Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 9 oktober 2013 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (IMI) (COM(2011)0883 – C7-0512/2011 – 2011/0435(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0883),
– gezien artikel 294, lid 2, artikel 46, artikel 53, lid 1, en de artikelen 62 en 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0512/2011),
– gezien het advies van de Commissie juridische zaken over de voorgestelde rechtsgrondslag,
– gezien artikel 294, lid 3, artikel 46, artikel 53, lid 1, en artikel 62 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien de met redenen omklede adviezen die door de Franse senaat werden ingediend in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel, waarin wordt verklaard dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet overeenstemt met het subsidiariteitsbeginsel,
– gezien het advies van 26 april 2012 van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),
– gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 26 juni 2013 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikelen 55 en 37 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en de adviezen van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0038/2013),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. neemt kennis van de bij deze resolutie gevoegde verklaring van de Commissie;
3. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 9 oktober 2013 met het oog op de vaststelling van Richtlijn 2013/.../EU van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt ("de IMI-verordening")
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn 2013/55/EU.)
BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE
Verklaring van de Commissie
De Commissie zal bij de voorbereiding van de in artikel 57 quater, lid 2, genoemde gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad, en ruim van te voren passende en transparante raadplegingen houden, in het bijzonder met de deskundigen van bevoegde autoriteiten en instanties, beroepsverenigingen en onderwijsinstelling van alle lidstaten, en in voorkomend geval met deskundigen van de sociale partners.