republiek,
– gezien het verzoek van de Europese Raad om goedkeuring van het besluit om geen conventie bijeen te roepen, overeenkomstig artikel 48, lid 3, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (C7-0386/2011),
– gezien artikel 6, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Handvest,
– gezien de conclusies van de vergadering op 29 en 30 oktober 2009 van de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten, in het kader van de Europese Raad bijeen,
– gezien artikel 74 bis en artikel 81, lid 1, van zijn Reglement,
– gezien de aanbeveling van de Commissie constitutionele zaken (A7-0282/2012),
Overwegende dat:
A. het Handvest is opgesteld door een conventie die van 17 december 1999 tot 2 oktober 2000 werd gehouden, en die bestond uit vertegenwoordigers van het Parlement, de lidstaten, de nationale parlementen en de Commissie; overwegende dat het Handvest op 7 december 2000 is afgekondigd en dat de tekst van het Handvest op 12 december 2007 te Straatsburg is aangepast;
B. er van 22 februari 2002 tot 18 juli 2003 een tweede conventie is gehouden, die heeft geleid tot de opstelling van een ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa, waarvan de inhoud grotendeels is overgenomen in het Verdrag van Lissabon, dat op 1 december 2009 van kracht is geworden;
C. de twee conventies bijeengeroepen zijn om belangrijke onderwerpen in verband met de constitutionele orde van de Unie te behandelen, waaronder de vaststelling van een bindende tekst met de fundamentele rechten en grondbeginselen die door de Unie worden erkend;
D. het gezien het bovenstaande niet noodzakelijk is een conventie bijeen te roepen voor een beoordeling van het voorstel om protocol nr. 30 betreffende de toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie op Polen en het Verenigd Koninkrijk tevens van toepassing te verklaren op de Tsjechische Republiek, aangezien de gevolgen van dat voorstel nihil of zeer gering zouden zijn;
1. hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Europese Raad om geen conventie bijeen te roepen;
2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Europese Raad, de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.