Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 23 oktober 2013 op het gewijzigde voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad en Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, en van Verordening (EU) nr. xxx/2011 van de Raad inzake een geïntegreerd maritiem beleid (COM(2013)0245 – C7-0108/2013 – 2011/0380(COD))(1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendement
Amendement 1 Ontwerpwetgevingsresolutie Paragraaf 1 bis (nieuw)
1 bis. herinnert eraan dat het Parlement in zijn resolutie van 8 juni 2011 heeft benadrukt dat visbestanden een publiek goed vormen dat van essentieel belang is voor de mondiale voedselzekerheid, erop heeft gewezen dat de visserij- en aquacultuursector en de daarmee samenhangende activiteiten vaak de belangrijkste bron van inkomsten en duurzame werkgelegenheid zijn in kust-, eiland- en afgelegen regio's, en voorts stelde dat er voor het hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) adequate financiële middelen beschikbaar moeten zijn in de periode na 2013, zodat de middellange- en langetermijndoelen ervan (een stabiele, duurzame en levensvatbare visserijsector) kunnen worden verwezenlijkt, de visbestanden kunnen worden hersteld, en de sociale aspecten in verband met het beperken van de visserijactiviteiten kunnen worden aangepakt;
Amendement 2 Voorstel voor een verordening Visum 1
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 42, artikel 43, lid 2, artikel 91, lid 1, artikel 100, lid 2, artikel 173, lid 3, artikel 175, artikel 188, artikel 192, lid 1, artikel 194, lid 2, en artikel 195, lid 2,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 42, artikel 43, lid 2, artikel 91, lid 1, artikel 100, lid 2, artikel 173, lid 3, artikel 175, artikel 188, artikel 192, lid 1, artikel 194, lid 2, artikel 195, lid 2, en artikel 349,
Amendement 3 Voorstel voor een verordening Overweging 1 bis (nieuw)
(1 bis) De visserijsector is van strategisch belang voor de sociaaleconomische situatie, de publieke voorziening van visproducten en het evenwicht van de voedselbalans in de lidstaten en in de Unie zelf, en speelt een belangrijke rol voor de sociaaleconomische welvaart van de kustgebieden, de lokale ontwikkeling, de werkgelegenheid, het behoud of het scheppen van economische activiteiten met werkgelegenheid op verschillende niveaus, de voorziening van verse vis en het behoud van lokale culturele tradities.
Amendement 4 Voorstel voor een verordening Overweging 2
(2) Het EFMZV moet van toepassing zijn op de GVB-steun voor de instandhouding, het beheer en de exploitatie van de mariene biologische hulpbronnen, de biologische zoetwaterhulpbronnen en de -aquacultuur, en voor de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten voor zover deze activiteiten worden uitgeoefend op het grondgebied van de lidstaten of in EU-wateren, inclusiefdoor vissersvaartuigen die de vlag voeren van en geregistreerd zijn in derde landen, door EU-vissersvaartuigen of door onderdanen van de lidstaten, onverminderd de primaire verantwoordelijkheid van de vlaggenstaat en indachtig de bepalingen van artikel 117 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee.
(2) Het EFMZV moet van toepassing zijn op de GVB-steun voor de instandhouding, het beheer en de duurzame exploitatie van de mariene biologische hulpbronnen, de biologische zoetwaterhulpbronnen en de -aquacultuur, en voor de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten voor zover deze activiteiten worden uitgeoefend op het grondgebied van de lidstaten of in EU-wateren door EU-vissersvaartuigen of door onderdanen van de lidstaten, onverminderd de primaire verantwoordelijkheid van de vlaggenstaat en indachtig de bepalingen van artikel 117 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee.
Amendement 5 Voorstel voor een verordening Overweging 2 bis (nieuw)
(2 bis) Er moet worden benadrukt dat het GVB een voedselgericht beleid is dat een interventie van de overheid via het EFMZV rechtvaardigt om de voedselveiligheid van burgers van de Unie te waarborgen.
Amendement 6 Voorstel voor een verordening Overweging 2 ter (nieuw)
(2 ter) In het EFMZV moet ten volle rekening worden gehouden met de specifieke situatie van de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 349 VWEU. De ligging van de ultraperifere gebieden en de specifieke aard van de visserijsector in deze gebieden vereisen dat het GVB en de bijbehorende fondsen, en met name het EFMZV, moeten worden afgestemd op de specifieke kenmerken, beperkingen, extra kosten en de realiteit van deze gebieden, die aanzienlijk verschillen van de rest van de Unie. Hiertoe moeten voor deze gebieden specifieke maatregelen worden vastgesteld.
Amendement 7 Voorstel voor een verordening Overweging 2 quater (nieuw)
(2 quater) Het toekomstige EFMZV moet volledig rekening houden met de specifieke problemen en behoeften van de kleinschalige visserij, aangezien in de Unie de kleinschalige vloot arbeid verschaft aan de meeste mensen per eenheid gevangen vis.
Amendement 8 Voorstel voor een verordening Overweging 3
(3) Het GVB kan slechts slagen indien een doeltreffend controle-, inspectie- en handhavingssysteem wordt toegepast en indien zowel voor wetenschappelijk advies als voor uitvoerings- en controledoeleinden betrouwbare en volledige gegevens beschikbaar zijn; daarom moet voor deze beleidslijnen EFMZV-steun worden verleend.
(3) Het GVB kan slechts slagen indien een doeltreffend controle-, inspectie- en handhavingssysteem, met inbegrip van controles op de werkplek, wordt toegepast en indien zowel voor wetenschappelijk advies als voor uitvoerings- en controledoeleinden betrouwbare en volledige gegevens beschikbaar zijn; daarom moet voor deze beleidslijnen EFMZV-steun worden verleend.
Amendement 9 Voorstel voor een verordening Overweging 3 bis (nieuw)
(3 bis) Om het gevoel van eigen verantwoordelijkheid van vissers voor het GVB te vergroten, en daarmee de juiste tenuitvoerlegging en het algemeen welslagen van het GVB te bevorderen, moet het EFMZV partnerschap, samenwerking en dialoog tussen wetenschappers en vissers ondersteunen.
Amendement 10 Voorstel voor een verordening Overweging 4
(4) Het EFMZV moet van toepassing zijn op de aan het GMB toegewezen steun voor de ontwikkeling en uitvoering van gecoördineerde concrete acties en besluiten inzake zeeën, oceanen, kustgebieden en maritieme sectoren, voor zover deze concrete acties en besluiten een aanvulling vormen op de verschillende EU-beleidsgebieden die zijdelings gevolgen hebben voor zeeën, oceanen, kustgebieden en maritieme sectoren, zoals het gemeenschappelijk visserijbeleid en het EU-beleid inzake vervoer, industrie, territoriale cohesie, milieu, energie en toerisme. Coherentie en integratie moeten verzekerd zijn bij het beheer van de verschillende sectorale beleidslijnen in zeegebieden zoals de Oostzee, de Noordzee, de Keltische zeeën, de Golf van Biskaje en de Iberische kust, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee.
(4) Het EFMZV moet van toepassing zijn op de aan het GMB toegewezen steun voor de ontwikkeling en uitvoering van gecoördineerde concrete acties en besluiten inzake zeeën, oceanen, kustgebieden en maritieme sectoren, voor zover deze concrete acties en besluiten een aanvulling vormen op de verschillende EU-beleidsgebieden die zijdelings gevolgen hebben voor zeeën, oceanen, kustgebieden en maritieme sectoren, zoals het gemeenschappelijk visserijbeleid en het EU-beleid inzake vervoer, industrie, territoriale cohesie, milieu, energie, toerisme, terreinen waarop wetenschappelijk onderzoek, vakbekwaamheiden specifieke opleidingen moeten worden gestimuleerd. Coherentie en integratie moeten verzekerd zijn bij het beheer van de verschillende sectorale beleidslijnen in zeegebieden zoals de Oostzee, de Noordzee, de Keltische zeeën, de Golf van Biskaje en de Iberische kust, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee.
Amendement 11 Voorstel voor een verordening Overweging 4 bis (nieuw)
(4 bis) Bij de bepaling en de uitvoering van het beleid en optreden in verband met de hervorming van het GVB, het GMB en het EFMZV moet de Unie rekening houden met de eisen in verband met de bevordering van een hoog niveau van werkgelegenheid, de waarborging van een adequate sociale bescherming, de bestrijding van sociale uitsluiting alsmede een hoog niveau van onderwijs, opleiding en bescherming van de volksgezondheid, overeenkomstig artikel 9 VWEU.
Amendement 12 Voorstel voor een verordening Overweging 5
(5) Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 17 juni 2010, waarbij de Europa 2020-strategie is vastgesteld, moeten de Unie en de lidstaten werken aan slimme, duurzame en inclusieve groei en tegelijkertijd de harmonieuze ontwikkeling van de Unie bevorderen. Met name moeten de middelen gericht worden ingezet voor de verwezenlijking van de doelstellingen van Europa 2020 en moeten de streefdoelen en de doeltreffendheid worden verbeterd door resultaatgerichter te werk te gaan. De opname van het GMB in het nieuwe EFMZV draagt eveneens bij tot de voornaamste beleidsdoelstellingen in de mededeling van de Commissie van 3 maart 2010 "Europa 2020 Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" (hierna de "Europa 2020-strategie" genoemd) en is in overeenstemming met de algemene doelstellingen die in het Verdrag zijn verankerd, namelijk vergroting van de economische, sociale en territoriale cohesie.
(5) Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 17 juni 2010, waarbij de Europa 2020-strategie is vastgesteld, moeten de Unie en de lidstaten werken aan slimme, duurzame en inclusieve groei en tegelijkertijd de harmonieuze ontwikkeling van de Unie bevorderen. Met name moeten de middelen gericht worden ingezet voor de verwezenlijking van de doelstellingen en streefdoelen van Europa 2020, en in het bijzonder die inzake werkgelegenheiden de bestrijding van armoede, sociale uitsluiting en de klimaatverandering. Voorts moet de doeltreffendheid worden verbeterd door resultaatgerichter te werk te gaan. De opname van het GMB in het nieuwe EFMZV draagt eveneens bij tot de voornaamste beleidsdoelstellingen in de mededeling van de Commissie van 3 maart 2010 "Europa 2020 Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" (hierna de "Europa 2020-strategie" genoemd) en is in overeenstemming met de algemene doelstellingen die in het Verdrag zijn verankerd, namelijk vergroting van de economische, sociale en territoriale cohesie.
Amendement 13 Voorstel voor een verordening Overweging 6
(6) Om te garanderen dat het EFMZV bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het GVB, het GMB en de Europa 2020-strategie, moet worden ingezet op een beperkt aantal prioriteiten, zoals bevordering van de innovatie en de kennisbasis in de visserij en de aquacultuur, bevordering van een duurzame en hulpbronefficiënte visserij en aquacultuur en verbetering van de werkgelegenheid en de territoriale cohesie door het groei- en werkgelegenheidspotentieel van aan de kust en landinwaarts gelegen visserijgemeenschappen te ontsluiten en de diversifiëring van de visserijactiviteiten naar andere sectoren van de maritieme economie te stimuleren.
(6) Om te garanderen dat het EFMZV bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het GVB, het GMB en de Europa 2020-strategie, moet er een aantal kernprioriteiten worden vastgesteld, zoals bevordering van de innovatie en de kennisbasis in de visserij en de aquacultuur, bevordering van een duurzame en hulpbronefficiënte visserij en aquacultuur en verbetering van de werkgelegenheid en de territoriale cohesie door het groei- en werkgelegenheidspotentieel van aan de kust en landinwaarts gelegen visserijgemeenschappen te ontsluiten en de diversifiëring van de visserijactiviteiten naar andere sectoren van de maritieme economie te stimuleren.
Amendement 14 Voorstel voor een verordening Overweging 7 bis (nieuw)
(7 bis) Het EFMZV moet de levensstandaard helpen verbeteren van degenen die van de visserij afhankelijk zijn door betere arbeidsnormen voor vissers te waarborgen, met name door de naleving te garanderen van de wetgeving inzake gezondheid en veiligheid op de werkplek en van de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten.
Amendement 15 Voorstel voor een verordening Overweging 7 ter (nieuw)
(7 ter) Om verwarring over de toepassing en het effect van specifieke financiële maatregelen van het EFMZV voor de verschillende belanghebbenden die bij de visserijsector zijn betrokken te voorkomen, is het nuttig een duidelijk onderscheid te maken tussen visserijrederijen en in loondienst werkzame vissers, zoals ook reeds is bepaald in IAO-Verdrag nr. 188.
Amendement 16 Voorstel voor een verordening Overweging 8
(8) De overkoepelende doelstelling van het GVB bestaat erin ervoor zorgen dat de visserij- en de aquacultuuractiviteiten bijdragen tot milieuomstandigheden die duurzaam zijn op lange termijn en een noodzakelijke premisse vormen voor de economische en sociale ontwikkeling. Het GVB moet bovendien bijdragen tot de productiviteit en een billijke levensstandaard in de visserijsector en tot stabiele markten, en moet ervoor zorgen dat de hulpbronnen beschikbaar zijn en dat de consument tegen een redelijke prijs toegang heeft tot de voorraden.
(8) De overkoepelende doelstelling van het GVB bestaat erin ervoor zorgen dat de visserij- en de aquacultuuractiviteiten bijdragen tot de economisch, sociaal en voor het milieu duurzame ontwikkeling op lange termijn. Het GVB moet bovendien bijdragen tot de productiviteit en een billijke levensstandaard in de visserijsector en tot stabiele markten, en moet ervoor zorgen dat de hulpbronnen beschikbaar zijn en dat de consument tegen een redelijke prijs toegang heeft tot de voorraden.
Amendement 17 Voorstel voor een verordening Overweging 9
(9) Het is van het grootste belang dat milieuoverwegingen beter in aanmerking worden genomen in het GVB, dat moet bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen en streefdoelen van het milieubeleid en de Europa 2020-strategie van de Unie. Het GVB heeft tot doel om uiterlijk in 2015 de levende mariene biologische hulpbronnen zo te exploiteren dat de visbestanden op niveaus worden gebracht of gehouden die de maximale duurzame opbrengst kunnen opleveren. In het kader van het GVB zal het visserijbeheer ten uitvoerworden gelegd aan de hand van de voorzorgsbenadering en de ecosysteemgerichte benadering. Bijgevolg moet het EFMZV bijdragen tot de bescherming van het mariene milieu zoals bedoeld in Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie).
(9) Het is van het grootste belang dat milieuoverwegingen beter in aanmerking worden genomen in het GVB, dat moet bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen en streefdoelen van het milieubeleid en de Europa 2020-strategie van de Unie. Het GVB heeft tot doel om de levende mariene biologische hulpbronnen zo te exploiteren dat de visbestanden waar mogelijk in 2015 en uiterlijk in 2020 op niveaus worden gebracht of gehouden die de maximale duurzame opbrengst kunnen opleveren. Het GVB moet de duurzame ontwikkeling evenwichtig aanpakken via planning, benutting en beheer van de vangsten, waarbij rekening wordt gehouden met de huidige sociale verwachtingen en behoeften, zonder dat evenwel de voordelenin het gedrangkomendie de toekomstige generaties moeten kunnen ontlenen aan alle goederen en diensten die voortvloeien uit de mariene ecosystemen. Bijgevolg moet het EFMZV bijdragen tot de bescherming van het mariene milieu zoals bedoeld in Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie).
Amendement 18 Voorstel voor een verordening Overweging 9 bis (nieuw)
(9 bis) De middels het EFMZV gefinancierde maatregelen moeten voldoen aan de artikelen 39 en 41 VWEU, waarin wordt verwezen naar een evenwichtige toepassing van het arbeidsrecht en effectieve coördinatie van de beroepsopleiding.
Amendement 19 Voorstel voor een verordening Overweging 10
(10) Aangezien de doelstellingen van deze verordening wegens de omvang en de gevolgen van de krachtens de operationele programma's te financieren concrete acties, wegens de structurele problemen met de ontwikkeling van de visserijsector en de maritieme sectoren en wegens de beperkte financiële middelen van de lidstaten niet voldoende door de lidstaten, maar beter op EU-niveau kunnen worden verwezenlijkt via meerjarige, op relevante prioriteiten toegespitste steunverlening, dient te worden bepaald dat de EU overeenkomstig het in artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde subsidiariteitsbeginsel maatregelen kan vaststellen. Overeenkomstig het in artikel 5, lid 4, van dat Verdrag neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
(10) Aangezien de doelstellingen van deze verordening wegens de omvang en de gevolgen van de krachtens de operationele programma's te financieren concrete acties, wegens de structurele problemen met de ontwikkeling van de visserijsector en de aquacultuur- en maritieme sectoren en wegens de beperkte financiële middelen van de lidstaten niet voldoende door de lidstaten, maar beter op EU-niveau kunnen worden verwezenlijkt via meerjarige, op relevante prioriteiten toegespitste steunverlening, dient te worden bepaald dat de EU overeenkomstig het in artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde subsidiariteitsbeginsel maatregelen kan vaststellen. Overeenkomstig het in artikel 5, lid 4, van dat Verdrag neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
Amendement 20 Voorstel voor een verordening Overweging 11
(11) Met de financiering van de GVB- en de GMB-uitgaven uit één fonds (het EFMZV) wordt tegemoetgekomen aan de noodzaak een en ander te vereenvoudigen en de integratie van deze twee beleidsgebieden te intensiveren. De uitbreiding van het systeem van gedeeld beheer naar de gemeenschappelijke marktordeningen - inclusief de compensatie voor de ultraperifere gebieden en activiteiten op het gebied van controle en gegevensverzameling - moet bijdragen tot de vereenvoudiging, moet de administratieve belasting voor de Commissie en de lidstaten verminderen en moet de steunverlening coherenter en doeltreffender maken.
(11) Met de financiering van de GVB- en de GMB-uitgaven uit één fonds (het EFMZV) wordt tegemoetgekomen aan de noodzaak een en ander te vereenvoudigen en de integratie van deze twee beleidsgebieden te intensiveren. De uitbreiding van het systeem van gedeeld beheer naar de gemeenschappelijke marktordeningen - inclusief de compensatie voor de ultraperifere gebieden en activiteiten op het gebied van controle en gegevensverzameling en -beheer - moet bijdragen tot vereenvoudiging, moet de administratieve belasting voor de Commissie en de lidstaten verminderen en moet de steunverlening coherenter en doeltreffender maken.
Amendement 21 Voorstel voor een verordening Overweging 11 bis (nieuw)
(11 bis) De financiering moet overeenstemmen met punt 17 van het Interinstitutioneel Akkoord van XX/201z tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.
Amendement 22 Voorstel voor een verordening Overweging 11 ter (nieuw)
(11 ter) De financiering moet worden toegewezen onverminderd de bepalingen van de verordening tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020 en het Interinstitutioneel Akkoord van xxx/201z tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.
Amendement 23 Voorstel voor een verordening Overweging 12
(12) De GVB- en de GMB-uitgaven moeten met EU-begrotingsmiddelen worden gefinancierd uit één fonds (het EMVF) dat hetzij direct hetzij gedeeld met de lidstaten wordt beheerd. Met de lidstaten gedeeld beheer moet slechts worden toegepast op maatregelen ter ondersteuning van de visserij, de aquacultuur en door de gemeenschap aangestuurde plaatselijke ontwikkeling, en op de gemeenschappelijke marktordeningen, de compensatie voor de ultraperifere gebieden en activiteiten op het gebied van controle en gegevensverzameling. Het directe beheer moet worden toegepast op wetenschappelijk advies, vrijwillige bijdragen aan de regionale organisaties voor visserijbeheer, adviesraden en concrete acties voor de uitvoering van het GMB. Er moet worden gespecificeerd welke maatregelen uit het EFMZV kunnen worden gefinancierd.
(12) De GVB- en de GMB-uitgaven moeten met EU-begrotingsmiddelen worden gefinancierd uit één fonds (het EMVF) dat hetzij direct hetzij gedeeld met de lidstaten wordt beheerd. Met de lidstaten gedeeld beheer moet slechts worden toegepast op maatregelen ter ondersteuning van de visserij, de aquacultuur en door de gemeenschap aangestuurde plaatselijke ontwikkeling, en op maatregelen voor afzet en verwerking, de compensatie voor de ultraperifere gebieden en activiteiten op het gebied van controle en gegevensverzameling. Het directe beheer moet worden toegepast op de voorbereiding van productie- en afzetprogramma's, opslagsteun, wetenschappelijk advies, vrijwillige bijdragen aan de regionale organisaties voor visserijbeheer, adviesraden en concrete acties voor de uitvoering van het GMB. Er moet worden gespecificeerd welke maatregelen uit het EFMZV kunnen worden gefinancierd.
Amendement 24 Voorstel voor een verordening Overweging 14
(14) Overeenkomstig de artikelen 50 en 51 van de [verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid] (hierna de "GVB-verordening" genoemd) mag de Unie slechts financiële steun in het kader van het EFMZV verlenen indien zowel de lidstaten als de marktdeelnemers de GVB-voorschriften nakomen. Met deze voorwaarde wordt aangegeven dat de Unie overeenkomstig artikel3 VWEU de taak heeft om in het algemeen belang te zorgen voor de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid.
(14) Overeenkomstig de artikelen 50 en 51 van de [verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid] (hierna de "GVB-verordening" genoemd) mag de Unie slechts financiële steun in het kader van het EFMZV verlenen indien zowel de lidstaten als de marktdeelnemers de GVB-voorschriften nakomen. Met deze voorwaarde wordt aangegeven dat de Unie overeenkomstig respectievelijk de artikelen3 en 9 VWEU de taak heeft om in het algemeen belang te zorgen voor de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, alsook voor de naleving van de vereisten met betrekking tot de bevordering van een hoog werkgelegenheidsniveau en de waarborging van adequate sociale bescherming.
Amendement 25 Voorstel voor een verordening Overweging 15
(15) De verwezenlijking van de GVB-doelstellingen zou op de helling komen te staan indien uit het EFMZV EU-steun wordt betaald aan marktdeelnemers die vooraf niet voldoen aan vereisten betreffende het algemeen belang van de instandhouding van de mariene biologische hulpbronnen. Daarom mag slechts steun worden verleend aan marktdeelnemers die gedurende een bepaalde periode vóór de indiening van hun aanvraag niet betrokken zijn bij de exploitatie, het beheer of de eigendom van vissersvaartuigen die zijn opgenomen in de EU-lijst van IOO-vaartuigen zoals bedoeld in artikel 40, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999, die geen ernstige inbreuk hebben gepleegd zoals bedoeld in artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 en artikel 90, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006, en die, geen andere inbreuken op de GVB-voorschriften hebben gepleegd die met name de duurzaamheid van de betrokken bestanden in gevaar brengen en een ernstige bedreiging vormen voor de duurzame exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren (hierna "MSY" - maximal sustainable yield - genoemd)..
(15) De verwezenlijking van de GVB-doelstellingen zou op de helling komen te staan indien uit het EFMZV EU-steun wordt betaald aan marktdeelnemers die vooraf niet voldoen aan vereisten betreffende het algemeen belang van de instandhouding van de mariene biologische hulpbronnen. Daarom mag slechts steun worden verleend aan marktdeelnemers op voorwaarde dat zij gedurende een bepaalde periode vóór de indiening van hun aanvraag niet betrokken waren bij de exploitatie, het beheer of de eigendom van vissersvaartuigen die zijn opgenomen in de EU-lijst van IOO-vaartuigen zoals bedoeld in artikel 40, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999, en evenmin betrokken waren bij de exploitatie, het beheer of de eigendom van vissersvaartuigendie de vlag voeren van landen die geïdentificeerd zijn als niet-meewerkende derde landen zoals bedoeld in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1005/2008. Daarnaast mag slechts steun worden verleend aan marktdeelnemers op voorwaarde dat zij geen ernstige inbreuk hebben gepleegd zoals bedoeld in artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 en artikel 90, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006, en die geen andere inbreuken op de GVB-voorschriften hebben gepleegd die met name de duurzaamheid van de betrokken bestanden in gevaar brengen en een ernstige bedreiging vormen voor de duurzame exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren (hierna "MSY" - maximal sustainable yield - genoemd).
Amendement 26 Voorstel voor een verordening Overweging 17
(17) Indien begunstigden inbreuken plegen tegen de GVB-voorschriften, moeten de gevolgen die krachtens de regelgeving verbonden zijn aan niet-naleving van de subsidiabiliteitsvoorwaarden, van toepassing worden. Bij het bepalen van het bedrag van de niet-subsidiabele uitgaven moet rekening worden gehouden met de ernst van de niet-naleving van de GVB-voorschriften door de begunstigde, met het economische voordeel dat voortvloeit uit de niet-naleving van de GVB-voorschriften of met het belang van de EFMZV-bijdrage voor de economische activiteit van de begunstigde.
(17) Indien begunstigden inbreuken plegen tegen de GVB-voorschriften, moeten de gevolgen die krachtens de regelgeving verbonden zijn aan niet-naleving van de subsidiabiliteitsvoorwaarden, van toepassing worden. Bij het bepalen van het bedrag van de niet-subsidiabele uitgaven moet rekening worden gehouden met de ernst (inclusief de omvang, de duur en eventuele herhaling) van de niet-naleving van de GVB-voorschriften door de begunstigde, met het economische voordeel dat voortvloeit uit de niet-naleving van de GVB-voorschriften of met het belang van de EFMZV-bijdrage voor de economische activiteit van de begunstigde.
Amendement 27 Voorstel voor een verordening Overweging 18
(18) De verwezenlijking van de GVB-doelstellingen zou tevens worden ondermijnd indien in het kader van het EFMZV financiële EU-steun wordt betaald aan lidstaten die niet voldoen aan hun uit de GVB-voorschriften voortvloeiende verplichtingen met betrekking tot het algemeen belang van de instandhouding van de mariene biologische hulpbronnen, zoals gegevensverzameling en uitvoering van de controlevereisten. Niet-naleving van deze verplichtingen door de lidstaten brengt bovendien het gevaar met zich mee dat niet in aanmerking komende begunstigden of niet-subsidiabele concrete acties niet door de lidstaten worden gedetecteerd.
(18) De verwezenlijking van de GVB-doelstellingen zou tevens worden ondermijnd indien in het kader van het EFMZV financiële EU-steun wordt betaald aan lidstaten die niet voldoen aan hun verplichtingen om een evenwicht te bewerkstelligen tussen de visserijvloot en de visserijmogelijkheden overeenkomstig artikel 34, lid 1, van de GVB-basisverordening of aan hun uit de GVB-voorschriften voortvloeiende verplichtingen met betrekking tot het algemeen belang van de instandhouding van de mariene biologische hulpbronnen, zoals gegevensverzameling en uitvoering van de controlevereisten. Niet-naleving van deze verplichtingen door de lidstaten brengt bovendien het gevaar met zich mee dat niet in aanmerking komende begunstigden of niet-subsidiabele concrete acties niet door de lidstaten worden gedetecteerd.
Amendement 28 Voorstel voor een verordening Overweging 19
(19) Om te voorkomen dat niet-conforme betalingen worden verricht en om lidstaten ertoe te stimuleren de GVB-voorschriften na te leven of de naleving ervan door de begunstigden te eisen, moet het mogelijk zijn om telkens voor een beperkte periode betalingen uit te stellen of te schorsen. Met het oog op de inachtneming van het evenredigheidsbeginsel moeten financiële correcties met specifieke en onherroepelijke consequenties slechts worden toegepast op uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met concrete acties in het kader waarvan de GVB-voorschriften niet zijn nageleefd.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 29 Voorstel voor een verordening Overweging 20
(20) Om ervoor te zorgen dat de tenuitvoerlegging van de fondsen voor steunverlening in het kader van het cohesiebeleid, namelijk het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Cohesiefonds (CF), beter wordt gecoördineerd en geharmoniseerd met het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV), zijn gemeenschappelijke bepalingen voor al deze onder het gemeenschappelijk strategisch kader vallende fondsen (de "GSK-fondsen") vastgesteld bij [Verordening (EU) nr. […] tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen]. Naast de in die verordening vastgestelde bepalingen zijn, vanwege de bijzondere kenmerken van het GVB en het GMB, specifieke bepalingen van toepassing op het EFMZV.
(20) Om ervoor te zorgen dat de tenuitvoerlegging van de fondsen voor steunverlening in het kader van het cohesiebeleid, namelijk het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Cohesiefonds (CF), beter wordt gecoördineerd en geharmoniseerd met het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV), zijn gemeenschappelijke bepalingen voor al deze onder het gemeenschappelijk strategisch kader vallende fondsen (de "GSK-fondsen") vastgesteld bij [Verordening (EU) nr. […] tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen]. Ook dient te worden benadrukt dat de fondsen in aanvulling op elkaar kunnen worden ingezet om de prioriteiten van het cohesiebeleid van de Unie en de Europa 2020-strategie doeltreffender te verwezenlijken, hetgeen synergie vereist tussen het EFMZV en het ESF om de belangrijke doelstellingen inzake werkgelegenheid en de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting te kunnen verwezenlijken. Naast de in die verordening vastgestelde bepalingen zijn, vanwege de bijzondere kenmerken van het GVB en het GMB, specifieke bepalingen van toepassing op het EFMZV.
Amendement 30 Voorstel voor een verordening Overweging 22
(22) Het optreden van de Unie moet complementair zijn aan dat van de lidstaten, of de bedoeling hebben daartoe bij te dragen. Om een significante toegevoegde waarde te garanderen, moet het partnerschap tussen de Commissie en de lidstaten worden versterkt middels regelingen op grond waarvan verschillende soorten partners met volledige inachtneming van de institutionele bevoegdheden van de lidstaten kunnen deelnemen. Er dient specifiek op te worden toegezien dat vrouwen en minderheidsgroepen adequaat worden vertegenwoordigd. Dit partnerschap omvat regionale, plaatselijke en andere openbare autoriteiten, andere ter zake relevante organisaties, met inbegrip van die welke verantwoordelijk zijn voor het milieu en voor het bevorderen van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, de economische en sociale partners en andere bevoegde instanties. De partners moeten worden betrokken bij de voorbereiding van de partnerschapscontracten en bij de voorbereiding, de uitvoering, de monitoring en de evaluatie van de programmering.
(22) Om een significante toegevoegde waarde te garanderen, moet het partnerschap tussen de Commissie, de autoriteiten van de lidstaten en de verschillende soorten partners worden versterkt middels regelingen op grond waarvan deze actoren, inclusief de betrokken sociale partners, met volledige inachtneming van de institutionele bevoegdheden van de lidstaten kunnen deelnemen. Dit partnerschap omvat regionale, plaatselijke en andere openbare autoriteiten, andere ter zake relevante organisaties, met inbegrip van die welke verantwoordelijk zijn voor het milieu en voor het bevorderen van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, de economische en sociale partners, de visserijsector en andere bevoegde instanties. Gelet opde bijzondere aard van de visserijsector moet worden toegezien op de deelname van economische en socialepartners die de verschillende subsectoren en territoriale niveaus vertegenwoordigen, de wetenschappelijke onderzoeksorganisaties en de nationale en regionale netwerken van de plaatselijke actiegroepen voor de visserij (FLAG's). Er dient specifiek op te worden toegezien dat vrouwen en minderheidsgroepen adequaat worden vertegenwoordigd. De partners moeten worden betrokken bij de voorbereiding van de partnerschapscontracten en bij de voorbereiding, de uitvoering, de monitoring en de evaluatie van de programmering.
Amendement 31 Voorstel voor een verordening Overweging 24
(24) De Commissie moet op basis van objectieve en transparante criteria de beschikbare vastleggingskredieten jaarlijks verdelen; onder de hier bedoelde criteria moeten onder meer worden verstaan: de historische toewijzingen in het kader van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad en de historische besteding in het kader van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad.
(24) De Commissie moet op basis van objectieve en transparante criteria de beschikbare vastleggingskredieten jaarlijks verdelen; onder de hier bedoelde criteria moeten onder meer worden verstaan: de voorgeschiedenis van de toewijzingen in het kader van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad en de historische besteding in het kader van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad.
