Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2013/2668(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B7-0289/2013

Debatten :

PV 13/06/2013 - 12.2
CRE 13/06/2013 - 12.2

Stemmingen :

PV 13/06/2013 - 13.2

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0285

Aangenomen teksten
PDF 127kWORD 24k
Donderdag 13 juni 2013 - Straatsburg
Azerbeidzjan: de zaak-Ilgar Mammadov
P7_TA(2013)0285RC-B7-0289/2013

Resolutie van het Europees Parlement van 13 juni 2013 over Azerbeidzjan: de zaak-Ilgar Mammadov (2013/2668(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over de situatie in Azerbeidzjan, met name die over de mensenrechten en de rechtsstaat,

–   gezien de gezamenlijke verklaring van 9 februari 2013 van Catherine Ashton, vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, en Štefan Füle, commissaris, over de arrestaties van de heer Tofiq Yaqublu, columnist voor een krant en ondervoorzitter van de oppositiepartij Musavat, en van de heer Ilgar Mammadov, leider en presidentskandidaat van de Republikeinse Alternatieve Partij (REAL),

–  gezien de gezamenlijke verklaring van 7 juni 2013 van de respectieve woordvoerders van Catherine Ashton en commissaris Füle over beteugeling van de vrijheid van meningsuiting in Azerbeidzjan,

–  gezien de verklaring van 3 mei 2013 van Thorbjørn Jagland, secretaris-generaal van de Raad van Europa, over nieuwe aanklachten tegen de heer Mammadov,

–  gezien de verklaring van 18 maart 2013 van het Congres van lokale en regionale overheden van de Raad van Europa,

–  gezien de gezamenlijke verklaring van 52 Azerbeidzjaanse middenveldsorganisaties die om de vrijlating van de heer Mammadov en de heer Yaqublu verzoeken,

–  gezien de bestaande betrekkingen tussen de EU en Azerbeidzjan, die van 1999 dateren en weerspiegeld worden in de uitvoering van het actieplan in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB), de oprichting van het Oostelijk Partnerschap, de onderhandelingen over een associatieovereenkomst EU-Azerbeidzjan, en de deelname van Azerbeidzjan aan de Parlementaire Vergadering Euronest,

–  gezien de lopende onderhandelingen tussen de EU en Azerbeidzjan over een associatieovereenkomst,

–  gezien zijn resolutie van 11 december 2012 over „Een strategie voor digitale vrijheid in het buitenlandbeleid van de EU”(1),

–  gezien het in het kader van het ENB opgestelde voortgangsverslag 2012 over Azerbeidzjan van 20 maart 2013,

–  gezien artikel 122, lid 5, en artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de heer Mammadov, leider van de oppositiebeweging REAL en directeur van de politieke hogeschool van de Raad van Europa in Bakoe, en de heer Yaqublu, ondervoorzitter van de oppositiepartij Musavat, op 4 februari 2013 werden gearresteerd door de Azerbeidzjaanse autoriteiten en sindsdien onrechtmatig in hechtenis worden gehouden; overwegende dat de heer Mammadov ervan beschuldigd wordt bij zijn bezoek aan de stad Ismaili te hebben aangezet tot rellen;

B.   overwegende dat zijn initiële voorarrest twee keer werd verlengd met de klaarblijkelijke bedoeling hem tijdens de komende verkiezingen achter de tralies te hebben; overwegende dat Ilgar Mammadov volgens recente berichten in een strafcel is geplaatst, wat doet vermoeden dat hij geviseerd wordt;

C.   overwegende dat de algemene mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan er stelselmatig op achteruit is gegaan de afgelopen jaren, ondanks de goedkeuring van het ENB-actieplan, met toenemende druk op en intimidatie van ngo's en onafhankelijke media, wat heeft gezorgd voor angst bij veel oppositieleden en voorvechters van de mensenrechten, alsook bij jongeren en activisten die actief zijn op sociale netwerken, met zelfcensuur bij journalisten tot gevolg;

D.   overwegende dat de heer Mammadov voor zijn arrestatie was aangewezen als de kandidaat van de oppositiepartij REAL voor de presidentsverkiezingen in Azerbeidzjan in oktober 2013;

E.   overwegende dat mensenrechtenactivisten en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld de arrestatie van Mammadov onrechtmatig en politiek gemotiveerd noemen, en spreken van een poging tot intimidatie van de oppositie;

F.   overwegende dat de Commissie, de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en de regeringen van de lidstaten hun ernstige bezorgdheid over deze zaak hebben uitgesproken;

