Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2013/2637(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0256/2013

Debatten :

Stemmingen :

PV 12/06/2013 - 8.22
CRE 12/06/2013 - 8.22

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0271

Aangenomen teksten
PDF 116kWORD 22k
Woensdag 12 juni 2013 - Straatsburg
Impasse bij de herziening van Verordening (EG) nr. 1049/2001
P7_TA(2013)0271RC-B7-0256/2013

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juni 2013 over de impasse bij de herziening van Verordening (EG) nr. 1049/2001 (2013/2637(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie,

–  gezien het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (COM(2008)0229),

–  gezien het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (COM(2011)0137),

–  gezien artikel 15 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien zijn standpunt van 15 december 2011 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie(1),

–  gezien zijn resolutie van 12 december 2012 over de situatie van de grondrechten in de Europese Unie (2010-2011)(2),

–  gezien de vragen aan de Raad en de Commissie over de impasse bij de herziening van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang tot documenten (O-00049/2013O-00050/2013, O-00051/2013, O-00052/2013, O-00053/2013, O-00054/2013, O-00058/2013 and O-00059/2013),

–  gezien de verklaring van de Commissie van 21 mei 2013 over de impasse bij de herziening van Verordening (EG) nr. 1049/2001,

–  gezien artikel 110, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat transparantie een essentieel middel is om de burgers in staat te stellen deel te nemen aan het besluitvormingsproces van de EU en bij te dragen tot het waarborgen van de verantwoordingsplicht van de Europese instellingen ten overstaan van hun burgers, die daardoor meer betrokken raken en meer vertrouwen krijgen;

B.  overwegende dat de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon de transparantieverplichtingen van de EU verder heeft uitgebreid en dat de toegang tot documenten in dat Verdrag als grondrecht is verankerd;

C.  overwegende dat het Parlement bij diverse gelegenheden heeft opgeroepen tot meer transparantie in de wetgevingsprocedure, onder meer met betrekking tot de werkgroepen van de Raad, de publicatie van juridische adviezen in het kader van wetgevingsprocedures, en het verloop van trialogen;

D.  overwegende dat het Parlement ook zijn ongenoegen heeft geuit over het gebrek aan transparantie bij de EU-agentschappen, in internationale onderhandelingen en in de dialoog tussen de Commissie en de lidstaten, met name wanneer er grondrechten of belangen van Europese burger in het geding zijn(3);

E.  overwegende dat de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de besluiten van de Europese ombudsman de interpretatie van Verordening (EG) nr. 1049/2001 in grote mate beïnvloed hebben; dat die jurisprudentie en besluiten, vooral met betrekking tot de gebruikmaking van gronden voor niet-erkenning in een wetgevingsprocedure, zoals de arresten in de zaken Turco en Access Info, in de wetgeving tot uiting moeten komen;

F.  overwegende dat Verordening (EG) nr. 1049/2001 door de burgers en de publieke opinie in de EU wordt gezien als een essentieel stuk wetgeving dat de middelen aanreikt voor behoorlijk toezicht op het EU-optreden; dat Verordening (EG) nr. 1049/2001 nog beter moet worden toegepast, zoals blijkt uit diverse gevallen die door de ombudsman zijn behandeld;

G.  overwegende dat de Commissie in 2008 een herschikking van Verordening (EG) nr. 1049/2001 heeft voorgesteld en dat zij haar voorstel niet heeft ingetrokken nadat het Verdrag van Lissabon in werking was getreden; dat het Parlement de Commissie duidelijk heeft laten weten dat herschikking niet de juiste procedure is;

H.  overwegende dat de Commissie in 2011 een aanvullend voorstel heeft ingediend waarmee het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1049/2001 alleen impliciet werd uitgebreid tot de instellingen, organen en agentschappen van de EU; dat het Parlement de procedures van 2008 en 2011 tot één procedure heeft samengevoegd;