Amendement 32 Voorstel voor een verordening Overweging 25
(25) In het kader van het GVB is het van het grootste belang dat vooraf aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name wat betreft de indiening van een meerjarig nationaal strategisch aquacultuurplan en het bewijs dat de nodige capaciteit voorhanden is om enerzijds te voldoen aan de vereisten inzake de verstrekking van gegevens voor het visserijbeheer en om anderzijds de regelgeving te handhaven via de tenuitvoerlegging van een controle-, inspectie- en handhavingssysteem van de Unie.
(25) In het kader van het GVB is het van het grootste belang dat vooraf aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, met name wat betreft de indiening van een meerjarig nationaal strategisch aquacultuurplan en het bewijs dat de nodige capaciteit voorhanden is om enerzijds te voldoen aan de vereisten inzake de verstrekking van gegevens voor het visserijbeheer en om anderzijds de regelgeving te handhaven via de tenuitvoerlegging van een controle-, inspectie- en handhavingssysteem van de Unie, alsmede om de toepassing van de Uniewetgeving inzake arbeidsvoorwaarden te waarborgen, in het bijzonder met betrekking tot veiligheid, gezondheid, onderwijs en opleiding.
Amendement 33 Voorstel voor een verordening Overweging 26
(26) Overeenkomstig de nagestreefde vereenvoudiging moeten alle EFMZV-activiteiten die onder het gedeelde beheer vallen, met inbegrip van controles en gegevensverzameling, in één operationeel programma per lidstaat worden opgenomen overeenkomstig de structuur van die lidstaat. De programmeringsperiode bestrijkt de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020. Elke lidstaat moet één operationeel programma voorbereiden. In elk programma moet een strategie worden vastgesteld aan de hand waarvan de streefdoelen ten aanzien van de EU-prioriteiten voor het EFMZV moeten worden bereikt, alsmede een selectie maatregelen. De programmering moet in overeenstemming zijn met de EU-prioriteiten en moet tegelijkertijd afgestemd zijn op de nationale context en een aanvulling vormen op andere EU-beleidsgebieden, met name plattelandsontwikkeling en cohesie.
(26) Overeenkomstig de nagestreefde vereenvoudiging moeten alle EFMZV-activiteiten die onder het gedeelde beheer vallen, met inbegrip van controles en gegevensverzameling, in één operationeel programma per lidstaat worden opgenomen overeenkomstig de structuur van die lidstaat. De programmeringsperiode bestrijkt de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020. Elke lidstaat moet één operationeel programma voorbereiden. In elk programma moet een strategie worden vastgesteld aan de hand waarvan de streefdoelen ten aanzien van de EU-prioriteiten voor het EFMZV moeten worden bereikt, alsmede een selectie maatregelen. De programmering moet in overeenstemming zijn met de EU-prioriteiten en moet tegelijkertijd afgestemd zijn op de nationale en regionale context, met name op de specifieke kenmerken van de ultraperifere regio's, en een aanvulling vormen op andere EU-beleidsgebieden, dochmet behoud van het bestaande beheers- en controlesysteem, zodat er geen extra kosten worden gegenereerd of vertragingen ontstaan bij de uitvoering van programma´s.
Amendement 34 Voorstel voor een verordening Overweging 30
(30) De lidstaten moeten het gedeelte van het operationele programma dat betrekking heeft op gegevensverzameling, opstellen in overeenstemming met het meerjarenprogramma van de Unie. Gezien de evoluerende behoeften op het gebied van gegevensverzameling moeten de lidstaten een jaarlijks werkprogramma opstellen dat onder toezicht van de Commissie jaarlijks moet worden aangepast en dat door de Commissie moet worden goedgekeurd.
(30) De lidstaten moeten het gedeelte van het operationele programma dat betrekking heeft op gegevensverzameling, opstellen in overeenstemming met het meerjarenprogramma van de Unie. Gezien de evoluerende behoeften op het gebied van gegevensverzameling en -beheer moeten de lidstaten een jaarlijks werkprogramma opstellen dat onder toezicht van de Commissie jaarlijks moet worden aangepast en dat door de Commissie moet worden goedgekeurd.
Amendement 35 Voorstel voor een verordening Overweging 31
(31) Om het concurrentievermogen en de economische prestatie van de visserij te verbeteren, is het van essentieel belang innovatie en ondernemerschap te bevorderen. Hiertoe moet uit het EFMZV steun worden verleend voor innovatieve concrete acties en bedrijfsontwikkeling.
(31) Om het concurrentievermogen en de economische prestatie van de visserij te verbeteren, is het van essentieel belang innovatie en ondernemerschap te bevorderen. Hiertoe moet uit het EFMZV steun worden verleend voor innovatieve concrete acties en ecologisch duurzame bedrijfsontwikkeling, overeenkomstig het voorzorgsbeginsel en een op ecosystemen gebaseerde benadering.
Amendement 36 Voorstel voor een verordening Overweging 31 bis (nieuw)
(31 bis) Vanwege de economische turbulentie van de afgelopen jaren ten gevolge van de financiële crisis, ondervinden veel jongeren problemen bij het vergaren van de nodige financiële middelen om tot de visserijsector toe te treden. EFMZV-steun moet er derhalve onder meer op zijn gericht jongeren te helpen toegang te krijgen tot de visserijsector, bijvoorbeeld door bij te dragen aan het opstarten van een eerste onderneming.
Amendement 37 Voorstel voor een verordening Overweging 32
(32) Investeringen in menselijk kapitaal zijn eveneens onmisbaar, wil men het concurrentievermogen en de economische prestatie van de visserij- en de maritieme activiteiten verbeteren. Hiertoe moet uit het EFMZV steun worden verleend voor een leven lang leren, voor samenwerking tussen wetenschappers en vissers ter bevordering van de kennisverspreiding, en voor adviesdiensten om de prestatie en het concurrentievermogen van de marktdeelnemers globaal te verbeteren.
(32) Investeringen in menselijk kapitaal zijn eveneens onmisbaar, wil men het concurrentievermogen en de economische prestatie van de visserij- en de maritieme activiteiten verbeteren. Hiertoe moet uit het EFMZV steun worden verleend voor beroepsopleiding (die naast de technische aspecten ook kennis moet omvatten omtrent een duurzaam visserijbeheer en de correcte verwerking van vis met het oog op het bereiken van een grotere rendabiliteit), betere gezondheids-, veiligheids- en hygiënische normen op het werk, voor een leven lang leren, voor samenwerking tussen wetenschappers en vissers ter bevordering van de kennisverspreiding, en voor adviesdiensten om de prestatie en het concurrentievermogen van de marktdeelnemers globaal te verbeteren. Daarnaast is het belangrijk dat het EFMZV generatievernieuwing bevordert en dat de beroepsgroep wordt verjongd door het creëren van specifieke mechanismen om jongeren aan te moedigen tot de sector toe te treden, met name door de status van het vissersberoep te verhogen, door te zorgen voor betere veiligheids-, gezondheids- en welzijnsvoorwaarden aan boord, door het creëren van betere ontwikkelings- en beroepsopleidingsmogelijkheden en door een hoger inkomen.
Amendement 38 Voorstel voor een verordening Overweging 32 bis (nieuw)
(32 bis) Het EFMZV moet kleinschalige visserij ondersteunen om de voor deze sector specifieke problemen aan te pakken en het lokale, duurzame beheer van de betrokken visserijtakken en de ontwikkeling van de kustgemeenschappen te stimuleren.
Amendement 39 Voorstel voor een verordening Overweging 32 ter (nieuw)
(32 ter) Gezien het feit dat kleine ondernemingen moeilijk toegang hebben tot communautaire steun, moet het EFMZV het opzetten van collectieve projecten aanmoedigen en de initiatiefnemers van deze projecten technische bijstand verlenen.
Amendement 40 Voorstel voor een verordening Overweging 32 quater (nieuw)
(32 quater) Het EFMZV moet een lokaal en duurzaam visserij- en ontwikkelingsbeleid in de kustgemeenschappen ondersteunen.
Amendement 41 Voorstel voor een verordening Overweging 32 quinquies (nieuw)
(32 quinquies) Het EFMZV dient stimulansen te bieden om de kleine productiestructuren van de kleinschalige kustvisserij en de binnenvisserij te betrekken bij de uitwerking van collectieve projecten en het dient technische bijstand te bieden aan de ontwikkelaars van zulke projecten.
Amendement 42 Voorstel voor een verordening Overweging 33
(33) Gezien de belangrijke rol van de echtgenotes van zelfstandige vissers in de kleinschalige kustvisserij, moet uit het EFMZV steun worden verleend voor opleidings- en netwerkactiviteiten die deze vrouwen helpen zich op professioneel gebied te ontwikkelen en hun de instrumenten aanreiken om de ondersteunende taken die zij traditioneel op zich nemen, beter uit te voeren.
(33) Gezien de belangrijke rol van de echtgenotes van zelfstandige vissers in de kleinschalige kustvisserij, moet uit het EFMZV steun worden verleend voor activiteiten op het gebied van een leven lang leren en netwerkvorming die deze vrouwen helpen zich op professioneel gebied te ontwikkelen en hun de instrumenten aanreiken om de ondersteunende taken die zij traditioneel op zich nemen of andere taken die voortvloeien uit de diversifiëring van de visserijactiviteiten, beter uit te voeren.
Amendement 43 Voorstel voor een verordening Overweging 33 bis (nieuw)
(33 bis) Het EFMZV dient de sociale dialoog op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau te ondersteunen door de sociale partners bij deze dialoog te betrekken en hun organisatiecapaciteit te versterken.
Amendement 44 Voorstel voor een verordening Overweging 33 ter (nieuw)
(33 ter) Als zodanig door de lidstaten aangemerkte aanvullende visserij- en aquacultuuractiviteiten, zoals de activiteiten van nettenmakers, aasleveranciers, verpakkers en andere personen die rechtstreeks met vissers werken, moeten ook in aanmerking komen voor steun uit het EFMZV ter ontplooiing van hun voor het beter functioneren van de sector noodzakelijke activiteiten.
Amendement 45 Voorstel voor een verordening Overweging 34
(34) Aangezien de kleinschalige kustvissers slechts zwak vertegenwoordigd zijn in de sociale dialoog, moet uit het EFMZV steun worden verleend aan organisaties die deze dialoog in de relevante fora bevorderen.
(34) Gezien het maatschappelijke en territoriale belang van de kustvisserij, moet uit het EFMZV steun worden verleend aan organisaties die de betrokkenheid van de kustvissers bij de sociale dialoog in de relevante fora bevorderen.
Amendement 46 Voorstel voor een verordening Overweging 34 bis (nieuw)
(34 bis) Er moet steun worden verstrekt voor de ontwikkeling en uitvoering van meerjarenplannen (artikelen 9 t/m 11 van de verordening inzake het GVB).
Amendement 47 Voorstel voor een verordening Overweging 35
(35) Gezien de cruciale rol van kleinschalige kustvissers in de kustgemeenschappen en gezien de mogelijkheden die diversifiëring voor deze vissers meebrengt, moet het EFMZV de diversifiëring bevorderen door steun te verlenen voor opleidingen ter verwerving van beroepsvaardigheden die nodig zijn voor andere dan visserijactiviteiten, en door daarnaast steun te verlenen voor het opstarten van ondernemingen en voor investeringen in het ombouwenvan de vaartuigen van deze vissers.
(35) Het EFMZV moet het scheppen van banen bevorderen door steun te verlenen voor opleidingen ter verwerving van de nodige beroepsvaardigheden, en door daarnaast steun te verlenen voor het opstarten van ondernemingen in de visserijsectoren voor het ontwikkelenvan aanvullende, aande visserij gerelateerde activiteiten.
Amendement 48 Voorstel voor een verordening Overweging 35 bis (nieuw)
(35 bis) Om ervoor te zorgen dat de volgende generaties in de visserijsector actief blijven, is het belangrijk dat het EFMZV toetreding van jongeren tot de visserijsector bevordert, met name via stimulansen voor jonge vissers die voor het eerst eigenaar van een vaartuig worden.
Amendement 49 Voorstel voor een verordening Overweging 35 ter (nieuw)
(35 ter) Er mag niet worden vergeten dat de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de visserij als een gevaarlijk beroep beschouwt in vergelijking met andere beroepen en dat in het kader van de genoemde organisatie verschillende verdragen en aanbevelingen zijn ondertekend of aangenomen om behoorlijke arbeidsomstandigheden voor vissers te bevorderen. De in deze verdragen en aanbevelingen vervatte beginselen moeten dienen als richtsnoer voor een beter gebruik van de EFMZV-middelen.
Amendement 50 Voorstel voor een verordening Overweging 36
(36) Met het oog op de behoeften op het gebied van gezondheid en veiligheid aan boord moet uit het EFMZV-steun worden verleend voor investeringen in dat verband.
(36) Met het oog op de behoeften op het gebied van gezondheid en veiligheid aan boord moet uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen in dat verband, en voor verbeteringen met betrekking tot de leefbaarheid van de vaartuigen.
Amendement 51 Voorstel voor een verordening Overweging 37
(37) Naar aanleiding van de vaststelling van systemen voor overdraagbare visserijconcessies zoals bedoeld in artikel 27 van [GVB-verordening] en met het oog op ondersteuning van de lidstaten bij de tenuitvoerlegging van deze nieuwe systemen moet uit het EFMZV steun worden verleend voor capaciteitsopbouw en uitwisseling van beste praktijken.
Schrappen
Amendement 52 Voorstel voor een verordening Overweging 37 bis (nieuw)
(37 bis) Het EFMZV moet erkennen dat het belangrijk is het maritieme erfgoed te beschermen en moet daarom steun verlenen aan investeringen voor de bescherming en het behoud van het maritieme erfgoed en aan traditionele maritieme ambachten.
Amendement 53 Voorstel voor een verordening Overweging 38
(38) De invoering van de systemen voor overdraagbare visserijconcessies moet het concurrentievermogen van de sector verbeteren. Als gevolg daarvan is het mogelijk dat buiten de visserijsector nieuwe beroepskansen moeten worden gecreëerd. Daarom moet het EFMZV in visserijgemeenschappen de economische bedrijvigheid diversifiëren en banen creëren, met name door steun te verlenen om ondernemingen op te starten en om vaartuigen die actief zijn in de kleinschalige kustvisserijn, aan te passen aan andere maritieme activiteiten dan de visserij zelf. Toepassing van deze laatste maatregel is op haar plaats aangezien vaartuigen die actief zijn in de kleinschalige kustvisserij, niet onder de systemen voor overdraagbare visserijconcessies vallen.
Schrappen
Amendement 54 Voorstel voor een verordening Overweging 38 bis (nieuw)
(38 bis) Conform de doelstelling om in het kader van de Europa 2020-strategie banen te creëren, moet het EFMZV ook voorzien in middelen om het makkelijker te maken maatregelen vast te stellen voor het creëren van werk en het verbeteren van de werkgelegenheid in de gehele visserijsector, van vangst en aquacultuur tot verwerking en afzet.
Amendement 55 Voorstel voor een verordening Overweging 38 ter (nieuw)
(38 ter) Om voor de visserijsector een duurzame toekomst te creëren, is het van belang dat het EFMZV binnen de visserijgemeenschappen banen helpt creëren, met name door ondersteuning van nieuw op te starten bedrijven en door jongeren te helpen toegang te krijgen tot beroepen in de visserijsector.
Amendement 56 Voorstel voor een verordening Overweging 39
(39) Het GVB heeft tot doel de duurzame exploitatie van de visbestanden te verzekeren. De overcapaciteit is als een belangrijke oorzaak van de overbevissing aangemerkt. Daarom is het van essentieel belang de EU-vissersvloot op de beschikbare hulpbronnen af te stemmen. Regelingen voor de verlening van overheidssteun voor bijvoorbeeld de definitieve of tijdelijke beëindiging van visserijactiviteiten of het slopen van vaartuigen zijn geen doeltreffende instrumenten voor het wegwerken van de overcapaciteit gebleken. Daarom zal in het kader van het EFMZV steun worden verleend voor de invoering en het beheer van systemen voor overdraagbare visserijconcessies die de overcapaciteit moeten verminderen en de economische prestatie en rendabiliteit van de betrokken marktdeelnemers moeten versterken.
Schrappen
Amendement 57 Voorstel voor een verordening Overweging 40
(40) Aangezien de overcapaciteit een van de voornaamste oorzaken van de overbevissing is, moeten maatregelen worden genomen om de EU-vissersvloot aan te passen aan de beschikbare hulpbronnen. In dit verband moet uit het EFMZV steun worden verleend om de systemen voor overdraagbare visserijconcessies die in het kader van het GVB zijn ingevoerd als beheersinstrument ter verlaging van de overcapaciteit, vast te stellen, te wijzigen en te beheren.
Schrappen
Amendement 59 Voorstel voor een verordening Overweging 40 bis (nieuw)
(40 bis) In het geval van lidstaten die niet voldoen aan hun verplichtingen op het vlak van de verzameling en transmissie van gegevens of die nalaten melding te maken van hun feitelijke vissersvlootcapaciteit moeten de middelen uit het EFMZV worden bevroren of verminderd.
Amendement 60 Voorstel voor een verordening Overweging 40 ter (nieuw)
(40 ter) Om ervoor te zorgen dat de lidstaten de in bijlage II van [Verordening (EU) nr…./… betreffende het GVB] vastgestelde vangstcapaciteitsmaxima naleven, moet de Commissie geheel of gedeeltelijk de betalingen en de vastleggingen kunnen opschorten voor de operationele programma's van de lidstaten die hun vangstcapaciteitsmaxima niet naleven, op grond van een onderzoek dat drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening wordt verricht.
Amendement 61 Voorstel voor een verordening Overweging 40 quater (nieuw)
(40quater) In het geval van lidstaten die niet voldoen aan hun verplichtingen op het vlak van de verzameling en transmissie van gegevens of die nalaten melding te maken van hun feitelijke vissersvloot en capaciteit moeten de middelen uit het EFMZV worden bevroren of verminderd.
Amendement 62 Voorstel voor een verordening Overweging 40 quinquies (nieuw)
(40 quinquies) Om het inkomen van de vissers te beschermen, moet het EFMZV bijdragen aan onderlinge stabilisatiefondsen die de verliezen veroorzaakt door natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden, ongevallen met gevolgen voor het milieu of de gezondheid of abrupte stijgingen van de brandstofprijzen dekken.
Amendement 63 Voorstel voor een verordening Overweging 41
(41) Het is van het grootste belang milieuoverwegingen in het EFMZV te integreren en de uitvoering van instandhoudingsmaatregelen in het kader van het GVB te steunen, met dien verstande dat hierbij rekening wordt gehouden met de uiteenlopende kenmerken van de EU-wateren. Hiertoe dient absoluut een geregionaliseerde benadering van instandhoudingsmaatregelen te worden ontwikkeld.
(41) Het is van het grootste belang milieuoverwegingen in het EFMZV te integreren en de uitvoering van instandhoudingsmaatregelen in het kader van het GVB te steunen, met dien verstande dat hierbij rekening wordt gehouden met de uiteenlopende kenmerken van de EU-wateren. Hiertoe dient absoluut een geregionaliseerde benadering van instandhoudingsmaatregelen te worden ontwikkeld middels een meerjarenstrategie voor het visserijbeheer, waarbij het accent moet komen te liggen op meerjarenplannen die de biologische kenmerken van de verschillende soorten en de specifieke eigenschappen van elke visserijtak weerspiegelen.
Amendement 64 Voorstel voor een verordening Overweging 41 bis (nieuw)
(41 bis) Het is van cruciaal belang de schadelijke gevolgen van de klimaatverandering in kust- en mariene ecosystemen te matigen. Het EFMZV moet steun verlenen aan investeringen om het aandeel van de visserijsector in de uitstoot van broeikasgassen te verminderen alsook aan projecten met het oog op de bescherming en het herstel van zeegrasbodems en waterrijke kustgebieden die belangrijke koolstofputten zijn.
Amendement 65 Voorstel voor een verordening Overweging 42
(42) Uit het EFMZV moet steun worden verleend om de impact van de visserij op het mariene milieu te reduceren, met name door eco-innovatie en selectiever vistuig en selectievere apparatuur te bevorderen en door maatregelen te nemen om de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen, samen met de diensten die deze leveren, te beschermen en in stand te houden overeenkomstig de biodiversiteitsstrategie van de Unie tot 2020.
(42) Uit het EFMZV moet steun worden verleend om de schadelijke impact van de visserij op het mariene milieu te reduceren, om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, om het gebruik van selectiever vistuig en selectievere apparatuur te bevorderen en om bij te dragen aan de ontwikkeling van brandstofefficiëntere vaartuigen. Het EFMZV moet met name eco-innovatie met betrekking tot de scheepsrompen, de motoren en het vistuig aanmoedigen, evenals maatregelen om de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen, samen met de diensten die deze leveren, te beschermen en in stand te houden overeenkomstig de biodiversiteitsstrategie van de Unie tot 2020 en overeenkomstig de in de Europa 2020-strategie opgenomen kerndoelen inzake de klimaatverandering.
Amendement 66 Voorstel voor een verordening Overweging 42 bis (nieuw)
(42 bis) Om een positieve ontwikkeling van de visbestanden te helpen bevorderen en met het oog op het behoud van de visserij buiten het gesloten seizoen, moet het EFMZV de instelling van biologische seizoenen kunnen helpen bevorderen wanneer dergelijke seizoenen, die moeten samenvallen met bepaalde cruciale fasen in de levenscyclus van de respectieve soorten, nodig blijken te zijn voor de duurzame exploitatie van de visbestanden.
Amendement 67 Voorstel voor een verordening Overweging 42 ter (nieuw)
(42 ter) Om de gevolgen van visserij voor mariene ecosystemen tot een minimum te beperken, moet het EFMZV steun verlenen aan de totstandbrenging, het beheer, het toezicht en de controle van een samenhangend netwerk van gebieden voor het herstel van visbestanden.
Amendement 69 Voorstel voor een verordening Overweging 43 bis (nieuw)
(43 bis) Gezien de risico´s die aan het investeren in visserijactiviteiten verbonden zijn, moet het EFMZV de positie van de bedrijven helpen te versterken door hun toegang te bieden tot een productierisicoverzekering en zo het inkomen van de producenten te beschermen tegen abnormale productieverliezen die met name terug te voeren zijn op natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden, plotselinge veranderingen in de waterkwaliteit, ziekten, plagen of de vernieling van productie-uitrusting.
Amendement 70 Voorstel voor een verordening Overweging 44
(44) Gezien het belang van vissershavens, aanlandingsplaatsen en beschuttingsplaatsen moet uit het EFMZV steun worden verleend voor ter zake relevante investeringen, met name ter verbetering van de energie-efficiency, de milieubescherming, de kwaliteit van de aangelande producten, de veiligheid en de arbeidsomstandigheden.
(44) Gezien het belang van vissershavens, visafslagen, aanlandingsplaatsen en beschuttingsplaatsen moet uit het EFMZV steun worden verleend voor ter zake relevante investeringen, met name ter verbetering van de energie-efficiency, de milieubescherming, de kwaliteit van de aangelande producten, de veiligheid en de arbeidsomstandigheden.
Amendement 71 Voorstel voor een verordening Overweging 44 bis (nieuw)
(44 bis) Om de kleinschalige kustvisserij te bevorderen, moeten de lidstaten een actieplan voor de ontwikkeling, het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de ambachtelijke kustvisserij bij hun werkprogramma voegen.
Amendement 72 Voorstel voor een verordening Overweging 44 ter (nieuw)
(44 ter) Het EFMZV moet de totstandbrenging van een samenhangend netwerk van gebieden voor het herstel van visbestanden steunen waarin alle visserijactiviteiten verboden zijn en die gebieden omvatten die belangrijk zijn voor visproductiviteit, in het bijzonder kraam-, paai- en voedselgebieden voor visbestanden.
Amendement 73 Voorstel voor een verordening Overweging 44 quater (nieuw)
(44 quater) Enkele bepalingen van het EFMZV ten aanzien van de ultraperifere gebieden moeten worden aangepast, waarbij het hoofddoel van een duurzame en verantwoordelijke visserij en aquacultuur steeds moet worden nagestreefd. In het EFMZV moet met name rekening worden gehouden met de ontwikkelingsachterstand die sommige van deze regio’s hebben opgelopen ten aanzien van de evaluatie van de bestanden, de infrastructuur, de collectieve organisatie en de follow-up van de activiteit en de productie. Het EFMZV moet daarom worden gebruikt om de sector te moderniseren, met name op het vlak van infrastructuur, en de productie-uitrusting te vernieuwen en te moderniseren, rekening houdend met de specifieke omstandigheden in de verschillende zeebekkens van de ultraperifere gebieden en de beschikbare bestanden.
Amendement 74 Voorstel voor een verordening Overweging 45
(45) Het is van essentieel belang voor de Unie dat een duurzaam evenwicht tussen de beschikbare zoetwaterhulpbronnen en de exploitatie daarvan wordt bereikt. Daarom moeten, met inachtneming van de milieu-impact en de noodzaak de economische rendabiliteit van deze sector op peil te houden, adequate bepalingen ter ondersteuning van de binnenvisserij worden vastgesteld.
(45) Het is van essentieel belang voor de Unie dat een duurzaam evenwicht tussen de beschikbare zoetwaterhulpbronnen en de exploitatie daarvan wordt bereikt, met het oog op het feit dat stroomgebieden, estuaria en lagunes bevoorrechte voortplantingshabitats zijn en als paaigronden fungeren voor tal van jonge vissoorten, en dat er met inachtneming van de milieu-impact en de noodzaak de economische rendabiliteit van deze sector op peil te houden, adequate bepalingen ter ondersteuning van de binnenvisserij worden vastgesteld.
Amendement 75 Voorstel voor een verordening Overweging 46
(46) In overeenstemming met de strategie van de Commissie voor de duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur, de GVB-doelstellingen en de Europa 2020-strategie moet uit het EFMZV steun worden verleend voor de ecologisch, economisch en sociaal duurzame ontwikkeling van de aquacultuursector.
(46) In overeenstemming met de strategie van de Commissie voor de duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur, de GVB-doelstellingen en de Europa 2020-strategie moet uit het EFMZV steun worden verleend voor de ecologisch, economisch en sociaal duurzame ontwikkeling van de aquacultuursector, waarbij in het bijzonder de nadruk wordt gelegd op de bevordering van eco-innovatie, op het minder afhankelijk worden van vismeel en -olie, op de verbetering van het welzijn van gekweekte organismen en op de bevordering van biologische, met gesloten voorzieningen werkende aquacultuur.
Amendement 76 Voorstel voor een verordening Overweging 46 bis (nieuw)
(46 bis) Gezien de mogelijke impact op wilde mariene populaties van gekweekte dieren die uit aquacultuurlocaties ontsnappen, mag het EFMZV het kweken van exotische soorten of genetisch gewijzigde organismen niet stimuleren.
Amendement 77 Voorstel voor een verordening Overweging 47
(47) De aquacultuur draagt bij tot de groei en de werkgelegenheid in kust- en plattelandsgebieden. Daarom is het van essentieel belang dat het EFMZV toegankelijk is voor aquacultuurondernemingen, met name kmo's, en nieuwe aquacultuurexploitanten aantrekt. Om het concurrentievermogen en de economische prestatie van de aquacultuur te verbeteren, is het van essentieel belang innovatie en ondernemerschap te bevorderen. Daarom moet uit het EFMZV steun worden verleend voor innovatieve concrete acties en bedrijfsontwikkeling, met name in de non-food en de offshore aquacultuur.
(47) De aquacultuur draagt bij tot de groei en de werkgelegenheid in kust- en plattelandsgebieden. Daarom is het van essentieel belang dat het EFMZV toegankelijk is voor aquacultuurondernemingen, ongeacht hun omvang, en nieuwe aquacultuurexploitanten aantrekt. Om het concurrentievermogen en de economische prestatie van de aquacultuur te verbeteren, is het van essentieel belang innovatie en ondernemerschap te bevorderen. Daarom moet uit het EFMZV steun worden verleend voor innovatieve concrete acties en de bedrijfsontwikkeling in de aquacultuursector in het algemeen, met inbegrip van de non-food en de offshore aquacultuur.
Amendement 78 Voorstel voor een verordening Overweging 48
(48) Er is reeds gebleken dat marktdeelnemers die aquacultuuractiviteiten verrichten, waarde aan hun bedrijfsontwikkeling kunnen toevoegen door nieuwe bronnen van inkomsten aan te boren. Daarom moet uit het EFMZV steun worden verleend voor dergelijke aanvullende activiteiten die niet in de aquacultuursfeer liggen, zoals hengeltoerisme, educatieve activiteiten of milieugerelateerde activiteiten.
(48) Er is reeds gebleken dat marktdeelnemers die aquacultuuractiviteiten verrichten, waarde aan hun bedrijfsontwikkeling kunnen toevoegen door nieuwe bronnen van inkomsten aan te boren. Daarom moet uit het EFMZV steun worden verleend voor dergelijke aanvullende activiteiten die niet in de aquacultuursfeer liggen, zoals hengeltoerisme, aquacultuurtoerisme dat de aquacultuursector en de producten daarvan promoot, educatieve activiteiten of milieugerelateerde activiteiten.
Amendement 79 Voorstel voor een verordening Overweging 49
(49) Een andere belangrijke manier om de inkomsten uit aquacultuur te verhogen, bestaat erin waarde aan de betrokken producten toe te voegen door de eigen productie te verwerken en af te zetten en door nieuwe soorten met goede marktvooruitzichten te introduceren en zo de productie te diversifiëren.
(49) Een andere belangrijke manier om de inkomsten uit aquacultuur te verhogen, bestaat erin waarde aan de betrokken producten toe te voegen door de eigen productie te verwerken en af te zetten en door nieuwe soorten met goede marktvooruitzichten, die biologisch verenigbaar zijn met bestaande soorten, te introduceren en zo de productie te diversifiëren.
Amendement 80 Voorstel voor een verordening Overweging 50
(50) Gezien de noodzaak om met inachtneming van de toegang tot wateren en ruimte de gebieden die het geschiktst zijn voor aquacultuurontwikkeling aan te wijzen, moeten de nationale autoriteiten steun uit het EFMZV ontvangen om op nationaal niveau hun strategische keuze te maken.
(50) Gezien de noodzaak om met inachtneming van de toegang tot wateren en ruimte en van het belang om een voorzorgsbenadering te hanteren teneindede duurzaamheid van de bestanden te waarborgen, de geografische gebieden die het geschiktst zijn voor aquacultuurontwikkeling aan te wijzen, moeten de nationale autoriteiten steun uit het EFMZV ontvangen om op nationaal niveau hun strategische keuze te maken, en moeten de regionale autoriteiten steun uit het EFMVZ ontvangen voor hun regionale taken.
Amendement 81 Voorstel voor een verordening Overweging 51
(51) Investeringen in menselijk kapitaal zijn eveneens onmisbaar, wil men het concurrentievermogen en de economische prestatie van de aquacultuuractiviteiten verbeteren. Hiertoe moet uit het EFMZV steun worden verleend voor een leven lang leren, voor netwerkvorming ter bevordering van kennisverspreiding en voor adviesdiensten om de prestatie en het concurrentievermogen van de marktdeelnemers globaal te verbeteren.
(51) Investeringen in menselijk kapitaal zijn eveneens onmisbaar, wil men het concurrentievermogen en de economische prestatie van de aquacultuuractiviteiten verbeteren. Hiertoe moet uit het EFMZV steun worden verleend voor een leven lang leren, voor netwerkvorming ter bevordering van kennisverspreiding en de uitwisseling van kennis en optimale praktijken via alle daartoe bevoegde adviesdiensten (voor zover zij over het benodigde materiaal beschikken), waaronder ook beroepsverenigingen, zodat zij de algemene prestatie en het concurrentievermogen van de marktdeelnemers kunnen helpen verbeteren.