G.   overwegende dat de EU haar ernstige bezorgdheid over de manipulatie van de rechterlijke macht voor politieke doeleinden heeft uitgesproken;

H.  overwegende dat de vertegenwoordiger van de Raad van Europa in Bakoe niet werd toegelaten tot de eerste rechtszitting in februari 2013, en dat een groep ambassadeurs van de Raad van Europa die Azerbeidzjan onlangs bezocht geen toestemming kreeg om Ilgar Mammadov te ontmoeten;

I.  overwegende dat de vrijheid van zowel de digitale als reguliere pers en media een cruciaal onderdeel is van een democratische en open samenleving en essentieel is voor de bescherming van de mensenrechten en de rechtsstaat;

J.   overwegende dat journalisten, bloggers, activisten en andere onafhankelijke denkers onverminderd geconfronteerd worden met ernstige beperkingen van hun vrijheid van meningsuiting in Azerbeidzjan en moeten vrezen voor vervolging op grond van valse aanklachten, voor pesterijen, intimidatie en fysieke aanvallen;

K.  overwegende dat er sinds 2006 niet meer betoogd mag worden in het centrum van Bakoe, en dat er onlangs nieuwe, strenge boetes en langere periodes van administratieve aanhouding zijn ingevoerd voor organisatoren en deelnemers van ongeoorloofde publieke bijeenkomsten;

L.  overwegende dat de Azerbeidzjaanse autoriteiten onlangs hebben gevraagd de status van de missie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Bakoe te verlagen tot „programmacoördinatiebureau”, wat wordt beschouwd als een poging om de verwachte kritiek van de OVSE op de presidentsverkiezingen in oktober 2013 te temperen;

M.  overwegende dat het parlement van Azerbeidzjan, het Milli Mejlis, tegen de gemaakte afspraken in een herziening van de strafwet heeft doorgevoerd die maakt dat smaad op het internet tot drie jaar cel kan leiden, een maatregel die een bijkomende belemmering creëert voor het functioneren van onafhankelijke en onpartijdige media in Azerbeidzjan;

N.  overwegende dat Azerbeidzjan momenteel deelneemt aan het overleg met de Commissie van Venetië van de Raad van Europa over de hervorming van de smaadwetgeving in het land, die zich opdringt naar aanleiding van twee arresten van het Europees Hof voor de rechten van de mensen ten nadele van Azerbeidzjan; overwegende dat het Azerbeidzjaanse parlement niettemin nieuwe wetswijzigingen heeft aangenomen die de toepassing van smaadbepalingen op online meningsuiting vergemakkelijken;

O.  overwegende dat Azerbeidzjan lid is van de Raad van Europa en in 2014 het roterende voorzitterschap van deze organisatie zal uitoefenen, en overwegende dat het land partij is bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens;

P.  overwegende dat Azerbeidzjan actief deelneemt aan het ENB en het Oostelijk Partnerschap, betrokken is bij de onderhandelingen over een associatieovereenkomst en bij de bevordering van samenwerkingsinitiatieven in het kader van het Oostelijk Partnerschap, een stichtend lid is van Euronest, en zich ertoe verbindt de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat, stuk voor stuk essentiële waarden van deze initiatieven, te eerbiedigen;

Q.  overwegende dat Azerbeidzjan nieuwe wetten heeft aangenomen waarin de definitie van smaad wordt verruimd, de regels betreffende de financiering van ngo's worden aangescherpt, en strengere straffen voor inbreuken in verband met openbare bijeenkomsten worden ingevoerd;

R.  overwegende dat Azerbeidzjan voor de periode 2012-2013 als niet-permanent lid zitting heeft in de VN-Veiligheidsraad en zich ertoe heeft verbonden de in het Handvest van de Verenigde Naties en de Universele Verklaring van de rechten van de mens verankerde waarden in ere te houden;

S.  overwegende dat 2013 een belangrijk verkiezingsjaar is voor Azerbeidzjan, dat zich ertoe heeft verbonden het algemene klimaat voor democratische verkiezingen te verbeteren;

1.  benadrukt dat de volwaardige eerbiediging van de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat centraal staat in het kader voor samenwerking met het Oostelijk Partnerschap en in de toezeggingen van Azerbeidzjan binnen de Raad van Europa en de OVSE;

2.   veroordeelt de hechtenis van de heer Mammadov stellig, dringt aan op zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating, roept de Azerbeidzjaanse autoriteiten op de man niet langer te vervolgen en de aanklachten tegen hem op snelle, billijke, transparante en onafhankelijke wijze te onderzoeken;