I.  overwegende dat het Parlement op 15 december 2011 zijn standpunt in eerste lezing heeft vastgesteld en dat er in de eerste helft van 2012 trialogen met het Deense voorzitterschap werden gestart; dat de Commissie het niet eens was met de voorgestelde mogelijke compromissen, wat de voornaamste reden was voor de impasse die nu al meer dan een jaar lang duurt;

J.  overwegende dat het Cypriotische en het Ierse voorzitterschap er niet in zijn geslaagd het dossier in de Raad te deblokkeren en nieuwe onderhandelingen te starten als gevolg van tegenstand van de zijde van de Commissie, hetgeen tot gevolg heeft dat er op bepaalde punten unanimiteit in de Raad is vereist;

K.  overwegende dat een herziening van Verordening (EG) nr. 1049/2001 gezien de uitgebreide transparantieverplichtingen die met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in de Verdragen zijn opgenomen niet tot een verlaging van het huidige transparantieniveau mag leiden;

L.  overwegende dat het onvermogen om tot overeenstemming te komen over een nieuwe versie van Verordening (EG) nr. 1049/2001 de burgers een verkeerd signaal zou geven omtrent de aard van de EU, en dat een dergelijk echec de legitimiteit van de EU-besluitvorming zou ondermijnen, vooral met het oog op de uiterst belangrijke Europese verkiezingen die voor de deur staan;

1.  onderstreept opnieuw het belang van het fundamentele recht van toegang tot informatie en documenten en van transparantie en openheid van instellingen en hun besluitvormingsprocessen, die tot de pijlers van de democratie behoren en de burgers dichter bij de EU kunnen brengen;

2.  roept alle instellingen, organen en agentschappen van de EU ertoe op Verordening (EG) nr. 1049/2001 onverkort toe te passen;

3.  is van mening dat de wijziging van Verordening (EG) nr. 1049/2001 een prioriteit zou moeten zijn voor alle instellingen van de EU en betreurt de ontstane impasse; verzoekt alle EU-instellingen samen te werken om zo spoedig mogelijk een uitweg uit deze impasse te vinden;

4.  bevestigt nogmaals dat het bijzonder hecht aan de herziening van Verordening (EG) nr. 1049/2001, zodat de burgers van de EU in het algemeen bredere en betere toegang krijgen tot documenten van de EU;

5.  verzoekt de Commissie zich op politiek en technisch niveau volledig in te zetten voor de wijziging van Verordening (EG) nr. 1049/2001 en de aanpassing daarvan aan het Verdrag van Lissabon of alle nodige maatregelen te nemen om de impasse te doorbreken;

6.  verzoekt de Raad de beraadslagingen over Verordening (EG) nr. 1049/2001 onmiddellijk te hervatten, zijn standpunt in eerste lezing vast te stellen en de onderhandelingen voort te zetten;

7.  bevestigt zijn bovengenoemd standpunt van 15 december 2011 in eerste lezing(4) als uitgangspunt voor onderhandelingen, en benadrukt dat een gewijzigde tekst, overeenkomstig de Verdragen, ten minste: het toepassingsgebied van de verordening uitdrukkelijk moet uitbreiden tot alle instellingen, organen en agentschappen van de EU; voor een transparantere wetgeving moet zorgen, met inbegrip van toegang tot juridische adviezen in wetgevingsprocedures, waarbij het gebruik van uitzonderingen in de wetgevingsprocedure een specifiek met redenen omklede afwijking moet zijn van de algemene regel van wetgevingstransparantie; de verhouding tussen transparantie en gegevensbescherming moet verduidelijken; het Verdrag van Aarhus moet incorporeren; de huidige, ruime definitie van een document als minimummaatstaf voor verdere uitwerking moet beschouwen; passende toegang tot en transparantie van documenten over internationale onderhandelingen en overeenkomsten moet waarborgen; voor financiële transparantie van EU-fondsen moet zorgen; en geen generieke vrijstellingen mag invoeren;

8.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.

(1) Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0580.
(2) Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0500.
(3) Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0500, paragraaf 18.
(4) EP-PE_TC1-COD(2008)0090.

Juridische mededeling - Privacybeleid