Amendement 82 Voorstel voor een verordening Overweging 51 bis (nieuw)
(51 bis) Gezien de noodzaak de geografische gebieden in kaart te brengen die beschikken over een groter potentieel voor de ontwikkeling van aquacultuur in termen van toegankelijkheid via zowel water als land, moet het EFMZV de nationale en regionale autoriteiten steunen in hun strategische keuzes, in het bijzonder met betrekking tot de bepaling en het in kaart brengen van de gebieden die als optimaal geschikt kunnen worden beschouwd voor de ontwikkeling van aquacultuur, waarbij zo nodig ook rekening moet worden gehouden met het maritieme ruimtelijke ordeningsproces.
Amendement 83 Voorstel voor een verordening Overweging 52
(52) Om ecologisch duurzame aquacultuur te bevorderen, moet uit het EFMZV steun worden verleend voor zeer milieuvriendelijke aquacultuuractiviteiten, voor de invoering van ecobeheer in aquacultuurbedrijven, voor het gebruik van auditregelingen en voor de omschakeling naar biologische aquacultuur. In dezelfde geest moet uit het EFMZV steun worden verleend voor aquacultuur die bijzondere milieudiensten levert.
(52) Om ecologisch, sociaal en economisch duurzame aquacultuur te bevorderen, moet uit het EFMZV steun worden verleend voor zeer milieuvriendelijke aquacultuuractiviteiten, voor de invoering van duurzaam beheer in aquacultuurbedrijven, voor het gebruik van auditregelingen en voor de omschakeling naar biologische aquacultuur. In dezelfde geest moet uit het EFMZV steun worden verleend voor aquacultuur die bijzondere milieudiensten en diensten van publiek belang levert.
Amendement 84 Voorstel voor een verordening Overweging 53
(53) Gezien het belang van de consumentenbescherming moet ervoor worden gezorgd dat de aquacultuurexploitanten voldoende steun uit het EFMZV krijgen om met de aquacultuurteelt samenhangende risico's voor de gezondheid van mens en dier te voorkomen of te reduceren.
(53) Gezien het belang van de consumentenbescherming moet ervoor worden gezorgd dat de aquacultuurexploitanten voldoende steun uit het EFMZV krijgen om met de aquacultuurteelt samenhangende risico's voor de gezondheid van mens en dier te voorkomen of te reduceren, met name via programma's om de aquacultuur minder afhankelijk te maken van diergeneesmiddelen.
Amendement 85 Voorstel voor een verordening Overweging 53 bis (nieuw)
(53 bis) Het EFMZV moet de totstandbrenging van een samenhangend netwerk van gebieden voor het herstel van visbestanden steunen, die gebieden omvatten die belangrijk zijn voor visproductiviteit, in het bijzonder kraam-, paai- en voedselgebieden voor visbestanden, en waarin alle visserijactiviteiten verboden zijn.
Amendement 86 Voorstel voor een verordening Overweging 54
(54) Gezien het risico dat aan investeringen in aquacultuuractiviteiten verbonden is, moet het EFMZV de positie van de bedrijven helpen te versterken door hun toegang te bieden tot een bestandsverzekering en zo het inkomen van de producenten te beschermen tegen abnormale productieverliezen die met name terug te voeren zijn op natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden, plotse veranderingen in de waterkwaliteit, ziekten, plagen of de vernieling van productievoorzieningen.
(54) Gezien het risico dat aan investeringen in aquacultuuractiviteiten verbonden is, moet het EFMZV de positie van de bedrijven helpen te versterken door hun toegang te bieden tot een bestandsverzekering of door de ontwikkeling van onderlinge fondsen te bevorderen en zo het inkomen van de producenten te beschermen tegen abnormale productieverliezen die met name terug te voeren zijn op natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden, plotse veranderingen in de waterkwaliteit, ziekten, plagen of de vernieling van productievoorzieningen.
Amendement 87 Voorstel voor een verordening Overweging 55
(55) Aangezien de door de gemeenschap aangestuurde benadering van plaatselijke ontwikkeling al een aantal jaar nuttig is gebleken om, met inachtneming van de multisectorale behoeften voor endogene ontwikkeling, de ontwikkeling van visserijgebieden en plattelandsgebieden te bevorderen, moet de ter zake relevante steunverlening worden voortgezet en geïntensiveerd.
(55) Aangezien de door de gemeenschap aangestuurde benadering van plaatselijke ontwikkeling al een aantal jaar nuttig is gebleken om, met inachtneming van de multisectorale behoeften voor endogene ontwikkeling, de ontwikkeling van visserij- en plattelandsgemeenschappen te bevorderen, moet de ter zake relevante steunverlening worden voortgezet en geïntensiveerd.
Amendement 88 Voorstel voor een verordening Overweging 56
(56) In visserijgebieden moeten in het kader van de door de gemeenschap aangestuurde plaatselijke ontwikkeling innovatieve benaderingen voor het creëren van groei en banen worden gestimuleerd, met name door waarde aan visserijproducten toe te voegen en de plaatselijke economie te diversifiëren naar nieuwe economische activiteiten, met inbegrip van de bedrijvigheid die samenhangt met "blauwe groei" en met maritieme sectoren die zich niet met de visserij zelf bezighouden.
(56) In visserijgebieden moeten in het kader van de door de gemeenschap aangestuurde plaatselijke ontwikkeling innovatieve benaderingen voor het creëren van groei en banen worden gestimuleerd, met name door waarde aan visserijproducten toe te voegen en tevens de plaatselijke economie te diversifiëren naar nieuwe economische activiteiten, met inbegrip van de bedrijvigheid die samenhangt met "blauwe groei" en met maritieme sectoren die zich niet met de visserij zelf bezighouden.
Amendement 89 Voorstel voor een verordening Overweging 57
(57) De duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden moet bijdragen tot de EU 2020-doelstellingen inzake sociale inclusie en armoedebestrijding, tot innovatie op plaatselijk niveau en tot territoriale cohesie – een belangrijke prioriteit in het Verdrag van Lissabon.
(57) De duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden moet bijdragen tot de EU 2020-doelstellingen inzake sociale inclusie en armoedebestrijding, tot meer werkgelegenheid, tot innovatie, met inbegrip van sociale innovatie, op plaatselijk niveau, en tot territoriale cohesie – een belangrijke prioriteit in het Verdrag van Lissabon.
Amendement 90 Voorstel voor een verordening Overweging 58
(58) De door de gemeenschap aangestuurde ontwikkeling moet ten uitvoer worden gelegd middels een van onderop gestuurde benadering, meer bepaald in de vorm van plaatselijke partnerschappen die zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van het brede publiek, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld, en die de lokale samenleving correct weerspiegelen. Deze lokale actoren zijn het best geplaatst om geïntegreerde en multisectorale plaatselijke ontwikkelingsstrategieën die tegemoet komen aan de behoeften van de plaatselijke visserijgebieden, op te stellen en ten uitvoer te leggen. Met het oog op de representativiteitvan de plaatselijke groepen moet erop worden toegezien dat geen enkele belangengroep meer dan 49 %van de stemrechten in de besluitvormingsorganen in handen heeft.
(58) De door de gemeenschap aangestuurde ontwikkeling moet ten uitvoer worden gelegd middels een van onderop gestuurde benadering, meer bepaald in de vorm van plaatselijke partnerschappen die zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van het brede publiek, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld, en die de lokale samenleving correct weerspiegelen. Deze lokale actoren zijn het best geplaatst om geïntegreerde en multisectorale plaatselijke ontwikkelingsstrategieën die tegemoet komen aan de behoeften van de plaatselijke visserijgebieden, op te stellen en ten uitvoer te leggen. Om ervoor te zorgen dat de plaatselijke groepen representatief zijn en dat de actiesvan deze groepen tegemoetkomen aande belangen van de visserij- en aquacultuursector, moet erop worden toegezien dat de vissers en/of aquacultuurexploitanten de meerderheid vormenvan de economische actoren die in de besluitvormingsorganen zijn vertegenwoordigd.
Amendement 91 Voorstel voor een verordening Overweging 60
(60) De steunverlening aan visserijgebieden in het kader van het EFMZV moet worden gecoördineerd met de steun voor plaatselijke ontwikkeling in het kader van andere EU-fondsen, en moet betrekking hebben op alle aspecten van de voorbereiding en uitvoering van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën en concrete acties van plaatselijke groepen, en op de kosten die gepaard gaan met de dynamisering van de plaatselijke gebieden en met de werking van de plaatselijke partnerschappen.
(60) De steunverlening aan visserijgebieden in het kader van het EFMZV moet worden gecoördineerd met de steun voor plaatselijke ontwikkeling in het kader van andere EU-fondsen, en moet betrekking hebben op alle aspecten van de voorbereiding en uitvoering van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën en concrete acties van plaatselijke groepen, en op de kosten die gepaard gaan met de dynamisering van de plaatselijke gebieden en met de werking van de plaatselijke partnerschappen. Deze steun moet eveneens betrekking hebben op de mogelijkheid om toegang te krijgen tot technische bijstand, in het bijzonder financiële instrumentering, voor het opzetten van plaatselijke ontwikkelingsprojecten, met name voor de kleinschalige kustvisserij en de binnenvisserij.
Amendement 92 Voorstel voor een verordening Overweging 61
(61) Om de rendabiliteit van de visserij en de aquacultuur in een zeer concurrerende markt te garanderen, moeten bepalingen worden vastgesteld voor de verlening van steun voor de tenuitvoerlegging van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten]1 en voor de afzet- en verwerkingsactiviteiten die de marktdeelnemers verrichten om de waarde van de visserijproducten en de aquacultuurproducten te maximaliseren. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de bevordering van concrete acties voor de integratie van productie-, verwerkings- en afzetactiviteiten in de bevoorradingsketen. Met het oog op de aanpassing aan het teruggooiverbod moet uit het EFMZV ook steun worden verleend voor de verwerking van ongewenste vangsten.
(61) Om de rendabiliteit van de visserij en de aquacultuur in een zeer concurrerende markt te garanderen, moeten bepalingen worden vastgesteld voor de verlening van steun voor de tenuitvoerlegging van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten]1 en voor de afzet- en verwerkingsactiviteiten die de marktdeelnemers verrichten om de waarde van de visserijproducten en de aquacultuurproducten te maximaliseren. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de bevordering van concrete acties voor de integratie van productie-, verwerkings- en afzetactiviteiten in de bevoorradingsketen.
Amendement 93 Voorstel voor een verordening Overweging 62
(62) Producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties moeten prioritair steun ontvangen. Zowel de opslagsteun als de steun voor productie- en afzetprogramma's moet geleidelijk worden uitgefaseerd aangezien deze specifieke soorten steun aan belang hebben ingeboet naarmate de structuur van de EU-markt voor dergelijke producten is geëvolueerd en het belang van sterke producentenorganisaties is toegenomen.
(62) Producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties moeten prioritair steun ontvangen.
Amendement 94 Voorstel voor een verordening Overweging 63
(63) Aangezien kleinschalige kustvissers steeds meer concurrentie ondervinden, moet uit het EFMZV steun worden verleend voor ondernemingsinitiatieven die dergelijke vissers ontplooien om waarde aan de door hen gevangen vis toe te voegen, met name door deze zelf te verwerken of rechtstreeks af te zetten.
(63) Aangezien kleinschalige kustvissers steeds meer concurrentie ondervinden en bepaalde kustgemeenschappen van de visserij afhankelijk zijn, moet uit het EFMZV steun worden verleend voor ondernemingsinitiatieven die dergelijke vissers ontplooien om waarde aan de door hen gevangen vis toe te voegen, met name door deze zelf te verwerken of rechtstreeks af te zetten.
Amendement 95 Voorstel voor een verordening Overweging 63 bis (nieuw)
(63 bis) Het EFMZV dient initiatieven van ondernemers en collectieve initiatieven die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie op het vlak van milieubescherming en instandhouding van de visbestanden via collectieve water- en milieumaatregelen, te ondersteunen, met name voor de binnenvisserij.
Amendement 96 Voorstel voor een verordening Overweging 64
(64) Vanwege de in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bedoelde specifieke handicaps staan de visserijactiviteiten in de ultraperifere gebieden van de Europese Unie onder druk, met name als gevolg van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten.
(64) De in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bedoelde specifieke handicaps dienen te worden meegenomen in het EFMZV, aangezien de visserijactiviteiten in de ultraperifere gebieden van de Europese Unie onder druk staan, met name als gevolg van hun afgelegen karakter en van specifieke weersomstandigheden.
Amendement 97 Voorstel voor een verordening Overweging 65
(65) Met het oog op handhaving van de concurrentiepositie van bepaalde visserijproducten uit de ultraperifere gebieden van het EU ten opzichte van die van soortgelijke producten uit andere gebieden van de Europese Unie heeft de Europese Unie in1992 maatregelen ingevoerd om de extra kosten die de visserijsector in dit verband maakt, te vergoeden. De maatregelen voor de periode 2007 - 20071 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad14. Ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten dient deze steunverlening met ingang van 1 januari 2014 te worden voortgezet.
(65) Met het oog op handhaving van de concurrentiepositie van bepaalde visserijproducten uit de ultraperifere gebieden van het EU ten opzichte van die van soortgelijke producten uit andere gebieden van de Europese Unie heeft de Europese Unie in1992 maatregelen ingevoerd om de extra kosten die de visserijsector in dit verband maakt, te vergoeden. De maatregelen voor de periode 2007 - 20071 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad14. Gezien de moeilijkheden die gepaard gaan met visserijactiviteiten in de ultraperifere regio's, dient de steunverlening ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten met ingang van 1 januari 2014 te worden verhoogd.
Amendement 98 Voorstel voor een verordening Overweging 66
(66) Gezien de uiteenlopende afzetomstandigheden in de betrokken ultraperifere gebieden en de schommelingen in de vangsten en de visbestanden en in de vraag op de markten, dient het aan de betrokken lidstaten te worden overgelaten om, binnen de grenzen van de totale toewijzing per lidstaat, de voor compensatie in aanmerking komende visserijproducten, de respectieve maximumhoeveelheden en de compensatiebedragen vast te stellen.
(66) Gezien de uiteenlopende productie-, verwerkings- en afzetomstandigheden voor visserij- en aquacultuurproducten in de betrokken ultraperifere gebieden en de schommelingen in de vangsten en de visbestanden en in de vraag op de markten, dient het aan de betrokken lidstaten te worden overgelaten om, binnen de grenzen van de totale toewijzing per lidstaat, de voor compensatie in aanmerking komende visserij- en aquacultuurproducten of categorieën van producten, de respectieve maximumhoeveelheden en de compensatiebedragen vast te stellen.
Aparte stemming Voorstel voor een verordening Overweging 68
(68) De lidstaten moeten het compensatiebedrag vaststellen op een niveau dat een passende compensatie mogelijk maakt van de extra kosten die het gevolg zijn van de bijzondere handicaps van de ultraperifere gebieden. Om overcompensatie te voorkomen, dient het bedrag in verhouding te staan tot de extra kosten die middels steun worden gecompenseerd, en mag dit bedrag in geen geval hoger zijn dan 100 % van de kosten voor het vervoer naar het Europese continent en andere, bijbehorende kosten. Daartoe moet ook rekening worden gehouden met andere soorten van overheidsmaatregelen die van invloed zijn op de hoogte van de extra kosten.
(68) De lidstaten moeten het compensatiebedrag vaststellen op een niveau dat een passende compensatie mogelijk maakt van de extra kosten die het gevolg zijn van de bijzondere handicaps van de ultraperifere gebieden.
Amendement 100 Voorstel voor een verordening Overweging 69
(69) Het is van het grootste belang dat de lidstaten en de marktdeelnemers zo zijn uitgerust dat een hoog controleniveau kan worden gegarandeerd en de controles bijgevolg niet alleen garant staan voor de naleving van het GVB, maar ook zorgen voor de duurzame exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen. Hiertoe moet uit het EFMZV overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad steun aan de lidstaten en de marktdeelnemers worden verleend. Deze steun moet een nalevingscultuur creëren en bijdragen tot duurzame groei.
(69) Het is van het grootste belang dat de lidstaten en de marktdeelnemers zo zijn uitgerust dat een hoog controleniveau kan worden gegarandeerd en de controles bijgevolg niet alleen garant staan voor de naleving van het GVB, maar ook zorgen voor de duurzame exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen. Hiertoe moet uit het EFMZV overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad steun aan de lidstaten en de marktdeelnemers worden verleend. Deze steun moet een nalevingscultuur creëren en bijdragen tot duurzame groei. Om het controleniveau uniform te maken en te verhogen, moeten de lidstaten ook gemeenschappelijke controlesystemen kunnen opzetten.
Amendement 101 Voorstel voor een verordening Overweging 70
(70) De steun die op basis van Verordening (EG) nr. 861/2006 aan de lidstaten wordt verleend voor uitgaven die gepaard gaan met de tenuitvoerlegging van het controlesysteem van de EU, moet worden voortgezet in het kader van het EFMZV overeenkomstig de keuze voor de toepassing van het beleid via één fonds.
(70) De steun die op basis van Verordening (EG) nr. 861/2006 aan de lidstaten wordt verleend voor uitgaven die gepaard gaan met de tenuitvoerlegging van het controlesysteem van de EU, moet worden verhoogd in het kader van het EFMZV overeenkomstig de keuze voor de toepassing van het beleid via één fonds.
Amendement 102 Voorstel voor een verordening Overweging 72 bis (nieuw)
(72 bis) Het EFMZV moet steun verlenen aan fondsen voor extra controles en inspecties in gebieden waar melding wordt gemaakt van illegale, onaangegeven en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij).
Amendement 103 Voorstel voor een verordening Overweging 73
(73) Er moeten bepalingen worden vastgesteld inzake steunverlening voor de verzameling, het beheer en het gebruik van visserijgegevens conform het meerjarenprogramma van de Unie, met name ter ondersteuning van nationale programma's en het beheer en gebruik van gegevens voor wetenschappelijke analyse en de tenuitvoerlegging van het GVB. De steun die op basis van Verordening (EG) nr. 861/2006 aan de lidstaten wordt verleend voor uitgaven die gepaard gaan met de verzameling, het beheer en het gebruik van visserijgegevens, moet worden voortgezet in het kader van het EFMZV overeenkomstig de keuze voor de toepassing van het beleid via één fonds.
(73) De belanghebbenden moeten via de adviesraden worden geïnformeerd over de procedures. Er moeten bepalingen worden vastgesteld inzake steunverlening voor de verzameling, het beheer en het gebruik van visserijgegevens conform het meerjarenprogramma van de Unie, met name ter ondersteuning van nationale programma's en het beheer en gebruik van gegevens voor wetenschappelijke analyse en de tenuitvoerlegging van het GVB. De steun die op basis van Verordening (EG) nr. 861/2006 aan de lidstaten wordt verleend voor uitgaven die gepaard gaan met de verzameling, het beheer en het gebruik van visserijgegevens, moet worden voortgezet in het kader van het EFMZV overeenkomstig de keuze voor de toepassing van het beleid via één fonds.
Amendement 104 Voorstel voor een verordening Overweging 73 bis (nieuw)
(73 bis) Er moet worden benadrukt dat de financiering van de verzameling van gegevens van cruciaal belang is, aangezien dit een hoeksteen van het GVB vormt en een fundamentele vereiste is om nauwkeurige doelstellingen vast te stellen, met name om de MSY te halen en de visserij beter te beheren. Het spreekt dan ook voor zich dat voor de verzameling van gegevens een gedeelte van de EFMZV-begroting wordt uitgetrokken dat in verhouding staat tot het belang ervan, en dat er wordt voorzien in een cofinancieringspercentage dat aanspoort tot een alomvattende inventarisering van de Europese visbestanden.
Amendement 105 Voorstel voor een verordening Overweging 74
(74) Het is tevens noodzakelijk steun te verlenen voor samenwerking tussen de lidstaten en, in voorkomend geval, met derde landen wanneer gegevens worden verzameld over hetzelfde zeegebied, en voor samenwerking met de relevante internationale wetenschappelijke organisaties.
(74) Het is tevens noodzakelijk steun te verlenen voor samenwerking tussen de lidstaten en, in voorkomend geval, met derde landen wanneer gegevens worden verzameld over hetzelfde zeegebied, en voor samenwerking met de relevante internationale wetenschappelijke organisaties en regionale adviesraden.
Amendement 106 Voorstel voor een verordening Overweging 76
(76) De Raad, het Europees Parlement en het Comité van de Regio's hebben verklaard dat aanhoudende financiële ondersteuning nodig is om het geïntegreerd maritiem beleid van de Europese Unie uit te voeren en verder te ontwikkelen.
(76) In Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2011 tot vaststelling van een programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid1 staat, en de Raad, het Europees Parlement en het Comité van de Regio's hebben verklaard dat aanhoudende financiële ondersteuning nodig is om het geïntegreerd maritiem beleid van de Europese Unie uit te voeren en verder te ontwikkelen. De ontwikkeling van maritieme aangelegenheden door middel van financiële ondersteuning voor de maatregelen onder het GMB zal naar verwachting een aanzienlijk effect hebben op de economische, sociale en territoriale cohesie.
__________________
1 PB L 321 van 5.12.2011, blz. 1.
Amendement 107 Voorstel voor een verordening Overweging 76 bis (nieuw)
(76 bis) In dit verband moet het EFMZV zodanig worden ingericht dat het voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van acties ter bevordering van de strategische doelstellingen van het GMB ondersteunt, waarbij naar behoren aandacht dient te worden besteed aan het cumulatieve effect van dergelijke activiteiten, op basis van de ecosysteembenadering, aan duurzame economische groei, werkgelegenheid, innovatie en concurrentievermogen in kust- en eilandgebieden en ultraperifere regio's, alsmede aan de bevordering van de internationale dimensie van het GMB.
Amendement 108 Voorstel voor een verordening Overweging 77
(77) Uit het EFMZV moet steun worden verleend voor de bevordering van geïntegreerd maritiem bestuur op alle niveaus, met name via de uitwisseling van beste praktijken en de verdere ontwikkeling en tenuitvoerlegging van zeegebiedstrategieën. Beoogd wordt om met deze strategieën een geïntegreerd kader op te zetten om problemen die de Europese zeegebieden gemeenschappelijk hebben, aan te pakken en de samenwerking tussen belanghebbende partijen te versterken met als doel het gebruik van de financiële instrumenten en fondsen van de Unie te optimaliseren en bij te dragen tot de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie.
(77) Uit het EFMZV moet steun worden verleend voor de bevordering van geïntegreerd maritiem bestuur op alle niveaus, met name via de uitwisseling van beste praktijken en de verdere ontwikkeling en tenuitvoerlegging van zeegebiedstrategieën. In deze context is het zeer belangrijk om het maritiem bestuur te verbeteren, onder meer door betere samenwerking en coördinatie op het gepaste niveau tussen de bevoegde autoriteiten die in de Unie als kustwacht fungeren, teneinde te zorgen voor gezondere en veiligere zeeën en oceanen, met name door de bestaande maritieme regelgeving toe te passen. Beoogd wordt om met deze strategieën een geïntegreerd kader op te zetten om problemen die de Europese zeegebieden gemeenschappelijk hebben, aan te pakken en de samenwerking tussen belanghebbende partijen te versterken met als doel het gebruik van de financiële instrumenten en fondsen van de Unie te optimaliseren en bij te dragen tot de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie en duurzaamheid op milieugebied. Daarom is het cruciaal om de externe samenwerking en coördinatie inzake de verwezenlijking van de doelstellingen van het GMB te verbeteren en te bevorderen, op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (UNCLOS).
Amendement 109 Voorstel voor een verordening Overweging 77 bis (nieuw)
(77 bis) Om de fondsen voor visserij en aquacultuur en de fondsen voor het geïntegreerd maritiem beleid beter op elkaar af te stemmen, moet het EFMZV voorzien in een specifiek kader om de bijdrage die de visserij en de aquacultuur leveren aan het geïntegreerd maritiem beleid te bevorderen. Het is van essentieel belang ten volle met deze activiteiten rekening te houden en ze ook te bevorderen via steun aan de participatie in het geïntegreerd bestuur en in collectieve projecten die bijdragen tot de tenuitvoerlegging van het GMB.
Amendement 110 Voorstel voor een verordening Overweging 79
(79) Om de informatiesystemen die door deze sectoren worden gebruikt, met elkaar te verbinden, zal waarschijnlijk gebruik moeten worden gemaakt van de financieringsmechanismen van deze sectoren, en dit op een manier die coherent is en in overeenstemming met het Verdrag. Maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd beheer van kustgebieden zijn onmisbare instrumenten om de mariene gebieden en de kustgebieden duurzaam te ontwikkelen en dragen beide bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van ecosysteemgericht beheer en tot de ontwikkeling van verbindingen tussen land en zee. Deze instrumenten zijn tevens belangrijk om de verschillende manieren waarop onze kusten, zeeën en oceanen worden gebruikt, zo te beheren dat duurzame economische ontwikkeling mogelijk wordt en grensoverschrijdende investeringen worden gestimuleerd; in het kader van de tenuitvoerlegging van de Kaderrichtlijn mariene strategie zullen de grenzen van de duurzaamheid van menselijke activiteiten die een impact hebben op het mariene milieu nader worden omschreven. Voorts moet de kennis over de mariene wereld worden verbeterd en moet innovatie worden gestimuleerd door het verzamelen, het gratis delen, het hergebruiken en het verspreiden van gegevens over de toestand van zeeën en oceanen te vergemakkelijken.
(79) Om de informatiesystemen die door deze sectoren worden gebruikt, met elkaar te verbinden, zal waarschijnlijk gebruik moeten worden gemaakt van de financieringsmechanismen van deze sectoren, en dit op een manier die coherent is en in overeenstemming met het Verdrag. Maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd beheer van kustgebieden zijn onmisbare instrumenten om de mariene gebieden en de kustgebieden duurzaam te ontwikkelen en dragen beide bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van ecosysteemgericht beheer en tot de ontwikkeling van verbindingen tussen land en zee. Deze instrumenten zijn tevens belangrijk om de verschillende manieren waarop onze kusten, zeeën en oceanen worden gebruikt, zo te beheren dat duurzame economische ontwikkeling mogelijk wordt en grensoverschrijdende investeringen worden gestimuleerd; in het kader van de tenuitvoerlegging van de Kaderrichtlijn mariene strategie zullen de grenzen van de duurzaamheid van industriële, bouw- en menselijke activiteiten die een impact hebben op het mariene milieu nader worden omschreven. Voorts moet de kennis over de mariene wereld worden verbeterd en moet innovatie worden gestimuleerd door het verzamelen, het gratis delen, het hergebruiken en het verspreiden van gegevens over de toestand van zeeën en oceanen en die van de visgronden te vergemakkelijken en deze gegevens ter beschikking van de eindgebruikers en het algemene publiek te stellen.
Amendement 111 Voorstel voor een verordening Overweging 80
(80) Uit het EFMZV moet ook steun worden verleend om de economische groei, de werkgelegenheid, de innovatie en het concurrentievermogen in de maritieme sectoren en kustgebieden te bevorderen. Het is van bijzonder belang dat wordt nagegaan welke regelgevingsvoorschriften en lacunes op het gebied van vaardigheden de groei in opkomende en toekomstgerichte maritieme sectoren belemmeren en welke concrete acties ter bevordering van investeringen in technologische innovatie nodig zijn om het economische potentieel van mariene en maritieme applicaties te versterken.
(80) Uit het EFMZV moet ook steun worden verleend om de economische groei, de werkgelegenheid, de innovatie en het concurrentievermogen in de maritieme sectoren en kustgebieden te bevorderen. Het is van bijzonder belang dat wordt nagegaan welke regelgevingsvoorschriften en lacunes op het gebied van vaardigheden de groei in opkomende en toekomstgerichte maritieme sectoren belemmeren en welke concrete acties ter bevordering van investeringen in technologische innovatie nodig zijn om het economische potentieel van mariene en maritieme applicaties te versterken. Uit het EFMZV moet steun worden verleend voor maatregelen om het onderwijs en de beroepsopleiding in de sector te ontwikkelen, onder meer ter verwerving van de uitrusting en instrumenten die nodig zijn om de kwaliteit van onderwijs- en opleidingsvoorzieningen te verbeteren.
Amendement 112 Voorstel voor een verordening Overweging 81
(81) Het EFMZV moet complementair zijn aan en coherent zijn met de bestaande en toekomstige financiële instrumenten die door de Unie en, op nationaal en subnationaal niveau, door de lidstaten ter beschikking worden gesteld om, met inachtneming van de prioritering en de voortgang van nationale en plaatselijke projecten, de bescherming en het duurzame gebruik van zeeën, oceanen en kusten te bevorderen en bij te dragen tot een doeltreffender samenwerking tussen de lidstaten en hun kust-, eiland- en ultraperifere gebieden. Het EFMZV en andere EU-beleidsgebieden met een maritieme dimensie, met name het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Cohesiefonds en het Europees Sociaal Fonds, alsmede het Horizon 2020-programma voor onderzoeks- en energiebeleid, moeten in elkaar grijpen.
(81) Het EFMZV moet complementair zijn aan en coherent zijn met de bestaande en toekomstige financiële instrumenten die door de Unie en, op nationaal en subnationaal niveau, door de lidstaten ter beschikking worden gesteld om, met inachtneming van de prioritering en de voortgang van nationale en plaatselijke projecten, een duurzame economische en sociale ontwikkeling en de bescherming en het duurzame gebruik van zeeën, oceanen en kusten te bevorderen en bij te dragen tot een doeltreffender samenwerking tussen de lidstaten en hun kust-, eiland- en ultraperifere gebieden. Het EFMZV en andere EU-beleidsgebieden met een maritieme dimensie, met name het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Cohesiefonds en het Europees Sociaal Fonds, alsmede het Horizon 2020-programma voor onderzoeks- en energiebeleid, moeten in elkaar grijpen.
Amendement 113 Voorstel voor een verordening Overweging 84
(84) Wat technische bijstand betreft, moet uit het EFMZV voorbereidende, administratieve en technische steun worden verleend, alsook steun voor voorlichtingsmaatregelen, netwerkvorming, evaluaties, audits, studies en ervaringsuitwisseling, met als doel de uitvoering van de operationele programma's te vergemakkelijken en innovatieve benaderingen en methoden voor een eenvoudige en doorzichtige uitvoering te bevorderen. Er moet ook technische bijstand worden verleend voor het opzetten van een Europees netwerk van plaatselijke visserijgroepen die gericht zijn op capaciteitsopbouw, informatieverspreiding, ervaringsuitwisseling en ondersteuning van de samenwerking tussen de plaatselijke partnerschappen.
(84) Wat technische bijstand betreft, moet uit het EFMZV voorbereidende, administratieve en technische steun worden verleend, alsook steun voor voorlichtingsmaatregelen, netwerkvorming, evaluaties, audits, studies en ervaringsuitwisseling, met als doel de uitvoering van de operationele programma's te vergemakkelijken en innovatieve benaderingen en methoden voor een eenvoudige en doorzichtige uitvoering te bevorderen, ook in het voordeel van de marktdeelnemers- en vissersorganisaties. Er moet ook technische bijstand worden verleend voor het opzetten van een Europees netwerk van plaatselijke visserijgroepen die gericht zijn op capaciteitsopbouw, informatieverspreiding, ervaringsuitwisseling en ondersteuning van de samenwerking tussen de plaatselijke partnerschappen.