3.   verzoekt de EU de Republiek Azerbeidzjan bij te staan en verder te ondersteunen in haar inspanningen voor de versterking van de democratie en de rechtsstaat en voor de hervorming van het gerechtelijk apparaat en de rechtshandhavingssystemen, met bijzondere aandacht voor de bescherming van de mensenrechten;

4.   toont zich zeer bezorgd over de berichten van mensenrechtenactivisten en binnenlandse en internationale ngo's over valse aanklachten tegen politici, activisten en journalisten;

5.   veroordeelt de intimidatie, aanhouding, hechtenis en vervolging van leiders en leden van oppositiepartijen, activisten, journalisten en bloggers op grond van het loutere feit dat ze hun mening hebben geuit en hun fundamentele rechten en vrijheden hebben uitgeoefend conform internationale normen;

6.   verzoekt de Azerbeidzjaanse autoriteiten de vrijheid van zowel de digitale als reguliere pers en media ten volle te eerbiedigen en de vrijheid van meningsuiting te waarborgen;

7.   verzoekt de Azerbeidzjaanse autoriteiten hun smaadwetgeving te herzien en smaad in de toekomst te bestraffen met evenredige boetes, niet met opsluiting;

8.   verzoekt de Azerbeidzjaanse autoriteiten de vrijheid van vergadering van de Azerbeidzjaanse bevolking ten volle te eerbiedigen;

9.   ondersteunt de lopende onderhandelingen over een associatieovereenkomst EU-Azerbeidzjan en herhaalt zijn standpunt dat een dergelijke overeenkomst clausules en benchmarks dient te omvatten met betrekking tot de bescherming en de bevordering van de mensenrechten, met name op het vlak van de vrijheid van media, de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vereniging en de vrijheid van vergadering, die aansluiten bij de beginselen en rechten die zijn verankerd in de grondwet van Azerbeidzjan, alsook bij de toezeggingen die Azerbeidzjan deed binnen de Raad van Europa en de OVSE;

10.  roept de Azerbeidjaanse autoriteiten op de verkiezingswetgeving, de vrijheid van vergadering, de vrijheid van vereniging en de vrijheid van media af te stemmen op de internationale normen en te zorgen voor de volledige handhaving ervan;

11.  verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) om het „meer voor meer”-beginsel strikt toe te passen, met bijzondere nadruk op inclusieve, vrije en eerlijke verkiezingen, een onafhankelijke rechterlijke macht, democratische hervormingen, fundamentele rechten en vrijheden, en om duidelijk aan te geven wat de gevolgen zijn indien de nodige hervormingen uitblijven;

12.  dringt er bij de Azerbeidjaanse autoriteiten op aan zich nog meer in te spannen voor een hervorming van alle aspecten van het rechtsstelsel: vervolging, proces, vonnis, hechtenis en beroep;

13.  verzoekt Commissievoorzitter Barroso Azerbeidzjan aan te spreken op de bedenkelijke mensenrechtensituatie in het land, met verwijzing naar het meest recente voortgangsverslag in het kader van het ENB, dit tijdens het geplande bezoek van president Ilham Aliev aan Brussel;

14.  staat achter het werk van de EDEO en roept de EU-delegatie in Bakoe op nauw te blijven toezien op de zorgpunten inzake de mensenrechten tijdens het komende verkiezingsproces, steun te betuigen aan mensenrechtenactivisten door evenementen van het maatschappelijk middenveld bij te wonen en zich namens hen uit te spreken, rechtszaken op de voet te volgen, en de vrijheid van media te bevorderen, onder meer door erop aan te dringen dat onafhankelijke radio- en televisiezenders tijdens de verkiezingscampagne ongestoord kunnen uitzenden;

15.  verzoekt de Azerbeidzjaanse autoriteiten om het Mensenrechtenhuis van Azerbeidzjan onvoorwaardelijke toestemming te geven zijn activiteiten te hervatten, en om het Centrum voor verkiezingstoezicht en democratische studies en de Mensenrechtenclub officieel te registreren, zonder verder uitstel of administratieve hinderpalen;

16.  roept de Azerbeidzjaanse autoriteiten op alle arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens met betrekking tot het land na te leven;

17.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Europese Dienst voor extern optreden, de Europese Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de Republiek Azerbeidzjan, de Raad van Europa, de OVSE en de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties.

(1) Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0470.

Juridische mededeling - Privacybeleid