Amendement 114 Voorstel voor een verordening Overweging 88
(88) Aangezien het belangrijk is de mariene biologische hulpbronnen in stand te houden en de visbestanden met name tegen illegale visserij te beschermen, en aangezien rekening moet worden gehouden met de geest van de conclusies in het groenboek over de hervorming van het GVB, mag geen EFMZV-steun worden verleend aan marktdeelnemers die de GVB-voorschriften hebben overtreden op een wijze die met name de duurzaamheid van de betrokken bestanden in gevaar brengt en daarom een ernstige bedreiging vormen voor de duurzame exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de MSY kan opleveren, noch aan marktdeelnemers die betrokken zijn bij de IOO-visserij. In geen enkel stadium, gaande van de selectie tot de uitvoering van een concrete actie, mag de EU-financiering worden gebruikt om het algemeen belang van de instandhouding van mariene biologische hulpbronnen zoals tot uitdrukking gebracht in de doelstellingen van de GVB-verordening, te ondermijnen.
(88) Aangezien het belangrijk is de mariene biologische hulpbronnen in stand te houden en de visbestanden met name tegen illegale visserij te beschermen, en aangezien rekening moet worden gehouden met de geest van de conclusies in het groenboek over de hervorming van het GVB, mag geen EFMZV-steun worden verleend aan marktdeelnemers die de GVB-voorschriften hebben overtreden op een wijze die met name de duurzaamheid van de betrokken bestanden in gevaar brengt, in het bijzonder de doelstelling dat bestanden van gevangen soorten boven het niveau moeten worden gebracht of gehouden waarmee uiterlijk in 2015 de maximale duurzame opbrengst kan worden behaald en dat uiterlijk in 2020 een goede milieutoestand moet worden bereikt en gehandhaafd, en die samen met marktdeelnemers die betrokken zijn bij de IOO-visserij daarom een ernstige bedreiging vormen voor de duurzame exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen, noch aan die marktdeelnemers die betrokken zijn bij de IOO-visserij. In geen enkel stadium, gaande van de selectie tot de uitvoering van een concrete actie, mag de EU-financiering worden gebruikt om het algemeen belang van de instandhouding van mariene biologische hulpbronnen zoals tot uitdrukking gebracht in de doelstellingen van de GVB-verordening, te ondermijnen.
Amendement 115 Voorstel voor een verordening Overweging 88 bis (nieuw)
(88 bis) Het moet mogelijk zijn de financiering uit het EFMZV te bevriezen indien een lidstaat problemen in verband met IOO-visserij in zijn wateren en in zijn visserijvloot niet kan aanpakken.
Amendement 116 Voorstel voor een verordening Overweging 91
(91) Om tegemoet te komen aan de in de artikelen 50 en 51 van de [GVB-verordening] bedoelde specifieke behoeften en om de naleving van de GVB-voorschriften te bevorderen, moeten de regels inzake uitstel van betaling zoals bedoeld in [Verordening (EU) nr. [...] inzake gemeenschappelijke bepalingen] worden aangevuld. Wanneer een lidstaat of een marktdeelnemer zijn uit het GVB voortvloeiende verplichtingen niet is nagekomen of wanneer de Commissie beschikt over bewijs van een dergelijke niet-naleving, moet de Commissie de gelegenheid krijgen om bij wijze van voorzorgsmaatregel de betrokken betalingen uit te stellen.
(91) Om tegemoet te komen aan de in de artikelen 50 en 51 van de [GVB-verordening] bedoelde specifieke behoeften en om de naleving van de GVB-voorschriften te bevorderen, moeten de regels inzake uitstel van betaling zoals bedoeld in [Verordening (EU) nr. [...] inzake gemeenschappelijke bepalingen] worden aangevuld. Wanneer een lidstaat of een marktdeelnemer zijn uit het GVB voortvloeiende verplichtingen niet is nagekomen of wanneer de Commissie beschikt over bewijs ter staving van een dergelijke niet-naleving, moet de Commissie de gelegenheid krijgen om bij wijze van voorzorgsmaatregel de betrokken betalingen uit te stellen.
Amendement 117 Voorstel voor een verordening Overweging 93
(93) De operationele programma's moeten gemonitord en geëvalueerd worden met als doel de kwaliteit ervan te verbeteren en de resultaten ervan aan te tonen. De Commissie moet een kader voor gemeenschappelijke monitoring en evaluatie opzetten dat er onder meer voor moeten zorgen dat de relevante gegevens tijdig beschikbaar zijn. In dit verband moet een lijst indicatoren worden opgesteld en moet de impact van het EFMZV-beleid door de Commissie worden beoordeeld aan de hand van specifieke doelstellingen.
(93) De operationele programma's moeten gemonitord en geëvalueerd worden met als doel de kwaliteit ervan te verbeteren en de resultaten ervan aan te tonen. De Commissie moet een kader voor gemeenschappelijke monitoring en evaluatie opzetten dat er onder meer voor moeten zorgen dat de relevante gegevens tijdig openbaar beschikbaar worden gemaakt. In dit verband moet een lijst indicatoren worden opgesteld en moet de impact van het EFMZV-beleid door de Commissie worden beoordeeld aan de hand van specifieke doelstellingen.
Amendement 118 Voorstel voor een verordening Overweging 95
(95) Om de toegankelijkheid en transparantie van de informatie over financieringsmogelijkheden en begunstigden van projecten te vergroten, moet elke lidstaat beschikken over een speciale website of een speciaal webportaal met informatie over operationele programma's, waaronder lijsten van in het kader van elk operationeel programma ondersteunde concrete acties. Deze informatie moet het publiek in het algemeen en de belastingsbetaler in de Unie in het bijzonder een redelijk goed, tastbaar en concreet idee geven van de manier waarop de EU-financiering in het kader van het EFMZV wordt besteed. Een ander doel van de bekendmaking van ter zake relevante gegevens bestaat erin meer ruchtbaarheid te geven aan het feit dat EU-financiering kan worden aangevraagd. Met inachtneming van het fundamentele recht op bescherming van gegevens en het arrest van het Hof in de gevoegde zaken Schecke mag echter niet worden geëist dat de naam van natuurlijke personen worden bekendgemaakt.
(95) Om de toegankelijkheid en transparantie van de informatie over financieringsmogelijkheden en begunstigden van projecten te vergroten, moet elke lidstaat beschikken over een speciale website of een speciaal webportaal met informatie over operationele programma's, waaronder lijsten van in het kader van elk operationeel programma ondersteunde concrete acties. De desbetreffende websites van alle lidstaten moeten ook toegankelijk zijn via een officiële website van de Unie om de burgers van verschillende lidstaten gemakkelijker toegang te geven tot alle gepubliceerde informatie van de lidstaten. Deze informatie moet het publiek in het algemeen en de belastingsbetaler in de Unie in het bijzonder een redelijk goed, tastbaar en concreet idee geven van de manier waarop de EU-financiering in het kader van het EFMZV wordt besteed. Een ander doel van de bekendmaking van ter zake relevante gegevens bestaat erin meer ruchtbaarheid te geven aan het feit dat EU-financiering kan worden aangevraagd. Met inachtneming van het fundamentele recht op bescherming van gegevens en het arrest van het Hof in de gevoegde zaken Schecke mag echter niet worden geëist dat de naam van natuurlijke personen worden bekendgemaakt.
Amendement 119 Voorstel voor een verordening Overweging 96 bis (nieuw)
(96 bis) Het is vooral belangrijk dat aan bepaalde voorwaarden vooraf wordt voldaan wat betreft de administratieve capaciteit om te voldoen aan de vereisten inzake de verstrekking van gegevens voor het visserijbeheer en de tenuitvoerlegging van een controle-, inspectie- en handhavingssysteem van de Unie.
Amendement 120 Voorstel voor een verordening Overweging 96 ter (nieuw)
(96 ter) Het is vooral belangrijk dat aan bepaalde voorwaarden vooraf wordt voldaan wat betreft de administratieve capaciteit om te voldoen aan de vereisten inzake de verstrekking van gegevens voor het visserijbeheer en de tenuitvoerlegging van een controle-, inspectie- en handhavingssysteem van de Unie.
Amendement 121 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – letter c
c) de duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden en de binnenvisserij,
c) de duurzame ontwikkeling van de visserij- en aquacultuurgebieden, van de binnenvisserij en van aanverwante activiteiten zoals bedoeld in deze verordening,
Amendement 122 Voorstel voor een verordening Artikel 1 – alinea 1 – letter d
d) het geïntegreerd maritiem beleid (GMB).
d) het geïntegreerd maritiem beleid (GMB), met inbegrip van de kaderrichtlijn mariene strategie.
Amendement 123 Voorstel voor een verordening Artikel 2 – alinea 1
Deze verordening is van toepassing op concrete acties die worden uitgevoerd op het grondgebied van de Unie, tenzij in deze verordening uitdrukkelijk anders wordt bepaald.
Deze verordening is van toepassing op concrete acties die worden uitgevoerd op het grondgebied, de wateren en de vloot van de Unie, tenzij in deze verordening uitdrukkelijk anders wordt bepaald.
Amendement 124 Voorstel voor een verordening Artikel 3 –– lid 2 –– punt -1 (nieuw)
(-1) "aquacultuur in een gesloten systeem": aquacultuurvoorzieningen waarin viskweek en andere aquatische productie in een gesloten circuit plaatsvinden waarbinnen het water wordt vastgehouden en behandeld, zodat het waterverbruik minimaal is. Dergelijke systemen bevinden zich gewoonlijk aan land en hergebruiken vrijwel al het water dat het circuit wordt binnengebracht;
Amendement 125 Voorstel voor een verordening Artikel 3 –– lid 2 –– punt 2 bis (nieuw)
(2 bis) "diversifiëring": praktijken waarmee visserij- of aquacultuuractiviteiten ruimer inzetbaar worden en die een rechtstreekse aanvulling vormen op of afhankelijk zijn van dergelijke activiteiten;
Amendement 583 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 4 bis (nieuw)
(4 bis) "exotische soorten": exotische soorten als omschreven in verordening (EG) nr. 708/2007 van de Raad1;
1 Verordening (EG) nr. 708/2007 van de Raad van 11 juni 2007 inzake het gebruik van uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur (PB L 168 van 28.6.2007, blz. 1).
Amendement 127 Voorstel voor een verordening Artikel 3 –– lid 2 –– punt 4 ter (nieuw)
(4 ter) "extensieve aquacultuur": aquacultuurproductie die geen nutritionele producten ontvangt - althans niet opzettelijk - maar in plaats daarvan afhankelijk is van natuurlijk voedsel in de cultuurvoorziening, inclusief het voedsel dat binnenkomt via waterstromen, zoals stromingen en getij-uitwisseling. Extensieve aquacultuur is in grote mate afhankelijk van één enkel product, namelijk zaad;
Amendement 128 Voorstel voor een verordening Artikel 3 –– lid 2 –– punt 5
(5) "visserijgebied": een door de lidstaat als zodanig aangemerkt gebied aan de kust van een zee of een meer of met vijvers of een riviermonding, en met een belangrijke werkgelegenheid in de visserijsector of de aquacultuursector;
(5) "visserij- en aquacultuurgebied": een door de lidstaat als zodanig aangemerkt gebied aan de kust van een zee, een rivier of een meer of met vijvers of een riviermonding, en met een belangrijke werkgelegenheid in de visserijsector of de aquacultuursector;
Amendement 129 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 5 bis (nieuw)
(5 bis) "gebied voor herstel van de bestanden": geografisch gedefinieerd zeegebied waar alle visserijactiviteiten verboden zijn, om de exploitatie en de instandhouding van levende aquatische hulpbronnen of de bescherming van mariene ecosystemen te verbeteren, als bedoeld in verordening (EU) nr. …/… [houdende gemeenschappelijke bepalingen];
Amendement 130 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 5 ter (nieuw)
(5 ter) "visserijsector": de economische sector die alle activiteiten beslaat met betrekking tot de productie, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten;
Amendement 131 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 5 quater (nieuw)
(5 quater) "systemen voor beheer en toegang tot de visserij": de mechanismen voor de toekenning van en de toegang tot visserijrechten of voor het beheer van de visserij die zijn ontwikkeld op nationaal, regionaal of plaatselijk niveau of op het niveau van de zeegebieden voor gequoteerde of niet-gequoteerde soorten binnen of buiten de 12-mijlszone, gericht op de instandhouding van de bestanden. Deze systemen worden toegepast door overheidsinstanties of door vissersorganisaties;
Amendement 132 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 6
(6) "visser": een door de lidstaat als zodanig erkend persoon die de beroepsvisserij uitoefent aan boord van een in bedrijf zijnd vissersvaartuig of een door de lidstaat als zodanig erkend persoon die beroepsmatig mariene organismen oogst zonder vaartuig;
(6) "visser": een door de lidstaat als zodanig erkend persoon die de beroepsvisserij uitoefent, met inbegrip van werknemers, aan boord van een in bedrijf zijnd vissersvaartuig of een door de lidstaat als zodanig erkend persoon die beroepsmatig zoetwater- of mariene organismen oogst zonder vaartuig;
Amendement 133 Voorstel voor een verordening Artikel 3 ––lid 2 –– punt 6 bis (nieuw)
(6 bis) "visserijtoerisme": een aanvullende activiteit van beroepsvissers waarbij toeristen of onderzoekers die niet tot de bemanning behoren op vissersvaartuigen meevaren;
Amendement 134 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 6 ter (nieuw)
(6 ter) "aan de visserij en de aquacultuur verwante activiteiten": die beroepsactiviteiten die worden beoefend door een persoon die professionele diensten levert aan vissers die noodzakelijk zijn voor hun activiteit en als zodanig door de lidstaat worden erkend;
Amendement 135 Voorstel voor een verordening Artikel 3 –– lid 2 –– punt 8 bis (nieuw)
(8 bis) "intensieve aquacultuur": aquacultuurproductie die afhankelijk is van qua voedingswaarde volledige diëten die aan het voedingssysteem worden toegevoegd, namelijk verse, in het wild levende zee- of zoetwatervis of samengestelde diëten. Intensieve aquacultuur is in grote mate afhankelijk van volledige en op de markt verkrijgbare voeding en wordt gekenmerkt door een hoge cultuurdichtheid;
Amendement 136 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 10
(10) "binnenvisserij": visserij voor commerciële doeleinden die wordt verricht hetzij door vaartuigen die uitsluitend actief zijn in de binnenwateren hetzij met andere voorzieningen die voor het vissen op het ijs worden gebruikt;
(10) "binnenvisserij": visserij voor commerciële doeleinden, al dan niet vanaf vaartuigen, uitsluitend in de binnenwateren dan wel met andere voorzieningen die voor het vissen op het ijs worden gebruikt;
Amendement 137 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 12
(12) "geïntegreerd maritiem bestuur": het gecoördineerde beheer van alle sectorale beleidsgebieden van de EU die gevolgen hebben voor de zeeën, oceanen en kustgebieden;
(12) "geïntegreerd maritiem bestuur": het gecoördineerde beheer van alle sectorale beleidsgebieden op het niveau van de Unie die gevolgen hebben voor de zeeën, oceanen en kustgebieden;
Amendement 138 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 13
(13) "mariene regio’s": geografische gebieden zoals omschreven in bijlage I bij Besluit 2004/585/EG van de Raad en de door de regionale organisaties voor visserijbeheer ingestelde gebieden;
Schrappen
Amendement 139 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 16
(16) "zeegebiedstrategie": een gestructureerd samenwerkingskader voor een bepaald geografisch gebied, dat wordt ontwikkeld door de Europese instellingen, de lidstaten, de regio's van de lidstaten en, in voorkomend geval, derde landen, met name wanneer het gaat om een met derde landen gedeeld zeegebied; in de strategie wordt rekening gehouden met de specifieke geografische, klimatologische, economische en politieke kenmerken van het betrokken zeegebied;
(16) "zeegebiedstrategie": een gestructureerd samenwerkingskader voor een bepaald geografisch gebied, dat wordt ontwikkeld door de Europese instellingen, de lidstaten, de regio's en plaatselijke overheden van de lidstaten en, in voorkomend geval, derde landen, met name wanneer het gaat om een met derde landen gedeeld zeegebied; in de strategie wordt rekening gehouden met de specifieke geografische, klimatologische, economische en politieke kenmerken van het betrokken zeegebied;
Amendement 140 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 16 bis (nieuw)
(16 bis) "semi-intensieve aquacultuur": aquacultuur die in grote mate afhankelijk is van natuurlijk voedsel, maar waarbij de van nature aanwezige hoeveelheid voedsel is toegenomen dankzij het gebruik van aanvullend voedsel ter aanvulling van natuurlijk voedsel. De cultuurdichtheid wordt lager gehouden dan gebruikelijk is voor intensieve aquacultuurproductie;
Amendement 142 Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 18 bis (nieuw)
(18 bis) "schelpdierkweker": iedere persoon die een beroepsactiviteit uitoefent van vangst, kwekerij of semikwekerij, te voet of vanuit een vaartuig, op exclusieve wijze en gebruik makend van selectief en specifiek vistuig voor de vangst van een of meerdere soorten weekdieren, schaaldieren, manteldieren, stekelhuidigen of andere ongewervelde zeedieren;
Mondeling amendement Voorstel voor een verordening Artikel 3 – lid 2 – punt 18 ter (nieuw)
(18 ter) "tonnara": traditionele visvangsttechniek gebaseerd op vaste netten die gedurende een aantal maanden aan de bodem zijn verankerd, die bestaat uit een groep vaartuigen, netten, vislijnen en ankers die dicht bij de kustlijn gelegen zijn om trekkende bestanden (tonijn en tonijnachtigen) te onderscheppen en te leiden naar een gesloten ruimte waar ze gevangen worden";
Amendement 143 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – letter b
(a) bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur;
(a) bevordering van milieuduurzame, rendabele en maatschappelijk verantwoorde visserij, aquacultuur en aanverwante verwerkings- of afzetactiviteiten;
Amendement 144 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – punt c
(c) bevordering van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden;
(c) bevordering van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserij- en aquacultuurgebieden;
Amendement 145 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – punt e
(d) bevordering van de tenuitvoerlegging van het GVB.
(d) bevordering van de tenuitvoerlegging van het GVB, inclusief de regionalisering ervan en de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke marktordening;
Amendement 146 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – alinea 1 – punt d bis (nieuw)
(d bis) stimulering van het scheppen van werkgelegenheid om het verdwijnen van de visserijgemeenschappen tegen te gaan en werk te maken van de verbetering van de kwalificaties en de arbeidsomstandigheden in de visserijsector.
Amendement 147 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 2 (nieuw)
2. Bij het verwezenlijken van deze doelstellingen houdt het EFMZV rekening met de beginselen van intergenerationele en gendergelijkheid.
Amendement 148 Voorstel voor een verordening Artikel 5 – lid 3 (nieuw)
3. Deze doelstellingen worden nagestreefd zonder de vangstcapaciteit te verhogen.
Amendement 149 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – inleidende formule
De verwezenlijking van de EFMZV-doelstellingen draagt bij tot de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Hiertoe wordt uitvoering gegeven aan de zes onderstaande EU-prioriteiten die aansluiten op de thematische doelstellingen van het gemeenschappelijk strategisch kader (hierna "GSK"genoemd):
De verwezenlijking van de EFMZV-doelstellingen draagt bij tot de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, alsmede tot de tenuitvoerlegging van het GVB. Hiertoe wordt uitvoering gegeven aan de zes onderstaande EU-prioriteiten op het gebied van visserij, duurzame aquacultuur en aanverwante activiteiten, die aansluiten op de thematische doelstellingen van het gemeenschappelijk strategisch kader (hierna "GSK" genoemd):
Amendement 150 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 1 – inleidende formule
(1) Bevordering van de werkgelegenheid en de territoriale cohesie aan de hand van de volgende doelstellingen:
(1) Bevordering van de werkgelegenheid en de sociale en territoriale cohesie aan de hand van de volgende doelstellingen:
Amendement 151 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 1 – letter a
(a) stimulering van de economische groei, de sociale inclusie, de werkgelegenheidscreatie en de arbeidsmobiliteit in kustgemeenschappen en landinwaarts gelegen gemeenschappen die aangewezen zijn op de visserij en de aquacultuur;
(a) stimulering van de economische groei en de sociale inclusie, onder meer door het scheppen van werkgelegenheid en het ontwikkelen vande inzetbaarheid en mobiliteit van werknemers in kustgemeenschappen en landinwaarts gelegen gemeenschappen die aangewezen zijn op de visserij en de aquacultuur, met inbegrip van ultraperifere gebieden;
Amendement 152 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 1 – letter b
(b) diversifiëring van de visserijactiviteiten naar andere sectoren van de maritieme economie, en uitbreiding van de maritieme economie, onder meer in het kader van de matiging van de klimaatverandering.
(b) diversifiëring van de visserijactiviteiten in zowel de visserijsector als andere sectoren van de maritieme economie die nauw verwant zijn aan de visserijsector, en uitbreiding van de maritieme economie, onder meer in het kader van de matiging van de klimaatverandering.
Amendement 153 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 1 – letter b bis (nieuw)
(b bis) bevordering van de tenuitvoerlegging van de geharmoniseerde sociale voorschriften op het niveau van de Unie.
Amendement 154 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 2 – letter a
(a) steun voor de intensivering van technologische ontwikkeling, innovatie en kennisoverdracht;
(a) steun voor de intensivering van technologische ontwikkeling, innovatie, met inbegrip van de verbetering van energie-efficiëntie, en kennisoverdracht;
Amendement 155 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 2 – letter a bis (nieuw)
(a bis) beperking van het negatieve effect van de visserij op het dierenwelzijn;
Amendement 156 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 2 – letter b
(b) versterking van het concurrentievermogen en de rendabiliteit van de visserij, met name van de kleinschalige kustvisserij, en verbetering van de veiligheid en de arbeidsomstandigheden;
(b) versterking van het concurrentievermogen en de rendabiliteit van de visserij en verbetering van de gezondheid, hygiëne, veiligheid en de arbeidsomstandigheden ervan;
Amendement 157 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 2 – letter c
(c) ontwikkeling van nieuwe beroepsvaardigheden en een leven lang leren;
(c) ontwikkeling van beroepsopleiding, nieuwe beroepsvaardigheden en een leven lang leren, met name voor jonge vissers;
Amendement 158 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 2 – letter c bis (nieuw)
(c bis) ontwikkeling van de ambachtelijke kustvisserij, met name haar concurrentievermogen en duurzaamheid;
Amendement 159 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 3 – inleidende formule
(3) Bevordering van een innovatieve, concurrerende en kennisgebaseerde aquacultuur door de nadruk te leggen op:
(3) Bevordering van een duurzame, innovatieve, concurrerende en kennisgebaseerde, ecosysteemgerichte aquacultuur door de nadruk te leggen op:
Amendement 160 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 3 – letter a
(a) steun voor de intensivering van technologische ontwikkeling, innovatie en kennisoverdracht;
(a) steun voor de intensivering van technologische ontwikkeling, technische, sociale en economische innovatie en kennisoverdracht;
Amendement 161 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 3 – letter b
(b) versterking van het concurrentievermogen en de rendabiliteit van aquacultuurondernemingen, en in het bijzonder van kmo's;
(b) versterking van het concurrentievermogen en de rendabiliteit van extensieve en semi-intensieve aquacultuurondernemingen, en in het bijzonder van kmo's;
Amendement 162 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 3 – letter c
(c) ontwikkeling van nieuwe beroepsvaardigheden en een leven lang leren;
(c) ontwikkeling van nieuwe beroepsvaardigheden en bevordering van beroepsopleiding en een leven lang leren, met name voor jonge aquacultuurexploitanten;
Amendement 163 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 3 – letter d
(d) verbetering van de ordening van de markt voor aquacultuurproducten.
(d) verbetering van de ordening van de markt voor aquacultuurproducten en bevordering van de investeringen in de sectoren verwerking en afzet.
Amendement 164 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 3 – letter d bis (nieuw)
(d bis) beperking van de ecologische voetafdruk van de aquacultuur.
Amendement 165 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 4 – letter a
(a) reductie van de impact van de visserij op het mariene milieu;
(a) preventie, minimalisering en, waar mogelijk, uitbanning van ongewenste vangsten en van negatieve effecten van de visserij op het mariene milieu, met name door een betere selectiviteit van het vistuig;
Amendement 166 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 4 – letter a bis (nieuw)
(a bis) het waarborgen van een evenwicht tussen visserijcapaciteit en beschikbare vangstmogelijkheden;
Amendement 167 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 4 – letter b bis (nieuw)
(b bis) tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn mariene strategie en verwezenlijking van een goede milieutoestand vóór 2020.
Amendement 168 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 5 – letter a
(a) versterking van de ecosystemen die verbonden zijn met de aquacultuur en bevordering van een hulpbronefficiënte aquacultuur;
(a) bevordering van een hulpbronefficiënte aquacultuur, onder andere door een verminderde afhankelijkheid van visvoeder en -olie en een verminderd gebruik van chemische stoffen en antibiotica;
Amendement 169 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 5 – letter a bis (nieuw)
(a bis) beoordeling, beperking en, waar mogelijk, uitbanning van de effecten van aquacultuuractiviteiten op ecosystemen in zee, op het land en in zoetwater;
Amendement 170 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 6 – inleidende formule
(6) Bevordering van de tenuitvoerlegging van het GVB aan de hand van:
(6) Bevordering van de tenuitvoerlegging van het GVB en versterking van de onderlinge samenhang met het geïntegreerd maritiem beleid aan de hand van:
Amendement 171 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 6 – letter a
(a) het beschikbaar stellen van wetenschappelijke kennis en gegevensverzameling;
(a) het ondersteunen van de verzameling en het beheer van gegevens, teneinde de wetenschappelijke kennis te verbeteren;
Amendement 172 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 6 – letter b
(b) het ondersteunen van controle en handhaving, het versterken van de institutionele capaciteit en efficiënte overheidsdiensten.
(b) het ondersteunen van monitoring, controle en handhaving door het versterken van de institutionele capaciteit en efficiënte overheidsdiensten zonder de administratieve lasten te vergroten;
Amendement 173 Voorstel voor een verordening Artikel 6 – alinea 1 – punt 6 – letter b bis (nieuw)
(b bis) het ondersteunen van de regionalisering van het GVB, met name via regionale adviesraden.
Amendement 174 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 1
1. Onverminderd lid 2 van het onderhavige artikel zijn de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag van toepassing op steun die de lidstaten verlenen aan ondernemingen in de visserij- en de aquacultuursector.
1. De artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag zijn van toepassing op steun die de lidstaten verlenen aan ondernemingen in de visserij- en de aquacultuursector.
Amendement 175 Voorstel voor een verordening Artikel 8 – lid 2
2. De artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag zijn evenwel niet van toepassing op betalingen die de lidstaten doen op grond van en in overeenstemming met deze verordening en binnen de werkingssfeer van artikel 42 van het Verdrag.
2. In afwijking van lid 1 zijn de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag niet van toepassing op betalingen die de lidstaten doen op grond van en in overeenstemming met deze verordening en binnen de werkingssfeer van artikel 42 van het Verdrag.
Amendement 176 Voorstel voor een verordening Artikel 10 – alinea 1
Naast de in artikel 4 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde beginselen geldt dat de Commissie en de lidstaten erop toezien dat de EFMZV-steun wordt gecoördineerd met en complementair is aan de steun die wordt verleend op grond van andere beleidsgebieden en financiële instrumenten van de EU, zoals Verordening (EU) nr. [tot vaststellingvan het kaderactieprogramma voor milieu en klimaatverandering (LIFE-kaderprogramma)], en op grond van het externe optreden van de Unie. Zowel de steun uit het EFMZV als die uit het LIFE-kaderprogramma wordt met name gecoördineerd door de financiering van activiteiten die een aanvulling vormen op krachtens het LIFE-kaderprogramma gefinancierde geïntegreerde projecten, te bevorderen en door het gebruik van oplossingen, methoden en benaderingen die krachtens het LIFE-kaderprogramma zijn gevalideerd, te stimuleren.
Naast de in artikel 4 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde beginselen geldt dat de Commissie en de lidstaten erop toezien dat de EFMZV-steun wordt gecoördineerd met en complementair is aan de steun die wordt verleend op grond van andere beleidsgebieden en financiële instrumenten van de EU, zoals de instrumenten die worden gebruikt in het kader van het externe optreden van de Unie. Dit vereiste inzake coördinatie en complementariteit wordt opgenomen in de operationele programma's.
Amendement 177 Voorstel voor een verordening Artikel 11
De in bijlage III bij deze verordening opgenomen voorafgaande voorwaarden zijn van toepassing op het EFMZV.
De in bijlage III bij deze verordening opgenomen specifieke voorafgaande voorwaarden zijn van toepassing op het EFMZV.
Amendement 178 Voorstel voor een verordening Artikel 11 bis (nieuw)
Artikel 11 bis
Beoordeling van de naleving van de capaciteitsmaxima
1. Voor …* voert de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, een evaluatie uit van de naleving door de lidstaten van de vangstcapaciteitsmaxima zoals vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EU) nr. …/… [betreffende het GVB].
2. Indien uit de in lid 1 bedoelde evaluatie blijkt dat een lidstaat zijn capaciteitsmaxima niet naleeft, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen teneinde de betalingen en vastleggingen voor het operationele programma van de lidstaat in kwestie geheel of gedeeltelijk op te schorten.
3. De Commissie heft de opschorting van betalingen en vastleggingen op zodra de lidstaat overgaat tot de tenuitvoerlegging van door de Commissie goedgekeurde maatregelen voor de naleving van zijn capaciteitsmaxima.
_________________ * drie jaar na de datum van de inwerkingtreding van deze verordening.
Amendement 180 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 – letter b bis (nieuw)
(b bis) marktdeelnemers die zijn betrokken bij de exploitatie, het beheer of de eigendom van vissersvaartuigen die de vlag voeren van landen die geïdentificeerd zijn als niet-meewerkende derde landen op grond van artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1005/2008;
Amendement 181 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 – letter b ter (nieuw)
(b ter) marktdeelnemers die in strafrechtelijke of administratieve procedures schuldig zijn bevonden aan het plegen van een ernstige inbreuk op de toepasselijke nationale wetgeving op het gebied van:
– de in het beroep geldende loon- en arbeidsvoorwaarden;
– beroepsaansprakelijkheid;
– mensen- of drugshandel;
Amendement 182 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 – letter b quater (nieuw)
(b quater) marktdeelnemers die in strafrechtelijke of administratieve procedures schuldig zijn bevonden aan het plegen, in een of meer lidstaten, van een ernstige inbreuk op wetgeving van de Unie, met name met betrekking tot:
– de arbeidstijd en de rusttijden van vissers;
– de wetgeving op het gebied van gezondheid en veiligheid;
– de in het beroep geldende loon- en arbeidsvoorwaarden;
– de oorspronkelijke kwalificatie en de nascholing van vissers;
Amendement 184 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 – letter c bis (nieuw)
(c bis) marktdeelnemers die de bepalingen van Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het GVB1 niet zijn nagekomen.
_______________
1 PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1.
Amendement 571 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 3 – letter a
(a) nadere bepaling van de in de leden 1 en 2 bedoelde periode die evenredig moet zijn aan de ernst van de inbreuk of de niet-naleving of aan het aantal keren dat deze is begaan;
(a) nadere bepaling van de in de leden 1 en 2 bedoelde periode die evenredig moet zijn aan de ernst van de inbreuk of de niet-naleving in kwestie, rekening houdend met criteria als de aangerichte schade, de waarde, de omvang van de inbreuk of de niet-naleving en het aantal keren dat deze is begaan, en die ten minste een jaar bedraagt;
Amendement 185 Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 4
4. De lidstaten verplichten de marktdeelnemers die een aanvraag in het kader van het EFMZV indienen, ertoe ten aanzien van de beheersautoriteit schriftelijk te verklaren dat zij voldoen aan de in lid 1 vastgestelde criteria en dat zij geen in lid 2 bedoelde onregelmatigheid hebben begaan in het kader van het EVF of het EFMZV. Alvorens de concrete actie goed te keuren, gaan de lidstaten na of deze schriftelijke verklaring waarheidsgetrouw is.
4. De lidstaten verplichten de marktdeelnemers die een aanvraag in het kader van het EFMZV indienen, ertoe ten aanzien van de beheersautoriteit schriftelijk te verklaren dat zij voldoen aan de in lid 1 en lid 2 vastgestelde criteria. Alvorens de concrete actie goed te keuren, gaan de lidstaten na of deze schriftelijke verklaring waarheidsgetrouw is, op grond van de beschikbare informatie uit hun nationaal register van inbreuken als bedoeld in artikel 93 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 of op grond van andere hiertoe verstrekte gegevens.
Amendement 610 Voorstel voor een verordening Artikel 12 bis (nieuw)
Artikel 12 bis
Schorsing van betalingen
Indien tegen de marktdeelnemer een onderzoek wegens een inbreuk als bedoeld in artikel 12, lid 1, loopt, worden alle EFMZ-betalingen aan de betrokken marktdeelnemer opgeschort. Indien de marktdeelnemer een inbreuk als bedoeld in artikel 12, lid 1, blijkt te hebben begaan, is de aanvraag van de betrokken marktdeelnemer niet-ontvankelijk.
Amendement 186 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – alinea 1 – letter a
(a) concrete acties die de vangstcapaciteit van het vaartuig vergroten;
(a) concrete acties die de vangstcapaciteit of het vangstvermogen van het vaartuig vergroten;
Amendement 187 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – alinea 1 – letter a bis (nieuw)
(a bis) acties die de duurzaamheid van mariene biologische hulpbronnen en ecosystemen in gevaar brengen;
Amendement 188 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – alinea 1 – letter a ter (nieuw)
(a ter) maatregelen die tot banenverlies leiden;
Amendement 190 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – alinea 1 – letter b bis (nieuw)
(b bis) investeringen aan boord van vaartuigen die behoren tot een vlootsegment waarvoor het capaciteitsverslag, zoals bedoeld in artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. …/… [betreffende het GVB], heeft laten zien dat er geen duurzaam evenwicht bestaat tussen vangstmogelijkheden en vlootcapaciteit;
Amendement 191 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – alinea 1 – letter c
(c) de tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten;
Schrappen
Amendement 192 Voorstel voor een verordening Artikel 13 – alinea 1 – letter d
(d) de experimentele visserij;
(d) de exploratie van vangstmogelijkheden;
Amendement 611 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – leden 2 t/m 4
2. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 4 535 000 000 euro toegewezen voor de duurzame ontwikkeling van de visserij, de aquacultuur en de aquacultuurgebieden, zoals bedoeld in respectievelijk hoofdstuk I, hoofdstuk II en hoofdstuk III van titel V.
2. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt maximaal 71,86% toegewezen voor de duurzame ontwikkeling van de visserij, de aquacultuur en de aquacultuurgebieden, zoals bedoeld in respectievelijk hoofdstuk I, hoofdstuk II en hoofdstuk III van titel V.
3. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 477 000 000 euro toegewezen voor in artikel 78 bedoelde controle- en handhavingsmaatregelen.
3. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt minimaal 12,5% toegewezen voor in artikel 78 bedoelde controle- en handhavingsmaatregelen.
4. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 358 000 000 euro toegewezen voor in artikel 79 bedoelde maatregelen inzake gegevensverzameling.
4. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt minimaal 12,97% toegewezen voor in artikel 79 bedoelde maatregelen inzake gegevensverzameling.
Amendement 198 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – inleidende formule
5. De financiële middelen die worden toegewezen voor in titel V, hoofdstuk V, bedoelde compensatie ten bate van de ultraperifere gebieden, mogen jaarlijks niet meer bedragen dan:
5. De financiële middelen die worden toegewezen voor in titel V, hoofdstuk V, bedoelde compensatie ten bate van de ultraperifere gebieden, mogen niet meer bedragen dan:
Amendement 199 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – streepje 1
– 4 300 000 euro voor de Azoren en Madeira;
– X euro per jaar voor de Azoren en Madeira;
Amendement 200 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – streepje 2
– 5 800 000 euro voor de Canarische Eilanden;
– X euro per jaar voor de Canarische Eilanden;
Amendement 201 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 5 – streepje 3
– 4 900 000 euro voor Frans Guyana en Réunion.
– X euro per jaar voor de Franse ultraperifere gebieden.
Amendement 202 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 6
6. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 45 000 000 euro toegewezen voor in artikel 72 bedoelde opslagsteun die wordt verleend vanaf begin 2014 tot eind 2018.
6. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt X euro toegewezen voor de in artikel 69bedoelde productie- en afzetprogramma's en de in artikel 70 bedoelde opslagsteun.
Amendement 616 Voorstel voor een verordening Artikel 15 – lid 6 bis (nieuw)
6 bis. De lidstaten hebben de mogelijkheid de middelen die beschikbaar zijn uit hoofde van artikel 15, lid 2, 15, lid 5, en 15, lid 6, te gebruiken voor maatregelen als bedoeld in artikel 15, lid 3, en 15, lid 4.
Amendement 204 Voorstel voor een verordening Artikel 16 bis (nieuw)
Artikel 16 bis
[Jaarlijkse referentiebedragen en jaarlijkse kredieten]
1. Het totale indicatieve financiële referentiebedrag als vastgelegd in punt [17] van het Interinstitutioneel Akkoord van xx/201z tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer voor de uitvoering van het programma voor de periode 2014-2020 bedraagt X euro, uitgedrukt in constante prijzen van 2011.
2. De jaarlijkse kredieten worden door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurd onverminderd de bepalingen van de verordening tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 en van het interinstitutioneel akkoord van xx/201z tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer.
Amendement 205 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1 – letter a – punt i
i) het werkgelegenheidsniveau in de visserij en de aquacultuur,
i) het werkgelegenheidsniveau in de visserij, in de aquacultuur, en in de verwerkingssector,
Amendement 206 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1 – letter a – punt ii
ii) het productieniveau in de visserij en de aquacultuur, en
ii) het productieniveau in de visserij, in de aquacultuur, en in de verwerkingssector,
Amendement 207 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1 – letter b – punt iii
iii) de reikwijdte van de gegevensverzamelingstaken van de betrokken lidstaat, geraamd op basis van de omvang van de nationale vissersvloot, de aangelande hoeveelheid, het aantal wetenschappelijke monitoringtaken op zee en het aantal onderzoeken waaraan de lidstaat deelneemt, en
iii) de reikwijdte van de gegevensverzamelings- en beheertaken van de betrokken lidstaat, geraamd op basis van de omvang van de nationale vissersvloot, de aangelande hoeveelheid, het aantal wetenschappelijke monitoringtaken op zee en het aantal onderzoeken waaraan de lidstaat deelneemt, en
Amendement 208 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1 – letter b – punt iv
iv) de voor de gegevensverzameling beschikbare middelen, afgezet tegen de reikwijdte van de gegevensverzamelingstaken van de lidstaat, het aantal waarnemers op zee en de personele en technische middelen die nodig zijn voor de uitvoering van het nationale steekproefprogramma voor gegevensverzameling;
iv) de voor de gegevensverzameling en gegevensbeheer beschikbare middelen, afgezet tegen de reikwijdte van de gegevensverzamelings- en beheertaken van de lidstaat, geraamd op basis van de personele en technische middelen die nodig zijn voor de uitvoering van het nationale steekproefprogramma voor gegevensverzameling.
Amendement 209 Voorstel voor een verordening Artikel 17 – lid 1 – letter c
(c) voor alle maatregelen: de historische toewijzingen in het kader van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad en de historische benutting in het kader van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad.
(c) voor alle maatregelen: eerdere toewijzingen van middelen in het kader van Verordening(EG) nr. 1198/2006 van de Raad in de periode 2007-2013 en de eerdere benutting in het kader van Verordening(EG) nr. 861/2006 van de Raad.
Amendement 210 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 1
1. Elke lidstaat stelt één operationeel programma op waarmee uitvoering wordt gegeven aan de EU-prioriteiten die uit het EFMZV worden gecofinancierd.
1. Elke lidstaat stelt één operationeel programma op waarmee uitvoering wordt gegeven aan de in artikel 6 van onderhavige verordening bedoelde EU-prioriteiten die uit het EFMZV worden gecofinancierd.
Amendement 211 Voorstel voor een verordening Artikel 18 – lid 3
3. Wat het in artikel 20, lid 1, onder n), bedoelde gedeelte van het operationele programma betreft, stelt de Commissie uiterlijk op 31 mei 2013 middels een uitvoeringshandeling de EU-prioriteiten voor het handhavings- en controlebeleid vast.
3. Wat het in artikel 20, lid 1, onder n), bedoelde gedeelte van het operationele programma betreft, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 127 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde uiterlijk op 31 mei 2013 de EU-prioriteiten voor het handhavings- en controlebeleid te bepalen.
Amendement 212 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – lid 2 (nieuw)
2. Elke lidstaat voegt een productie- en afzetprogramma toe zoals bedoeld in artikel 32 van Verordening (EU) nr. …/… [houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten].
Amendement 213 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – alinea 1 – letter c
(c) er worden adequate maatregelen gepland om de uitvoering van het programma te vereenvoudigen en te vergemakkelijken;
(c) er worden adequate maatregelen gepland om de uitvoering van het programma te vereenvoudigen en te vergemakkelijken, met name door de toegang van marktdeelnemers uit de kleinschalige kustvisserij en haar organisaties tot de beschikbare financiële middelen te vergemakkelijken;
Amendement 214 Voorstel voor een verordening Artikel 19 – letter d bis (nieuw)
(d bis) in voorkomend geval wordt gezorgd voor samenhang tussen de in artikel 38, lid 1, onder d), van onderhavige verordening vastgestelde prioriteiten van de Unie voor het EFMZV, de prioritaire actiekaders voor Natura 2000 als bedoeld in artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad, en de verwezenlijking van een goede milieutoestand als bepaald in Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (kaderrichtlijn mariene strategie).
Amendement 215 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter b
(b) een SWOT-analyse van de situatie en een omschrijving van de behoeften van het geografische gebied waaraan het programma tegemoet moet komen;
(b) een SWOT-analyse van de situatie en een omschrijving van de behoeften van het geografische en milieugebied waaraan het programma tegemoet moet komen;
De analyse wordt opgebouwd rond de EU-prioriteiten. Op het gebied van de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering en op het gebied van de bevordering van innovatie wordt voor elke EU-prioriteit beoordeeld hoe het best aan de specifieke behoeften kan worden voldaan; een synthesevan de sterke en zwakke punten van de situatie van de voor ondersteuning in aanmerking komende beleidsterreinen;
De analyse wordt opgebouwd rond de EU-prioriteiten als neergelegd in artikel 6. Specifieke behoeften op het gebied van de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering en op het gebied van de bevordering van innovatie worden getoetst aan de EU-prioriteiten, om vast te stellen wat de beste oplossingen zijn voor elkvan de prioriteiten op deze terreinen.
In deze analyse wordt tevens aandacht besteed aan de gevolgen van de tenuitvoerlegging van het GVB voor elke kustregio of -streek.
Amendement 216 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter b bis (nieuw)
(b bis) een analyse van de gevolgen van de tenuitvoerlegging van het GVB voor de werkgelegenheid over de gehele waardeketen, en innoverende werkgelegenheidsvoorstellen voor de betrokken gebieden;
Amendement 217 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter c
(c) het bewijs dat een steekhoudende benadering ten opzichte van innovatie, het milieu, met inbegrip van de specifieke behoeften van de NATURA 2000-gebieden, en de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering in het programma is geïntegreerd;
(c) een analyse waaruit blijkt dathet programma rekening houdt met de effecten van visserij en aquacultuur op het milieu en, in voorkomend geval, met de specifieke behoeften van de Natura 2000-gebieden, alsmede de verwezenlijking van een goede milieutoestand, de opzet van een samenhangend netwerk van gebieden voor het herstel van visbestanden en de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering;
Amendement 218 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter c bis (nieuw)
(c bis) de beoordeling van het evenwicht tussen visserijcapaciteit en beschikbare visserijmogelijkheden als vereist krachtens verordening (EU) nr. …/… [betreffende het GVB] en een beschrijving van de maatregelen die zijn getroffen teneinde te voldoen aan de vangstcapaciteitmaxima zoals bedoeld in bijlage II van die verordening;
Amendement 219 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter h
(h) een duidelijke verwijzing naar de onder titel V, hoofdstuk III, vallende concrete acties die collectief mogen worden uitgevoerd en daarom overeenkomstig artikel 95, lid 3, in aanmerking komen voor een hogere steunintensiteit;
(h) een duidelijke verwijzing naar de onder titel V, hoofdstuk III, vallende maatregelen die collectief mogen worden uitgevoerd en daarom overeenkomstig artikel 95, lid 3, in aanmerking komen voor een hogere steunintensiteit;
Amendement 220 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter h bis (nieuw)
(h bis) een actieplan voor de kleinschalige en kustvisserij die een strategie bevat voor de ontwikkeling, het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de kleinschalige en kustvisserij;
Amendement 221 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter h ter (nieuw)
(h ter) een gedetailleerde beschrijving van de maatregelen in verband met de voorbereiding en uitvoering van de productie- en afzetplannen waarvoor uit hoofde van artikel 69 steun wordt verleend;
Amendement 222 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter i
(i) een analyse van de behoeften in verband met de monitoring- en evaluatievoorschriften en het in artikel 49 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde evaluatieplan. De lidstaten voorzien in voldoende middelen en in voldoende activiteiten voor de opbouw van de betrokken capaciteit om aan de vastgestelde behoeften tegemoet te komen;
(i) de evaluatievoorschriften en het in artikel 49 van [Verordening(EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde evaluatieplan en de te nemen maatregelen om aan de vastgestelde behoeften tegemoet te komen;
Amendement 223 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter j – punt ii
ii) een tabel met de financiële EFMZV-middelen die beschikbaar zijn voor en het EFMZV-cofinancieringspercentage dat van toepassing is op enerzijds de in artikel 6 vastgestelde prioriteiten en anderzijds de technische bijstand. In voorkomend geval wordt in de tabel afzonderlijk melding gemaakt van de financiële EFMZV-middelen en de cofinancieringspercentages die in afwijking van de in artikel 94, lid 1, vastgestelde algemene regel van toepassing zijn op steun zoals bedoeld in artikel 72, artikel 73, artikel 78, lid 2, onder a) tot en met d), en onder f) tot en met j), artikel 78, lid 2, onder e), en artikel 79;
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 224 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter k
(k) informatie over de complementariteit met maatregelen die worden gefinancierd in het kader van andere GSK-fondsen of het LIFE-kaderprogramma;
(k) informatie over complementariteit met maatregelen die worden gefinancierd in het kader van andere beleidsgebieden en financiële instrumenten van de Unie;
Amendement 225 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter l – punt i bis (nieuw)
i bis) een duidelijke beschrijving van de rol die de plaatselijke visserijgroepen en de beheersautoriteit of de aangewezen instantie voor de vaststelling van de taken in verband met de tenuitvoerlegging van de strategie moeten spelen;
Amendement 226 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter l – punt ii
(ii) een beschrijving van de monitoring- en evaluatieprocedures en de samenstelling van het monitoringcomité;
ii) een beschrijving van de monitoring- en evaluatieprocedures en de algemene samenstelling van het monitoringcomité;
Amendement 227 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter m
(m) de aanwijzing van de in artikel 5 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde partners en de resultaten van het overleg met de partners;
(m) de procedure voor de aanwijzing van de in artikel 5 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde partners en de resultaten van het overleg met de partners; wijzigingen met betrekking tot de partners kunnen met instemming van het monitoringcomité gedurende de looptijd van het programma worden doorgevoerd;
Amendement 228 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter n – punt i
i) een lijst van organisaties die het controle-, inspectie- en handhavingssysteem ten uitvoer leggen, en een beknopt overzicht van zowel de personele en financiële middelen als de voorzieningen, met name het aantal vaartuigen, vliegtuigen en helikopters, die deze organisaties ter beschikking staan voor controle-, inspectie- en handhavingstaken op visserijgebied;
i) een lijst van organisaties die het controle-, inspectie- en handhavingssysteem ten uitvoer leggen, en een beknopt overzicht van zowel de personele en financiële middelen als de belangrijkste voorzieningen, met name het aantal vaartuigen, vliegtuigen en helikopters, die deze organisaties ter beschikking staan voor controle-, inspectie- en handhavingstaken op visserijgebied;
Amendement 229 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter o – inleidende formule
(o) voor de in artikel 6, lid 6, en artikel 18, lid 4, bedoelde doelstelling inzake gegevensverzameling voor duurzaam visserijbeheer, en overeenkomstig het in artikel 37, lid 5, van de [GVB-verordening] bedoelde EU-meerjarenprogramma:
(o) voor de in artikel 6, lid 6, en artikel 18, lid 4, bedoelde doelstelling inzake gegevensverzameling voor duurzaam en ecosysteemgericht visserijbeheer, en overeenkomstig het in artikel 37, lid 5, van de [GVB-verordening] bedoelde EU-meerjarenprogramma, en voor de analyse van de sociaaleconomische situatie in de verwerkings- en de afzetsector van visserij- en aquacultuurproducten:
Amendement 230 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter o – punt i
i) een beschrijving van de activiteiten op het gebied van gegevensverzameling die moeten worden uitgevoerd om te komen tot:
i) een beschrijving van de activiteiten op het gebied van gegevensverzameling, die in overleg met de belanghebbende partijen moeten worden uitgevoerd om te komen tot:
Amendement 231 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter o – punt i – streepje 1
– een evaluatie van de visserijsector (biologische, economische en horizontale variabelen, alsmede onderzoek op zee);
– een evaluatie van de visserijsector (biologische, economische, sociale en horizontale variabelen over de gehele waardeketen, alsmede onderzoek op zee);
Amendement 232 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter o – punt i – streepje 2
– een evaluatie van de economische situatie van de aquacultuur- en de verwerkingssector;
– een evaluatie van de economische en maatschappelijke situatie van de aquacultuur- en de verwerkingssector;
Amendement 233 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter o – punt i – streepje 3
– een evaluatie van de impact van de visserijsector op het ecosysteem;
– een evaluatie van de impact van de visserijsector en de aquacultuursector op het ecosysteem om een vergelijking van soorten visserij- en aquacultuuractiviteiten en vlootsegmenten mogelijk te maken krachtens de voorschriften van Verordening (EU) nr. …/…. [betreffende het GVB].
Amendement 234 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 1 – letter o – punt iii
(iii) een bewijs van de capaciteit voor een gezond financieel en administratief beheer van de verzamelde gegevens.
(iii) een verantwoording met betrekking tot de capaciteit voor een gezond financieel en administratief beheer van de verzamelde gegevens.
Amendement 235 Voorstel voor een verordening Artikel 20 – lid 4
4. De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen voorschriften vast voor de wijze waarop de in de leden 1, 2 en 3 beschreven elementen moeten worden weergegeven. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 128, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.
4. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de voorschriften voor de wijze waarop de in de leden 1, 2 en 3 beschreven elementen moeten worden weergegeven. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 128, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Amendement 236 Voorstel voor een verordening Artikel 21 – lid 2
2. De Commissie keurt de operationele programma's goed middels een uitvoeringshandeling.
2. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot goedkeuring van de operationele programma´s indien de in lid 1 bedoelde vereisten naar tevredenheid zijn nageleefd. Na goedkeuring worden de operationele programma´s openbaar gemaakt.
Amendement 237 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – lid 2 – alinea 2
Hiertoe stelt de Commissie middels een uitvoeringshandeling een besluitvast met daarin enerzijds de veranderingen aan de EU-prioriteiten op het gebied van het handhavings- en controlebeleid zoals bedoeld in artikel 18, lid 3, en anderzijds de overeenkomstige subsidiabele concrete acties die prioriteit moeten krijgen.
Hiertoe is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 127 gedelegeerde handelingenvast te stellen met daarin enerzijds de veranderingen aan de EU-prioriteiten op het gebied van het handhavings- en controlebeleid zoals bedoeld in artikel 18, lid 3, en anderzijds de overeenkomstige subsidiabele concrete acties die prioriteit moeten krijgen.
Amendement 238 Voorstel voor een verordening Artikel 22 – lid 2 – alinea 3
De lidstaten dienen in het licht van de nieuwe prioriteiten die in het in de tweede alinea van dit lid bedoelde besluit zijn vastgesteld, uiterlijk op 31 oktober van het jaar vóór het betrokken uitvoeringsjaar bij de Commissie de wijziging van het operationele programma in.
De lidstaten kunnen hun operationele programma wijzigen, rekening houdend met de nieuwe prioriteiten die in het in de tweede alinea van dit lid bedoelde besluit zijn vastgesteld. De lidstaten dienen dergelijke wijzigingen uiterlijk op 31 oktober van het jaar vóór het betrokken uitvoeringsjaar in bij de Commissie.
Amendement 239 Voorstel voor een verordening Artikel 23 – lid 1
1. Met het oog op de toepassing van artikel 20, lid 1, onder o), dienen de lidstaten uiterlijk op 31 oktober van elk jaar een jaarlijks werkprogramma in bij de Commissie. Het jaarlijkse werkprogramma bevat een beschrijving van de procedures en methoden die moeten worden gebruikt voor het verzamelen en analyseren van gegevens en voor het inschatten van de accuraatheid en nauwkeurigheid van deze gegevens.
1. Met het oog op de toepassing van artikel 20, lid 1, onder o), dienen de lidstaten uiterlijk op 31 oktober van elk jaar een jaarlijks werkprogramma in bij de Commissie of delen haar mee dat het programma van het voorgaande jaar wordt voortgezet. Het jaarlijkse werkprogramma wordt opgesteld binnen het kader van een nationaal meerjarenplan, overeenkomstig het programma van de Unie, en bevat een beschrijving van de procedures en methoden die moeten worden gebruikt voor het verzamelen en analyseren van gegevens en voor het inschatten van de accuraatheid en nauwkeurigheid van deze gegevens.
Amendement 240 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 1 – alinea 2 – letter b
(b) de invoering of de intrekking van maatregelen of soorten concrete acties;
(b) de invoering of de intrekking van maatregelen of soorten relevante concrete acties en de bijbehorende informatie en indicatoren;
Amendement 241 Voorstel voor een verordening Artikel 24 – lid 2
2. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 128, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.
2. De in lid 1 bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 128, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Amendement 242 Voorstel voor een verordening Artikel 25 – titel
Jaarlijks werkprogramma
Meerjarig operationeel programma en jaarlijkse werkprogramma's
Amendement 243 Voorstel voor een verordening Artikel 25 – lid 1
1. Met het oog op de uitvoering van titel VI, hoofdstukken I en II, en artikel 92 stelt de Commissie middels uitvoeringshandelingen een jaarlijks werkprogramma vast dat overeenstemt met de in die hoofdstukken uiteengezette doelstellingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 128, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.
1. Teneinde de voorschriften vast te leggen in verbandmet de toepassing van titel VI, hoofdstukken I en II, en artikel 92, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 127 gedelegeerde handelingen vast waarmee een meerjarig operationeel programma wordt opgezetmet als een vande taken de vaststelling van jaarlijkse werkprogramma´s,in overeenstemming met de in die hoofdstukken uiteengezette doelstellingen.
Amendement 244 Voorstel voor een verordening Artikel 25 – lid 2
2. Het jaarlijkse werkprogramma bevat de doelstellingen, de verwachte resultaten, de uitvoeringsmethode en het voor het jaarlijkse programma geoormerkte totale bedrag. Het bevat tevens een beschrijving van de te financieren activiteiten, een indicatie van het voor elke activiteit toegewezen bedrag, een indicatief tijdschema voor de uitvoering en informatie over de tenuitvoerlegging van de activiteiten. Met betrekking tot de subsidies worden in het jaarlijkse werkprogramma de prioriteiten, de essentiële evaluatiecriteria en het maximale cofinancieringspercentage opgenomen.
2. Het meerjarig operationeel programma en de jaarlijkse werkprogramma's bevatten de doelstellingen, de verwachte resultaten, de uitvoeringsmethode en het voor het jaarlijkse programma geoormerkte totale bedrag. Zij bevatten tevens een beschrijving van de te financieren activiteiten, een indicatie van het voor elke activiteit toegewezen bedrag, en een indicatief tijdschema voor de uitvoering en informatie over de tenuitvoerlegging van de activiteiten. Met betrekking tot de subsidies omvatten zij de prioriteiten, de essentiële evaluatiecriteria en het maximale cofinancieringspercentage. Daarnaast bevatten zij de vereiste om jaarverslagen over de begrotingsuitvoering in te dienen.
Amendement 245 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – lid 1
1. De eigenaar van een vissersvaartuig die op grond van artikel 32, lid 1, onder b), artikel 36, artikel 39, lid 1, onder a), of artikel 40, lid 2, steun heeft ontvangen, mag het betrokken vaartuig gedurende ten minste 5 jaar na de datum waarop de steun daadwerkelijk aan de begunstigde is betaald, niet overdragen naar een buiten de Unie gelegen derde land.
1. De eigenaar van een vissersvaartuig die op grond van artikel 32, 36, 39 of 40 van deze verordening steun heeft ontvangen, mag het betrokken vaartuig gedurende ten minste vijf jaar na de datum waarop die steun daadwerkelijk aan de begunstigde is betaald, niet overdragen naar een buiten de Unie gelegen derde land, tenzij die steun op pro rata temporis-basis door de begunstigde wordt terugbetaald vóór een dergelijke overdracht. De eerste zin van dit lid doet geen afbreuk aan artikel 135 van het [financieel reglement].
Amendement 618 Voorstel voor een verordening Artikel 27 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. De totale financiële bijdrage van het EFMZV aan de maatregelen in het kader van de programma's voor duurzame werkgelegenheid voor jongeren in de kleinschalige visserij als bedoeld in artikel 31, lid -1, tijdelijke stopzetting als bedoeld in artikel 33 bis, de vervanging of modernisering van hoofd- of hulpmotoren als bedoeld in artikel 39, en definitieve beëindiging, bedraagt maximaal 20% van de financiële steun van de Unie die per lidstaat wordt toegewezen.
Amendement 246 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 1
1. Om innovatie in de visserij te stimuleren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor projecten die gericht zijn op de ontwikkeling of de invoering van ten opzichte van de stand van de techniek nieuwe of substantieel verbeterde producten en nieuwe of verbeterde processen en beheers- en organisatiesystemen.
1. Om innovatie in de visserij en de verwerkingssector te stimuleren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor projecten die gericht zijn op de ontwikkeling of de invoering van nieuwe of substantieel verbeterde technieken, voorzieningen of producten, bijvoorbeeld middels het ontwerpen van innovatieve vaartuigen, alsmede nieuwe of verbeterde processen en beheers- en organisatiesystemen, op voorwaarde dat dergelijke projecten bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen die zijn opgenomen in artikel 2 van Verordening (EU) nr. …/.... [betreffende het GVB].
Amendement 247 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 2
2. Op grond van dit artikel gefinancierde concrete acties worden uitgevoerd in samenwerking met een door de betrokken lidstaat erkende wetenschappelijke of technische organisatie die de resultaten van dergelijke concrete acties evalueert.
2. Op grond van dit artikel gefinancierde concrete acties worden uitgevoerd door of in samenwerking met een door de betrokken lidstaat of de Unie erkende wetenschappelijke of technische organisatie die de resultaten van dergelijke concrete acties valideert.
Amendement 248 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 3
3. De lidstaten geven overeenkomstig artikel 120 voldoende ruchtbaarheid aan de resultaten van op grond van dit artikel gefinancierde concrete acties.
3. De lidstaten publiceren voor het publiek toegankelijke verslagen over, en geven overeenkomstig artikel 120 voldoende ruchtbaarheid aan de resultaten van op grond van dit artikel gefinancierde concrete acties.
Amendement 249 Voorstel voor een verordening Artikel 28 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis. De procedure voor het aanvragen van innovatiesteun wordt toegankelijker gemaakt om te stimuleren dat er meer projecten worden opgezet.
Amendement 250 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de globale prestatie en het concurrentievermogen van de marktdeelnemers te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Om de globale prestatie en het concurrentievermogen van de marktdeelnemers te verbeteren en duurzamere visserij te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
Amendement 251 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 – letter a bis (nieuw)
(a bis) het verlenen van professioneel advies over de ontwikkeling van duurzamere visserijpraktijken, met de nadruk op de beperking en, waar mogelijk, uitbanning van de effecten van dergelijke activiteiten op ecosystemen in zee, op het land en in zoetwater;
Amendement 252 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 – letter a ter (nieuw)
(a ter) het verlenen van technische, juridische of economische adviesdiensten met betrekking tot projecten die in aanmerking kunnen komen voor steun op grond van dit hoofdstuk;
Amendement 253 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 1 – letter b
(b) de verstrekking van professioneel advies over bedrijfs- en afzetstrategieën.
(b) de verstrekking van professioneel advies over bedrijfs- en afzetstrategieën, met inbegrip van advies inzake afzetbevordering, marketing en public relations.
Amendement 254 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 2
2. De haalbaarheidsstudies en het advies zoals bedoeld in lid 1, onder a) respectievelijk b), worden verstrekt door erkende wetenschappelijke of technische organisaties met de vereiste adviesbevoegdheden zoals erkend in het nationale recht van elke lidstaat.
2. De haalbaarheidsstudies, het advies en de diensten zoals bedoeld in lid 1, onder a), a bis), a ter), en b), worden verstrekt door erkende wetenschappelijke, academische, professionele of technische organisaties met de vereiste adviesbevoegdheden zoals erkend in het nationale recht van elke lidstaat.
Amendement 255 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 3
3. De in lid 1 bedoelde steun wordt verleend aan door de lidstaat erkende marktdeelnemers of vissersorganisaties die de in lid 1 bedoelde haalbaarheidsstudie laten uitvoeren.
3. De in lid 1 bedoelde steun wordt verleend aan door de lidstaat erkende marktdeelnemers, vissersorganisaties of publiekrechtelijke instanties die de haalbaarheidsstudie hebben laten uitvoeren of die om advies dan wel adviesdiensten zoals bedoeld in lid 1, onder a), a bis), a ter) en b) hebben verzocht.
Amendement 256 Voorstel voor een verordening Artikel 29 – lid 4
4. De lidstaten zorgen ervoor dat op grond van dit artikel te financieren concrete acties worden geselecteerd aan de hand van een versnelde procedure.
4. De lidstaten zorgen ervoor dat op grond van dit artikel te financieren concrete acties worden geselecteerd aan de hand van een versnelde procedure, met name in het geval van de kleinschalige kustvisserij en de binnenvisserij.
Amendement 257 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de overdracht van kennis tussen wetenschappers en vissers te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Om een betere verzameling, bevordering en overdracht van kennis tussen wetenschappers en vissers te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
Amendement 258 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter a
(a) het opzetten van een netwerk bestaande uit enerzijds één of meer wetenschappelijke organisaties en anderzijds een aantal vissers of één of meer vissersorganisaties;
(a) het opzetten van netwerken, partnerschapsovereenkomsten, contracten of samenwerkingsverbanden tussen enerzijds één of meer wetenschappelijke organisaties en anderzijds een aantal vissers of één of meer vissersorganisaties, met deelname van de overheidsinstanties van de lidstaten die wensen deel te nemen;
Amendement 259 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 1 – letter b
(b) de activiteiten van een onder a) bedoeld netwerk.
(b) de activiteiten die zijn uitgevoerd in het kader van de overeenkomstig lid 1, onder a), opgezette netwerken, partnerschapsovereenkomsten, contracten of samenwerkingsverbanden.
Amendement 260 Voorstel voor een verordening Artikel 30 – lid 2
2. Onder de in lid 1, onder b), bedoelde activiteiten wordt verstaan: gegevensverzameling, studie en verspreiding van kennis en beste praktijken.
2. Onder de in lid 1, onder b), bedoelde activiteiten wordt verstaan: gegevensverzameling en -beheer, gezamenlijke onderzoeksprojecten, studie, proefprojecten, seminars en verspreiding van kennis en beste praktijken.
Amendement 261 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – letter a
(a) een leven lang leren, verspreiding van wetenschappelijke kennis en innoverende praktijken, en de verwerving van nieuwe beroepsvaardigheden, met name in verband met duurzaam beheer van mariene ecosystemen, activiteiten in de maritieme sector, innovatie en ondernemerschap;
(a) maatregelen en concrete acties ter bevordering van beroepsopleiding, een leven lang leren, verspreiding van wetenschappelijke, technische, economische of juridische kennis en innoverende praktijken, en de verwerving van nieuwe beroepsvaardigheden, met name in verband met:
– duurzaam beheer van mariene en binnenwaterecosystemen;
– activiteiten in de maritieme sector;
– innovatie;
– ondernemerschap, in het bijzonder toegang van jonge mensen tot beroepen in de visserij;
– hygiëne, gezondheid en veiligheid;
– de opleiding van vissers inzake de uitvoering van de bepalingen van het GVB;
– de preventie van beroepsrisico's.
Amendement 262 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – letter b
(b) netwerkvorming, uitwisseling van ervaringen en beste praktijken tussen belanghebbende partijen, onder meer organisaties ter bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen;
(b) netwerkvorming en uitwisseling van ervaringen en beste praktijken tussen belanghebbende partijen, onder meer opleidingsorganisaties en organisaties ter bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen en de bevordering en erkenning van de cruciale rol van vrouwen in visserijgemeenschappen;
Amendement 263 Voorstel voor een verordening Artikel 31 – lid 1 – letter c
(c) bevordering van de sociale dialoog op nationaal, regionaal of plaatselijk niveau tussen vissers en andere relevante belanghebbende partijen.
(c) de bevordering van de sociale dialoog op Unie-, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau tussen marktdeelnemers, de sociale partners en andere relevante belanghebbende partijen, met speciale aandacht voor ondervertegenwoordigde groepen, zoals degenen die werkzaam zijn in de kleinschalige kustvisserij en zij die te voet vissen.
Amendement 264 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – titel
Bevordering van de diversifiëring en de werkgelegenheidscreatie
Bevordering van ondernemerschap, diversifiëring en werkgelegenheidscreatie
Amendement 619 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid -1 quater (nieuw)
-1 quater. Om het scheppen van banen voor jongeren in de kleinschalige visserij te stimuleren, kan het EFMZV steun verlenen aan:
a) programma's voor stages aan boord van schepen in de kleinschalige kustvisserij;
b) opleidingen op het gebied van duurzame visserij, met aandacht voor onder meer duurzame visserijtechnieken, selectiviteit, mariene biologie en behoud van de biologische rijkdommen van de zee;
Amendement 620 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid -1 ter (nieuw)
-1 ter. Personen jonger dan 30 jaar die zijn geregistreerd als werkloos en als zodanig zijn erkend door de bevoegde administratie van een lidstaat, komen in aanmerking voor steun uit hoofde van lid 1. De stagiair wordt aan boord begeleid door een beroepsvisser van minstens 50 jaar oud.
Amendement 621 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid -1 bis (nieuw)
-1 bis. De steun uit hoofde van lid 1 bedraagt maximaal 40 000 EUR en wordt aan elke begunstigde verleend voor een periode van maximaal twee jaar gedurende de programmeringsperiode.
Amendement 622 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid -1 (nieuw)
-1. Het stageprogramma bestaat voor twee derde uit training aan boord en voor één derde uit theorielessen.
Amendement 266 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de diversifiëring en de werkgelegenheidcreatie buiten de visserijsector te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Om de diversifiëring te bevorderen, kan uit het EFMZV tevens steun worden verleend voor aanvullende activiteiten die in verband staan met de kernactiviteit van het bedrijf (d.w.z. visserij) door middel van:
Amendement 267 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 1 – letter a
(a) het opstarten van ondernemingen buiten de visserijsector;
(a) het investeren aan boord in activiteiten die een aanvulling vormen op de visserij, zoals milieudiensten en educatieve activiteiten of toerisme;
Amendement 268 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 1 – letter b
(b) het aanpassen van kleinschalige kustvisserijvaartuigen om deze inzetklaar te maken voor activiteiten buiten de visserijsector.
(b) het aanpassen van kleinschalige kustvisserijvaartuigen om deze inzetklaar te maken voor activiteiten buiten de commerciële visserijsector.
Amendement 269 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 1 – letter b
(b) het aanpassen van kleinschalige kustvisserijvaartuigen om deze inzetklaar te maken voor activiteiten buiten de visserijsector.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 270 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 2 – inleidende formule
2. De in lid 1, onder a), bedoelde steun wordt verleend aan vissers die:
2. De in lid -1 en lid 1, onder a), bedoelde steun wordt verleend aan vissers die:
Amendement 271 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 2 – letter a
(a) een bedrijfsplan voor de ontwikkeling van hun nieuwe activiteiten indienen;
(a) een bedrijfsplan voor de ontwikkeling van hun activiteiten indienen;
Amendement 272 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 3
3. De in lid 1, onder b), bedoelde steun wordt verleend aan kleinschalige kustvissers die eigenaar zijn van een EU-vissersvaartuig dat als actief is geregistreerd en die in de twee jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 60 dagen visserijactiviteiten op zee hebben verricht. De aan het vissersvaartuig gekoppelde visvergunning wordt definitief ingetrokken.
3. De in lid 1, onder b), bedoelde steun wordt verleend aan kleinschalige kustvissers die eigenaar zijn van een EU-vissersvaartuig dat als actief is geregistreerd en die in de twee kalenderjaren voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 60 dagen visserijactiviteiten op zee hebben verricht.
Amendement 273 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis. De in artikel 1, onder c), bedoelde steun wordt slechts verleend aan vissers indien de activiteiten die zij in aanvulling op de visserij ontplooien in verband staan met de kernactiviteit van het bedrijf (d.w.z. visserij), zoals hengeltoerisme, restaurants, visserijgebonden milieudiensten of educatieve activiteiten in verband met visserij.
Amendement 274 Voorstel voor een verordening Artikel 32 – lid 4
4. Begunstigden van de in lid 1 bedoelde steun mogen gedurende vijf jaar na de ontvangst van de laatste steunbetaling beroepsmatig geen visserijactiviteiten uitoefenen.
Schrappen
Amendement 276 Voorstel voor een verordening Artikel 32 bis (nieuw)
Artikel 32 bis
Starterssteun voor jonge vissers
1. Uit het EFMZV kan individuele steun worden verleend aan jonge vissers op voorwaarde dat zij:
– jonger zijn dan 35 jaar;
– kunnen aantonen dat zij gedurende ten minste vijf jaar als visser hebben gewerkt of een gelijkwaardige beroepsopleiding hebben genoten;
– voor het eerst eigenaar zijn geworden van een vaartuig voor de kleinschalige kustvisserij dat tussen de vijf en twintig jaar oud is en gedurende de voorgaande vijf jaar visserijactiviteiten heeft verricht.
2. Het in lid 1 genoemde vissersvaartuig moet tot een vlootsegment behoren waarvoor het capaciteitsverslag, zoals bedoeld in artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. …/… [betreffende het GVB], aantoont dat de vangstmogelijkheden en de vlootcapaciteit in evenwicht zijn.
3. Het bedrag van de in lid 1 bedoelde steun bedraagt ten hoogste 100 000 euro.
Amendement 278 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – titel
Gezondheid en veiligheid aan boord
Gezondheid, hygiëne en veiligheid aan boord
Amendement 279 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – lid 1
1. Om de arbeidsomstandigheden van de vissers aan boord te verbeteren, mag uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen aan boord of in afzonderlijke voorzieningen, op voorwaarde dat deze investeringen verder gaan dan wat op grond van het nationale of het EU-recht vereist is.
1. Om de gezondheids-, hygiënische, veiligheids-, arbeids- en leefomstandigheden van de vissers aan boord te verbeteren, mag uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen aan boord of in afzonderlijke voorzieningen, op voorwaarde dat deze investeringen verder gaan dan wat op grond van het nationale of het EU-recht vereist is en de vangstcapaciteit van het vaartuig niet verhogen.
Amendement 280 Voorstel voor een verordening Artikel 33 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Om de zorg voor vissers bij ongevallen te verbeteren, kan het EFMZV collectieve projecten aanmoedigen die ten doel hebben de volledige bemanning medische training te bieden.
Amendement 281 Voorstel voor een verordening Artikel 33 bis (nieuw)
Artikel 33 bis
Tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten
1. Het EFMZV draagt alleen in de volgende gevallen bij aan de financiering van maatregelen voor de tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten:
(a) handelend in het kader van een meerjarenplan zoals bepaald in Verordening (EU) nr. …/…; [betreffende het GVB];
(b) wanneer de Commissie noodmaatregelen heeft aangenomen overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. …/… [betreffende het GVB];
/
(c) gedurende biologische rustperiodes in bepaalde kritieke fasen van de levenscyclus van soorten, indien dergelijke maatregelen noodzakelijk zijn voor de duurzame exploitatie van de visbestanden, bijdragen aan een gunstige ontwikkeling van deze bestanden en het mogelijk maken de visserijactiviteiten buiten dergelijke rustperiodes voort te zetten.
Deze steun bestaat uit een financiële compensatie voor de inactieve periode.
2. De duur van de in lid 1 bedoelde maatregelen wordt bepaald op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke onderzoeken betreffende de staat van de bestanden.
3. Voor de toekenning van uitkeringen of betalingen op grond van dit artikel wordt geen rekening gehouden met stilleggingen die elk seizoen plaatsvinden en niet onder lid 1, onder c), vallen.
4. Het EFMZV kan bijdragen aan de financiering van de in lid 1 bedoelde maatregelen voor de betrokken vissers en de betrokken eigenaren van vissersvaartuigen, voor een periode van ten hoogste zes maanden per vaartuig, gedurende de gehele programmeringsperiode. De steun wordt verleend aan:
(a) de eigenaren van in het vlootregister van de Unie ingeschreven vissersvaartuigen die in de twee jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 120 dagen visserijactiviteiten hebben verricht; en
(b) de bemanningsleden die werkzaam zijn geweest aan boord van een vissersvaartuig dat door een tijdelijke stopzetting van de activiteiten is getroffen, onder de voorwaarden als bedoeld onder letter a) van dit lid.
5. Gedurende de perioden waarin de in lid 1 bedoelde steun wordt ontvangen, verrichten het vissersvaartuig en de betrokken bemanningsleden geen enkele visserijactiviteit. De lidstaten zien erop toe dat de activiteit daadwerkelijk is stopgezet.
Amendement 623 Voorstel voor een verordening Artikel 33 ter (nieuw)
Artikel 33 ter
Onderlinge fondsen voor verzekeringsdoeleinden
1. Het EFMZV kan bijdragen aan onderlinge fondsen die door een lidstaat in overeenstemming met het nationaal recht zijn erkend en die aangesloten vissers in staat stellen zich te verzekeren tegen verliezen die het gevolg zijn van:
a) natuurrampen;
b) ongevallen met gevolgen voor het milieu of de gezondheid;
c) de kosten voor het bergen van vissersschepen die bij het vissen averij hebben opgelopen of zijn gezonken, waarbij slachtoffers op zee zijn gevallen;
d) door de lidstaten voorgestelde specifieke sociale en economische maatregelen voor vissers aan boord van schepen die zijn gezonken door ongevallen op zee.
2. Gebeurtenissen worden formeel als natuurrampen of ongevallen met gevolgen voor het milieu of de gezondheid erkend door de betrokken lidstaat of door de interne voorschriften van het onderlinge stabilisatiefonds, indien die voorschriften dit vereisen. De lidstaten kunnen in voorkomend geval vooraf criteria vaststellen op grond waarvan deze formele erkenning wordt geacht te zijn verleend.
Amendement 624 Voorstel voor een verordening Artikel 33 quater (nieuw)
Artikel 33 quater
Definitieve stopzetting van visserijactiviteiten
1. Het EFMZV kan slechts bijdragen aan de financiering van maatregelen voor de definitieve beëindiging van de visserijactiviteit indien die de sloop van vissersvaartuigen behelzen en op voorwaarde dat de buitenbedrijfstelling:
a) is opgenomen in het in artikel 20 bedoelde operationele programma; en
b) betrekking heeft op vaartuigen die tot een vlootsegment behoren waarvoor de vangstcapaciteit niet in evenwicht is met de voor dat segment beschikbare vangstmogelijkheden voor de duur van het langetermijnbeheersplan; en
2. De steun krachtens lid 1 wordt verleend aan:
a) eigenaren van Unievissersvaartuigen die als actief zijn geregistreerd en die in de twee kalenderjaren voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 120 dagen per jaar visserijactiviteiten op zee hebben verricht, of
b) vissers die in de twee kalenderjaren voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 120 dagen per jaar op zee hebben gewerkt aan boord van een vissersvaartuig van de Unie dat onder de definitieve stopzetting valt.
3. De betrokken visser, eigenaar of ondernemer beëindigt daadwerkelijk alle visserijactiviteiten. Het bewijs van de daadwerkelijke stopzetting van de visserijactiviteit wordt door de begunstigden van die steun aan de bevoegde nationale autoriteit overgelegd. Indien een visser of een onderneming binnen twee jaar na de datum van indiening van de aanvraag opnieuw visserijactiviteiten verricht, wordt de compensatie op pro rata temporis-basis terugbetaald.
4. De subsidie uit hoofde van dit artikel kan worden verleend tot 31 december 2016.
5. Steun uit hoofde van dit artikel wordt pas uitbetaald nadat de overeenkomstige capaciteit definitief uit het register van vissersvaartuigen van de Unie is geschrapt en ook de visvergunningen en vismachtigingen definitief zijn geschrapt. De ontvanger van die steun kan gedurende vijf jaar na de ontvangst van die steun niet opnieuw een vissersvaartuig registreren. De capaciteitsvermindering leidt tot een permanente gelijkwaardige verlaging van de maximumcapaciteit van het vlootsegment.
6. Traditionele en houten vaartuigen komen niet in aanmerking voor steun uit hoofde van dit artikel.
Amendement 283 Voorstel voor een verordening Artikel 34
Artikel 34
Schrappen
Steun voor systemen van overdraagbare visserijconcessies in het kader van het GVB
1. Teneinde in het kader van artikel 27 van [GVB-verordening] systemen van overdraagbare visserijconcessies vast te stellen of te wijzigen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
(a) het ontwerpen en ontwikkelen van de technische en administratieve instrumenten die nodig zijn voor het opzetten of voor de werking van een systeem van overdraagbare visserijconcessies;
(b) de participatie van de belanghebbende partijen bij het ontwerpen en ontwikkelen van systemen van overdraagbare visserijconcessies;
(c) de monitoring en de evaluatie van systemen van overdraagbare visserijconcessies;
(d) het beheer van systemen van overdraagbare visserijconcessies.
2. De in lid 1, onder a), b) en c), bedoelde steun wordt slechts verleend aan overheidsinstanties. De in lid 1, onder d), van het onderhavige artikel bedoelde steun wordt verleend aan overheidsinstanties, natuurlijke of rechtspersonen en erkende producentenorganisaties die betrokken zijn bij het collectieve beheer van samengevoegde overdraagbare visserijconcessies zoals bedoeld in artikel 28, lid 4, van [GVB-verordening].
Amendement 284 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – titel
Steun voor de tenuitvoerlegging van instandhoudingsmaatregelen in het kader van het GVB
Steun voor het ontwerp en de tenuitvoerlegging van instandhoudingsmaatregelen in het kader van het GVB
Amendement 285 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 1 – inleidende formule
1. Met het oog op de doeltreffende tenuitvoerlegging van in de artikelen 17 en 21 van [GVB verordening] bedoelde instandhoudingsmaatregelen kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Met het oog op een doeltreffend ontwerp en de doeltreffende tenuitvoerlegging van de GVB-prioriteiten inzake regionalisering en de uit hoofde van de [GVB-verordening] aangenomen instandhoudingsmaatregelen, met inbegrip van de meerjarenplannen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
Amendement 286 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 1 – letter a
(a) het ontwerpen en ontwikkelen van de technische en administratieve instrumenten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van in de artikelen 17 en 21 van [GVB verordening] bedoelde instandhoudingsmaatregelen;
(a) het ontwerpen, ontwikkelen en monitoren van de technische en administratieve instrumenten die nodig zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van de meerjarenplannen en de in de [GVB-verordening] bedoelde instandhoudingsmaatregelen;
Amendement 287 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 1 – letter a bis (nieuw)
(a bis) de totstandbrenging van een samenhangend netwerk van gebieden voor het herstel van visbestanden overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/… [betreffende het GVB];
Amendement 288 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 1 – letter a ter (nieuw)
(a ter) de invoering van biologische rustperioden;
Amendementen 289 en 612 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 1 – letter b
(b) de participatie van de belanghebbende partijen bij het ontwerpen en ontwikkelen van in de artikelen 17 en 21 van [GVB verordening] bedoelde instandhoudingsmaatregelen.
(b) de participatie van de belanghebbende partijen en samenwerking tussen de lidstaten bij het ontwerpen en ten uitvoer leggen van de meerjarenplannen en in de [GVB-verordening] bedoelde instandhoudingsmaatregelen, onder meer door middel van comités voor gezamenlijk beheer waarin verschillende belanghebbenden zitting hebben.
Amendement 640 Voorstel voor een verordening Artikel 35 – lid 1 – letter b bis (nieuw)
b bis) het ontwerpen, ontwikkelen en toepassen van toewijzingscriteria krachtens artikel 16 bis (nieuw) van [de GVB-verordening].
Amendement 291 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de impact van de visserij op het mariene milieu te beperken, de afschaffing van de teruggooi te bevorderen en de overgang te vergemakkelijken naar een exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de MSY kan opleveren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen in voorzieningen die:
1. Om de impact van de visserij op het mariene milieu te beperken, de afschaffing van de teruggooi te bevorderen en de overgang te vergemakkelijken naar een duurzame exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de MSY kan opleveren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor onderzoek en investeringen in voorzieningen, instrumenten of systemen die:
Amendement 292 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 1 – letter a bis (nieuw)
(a bis) het vistuig vervangen, mits het nieuwe vistuig een geschikter formaat heeft, beter op vissoort selecteert, een beperkt effect heeft op het mariene milieu en de kwetsbare mariene ecosystemen en de capaciteit van het vissersvaartuig niet verhoogt;
Amendement 293 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 1 – letter b
(b) ongewenste vangsten van commerciële bestanden of andere bijvangsten reduceren;
(b) ongewenste of ongeoorloofde vangsten van commerciële bestanden of andere bijvangsten reduceren, met de nadruk op de ontwikkeling en invoering van voorzieningen om deze vangsten tegen te gaan;
Amendement 294 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 1 – letter c
(c) de fysieke en biologische impact van de visserij op het ecosysteem of de zeebodem beperken.
(c) de fysieke en biologische impact van de visserij op het ecosysteem of de zeebodem beperken en waar mogelijk uitbannen, met name in gebieden die zijn aangemerkt als biogeografisch kwetsbaar;
Amendement 295 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 1 – letter c bis (nieuw)
(c bis) het vistuig en de vangst beschermen tegen zoogdieren en vogels die beschermd zijn krachtens Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna1 of Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand2, op voorwaarde dat dit de selectiviteit van het vistuig niet ondermijnt en dat alle passende maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat de predatoren fysiek letsel wordt toegebracht.
__________________
1 PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.
2 PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7.
Amendement 296 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 1 – letter c ter (nieuw)
(c ter) de negatieve impact van de visserij op het dierenwelzijn beperken;
Amendement 297 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 1 – letter c quater (nieuw)
(c quater) bijdragen aan de beoordeling van visbestanden.
Amendement 298 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. In de ultraperifere gebieden kan de in lid 1 bedoelde steun uitsluitend worden verleend aan verankerde visaantrekkende voorzieningen (fish anchored devices - FAD's) die bijdragen aan duurzame en selectieve visserij.
Amendement 299 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 3
3. Er mag slechts steun worden verleend voor vistuigen of in lid 1 bedoelde voorzieningen die aantoonbaar beter selecteren op grootte of een geringere impact op de niet-doelsoorten hebben dan de standaard vistuigen of andere voorzieningen die zijn toegestaan op grond van het EU-recht of het nationale recht van de lidstaten dat is vastgesteld in het kader van de regionalisering zoals bedoeld in [GVB-verordening].
3. Er mag slechts steun worden verleend voor vistuigen of in lid 1 bedoelde voorzieningen die aantoonbaar aanmerkelijk beter selecteren op grootte en een geringere impact op het ecosysteem en de niet-doelsoorten hebben dan de standaard vistuigen of andere voorzieningen, instrumenten of systemen die zijn toegestaan op grond van het EU-recht of het nationale recht van de lidstaten dat is vastgesteld in het kader van de regionalisering zoals bedoeld in [GVB-verordening].
Amendement 300 Voorstel voor een verordening Artikel 36 – lid 4 – letter b
(b) vissers die eigenaar zijn van het te vervangen vistuig en die in de twee jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 60 dagen aan boord van een EU-vissersvaartuig hebben gewerkt;
(b) vissers die eigenaar zijn van het te vervangen vistuig, -gerei of -systeem en die in de twee jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 60 dagen aan boord van een EU-vissersvaartuig hebben gewerkt;
Amendement 301 Voorstel voor een verordening Artikel 36 bis (nieuw)
Artikel 36 bis
Steun om het economische effect van buitengewone gebeurtenissen op te vangen
In geval van economische situaties ten gevolge van een uitzonderlijke gebeurtenis waardoor de visserijactiviteit niet normaal kan worden uitgeoefend, kan uit het EFMZV steun worden verleend aan eigenaren van vissersvaartuigen en vissers voor de tijdelijke stopzetting van de visserijactiviteiten. Omstandigheden die voortvloeien uit maatregelen tot instandhouding van de visserijhulpbronnen worden niet als uitzonderlijke gebeurtenissen beschouwd.
Amendement 574/REV Voorstel voor een verordening Artikel 37 – lid 1
1. Om de afschaffing van de teruggooi te bevorderen en de overgang te vergemakkelijken naar een exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de MSY kan opleveren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor projecten ten bate van de ontwikkeling of de invoering van nieuwe technische of organisatorische kennis die leidt tot een beperking van de impact van de visserijactiviteiten op het milieu of tot een duurzamer gebruik van de mariene biologische hulpbronnen.
1. Om de afschaffing van de teruggooi te bevorderen en de overgang te vergemakkelijken naar een exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de MSY kan opleveren, en om de impact van de visserij op het mariene milieu en de impact van beschermde roofdieren te beperken, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor regelingen en projecten ten bate van de ontwikkeling, de verbetering of de invoering van nieuwe technische of organisatorische kennis die leidt tot een beperking van de impact van de visserijactiviteiten op het milieu, ook op het gebied van verbeterde vangsttechnieken en een betere selectiviteit van visserijactiviteiten, of tot bewerkstelliging van een duurzamer gebruik van de mariene biologische hulpbronnen en co-existentie met beschermde roofdieren, op basis van een ecosysteemgerichte benadering van het visserijbeheer.
Amendement 303 Voorstel voor een verordening Artikel 37 – lid 2
2. Op grond van dit artikel gefinancierde concrete acties worden uitgevoerd in samenwerking met een op grond van het nationale recht van de lidstaten erkende wetenschappelijke of technische organisatie die de resultaten van deze concrete acties evalueert.
2. Op grond van dit artikel gefinancierde concrete acties die kunnen worden uitgevoerd door vissersorganisaties die door een lidstaat zijn erkend, moeten worden uitgevoerd in samenwerking met een door de lidstaten erkende wetenschappelijke of technische organisatie die de resultaten van deze concrete acties evalueert.
Amendement 304 Voorstel voor een verordening Artikel 37 – lid 3
3. De lidstaten geven overeenkomstig artikel 120 voldoende ruchtbaarheid aan de resultaten van op grond van dit artikel gefinancierde concrete acties.
3. De lidstaten maken de resultaten van op grond van dit artikel gefinancierde concrete acties openbaar overeenkomstig artikel 120.
Amendement 305 Voorstel voor een verordening Artikel 37 – lid 4
4. Het aandeel van de vissersvaartuigen dat betrokken is bij op grond van dit artikel gefinancierde projecten mag niet groter zijn dan 5 % van de vissersvaartuigen van de nationale vloot of niet meer dan 5 % van de brutotonnage van de nationale vissersvloot, berekend bij de indiening van de aanvraag.
4. Het aandeel van de vissersvaartuigen dat betrokken is bij op grond van dit artikel gefinancierde projecten mag niet groter zijn dan 5 % van de vissersvaartuigen van de nationale vloot of niet meer dan 5 % van de brutotonnage van de nationale vissersvloot, berekend bij de indiening van de aanvraag. In naar behoren gemotiveerde omstandigheden kan de Commissie op verzoek van een lidstaat en op basis van een aanbeveling van het WTECV projecten goedkeuren die het in dit lid genoemde maximum overschrijden.
Amendement 306 Voorstel voor een verordening Artikel 37 – lid 5
5. Concrete acties die het testen van nieuwe vistuigen of vistechnieken behelzen, worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aan de betrokken lidstaat toegewezen vangstmogelijkheden.
5. Concrete acties die het testen van nieuwe vistuigen of vistechnieken behelzen, worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aan de betrokken lidstaat toegewezen vangstmogelijkheden of binnen de quota voor vangsten voor wetenschappelijk onderzoek als bedoeld in artikel 33, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
Amendement 625 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de betrokkenheid van de vissers bij de bescherming en het herstel van de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen, met inbegrip van de diensten die zij in het kader van duurzame visserijactiviteiten leveren, te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de volgende concrete acties:
1. Om de bescherming en het herstel van de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen, met inbegrip van de diensten die de vissers in het kader van duurzame visserijactiviteiten leveren en, in voorkomend geval, de participatie van vissers te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de volgende concrete acties die rechtstreekse gevolgen hebben voor de activiteiten van de visserijsector:
Amendement 626 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 1 – letter a
a) het verzamelen van afval op zee, zoals verloren vistuig en zwerfvuil;
a) het door vissers verzamelen van afval op zee, zoals verloren vistuig en zwerfvuil;
Amendement 627 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 1 – letter b
b) het bouwen of installeren van vaste of verplaatsbare voorzieningen om de mariene flora en fauna te beschermen en te ontwikkelen;
b) het bouwen, installeren of moderniseren van vaste of verplaatsbare, eenvoudig te demonteren voorzieningen om de mariene flora en fauna te beschermen en te ontwikkelen, en wetenschappelijke studies en evaluaties van dergelijke voorzieningen;
Amendement 628 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 1 – letter c
c) het bijdragen tot een beter beheer of een betere instandhouding van de hulpbronnen;
c) het bijdragen tot een beter beheer of een betere instandhouding van mariene biologische hulpbronnen;
Amendement 629 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 1 – letter d
d) het beheren, herstellen en monitoren van NATURA 2000-sites overeenkomstig Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, overeenkomstig Richtlijn 2009/147/EG van Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand, en overeenkomstig de prioritaire actiekaders die zijn vastgesteld op grond van Richtlijn 92/43/EEG;
d) het identificeren, selecteren, beheren, herstellen en monitoren van:
Amendement 630 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 1 – letter d – punt i (nieuw)
i) NATURA 2000-sites overeenkomstig Richtlijn 92/43/EEG van de Raad en Richtlijn 2009/147/EG of overeenkomstig de prioritaire actiekaders die zijn vastgesteld op grond van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad, wanneer de acties betrekking hebben op visserijactiviteiten,
Amendement 631 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 1 – letter d – punt ii (nieuw)
ii) beschermde mariene gebieden met het oog op de tenuitvoerlegging van de in artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2008/56/EG bedoelde ruimtelijke beschermingsmaatregelen die verband houden met visserijactiviteiten;
Amendement 632 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 1 – letter e
e) het beheren, herstellen en monitoren van beschermde mariene gebieden met het oog op de tenuitvoerlegging van de in artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad bedoelde ruimtelijke beschermingsmaatregelen;
e) het deelnemen aan andere acties ten bate van de instandhouding en de ontwikkeling van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten, in verband met het optreden van de Unie op het gebied van het mariene milieubeleid en in overeenstemming met een ecosysteemgerichte benadering van het visserijbeheer, zoals het herstel van specifieke mariene en kusthabitats ter ondersteuning van de duurzaamheid van de visbestanden, met inbegrip van de voorbereiding van dergelijke acties en de wetenschappelijke beoordeling ervan;
Amendement 633 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 1 – letter e bis (nieuw)
e bis) het creëren van milieubewustzijn door vissers te betrekken bij de bescherming en het herstel van de mariene biodiversiteit.
Amendement 575/REV Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 1 – letter e ter (nieuw)
(e ter) regelingen voor de vergoeding van schade aan vangsten die is veroorzaakt door zoogdieren en vogels die beschermd zijn krachtens Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna en Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand;
Amendement 308 Voorstel voor een verordening Artikel 38 – lid 2
2. In dit artikel bedoelde concrete acties worden uitgevoerd door publiekrechtelijke instanties met medewerking van vissers, door de lidstaten erkende vissersorganisaties of niet-gouvernementele organisaties, in partnerschap met vissersorganisaties of plaatselijke visserijgroepen zoals bedoeld in artikel 62.
2. In dit artikel bedoelde concrete acties worden uitgevoerd door technische of wetenschappelijke publiekrechtelijke instanties met medewerking van vissers, adviesraden, door de lidstaten erkende vissersorganisaties of niet-gouvernementele organisaties, in partnerschap met vissersorganisaties of plaatselijke visserijgroepen zoals bedoeld in artikel 62.
Amendement 309 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – titel
Matiging van de klimaatverandering
Energie-efficiëntie en reductie van de capaciteit
Amendement 310 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de gevolgen van de klimaatverandering te matigen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Om de energie-efficiëntie van vissersvaartuigen te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
Amendement 311 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – letter a
(a) investeringen aan boord om de uitstoot van verontreinigende stoffen of broeikasgassen te reduceren en de energie-efficiency van de vissersvaartuigen te verhogen;
(a) investeringen in voorzieningen of aan boord om de uitstoot van verontreinigende stoffen of broeikasgassen te reduceren en de energie-efficiëntie van de vissersvaartuigen te verhogen, inclusief de verwijdering, de vervanging of de modernisering van hoofd- of hulpmotoren, mits het vermogen van de nieuwe motor ten minste 40 % lager is dan het vermogen van de vervangen motor;
Amendement 312 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – letter b
(b) audits en regelingen op het gebied van energie-efficiency.
(b) audits, advies en regelingen op het gebied van energie-efficiëntie, op voorwaarde dat deze niet leiden tot een verhoging van de visserij-inspanning.
Amendement 313 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – letter b bis (nieuw)
(b bis) de bescherming en het herstel van zeegrasbodems en waterrijke kustgebieden die als koolstofputten van het grootste belang zijn om de schadelijke gevolgen van de klimaatverandering te matigen;
Amendement 314 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – letter b ter (nieuw)
(b ter) vervanging van energieverslindend vistuig door minder energie verbruikende uitrusting, mits de verandering geen grotere vangstcapaciteit van de viseenheid tot gevolg heeft en het vervangen vistuig wordt ingenomen en vernietigd;
Amendement 315 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 1 – letter b quater (nieuw)
(b quater) onafhankelijke beoordelingen en audits van de energie-voetafdruk van visproducten op de markt, om de consument in staat te stellen de producten te onderscheiden die met minder energie-intensieve vismethoden zijn verkregen.
Amendement 641 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 2
2. De steunverlening mag niet bijdragen tot de vervanging of de modernisering van hoofd- of hulpmotoren. De steun wordt slechts verleend aan eigenaren van vissersvaartuigen en gedurende de programmeringsperiode mag slechts een keer steun worden verleend voor een bepaald vissersvaartuig.
2. De steun wordt slechts verleend aan eigenaren van vaartuigen voor de kleinschalige kustvisserij en gedurende de programmeringsperiode mag slechts een keer steun worden verleend voor een bepaald vissersvaartuig.
Amendement 317 Voorstel voor een verordening Artikel 39 – lid 3
3. De Commissie wordt ertoe gemachtigd overeenkomstig artikel 127 gedelegeerde handelingen aan te nemen met betrekking tot de omschrijving van de investeringen die subsidiabel zijn krachtens lid 1, onder a).
3. De Commissie wordt ertoe gemachtigd overeenkomstig artikel 127 gedelegeerde handelingen aan te nemen tot vaststelling van de investeringen die subsidiabel zijn krachtens lid 1, onder a), alsook tot vaststelling van voorschriften inzake de toepassing van de in dit artikel uiteengezette criteria.
Amendement 318 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 1
1. Om de kwaliteit van de gevangen vis te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor daarop gerichte investeringen aan boord.
1. Om de toegevoegde waarde en de kwaliteit van commerciële vangsten te verhogen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
(a) investeringen die toegevoegde waarde van de visserijproducten opleveren, in het bijzonder door de vissers toe te staan hun eigen vangsten te verwerken, af te zetten en rechtstreeks te verkopen;
(b) innovatieve investeringen aan boord ter verbetering van de kwaliteit en het behoud van de visserijproducten;
Amendement 319 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 2
2. Om het gebruik van ongewenste vangsten te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen aan boord die tot doel hebben ongewenste vangsten van commerciële bestanden optimaal te gebruiken en de onvoldoende gebruikte delen van de gevangen vis te valoriseren overeenkomstig artikel 15 van [GVB-verordening] en artikel 8, onder b), van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten].
2. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor investeringen aan boord die tot doel hebben de behandeling, de opslag en het aanlanden van ongewenste vangsten te verbeteren, ongewenste vangsten van commerciële bestanden optimaal te gebruiken en de onvoldoende gebruikte delen van de gevangen vis te valoriseren overeenkomstig artikel 15 van [GVB-verordening] en artikel 8, onder b), van [Verordening(EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten].
Amendement 320 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis. Voor steun uit hoofde van lid 1, onder b), geldt het gebruik van selectief vistuig waardoor ongewenste vangsten tot een minimum beperkt blijven, als voorwaarde.
Amendement 321 Voorstel voor een verordening Artikel 40 – lid 4
4. De in lid 1 bedoelde steun wordt slechts verleend aan eigenaren van een EU-vissersvaartuig dat in de twee jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 60 dagen visserijactiviteiten op zee heeft verricht.
4. De in lid 1, onder b), bedoelde steun wordt slechts verleend aan eigenaren van een EU-vissersvaartuig dat in de twee kalenderjaren voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 60 dagen visserijactiviteiten op zee heeft verricht.
Amendement 603 Voorstel voor een verordening Artikel 41 – titel
Vissershavens, aanlandings- en beschuttingsplaatsen
Vissershavens, afslagen, aanlandings- en beschuttingsplaatsen en andere infrastructuur aan land
Amendement 604 Voorstel voor een verordening Artikel 41 – lid 1
1. Om de kwaliteit van het aangelande product, de energie-efficiency, de milieubescherming en de veiligheids- en arbeidsomstandigheden te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen ter verbetering van de infrastructuur van vissershavens en aanlandingsplaatsen, met inbegrip van investeringen in voorzieningen voor de verzameling van afval en zwerfvuil op zee.
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor investeringen in nieuwe infrastructuur of ter verbetering van bestaande infrastructuur, zoals vissershavens, aanlandingsplaatsen, afslagen en andere infrastructuur aan land, met inbegrip van investeringen in voorzieningen voor de verzameling van afval en zwerfvuil op zee.
Amendement 323 Voorstel voor een verordening Artikel 41 – lid 2
2. Om het gebruik van ongewenste vangsten te faciliteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen in vissershavens en aanlandingsplaatsen die gericht zijn op het optimale gebruik van ongewenste vangsten van commerciële bestanden en de valorisering van onvoldoend gebruikte delen van de gevangen vis overeenkomstig artikel 15 van [GVB-verordening] en artikel 8, onder b), van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten].
2. De investeringen kunnen betrekking hebben op:
(a) de verbetering van de kwaliteit, versheid en traceerbaarheid van aangelande producten;
(b) de verbetering van de aanlandings-, verwerkings-, opslag- en veilingsomstandigheden;
(c) het gebruik van ongewenste vangsten van commerciële bestanden en de betere benutting van onvoldoende gebruikte delen van de gevangen vis, overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. …/… [betreffende het GVB] en artikel 8, onder b), van Verordening (EU) nr. …/… [houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten];
(d) energie-efficiëntie;
(e) milieubescherming, met name de verzameling, opslag en verwerking van afval en zwerfvuil op zee;
(f) de verbetering van de hygiëne, gezondheid en veiligheid;
(g) de verbetering van de arbeidsomstandigheden;
(h) bevoorrading met ijs, water en elektriciteit;
(i) de voorzieningen voor onderhoud en reparatie van vissersvaartuigen;
(j) de bouw, modernisering en uitbreiding van kaden met het oog op een grotere veiligheid bij het laden of lossen;
(k) het geautomatiseerde beheer van visserijactiviteiten;
(l) het onderbrengen van vissershavens, aanlandingsplaatsen en afslagen in netwerken.
Amendement 324 Voorstel voor een verordening Artikel 41 bis (nieuw)
Artikel 41 bis
Bescherming van het maritieme erfgoed.
1. Met het oog op steun en bevordering van traditionele maritieme ambachten rond de visserij, en het behoud en in de vaart houden van schepen die vallen onder de bescherming van het maritieme erfgoed van een lidstaat, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
(a) opleidingen en investeringen ter ondersteuning van traditionele scheepswerven en traditionele maritieme ambachten;
(b) investeringen aan boord gericht op de restauratie van traditionele houten vissersvaartuigen, waarbij de vangstcapaciteit van deze vaartuigen niet mag worden vergroot;
(c) investeringen voor de conservering en het onderhoud van traditionele vissersvaartuigen die vallen onder de bescherming van het maritieme erfgoed en die buiten dienst zijn gesteld.
2. De steun wordt uitsluitend verleend aan de eigenaren van scheepswerven en vissersvaartuigen en gedurende de programmeringsperiode mag slechts een keer steun worden verleend voor een bepaald vissersvaartuig.
3. De lidstaten zien erop toe dat vaartuigen die steun ontvangen uit hoofde van lid 1, onder b), in de vaart blijven.
Amendement 325 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de impact van de binnenvisserij op het milieu te verminderen en de energie-efficiency, de kwaliteit van de aangelande vis en de veiligheids- en arbeidsomstandigheden te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Om de impact van de binnenvisserij op het milieu te verminderen en de energie-efficiëntie, de kwaliteit van de aangelande vis, de gezondheids-, veiligheids- en arbeidsomstandigheden, het menselijk kapitaal en de opleiding te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
Amendement 326 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 1 – letter a bis (nieuw)
(a bis) bevordering van het menselijk kapitaal en de sociale dialoog, in overeenstemming met de in artikel 31 bepaalde voorwaarden;
Amendement 327 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 1 – letter b
(b) in artikel 36 bedoelde investeringen in voorzieningen, overeenkomstig de in dat artikel vastgestelde voorwaarden;
(b) in artikel 36 en artikel 37 bedoelde investeringen in voorzieningen en projecten, overeenkomstig de in die artikelen vastgestelde voorwaarden;
Amendement 328 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 1 – letter d
(d) in artikel 41 bedoelde investeringen in bestaande havens en aanlandingsplaatsen, overeenkomstig de in dat artikel vastgestelde voorwaarden.
(d) in artikel 41 bedoelde investeringen in vissershavens, beschuttingsplaatsen en aanlandingsplaatsen, overeenkomstig de in dat artikel vastgestelde voorwaarden;
Amendement 329 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 1 – letter d bis (nieuw)
(d bis) in artikel 40 bedoelde verbeteringen van de waarde of de kwaliteit van de gevangen vis, overeenkomstig de in dat artikel vastgestelde voorwaarden.
Amendement 330 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor in artikel 32 bedoelde investeringen met betrekking tot ondernemerschap, overeenkomstig de in dat artikel vastgestelde voorwaarden.
Amendement 331 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 1 ter (nieuw)
1 ter. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de ontwikkeling en bevordering van innovatie overeenkomstig artikel 28, voor de adviesdiensten overeenkomstig artikel 29, en voor partnerschappen tussen wetenschappers en vissers overeenkomstig artikel 30.
Amendement 332 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 2 – letter a
(a) gelden verwijzingen die in de artikelen 33, 36 en 39 naar vissersvaartuigen worden gemaakt, als verwijzingen naar vaartuigen die uitsluitend in binnenwateren actief zijn;
(a) gelden verwijzingen die in de artikelen 33, 36, 37, 39 en 40 naar vissersvaartuigen worden gemaakt, als verwijzingen naar vaartuigen die uitsluitend in binnenwateren actief zijn;
Amendement 333 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 2 – letter b
(b) gelden verwijzigen die in artikel 36 worden gemaakt, als verwijzingen naar het milieu waarin het binnenvisserijvaartuig actief is;
(b) gelden verwijzigen die in artikel 36 worden gemaakt, als verwijzingen naar het milieu waarin binnenvisserij wordt bedreven;
Amendement 334 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 3
3. Om de diversifiëring door binnenvissers te ondersteunen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de aanpassing van vaartuigen die in de binnenvisserij actief zijn naar andere activiteiten buiten de visserij, overeenkomstig de in artikel 32 vastgestelde voorwaarden.
3. Om de diversifiëring door binnenvissers te ondersteunen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de diversifiëring van binnenvisserijactiviteiten die een aanvulling vormen op andere activiteiten buiten de visserij, overeenkomstig de in artikel 32 vastgestelde voorwaarden.
Amendement 634 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 5
5. Om de aquatische flora en fauna te beschermen en te ontwikkelen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de participatie van binnenvissers bij het beheren, herstellen en monitoren van de NATURA 2000-sites die rechtstreeks in verband staan met visserijactiviteiten, en bij het rehabiliteren van binnenwateren, met inbegrip van paaigronden en migratieroutes voor migrerende soorten, onverminderd artikel 38, lid 1, onder d).
5. Om de aquatische flora en fauna te beschermen en te ontwikkelen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
Amendement 635 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 5 – letter a (nieuw)
a) onverminderd artikel 38, lid 1, onder d), het beheren, herstellen en monitoren van de Natura 2000-gebieden die rechtstreeks verband houden met visserijactiviteiten, en het rehabiliteren van binnenwateren, met inbegrip van paaigronden en migratieroutes voor migrerende soorten en met deelname van binnenvissers, indien van toepassing;
Amendement 636 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 5 – letter b (nieuw)
b) het bouwen, moderniseren of installeren van vaste of verplaatsbare voorzieningen om de mariene flora en fauna te beschermen en te versterken, inclusief de wetenschappelijke monitoring en beoordeling daarvan.
Amendement 336 Voorstel voor een verordening Artikel 42 – lid 6
6. De lidstaten zorgen ervoor dat vaartuigen die krachtens dit artikel steun ontvangen, hun activiteiten uitsluitend in binnenwateren blijven ontplooien.
6. Onverminderd lid 3 zorgen de lidstaten ervoor dat vaartuigen die krachtens dit artikel steun ontvangen, hun activiteiten uitsluitend in binnenwateren blijven ontplooien.
Amendement 337 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 1
1. De in dit hoofdstuk bedoelde steun wordt slechts verleend aan aquacultuurbedrijven, tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald.
1. De in dit hoofdstuk bedoelde steun wordt slechts verleend aan duurzame aquacultuurbedrijven, met inbegrip van de bedrijven van de in lid 1 bis bedoelde beginnende aquacultuurexploitanten, en aan organisaties van aquacultuurproducenten en -exploitanten, tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald. Er wordt geen steun verleend aan marktdeelnemers die ernstige inbreuken op het milieurecht van de Unie hebben begaan.
Amendement 338 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Voor de toepassing van dit artikel dienen beginnende aquacultuurexploitanten een bedrijfsplan in en, voor investeringen van meer dan 150 000 EUR, ook een haalbaarheidsstudie.
Amendement 589 Voorstel voor een verordening Artikel 44 – lid 2
2. Indien de concrete acties betrekking hebben op investeringen in voorzieningen of infrastructuur die borg moeten staan voor de inachtneming van de in het EU–recht vastgestelde voorschriften op het gebied van milieu, gezondheid van mens en dier, hygiëne en dierenwelzijn en die na 2014 van kracht worden, mag de hier bedoelde steun worden verleend tot de datum waarop de normen bindend worden voor de bedrijven.
2. Steun wordt slechts verleend voor investeringen in voorzieningen of infrastructuur die aantoonbaar minder weerslag hebben op het milieu, of betere prestaties laten zien waar het gaat om gezondheid van mens en dier, hygiëne en dierenwelzijn dan het EU-recht voorschrijft.
Er wordt geen steun verleend voor aquacultuuractiviteiten waarbij gebruik wordt gemaakt van genetisch gemodificeerde organismen.
Er wordt geen steun verleend voor intensieve aquacultuuractiviteiten in beschermde mariene gebieden of herstelgebieden voor visbestanden.
Amendement 340 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 1 – inleidende formule
1. Om innovatie in de aquacultuur te stimuleren, kan uit het EFMZV steun worden verleend ten bate van concrete acties:
1. Om innovatie in de duurzame aquacultuur te stimuleren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor projecten die gericht zijn op:
(a) voor de invoering van nieuwe technische of organisatorische kennis in aquacultuurbedrijven die tot doel heeft de impact van deze bedrijven op het milieu te reduceren of een duurzamer gebruik van de hulpbronnen in de aquacultuur te bevorderen;
(a) de ontwikkeling van technische, wetenschappelijke of organisatorische kennis in aquacultuurbedrijven die met name tot doel heeft de impact op het milieu en de afhankelijkheid van vismeel en -olie te reduceren, een duurzaam gebruik van de hulpbronnen in de aquacultuur te bevorderen of nieuwe duurzame productiemethoden in de hand te werken;
(b) voor de ontwikkeling of de invoering van ten opzichte van de stand van de techniek nieuwe of substantieel verbeterde producten en nieuwe of verbeterde processen en beheers- en organisatiesystemen.
(b) de ontwikkeling of de invoering van ten opzichte van de stand van de techniek nieuwe of substantieel verbeterde producten en nieuwe of verbeterde processen en beheers- en organisatiesystemen, alsook van innovaties of verbeteringen met betrekking tot de productie en verwerking van aquacultuurproducten;
(b bis) onderzoek naar de technische of economische haalbaarheid van innovaties, producten of processen.
Amendement 341 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 2
2. In dit artikel bedoelde concrete acties worden uitgevoerd in samenwerking met een op grond van het nationale recht van de lidstaten erkende wetenschappelijke of technische organisatie die de resultaten van deze concrete acties evalueert.
2. In dit artikel bedoelde concrete acties worden uitgevoerd door of in samenwerking met een op grond van het nationale recht van iedere lidstaat erkende publieke of private wetenschappelijke, academische of technische organisatie die de resultaten van deze concrete acties valideert.
Amendement 342 Voorstel voor een verordening Artikel 45 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis. Het EFMZV voorziet in een financiële bijdrage voor onderzoek en innovatie binnen de aquacultuursector, in het kader van de uitvoering van door de lidstaten opgestelde strategische meerjarenplannen.
Amendement 343 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – titel
Investeringen in de offshore aquacultuur en de non-food aquacultuur
Investeringen in de aquacultuur
Amendement 344 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 1
1. Om aquacultuurmethoden met een groot groeipotentieel te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen in de ontwikkeling van offshore aquacultuur en non-food aquacultuur.
1. Om duurzame aquacultuurmethoden met een groot groeipotentieel te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor: –
(a) productieve investeringen in de aquacultuur, met inbegrip van off-shore aquacultuur en non-food aquacultuur;
(b) de diversificatie van de productie en de gecultiveerde soorten, evenals onderzoek naar het rendement en de geschiktheid van de locatie.
Amendement 345 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Steun uit hoofde van lid 1 kan worden verleend voor het vergroten van de productie en/of het moderniseren van bestaande aquacultuurbedrijven of de bouw van nieuwe bedrijven op voorwaarde dat dit strookt met het nationaal meerjarig strategisch plan voor de ontwikkeling van de aquacultuur.
Amendement 346 Voorstel voor een verordening Artikel 46 – lid 1 ter (nieuw)
1 ter. Steun uit hoofde van dit artikel wordt uitsluitend verleend wanneer in een onafhankelijk marketingverslag duidelijk wordt aangetoond dat er goede en duurzame marktvooruitzichten zijn voor het product. De opgerichte ondernemingen moeten economisch levensvatbaar zijn en mogen geen overproductie in de sector in de hand werken.
Amendement 347 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 1 – inleidende formule
1. Om het ondernemerschap in de aquacultuur te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen die bevorderlijk zijn voor:
1. Om het ondernemerschap in de duurzame aquacultuur te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen die bevorderlijk zijn voor:
Amendement 348 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 1 – letter a
(a) het toevoegen van waarde aan aquacultuurproducten, met name door de aquacultuurbedrijven toe te staan hun eigen aquacultuurproductie te verwerken, af te zetten en rechtstreeks te verkopen;
(a) het toevoegen van waarde aan aquacultuurproducten, bijvoorbeeld door te ondersteunen dat de aquacultuurbedrijven hun eigen aquacultuurproductie verwerken, afzetten en rechtstreeks verkopen, of door verenigingen op te richten of associatieovereenkomsten te sluiten voor deze verwerking;
Amendement 349 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 1 – letter b
(b) het diversifiëren van het inkomen van de aquacultuurbedrijven via de ontwikkeling van nieuwe aquacultuursoorten met goede marktvooruitzichten;
(b) het diversifiëren van het inkomen van de aquacultuursector via de ontwikkeling van nieuwe inheemse aquacultuursoorten in hun respectieve gebieden met toegevoegde waarde en goede marktvooruitzichten en milieuverwachtingen;
Amendement 350 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 1 – letter c
(c) het diversifiëren van het inkomen van de aquacultuurbedrijven via de ontwikkeling van aanvullende activiteiten buiten de aquacultuur.
(c) het diversifiëren van het inkomen van de aquacultuurbedrijven via de ontwikkeling van aanvullende activiteiten.
Amendement 351 Voorstel voor een verordening Artikel 47 – lid 2
2. De in artikel 1, onder c), bedoelde steun wordt slechts verleend aan aquacultuurbedrijven indien de aanvullende activiteiten die zij buiten de aquacultuur ontplooien, in verband staan met de kernactiviteit van het bedrijf (d.w.z. aquacultuur), zoals hengeltoerisme, aquacultuurgebonden milieudiensten of educatieve activiteiten in verband met aquacultuur.
2. De in lid 1, onder c), bedoelde steun wordt slechts verleend aan aquacultuurbedrijven indien de aanvullende activiteiten die zij buiten de aquacultuur ontplooien, raken aan de kern van de aquacultuurproductie of -afzet, zoals hengeltoerisme, aquacultuurgebonden milieudiensten of educatieve activiteiten in verband met aquacultuur.
Amendement 352 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de globale prestatie en het concurrentievermogen van de aquacultuurbedrijven te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Om de globale prestatie en het concurrentievermogen van de aquacultuurbedrijven te verbeteren en het effect van hun activiteiten op het milieu te verkleinen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
Amendement 353 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 1 – letter b
(b) het verstrekken van adviesdiensten op het gebied van technische, wetenschappelijke, juridische of economische aangelegenheden aan aquacultuurbedrijven.
(b) het verstrekken van adviesdiensten op het gebied van technische, wetenschappelijke, juridische, milieugerelateerde of economische aangelegenheden aan aquacultuurbedrijven.
Amendement 637 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 1 – letter b bis (nieuw)
b bis) de verbetering van arbeidsomstandigheden, rekening houdend met de IAO-normen;
Amendement 638 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 1 – letter b ter (nieuw)
b ter) de bevordering van de beroepsopleiding en de toegang van jongeren en vrouwen tot banen in de visserij- en aquacultuursector.
Amendement 354 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 2 – letter d
(d) gezondheids- en veiligheidsnormen die gebaseerd zijn op nationale en EU-wetgeving;
(d) hygiënische, gezondheids- en veiligheidsnormen die gebaseerd zijn op nationale en EU-wetgeving;
Amendement 355 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 2 – letter e bis (nieuw)
(e bis) de bevordering van gelijke kansen, met name inzake gendergelijkheid en de integratie van mensen met een handicap;
Amendement 356 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 3
3. De in lid 1, onder a), bedoelde steun wordt slechts verleend aan publiekrechtelijke instanties die geselecteerd zijn om bedrijfsadviesdiensten op te zetten. De in lid 1, onder b), bedoelde steun wordt slechts verleend aan aquacultuur-kmo's of aquacultuurproducentenorganisaties.
3. De in lid 1, onder a), bedoelde steun wordt slechts verleend aan publiekrechtelijke instanties die geselecteerd zijn om bedrijfsadviesdiensten op te zetten of aan door de lidstaat erkende beroepsorganisaties. De in lid 1, onder b), bedoelde steun wordt slechts verleend aan aquacultuur-kmo's, door de lidstaat erkende beroepsorganisaties voor aquacultuur, aquacultuurproducentenorganisaties of verenigingen van aquacultuurproducentenorganisaties.
Amendement 357 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis. Indien de toegekende steun niet meer bedraagt dan 4 000 EUR kan de begunstigde worden geselecteerd via een versnelde procedure.
Amendement 358 Voorstel voor een verordening Artikel 48 – lid 4
4. Voor elk van de in lid 2, onder a) tot en met e) bedoelde adviesdiensten wordt gedurende de programmeringsperiode slechts één keer steun aan de betrokken aquacultuurbedrijven verleend.
Schrappen
Amendement 359 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 1 – letter a
(a) een leven lang leren, de verspreiding van wetenschappelijke kennis en innovatieve praktijken en de verwerving van nieuwe beroepsvaardigheden in de aquacultuur;
(a) beroepsopleiding, een leven lang leren, de verspreiding van wetenschappelijke en technische kennis en innovatieve praktijken, de verwerving van nieuwe beroepsvaardigheden in de aquacultuur, de verbetering van de arbeidsomstandigheden, de bevordering van veiligheid op het werk, en de verkleining van het effect van aquacultuuractiviteiten op het milieu;
Amendement 360 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 1 – letter b
(b) netwerkvorming en uitwisseling van ervaringen en beste praktijken tussen aquacultuurbedrijven of beroepsorganisaties en andere belanghebbende partijen, waaronder wetenschappelijke organisaties of organisaties die gelijke kansen van mannen en vrouwen bevorderen.
(b) netwerkvorming en uitwisseling van ervaringen en beste praktijken tussen aquacultuurbedrijven of beroepsorganisaties en andere private of publieke belanghebbende partijen, waaronder wetenschappelijke, technische of opleidingsinstanties of organisaties die gelijke kansen van mannen en vrouwen bevorderen.
Amendement 361 Voorstel voor een verordening Artikel 49 – lid 2
2. De in lid 1, onder a), bedoelde steun wordt niet verleend aan grote aquacultuurbedrijven.
Schrappen
Amendement 362 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 1 – inleidende formule
1. Om bij te dragen tot de ontwikkeling van de aquacultuurlocaties en de aquacultuurinfrastructuur, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Om bij te dragen tot de ontwikkeling van de aquacultuurlocaties en de aquacultuurinfrastructuur en om het effect van de activiteiten op het milieu te verkleinen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
–
Amendement 363 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 1 – letter a
(a) het afbakenen en in kaart brengen van gebieden die het best geschikt zijn voor de ontwikkeling van aquacultuur, in voorkomend geval met inachtneming van processen voor maritieme ruimtelijke ordening;
(a) het afbakenen en in kaart brengen van gebieden die het best geschikt zijn voor de ontwikkeling van duurzame aquacultuur met een gering effect op het milieu, in voorkomend geval met inachtneming van processen voor maritieme ruimtelijke ordening, alsook de follow-up van milieu-interacties tijdens de productiefase van aquacultuuractiviteiten;
Amendement 364 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 1 – letter a bis (nieuw)
(a bis) het afbakenen en in kaart brengen van gebieden, zoals kraam- of paaigebieden, beschermde mariene gebieden, Natura 2000-gebieden of gebieden voor het herstel van visbestanden, waar geen intensieve aquacultuur mag worden bedreven teneinde de rol van dergelijke gebieden in het functioneren van het ecosysteem te behouden;
Amendement 365 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 1 – letter b
(b) het verbeteren van de infrastructuur van de aquacultuurgebieden, onder meer middels landinrichting, energiebevoorrading of waterbeheer;
(b) het verbeteren en ontwikkelen van de ondersteuningsvoorzieningen en infrastructuur die nodig zijn om het potentieel van aquacultuurlocaties te vergroten, onder meer middels investeringen in landinrichting, energiebevoorrading of waterbeheer;
Amendement 366 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 1 – letter c
(c) maatregelen die de bevoegde autoriteiten in het kadervan artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2009/147/EG of artikel 16, lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG vaststellen en uitvoeren om ernstige schade aan de aquacultuur te voorkomen.
(c) maatregelen die de bevoegde autoriteiten met het oog op de verminderingvan problemen met op grond van Richtlijn 2009/147/EG of Richtlijn 92/43/EEG beschermde soorten vaststellen om ernstige schade aan de aquacultuur te voorkomen.
Amendement 367 Voorstel voor een verordening Artikel 50 – lid 2
2. De hier bedoelde steun mag slechts worden verleend aan publiekrechtelijke instanties.
2. De verlening van de hier bedoelde steun wordt beperkt tot publiekrechtelijke instanties of private organisaties waaraan een lidstaat de uitvoering van de in lid 1, onder a), a bis) en b), bedoelde activiteiten heeft toevertrouwd.
Amendement 368 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – titel
Aantrekken van nieuwe aquacultuurexploitanten
Aantrekken van nieuwe exploitanten in de sector van duurzame aquacultuur en aquacultuurverwerking
Amendement 369 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 1
1. Om het ondernemerschap in de aquacultuur te stimuleren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor het opzetten van aquacultuurbedrijven door beginnende exploitanten.
1. Om het ondernemerschap in de aquacultuur te stimuleren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor het opzetten van duurzame aquacultuurbedrijven of -coöperatieven door beginnende exploitanten, ook in de verwerkingssector, met bijzondere aandacht voor jonge aquacultuurexploitanten en voor gendergelijkheid.
Amendement 370 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 2 – inleidende formule
2. De in lid 1 bedoelde steun wordt aan beginnende aquacultuurexploitanten verleend op voorwaarde dat deze:
2. De uit hoofde van lid 1 bedoelde steun wordt aan beginnende aquacultuurexploitanten verleend op voorwaarde dat deze:
Amendement 371 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 2 – letter b
(b) voor het eerst een micro- of kleine aquacultuuronderneming opzetten als hoofd van een dergelijke onderneming;
(b) voor het eerst een micro- of kleine onderneming in de sector van de aquacultuur of aquacultuurverwerking opzetten als hoofd van een dergelijke onderneming;
Amendement 372 Voorstel voor een verordening Artikel 51 – lid 2 – letter c
(c) een bedrijfsplan voor de ontwikkeling van hun aquacultuuractiviteiten indienen.
(c) een economisch en ecologisch onderbouwd bedrijfsplan voor de ontwikkeling van hun aquacultuuractiviteiten indienen, met daarin onder meer een beschrijving van de wijze waarop zij de ecologische voetafdruk van hun activiteiten willen beperken.
Amendement 373 Voorstel voor een verordening Artikel 52 – titel
Bevordering van een aquacultuur die wordt gekenmerkt door een hoog niveau van milieubescherming
Bevordering van een duurzame aquacultuur die wordt gekenmerkt door een hoog niveau van milieubescherming
Amendement 374 Voorstel voor een verordening Artikel 52 – alinea 1 – inleidende formule
Om de impact van de aquacultuur op het milieu substantieel te reduceren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen:
Om de impact van de aquacultuur op het milieu substantieel te reduceren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de volgende investeringen:
Amendement 375 Voorstel voor een verordening Artikel 52 – alinea 1 – letter a
(a) die leiden tot een substantiële reductie van de impact van de aquacultuurbedrijven op het water, met name door de gebruikte hoeveelheid water te verminderen of de kwaliteit van de reststromen te verbeteren, onder meer dankzij de invoering van multitrofe aquacultuursystemen;
(a) investeringen die leiden tot een substantiële reductie van de impact van de aquacultuurbedrijven op waterverbruik en -kwaliteit, met name door de gebruikte hoeveelheid water of chemicaliën, antibiotica en andere geneesmiddelen te verminderen of de kwaliteit van de reststromen te verbeteren, onder meer dankzij de invoering van multitrofe aquacultuursystemen;
Amendement 376 Voorstel voor een verordening Artikel 52 – alinea 1 – letter a bis (nieuw)
(a bis) investeringen met betrekking tot de bevordering van aquacultuur in een gesloten systeem;
Amendement 377 Voorstel voor een verordening Artikel 52 – alinea 1 – letter b
(b) die leiden tot een beperking van de negatieve impact van de aquacultuurbedrijven op de natuur of de biodiversiteit;
(b) investeringen die leiden tot een betere milieubescherming en biodiversiteit en tot een beperking van de negatieve impact van de aquacultuurbedrijven op de natuur, met name de impact op wilde visbestanden, de interacties met roofdiersoorten, het gebruik van giftige chemicaliën en antibiotica en andere milieueffecten die verband houden met intensieve aquacultuur;
Amendement 378 Voorstel voor een verordening Artikel 52 – alinea 1 – letter c
(c) in de aankoop van voorzieningen die de aquacultuurbedrijven beschermen tegen wilde roofdieren die worden beschermd op grond van Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 92/43/EEG van de Raad;
(c) investeringen in de aankoop van voorzieningen die de aquacultuurbedrijven beschermen tegen wilde roofdieren;
Amendement 379 Voorstel voor een verordening Artikel 52 – alinea 1 – letter e
(e) in het herstel van bestaande aquacultuurvijvers via de verwijdering van slib, of in maatregelen voor de preventie van slibafzetting.
(e) investeringen in het herstel van estuaria, bestaande aquacultuurvijvers en daarmee verbonden habitats via de verwijdering van slib of maatregelen voor de preventie van slibafzetting.
Amendement 380 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de ontwikkeling van een biologische of energie-efficiënte aquacultuur te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Om de ontwikkeling van een biologische of energie-efficiëntere aquacultuur te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
Amendement 381 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – lid 1 – letter a bis (nieuw)
(a bis) de omschakeling van het kweken van carnivore soorten naar het kweken van herbivore soorten die voor hun voeding niet afhankelijk zijn van verse, in het wild levende zee- of zoetwatervis, of producten van visolie of vismeel;
Amendement 382 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – lid 1 – letter a ter (nieuw)
(a ter) bevordering van aquacultuur in een gesloten systeem, waarin viskweek en andere aquatische productie in een gesloten circuit plaatsvinden zodat het waterverbruik minimaal is.
Amendement 383 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – lid 1 – letter b
(b) deelname aan de milieubeheer- en milieuauditsystemen van de EU die zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS).
(b) deelname aan de milieubeheer- en milieuauditsystemen van de EU, zoals die welke zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), of deelname aan een door een lidstaat erkend milieubeheersysteem.
Amendement 384 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – lid 2
2. De hier bedoelde steun wordt slechts verleend aan begunstigden die zichzelf ertoe verbinden ten minste 3 jaar aan het EMAS deel te nemen of ten minste 5 jaar aan de voorschriften inzake biologische productie te voldoen.
2. De hier bedoelde steun wordt slechts verleend aan begunstigden die zichzelf ertoe verbinden ten minste vijf jaar aan het EMAS deel te nemen of ten minste vijf jaar aan de voorschriften inzake biologische productie te voldoen.
Amendement 385 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – lid 3
3. De hier bedoelde steun wordt verleend in de vorm van een compensatie die maximaal twee jaar wordt uitbetaald gedurende de periode van omschakeling naar de biologische productie of gedurende de voorbereiding van de deelname aan het EMAS-systeem.
3. De hier bedoelde steun wordt verleend in de vorm van een compensatie die maximaal vijf jaar wordt uitbetaald gedurende de periode van omschakeling naar de biologische productie of gedurende de voorbereiding van de deelname aan het EMAS-systeem.
Amendement 386 Voorstel voor een verordening Artikel 53 – lid 4 – letter a
(a) de gederfde inkomsten of de extra kosten gedurende de periode van omschakeling van de conventionele naar de biologische productie, wat concrete acties op grond van lid 1, onder a), betreft;
(a) de gederfde inkomsten of de extra kosten gedurende de periode van omschakeling van de conventionele naar de biologische productie of de handhaving van de biologische productie, wat concrete acties op grond van lid 1, onder a), betreft;
Amendement 387 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de ontwikkeling van een aquacultuur die milieudiensten levert, te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Om de ontwikkeling van een duurzame aquacultuur die milieudiensten levert, te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
Amendement 388 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 1 – letter a
(a) aquacultuurmethoden die compatibel zijn met specifieke milieubehoeften en die onderworpen zijn aan specifieke beheersvoorschriften die voortvloeien uit de aanwijzing van NATURA 2000-gebieden in overeenstemming met Richtlijn 92/43/EEG van de Raad en Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad;
(a) extensieve en semi-intensieve aquacultuurmethoden die compatibel zijn met specifieke milieubehoeften en die onderworpen zijn aan specifieke beheersvoorschriften die voortvloeien uit de aanwijzing van Natura 2000-gebieden in overeenstemming met Richtlijn 92/43/EEG van de Raad en Richtlijn 2009/147/EG;
Amendement 389 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 1 – letter b
(b) deelname aan maatregelen voor de ex situ instandhouding en de ex situ reproductie van waterdieren in het kader van door overheidsinstanties of onder toezicht van overheidsinstanties ontwikkelde instandhoudingsprogramma's en programma's voor het herstel van de biodiversiteit;
(b) de kosten die rechtstreeks samenhangen met deelname aan maatregelen voor de ex situ instandhouding en de ex situ reproductie van waterdieren in het kader van door overheidsinstanties of onder toezicht van overheidsinstanties ontwikkelde instandhoudingsprogramma's en programma's voor het herstel van de biodiversiteit;
Amendement 390 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 1 – letter c
(c) vormen van extensieve aquacultuur, onder meer op het gebied van milieu-instandhouding en –verbetering, biodiversiteit en beheer van het landschap en de traditionele kenmerken van aquacultuurgebieden.
(c) vormen van extensieve en semi-intensieve aquacultuur, zowel in kustgebieden als in binnenwateren, onder meer op het gebied van milieu-instandhouding en –verbetering, biodiversiteit en beheer van het landschap en de traditionele kenmerken van aquacultuurgebieden.
Amendement 391 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 2
2. De in lid 1, onder a), bedoelde steun kan worden verleend in de vorm van een jaarlijkse compensatie voor de extra kosten of de gederfde inkomsten die terug te voeren zijn op de in de betrokken gebieden geldende beheersvoorschriften in verband met de tenuitvoerlegging van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad of Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad.
2. De in lid 1, onder a), bedoelde steun kan worden verleend in de vorm van een jaarlijkse compensatie voor de extra kosten en/of de gederfde inkomsten die terug te voeren zijn op de in de betrokken gebieden geldende beheersvoorschriften in verband met de tenuitvoerlegging van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad of Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad.
Amendement 392 Voorstel voor een verordening Artikel 54 – lid 4
4. De in lid 1, onder c), bedoelde steun wordt verleend in de vorm van een jaarlijkse compensatie voor de extra kosten die zijn gemaakt.
4. De in lid 1, onder c), bedoelde steun wordt verleend in de vorm van een jaarlijkse compensatie voor de extra kosten die zijn gemaakt en vergoeding van de verliezen in het kweekbestand die veroorzaakt zijn door beschermde soorten, mits er beschermingsmaatregelen zijn genomen.
Amendement 393 Voorstel voor een verordening Artikel 55 – lid 1
1. Weekdierkwekers die de oogst van kweekweekdieren uitsluitend omwille van de volksgezondheid tijdelijk moeten stilleggen, krijgen hiervoor steun uit het EFMZV.
1. Weekdierkwekers die de oogst van kweekweekdieren uitsluitend omwille van de volksgezondheid tijdelijk moeten stilleggen, kunnen hiervoor steun uit het EFMZV krijgen.
Amendement 395 Voorstel voor een verordening Artikel 55 – lid 2 – letter b
(b) het verlies als gevolg van de stillegging van de oogst meer bedraagt dan 35 % van de jaarlijkse omzet van het betrokken bedrijf, berekend op basis van de gemiddelde omzet van dat bedrijf in de voorgaande drie jaar.
(b) het verlies als gevolg van de stillegging van de oogst meer bedraagt dan 15 % van de jaarlijkse omzet van het betrokken bedrijf, berekend op basis van de gemiddelde omzet van dat bedrijf in de voorgaande drie jaar, of, wanneer het bedrijf nog niet zo lang actief is, in de voorgaande activiteitsperiode. De lidstaten kunnen speciale berekeningsregels vaststellen om te gebruiken met betrekking tot bedrijven die minder dan een jaar actief zijn.
Amendement 396 Voorstel voor een verordening Artikel 55 – lid 3
3. De hier bedoelde compensatie kan in de programmeringsperiode gedurende maximaal 12 maanden worden verleend.
Schrappen
Amendement 397 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 1 – inleidende formule
1. Om de dierengezondheid en het dierenwelzijn in aquacultuurbedrijven te bevorderen, met name op het gebied van preventie en bioveiligheid, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
1. Om de dierengezondheid en het dierenwelzijn in aquacultuurbedrijven te bevorderen, met name op het gebied van preventie en bioveiligheid, kan uit het EFMZV steun worden verleend aan aquacultuurbedrijven en beroepsorganisaties voor aquacultuur met betrekking tot de volgende activiteiten:
Amendement 398 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 1 – letter a
(a) de bestrijding en de uitroeiing van ziekten in de aquacultuur overeenkomstig Richtlijn 2009/470/EG betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied;
(a) de kosten voor de bestrijding en de uitroeiing van ziekten in de aquacultuur overeenkomstig Richtlijn 2009/470/EG betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied, met inbegrip van de noodzakelijke operationele uitgaven voor het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van een uitroeiingsprogramma;
Amendement 399 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 1 – letter b
(b) de ontwikkeling van algemene en soortenspecifieke beste praktijken of gedragscodes inzake de behoeften van de aquacultuursector op het gebied van bioveiligheid of dierenwelzijn;
(b) de ontwikkeling van algemene en soortenspecifieke beste praktijken of gedragscodes inzake de behoeften van de aquacultuursector op het gebied van bioveiligheid, diergezondheid en dierenwelzijn;
Amendement 400 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 1 – letter c
(c) het bevorderenvan een grotere beschikbaarheid van diergeneesmiddelen voor gebruik in de aquacultuur, en het bevorderen van het adequate gebruik van deze geneesmiddelen door farmaceutische studies te laten verrichten en informatie te verspreiden en uit te wisselen.
(c) initiatieven gericht op verkleiningvan de afhankelijkheid van de aquacultuur van diergeneesmiddelen;
Amendement 401 Voorstel voor een verordening Artikel 56 – lid 1 – c bis (nieuw)
(c bis) de oprichting en werking van door de lidstaten erkende groeperingen voor gezondheidsbescherming in de aquacultuursector.
Amendement 402 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 1 – inleidende formule
1. Om het inkomen van de aquacultuurexploitanten te vrijwaren, kan uit het EFMZV steun worden verleend in de vorm van een bijdrage in een aquacultuurbestandsverzekering tegen verliezen die het gevolg zijn van:
1. Om het inkomen van de aquacultuurexploitanten te vrijwaren, kan uit het EFMZV steun worden verleend in de vorm van een bijdrage in een aquacultuurbestandsverzekering of een door de lidstaat erkend onderling stabiliteitsfonds tegen verliezen die het gevolg zijn van ten minste een van de volgende omstandigheden:
Amendement 403 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 1 – letter a
(a) natuurrampen:
(a) natuurrampen of grootschalige verontreiniging van het mariene milieu;
Amendement 404 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 1 – letter c
(c) plotse veranderingen van de waterkwaliteit;
(c) plotse veranderingen van de waterkwaliteit en -kwantiteit;
Amendement 405 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 1 – letter d
(d) ziekten in de aquacultuur of vernieling van productievoorzieningen.
(d) ziekten in de aquacultuur, predatie, mechanische defecten of vernieling van productievoorzieningen, waarvoor de marktdeelnemer niet verantwoordelijk is;
Amendement 406 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 1 – letter d bis (nieuw)
(d bis) aanzienlijke door in het wild levende dieren veroorzaakte schade, met inbegrip van plagen van invasieve soorten in de aquacultuur;
Amendement 407 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 1 – letter d ter (nieuw)
(d ter) milieuverontreiniging ten gevolge van een externe gebeurtenis buiten het aquacultuurbedrijf;
Amendement 408 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 1 – letter d quater (nieuw)
(d quater) het ophalen en vernietigen van dieren die op het bedrijf zijn gestorven door een natuurlijke oorzaak of een ongeluk waarvoor de marktdeelnemer niet verantwoordelijk is, of die om diergezondheidsredenen op het bedrijf zelf zijn afgemaakt en begraven met voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteiten.
Amendement 409 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 2 – alinea 1
2. Ongunstige weersomstandigheden of de uitbraak van een ziekte in de aquacultuur moeten officieel als zodanig worden erkend door de betrokken lidstaat.
2. Ongunstige weersomstandigheden, ziekte, grootschalige vervuiling of een van de in lid 1 bedoelde relevante omstandigheden in de aquacultuur moeten officieel als zodanig worden erkend door de betrokken lidstaat.
Amendement 410 Voorstel voor een verordening Artikel 57 – lid 3
3. De hier bedoelde steun wordt slechts verleend voor contracten ter verzekering van aquacultuurbestanden die in lid 1 bedoelde verliezen dekken die overeenstemmen met meer dan 30 % van de gemiddelde jaarproductie van de betrokken aquacultuurexploitant.
3. De hier bedoelde steun wordt slechts verleend voor contracten ter verzekering van aquacultuurbestanden of onderlinge stabiliteitsfondsen die in lid 1 bedoelde verliezen dekken die overeenstemmen met meer dan 25 % van de gemiddelde jaarproductie van de betrokken aquacultuurexploitant.
Amendement 411 Voorstel voor een verordening Artikel 58
Uit het EFMZV wordt steun verleend om de visserijgebieden duurzaam te ontwikkelen aan de hand van een door de gemeenschap aangestuurde plaatselijke ontwikkelingsbenadering zoals bedoeld in artikel 28 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen].
Uit het EFMZV wordt steun verleend om de visserij- en aquacultuurgebieden duurzaam te ontwikkelen aan de hand van een door de gemeenschap aangestuurde plaatselijke ontwikkelingsbenadering zoals bedoeld in artikel 28 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen].
Amendement 412 Voorstel voor een verordening Artikel 59 – alinea 1
De in dit hoofdstuk bedoelde steun draagt bij tot de verwezenlijking van de in artikel 6, lid 1, bedoelde EU-prioriteiten.
De in dit hoofdstuk bedoelde steun draagt bij tot de verwezenlijking van de in artikel 6, leden 1, 2 en 3, bedoelde EU-prioriteiten.
Amendement 413 Voorstel voor een verordening Titel V – hoofdstuk III – deel 2 – titel
Visserijgebieden, plaatselijke partnerschappen en plaatselijke ontwikkelingsstrategieën
Visserij- en aquacultuurgebieden, plaatselijke partnerschappen en plaatselijke ontwikkelingsstrategieën
Amendement 414 Voorstel voor een verordening Artikel 60 – titel
Visserijgebieden
Visserij- en aquacultuurgebieden
Amendement 415 Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 1 – inleidende formule
1. Om voor steun in aanmerking te komen, moet een visserijgebied:
1. Om voor steun in aanmerking te komen, dient een gebied bestemd te zijn voor zeevisserij, binnenvisserij of aquacultuur. Voorts is het geografisch, biologisch, economisch en sociaal coherent, met name wat de visserij, de aquacultuur en aanverwante activiteiten betreft, en bezit het inzake personele, financiële en economische middelen voldoende kritische massa om als draagvlak voor een uitvoerbare plaatselijke ontwikkelingsstrategie te fungeren.
Amendement 416 Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 1 – letter a
(a) beperkt zijn in omvang en in de regel kleiner zijn dan NUTS-niveau 3 van de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek in de zin van Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS); and
Schrappen
Amendement 417 Voorstel voor een verordening Artikel 60 – lid 1 – letter b
(b) met name wat de visserij- en de aquacultuursector betreft, geografisch, economisch en sociaal coherent zijn en op het vlak van personele, financiële en economische middelen voldoende kritische massa bezitten om als draagvlak voor een uitvoerbare plaatselijke ontwikkelingsstrategie te fungeren.
Schrappen
Amendement 418 Voorstel voor een verordening Artikel 61 – lid 1
1. Met het oog op de toepassing van het EFMZV worden de in artikel 28, lid 1, onder c), van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde geïntegreerde plaatselijke ontwikkelingsstrategieën gebaseerd op de interactie tussen de actoren en projecten van de verschillende plaatselijke economische sectoren in het algemeen en van de visserij- en de aquacultuursector in het bijzonder.
1. Met het oog op de toepassing van het EFMZV worden de in artikel 28, lid 1, onder c), van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde geïntegreerde plaatselijke ontwikkelingsstrategieën gebaseerd op interactie en overleg tussen de actoren en projecten van de visserij- en de aquacultuursector en van andere plaatselijke economische sectoren. In dit verband dienen de adviesraden te worden geraadpleegd.
Amendement 419 Voorstel voor een verordening Artikel 61 – lid 2 – letter a
(a) de visserij- en de aquacultuursector optimaal betrokken worden bij de duurzame ontwikkeling van de kustvisserijgebieden en de binnenvisserijgebieden;
(a) de visserij- en de aquacultuursector optimaal betrokken worden bij de duurzame ontwikkeling van de kustvisserijgebieden, de binnenvisserijgebieden en de aquacultuurgebieden;
Amendement 420 Voorstel voor een verordening Artikel 61 – lid 2 – letter b
(b) de plaatselijke gemeenschappen optimaal gebruik maken van en baat hebben bij de kansen die gepaard gaan met maritieme ontwikkeling en kustontwikkeling.
(b) de plaatselijke gemeenschappen optimaal gebruik maken van en baat hebben bij de kansen die gepaard gaan met maritieme ontwikkeling, kustontwikkeling en ontwikkeling van de binnenwateren en dat met name kleine en noodlijdende havens worden geholpen om hun mariene potentieel optimaal te benutten door de ontwikkeling van een gediversifieerde infrastructuur.
Amendement 421 Voorstel voor een verordening Artikel 61 – lid 3
3. De strategieën zijn afgestemd op de kansen en behoeften die in het gebied zijn geïdentificeerd, alsmede op het EU-prioriteiten voor het EFMZV. De strategieën zijn toegespitst op uiteenlopende gebieden, gaande van de visserij op zich tot bredere onderwerpen, zoals diversifiëring van visserijgebieden. De strategie behelst meer dan een verzameling van concrete acties of de juxtapositie van sectorale maatregelen.
3. De strategieën zijn afgestemd op de kansen en behoeften die in het gebied zijn geïdentificeerd, alsmede op de EU-prioriteiten voor het EFMZV. De strategieën zijn hoofdzakelijk toegespitst op de visserij of de aquacultuur, maar kunnen ook bredere onderwerpen betreffen, zoals diversifiëring van visserij- en aquacultuurgebieden. De strategie behelst meer dan een verzameling van concrete acties of de juxtapositie van sectorale maatregelen.
Amendement 422 Voorstel voor een verordening Artikel 61 – lid 5
5. De Commissie wordt ertoe gemachtigd overeenkomstig artikel 127 gedelegeerde handelingen aan te nemen met betrekking tot de inhoud van het actieplan zoals bedoeld in artikel 29, lid 1, onder e), van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen].
5. De geïntegreerde plaatselijke ontwikkelingsstrategie omvat een actieplan zoals bedoeld in artikel 29, lid 1, onder e), van [Verordening(EU) nr.[...] houdende gemeenschappelijke bepalingen]. Dit actieplan geeft onder meer een opsomming van de geplande acties ter uitvoering van de strategie en vermeldt per actie de doelstellingen, de toegestane uitgaven, de in aanmerking komende begunstigden, de omvang van de eraan gerelateerde publieke middelen, de selectiecriteria voor operaties en de prestatie-indicatoren.
Amendement 423 Voorstel voor een verordening Artikel 62 – lid 3 – letter b
(b) zien toe op een significante vertegenwoordiging van de visserij- en de aquacultuursector.
(b) waarborgen dat een meerderheid van vertegenwoordigers afkomstig is uit de visserij- en/of de aquacultuursector.
Amendement 424 Voorstel voor een verordening Artikel 62 – lid 4
4. Indien voor de plaatselijke ontwikkelingsstrategie naast EFMZV-steun nog steun uit andere fondsen wordt verleend, wordt voor de uit het EFMZV gefinancierde projecten een specifieke selectie-orgaan opgericht overeenkomstig de in lid 3 opgenomen criteria.
4. Indien voor de plaatselijke ontwikkelingsstrategie naast EFMZV-steun nog steun uit andere fondsen wordt verleend, voldoet het selectieorgaan van de plaatselijke visserijgroep voor de uit het EFMZV gefinancierde projecten aan de in lid lid 3 opgenomen verplichtingen.
Amendement 425 Voorstel voor een verordening Artikel 62 – lid 7
7. In het operationele programma wordt een beschrijving gegeven van de taken van respectievelijk de plaatselijke visserijgroepen, de beheersautoriteit bij de tenuitvoerlegging van de strategie.
7. In het operationele programma wordt een duidelijke beschrijving gegeven van de taken van respectievelijk de plaatselijke visserijgroepen, de beheersautoriteit en, indien deze verschilt van de beheersautoriteit, de uitvoeringsautoriteit bij de tenuitvoerlegging van de strategie.
Amendement 426 Voorstel voor een verordening Artikel 63 – lid 1
1. De concrete acties die op grond van dit deel voor steun in aanmerking komen, zijn vastgesteld in artikel 31 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] vastgestelde taken.
1. De concrete acties en kosten die op grond van dit deel voor steun in aanmerking komen, zijn vastgesteld in artikel 31 van [Verordening(EU) nr. […] houdende gemeenschappelijke bepalingen].
Amendement 427 Voorstel voor een verordening Artikel 64 – lid 1
1. Voorbereidende steun wordt verleend voor capaciteitsopbouw, opleiding en netwerkvorming met het oog op de voorbereiding en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie.
1. Voorbereidende steun wordt verleend voor capaciteitsopbouw, overleg, opleiding en netwerkvorming met het oog op de voorbereiding en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie.
Amendement 428 Voorstel voor een verordening Artikel 65 – lid 1 – letter a
(a) het toevoegen van waarde, het creëren van werkgelegenheid en het bevorderen van innovatie in alle stadia van de leveringsketen van de visserij- en de aquacultuursector;
(a) het toevoegen van waarde, het creëren van werkgelegenheid, het aantrekken van jongeren en het bevorderen van innovatie in alle stadia van de leveringsketen van de visserij-, de aquacultuur- en de verwerkingssector;
Amendement 429 Voorstel voor een verordening Artikel 65 – lid 1 – letter b
(b) het ondersteunen van de diversifiëring van de economische bedrijvigheid in visserijgebieden, met name naar andere maritieme sectoren, en het ondersteunen van de werkgelegenheidscreatie in visserijgebieden, met name in andere maritieme sectoren;
(b) het ondersteunen van de diversifiëring van en de werkgelegenheidscreatie in visserij- en aquacultuurgebieden, waarbij onder meer moet worden ingezet op maritieme activiteiten die de visserij- en aquacultuuractiviteiten aanvullen;
Amendement 430 Voorstel voor een verordening Artikel 65 – lid 1 – letter b bis (nieuw)
(b bis) het verbeteren van de opleiding en de arbeidsomstandigheden in visserij- en aquacultuurgebieden;
Amendement 431 Voorstel voor een verordening Artikel 65 – lid 1 – letter c
(c) het versterken en optimaal benutten van de milieubaten van de visserijgebieden, onder meer via concrete acties ter matiging van de klimaatverandering;
(c) het versterken en optimaal benutten van de milieubaten van de visserij- en aquacultuurgebieden, onder meer via concrete acties tot behoud van de biodiversiteit,ter verbetering van het beheer van de kustgebieden en ter matiging van de klimaatverandering;
Amendement 432 Voorstel voor een verordening Artikel 65 – lid 1 – letter d
(d) het bevorderen van het maatschappelijk welzijn en het culturele erfgoed, inclusief het maritieme culturele erfgoed, in visserijgebieden;
(d) het bevorderen van het maatschappelijk welzijn en het culturele erfgoed, inclusief het culturele erfgoed op visserij- en maritiem gebied, in visserij- en aquacultuurgebieden;
Amendement 433 Voorstel voor een verordening Artikel 65 – lid 2
2. De hier bedoelde steun kan tevens worden verleend voor maatregelen zoals bedoeld in de hoofdstukken I en II van deze titel, op voorwaarde dat er een duidelijke reden bestaat om deze maatregelen plaatselijk te beheren. Wanneer steun wordt verleend voor concrete acties die met deze maatregelen stroken, gelden de desbetreffende voorwaarden en de percentages van de bijdragen per concrete actie zoals bedoeld in de hoofdstukken I en II van deze titel.
2. De hier bedoelde steun kan tevens worden verleend voor maatregelen zoals bedoeld in de hoofdstukken I, II en IV van deze titel, op voorwaarde dat er een duidelijke reden bestaat om deze maatregelen plaatselijk te beheren. Wanneer steun wordt verleend voor concrete acties die met deze maatregelen stroken, gelden de desbetreffende voorwaarden en de percentages van de bijdragen per concrete actie zoals bedoeld in de hoofdstukken I, II en IV van deze titel.
Amendement 434 Voorstel voor een verordening Artikel 66 – lid 2
2. Plaatselijke visserijgroepen kunnen in het kader van het EFMZV naast andere plaatselijke visserijgroepen ook plaatselijke publiekprivate partnerschappen als partner hebben die de plaatselijke ontwikkelingsstrategie binnen of buiten de Unie uitvoeren.
2. Voor de toepassing van dit artikel kunnen plaatselijke visserijgroepen in het kader van het EFMZV naast partnerschappen met andere plaatselijke visserijgroepen ook deelnemen aan samenwerkingsprojecten met een gebied zonderplaatselijke visserijgroep op basis van plaatselijke publiek-private partnerschappen die de plaatselijke ontwikkelingsstrategie binnen of buiten de Unie uitvoeren.
Amendement 435 Voorstel voor een verordening Artikel 66 – lid 3
3. Wanneer de samenwerkingsprojecten niet door de plaatselijke visserijgroepen worden geselecteerd, stellen de lidstaten een regeling inzake doorlopende aanvragen voor samenwerkingsprojecten vast. Zij maken uiterlijk twee jaar na de datum van de goedkeuring van hun operationele programma de nationale of regionale administratieve procedures voor de selectie van transnationale samenwerkingsprojecten bekend, alsmede een lijst van subsidiabele kosten.
3. Wanneer de samenwerkingsprojecten niet door de plaatselijke visserijgroepen worden geselecteerd, stellen de lidstaten een regeling inzake doorlopende aanvragen voor samenwerkingsprojecten vast. Zij maken uiterlijk twee jaar na de datum van de goedkeuring van hun operationele programma de nationale of regionale administratieve procedures voor de selectie van transnationale samenwerkingsprojecten bekend, alsmede een lijst van subsidiabele kosten. De adviesraden kunnen dankzij hun transnationale karakter worden betrokken bij deze regeling inzake doorlopende aanvragen.
Amendement 436 Voorstel voor een verordening Artikel 66 – lid 4
4. De goedkeuring van de samenwerkingsprojecten vindt uiterlijk vier maanden na de datum van indiening van de projecten plaats.
4. De bestuurlijke besluitvorming betreffende de samenwerkingsprojecten vindt uiterlijk vier maanden na de datum van indiening van de projecten plaats.
Amendement 437 Voorstel voor een verordening Artikel 68
De in dit hoofdstuk bedoelde steun draagt bij tot de verwezenlijking van de in de hoofdstukken I en II van deze titel vastgestelde specifieke doelstellingen.
De in dit hoofdstuk bedoelde steun draagt bij tot:
(a) de verwezenlijking van de in de hoofdstukken I en II van deze titel vastgestelde specifieke doelstellingen;
(b) de verbetering van het concurrentievermogen van de sector verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten;
(c) de verbetering van de voedselveiligheid en de productkwaliteit;
(d) de ontwikkeling, productie en afzet van nieuwe producten en het gebruik van nieuwe technologieën en innovatieve productiemethoden;
(e) het terugdringing van schadelijke milieueffecten en de verhoging van de energie-efficiëntie;
(f) een betere benutting van minder gangbare soorten, bijproducten en afval;
(g) de ontwikkeling, productie en afzet van nieuwe producten en het gebruik van nieuwe technologieën en innovatieve productiemethoden;
(h) de verbetering van de arbeidsomstandigheden en de opleiding van de werknemers;
(i) de openstelling en ontwikkeling van nieuwe markten;
Amendement 438 Voorstel voor een verordening Artikel 69 – lid 1
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend door de voorbereiding en de uitvoering van productie- en afzetprogramma's zoals bedoeld in artikel 32 van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten].
1. Uit het EFMZV wordt steun verleend voor de voorbereiding en de uitvoering van productie- en afzetprogramma's zoals bedoeld in artikel 32 van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten].
Amendement 439 Voorstel voor een verordening Artikel 70 – lid 1 – inleidende formule
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties die in bijlage II bij Verordening (EU) nr. [inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten] vermelde producten opslaan, op voorwaarde dat die producten worden opgeslagen overeenkomstig de artikelen 35 en 36 van die verordening:
1. Het EFMZV kan cofinanciering verstrekken als compensatie voor erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties die in bijlage II bij Verordening (EU) nr. [inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten] vermelde visserij- en aquacultuurproducten opslaan, op voorwaarde dat die producten worden opgeslagen overeenkomstig de artikelen 35 en 36 van die verordening:
Amendement 440 Voorstel voor een verordening Artikel 70 – lid 1 – letter a
(a) de opslagsteun mag niet meer bedragen dan de technische en financiële kosten van de maatregelen die vereist zijn voor de stabilisatie en de opslag van de betrokken producten;
(a) de opslagsteun mag niet meer bedragen dan de technische en financiële kosten van de maatregelen die vereist zijn voor de stabilisatie, voorbereiding en opslag van de betrokken producten;
Amendement 441 Voorstel voor een verordening Artikel 70 – lid 1 – letter c
(c) de jaarlijks verleende steun mag niet meer bedragen dan het onderstaande procentuele aandeel van de gemiddelde jaarwaarde van de productie die de leden van de producentenorganisatie bij eerste verkoop hebben afgezet in de periode 2009 – 2011. Wanneer de leden van de producentenorganisatie in de periode 2009 – 2011 geen productie hebben afgezet, wordt de gemiddelde jaarwaarde van de productie die de leden in de eerste drie productiejaren hebben afgezet, in aanmerking genomen:
(c) de jaarlijks verleende steun mag niet meer bedragen dan 5 % van de gemiddelde jaarwaarde van de productie die de leden van de producentenorganisatie bij eerste verkoop hebben afgezet in de periode 2009 – 2011. Wanneer de leden van de producentenorganisatie in de periode 2009 – 2011 geen productie hebben afgezet, wordt de gemiddelde jaarwaarde van de productie die de leden in de eerste drie productiejaren hebben afgezet, in aanmerking genomen
– 1 % in 2014
– 0,8 % in 2015
– 0,6 % in 2016
– 0,4 % in 2017
– 0,2 % in 2018.
Amendement 442 Voorstel voor een verordening Artikel 70 – lid 2
2. De in lid 1 bedoelde steun wordt tegen 2019 geleidelijk uitgefaseerd.
Schrappen
Amendement 443 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – inleidende formule
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor afzetmaatregelen ten bate van visserij- en aquacultuurproducten die gericht zijn op:
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor afzetmaatregelen ten bate van visserij–, binnenvisserij- en aquacultuurproducten die gericht zijn op:
Amendement 444 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter a – inleidende formule
(a) het verbeteren van de voorwaarden voor het op de markt brengen van:
(a) het zoeken naar nieuwe markten en het verbeteren van de voorwaarden voor het op de markt brengen van visserij- en aquacultuursoorten, waaronder:
Amendement 445 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter a – punt i bis (nieuw)
i bis) producten die worden aangeboden door vissersorganisaties, vissersverenigingen en visafslagen;
Amendement 446 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter a – punt ii
ii) ongewenste vangsten die worden aangeland overeenkomstig artikel 15 van [GVB-verordening] en artikel 8, onder b), tweede streepje, van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten];
ii) ongewenste vangsten uit commerciële bestanden die worden aangeland in overeenstemming met de technische maatregelen, met artikel 15 van [GVB-verordening] en met artikel 8, onder b), tweede streepje, van [Verordening(EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten];
Amendement 447 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter a – punt iii
iii) producten die worden verkregen aan de hand van methoden met een lage milieu-impact, of biologische aquacultuurproducten zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie;
iii) visserij- of aquacultuurproducten die worden verkregen aan de hand van methoden met een lage milieu-impact, biologische aquacultuurproducten zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie, of met gesloten aquacultuursystemen verkregen producten;
Amendement 448 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter a – punt iii bis (nieuw)
iii bis) streek- en seizoensproducten, met inbegrip van de producten die vallen onder Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen;
Amendement 449 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter a – punt iii ter(nieuw)
iii ter) nieuwe of opgewaardeerde producten.
Amendement 450 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter b – inleidende formule
(b) het verbeteren van de kwaliteit, door het stimuleren van:
(b) het verbeteren van kwaliteit en toegevoegde waarde, door het stimuleren van:
Amendement 451 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter b – punt ii
ii) de certificering en afzetbevordering voor onder meer duurzame visserij- en aquacultuurproducten en milieuvriendelijke verwerkingsmethoden;
ii) de kwaliteitscertificering en de bevordering en invoering van een specifieke etikettering met betrekking tot duurzame visserij- en aquacultuurproducten, producten afkomstig uit de kleinschalige kustvisserij, streek-en seizoensproducten en milieuvriendelijke verwerkingsmethoden;
Amendement 452 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter b – punt ii bis (nieuw)
ii bis) de traceerbaarheid van visserij- en aquacultuurproducten, onder meer via de ontwikkeling van een voor de hele Unie geldend ecolabel voor visserij- en aquacultuurproducten;
Amendement 453 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter b – punt ii ter (nieuw)
ii ter) innovatieve processen en methoden;
Amendement 454 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter b – punt iii
iii) de rechtstreekse afzet van visserijproducten door kleinschalige kustvissers;
iii) de rechtstreekse afzet van visserijproducten door kleinschalige kustvissers en vissers die te voet vissen;
Amendement 455 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter b – punt iii bis (nieuw)
iii bis) de presentatie en de verpakking van producten;
Amendement 456 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter b – punt iii ter (nieuw)
iii ter) de naleving van de conformiteits- en certificeringsvoorschriften voor producten die onder Verordening (EG) nr. 510/2006 vallen, door producenten, verwerkers en bereiders die aan de controle- en certificeringssystemen onderworpen zijn.
Amendement 457 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter c
(c) het bevorderen van de transparantie van de productie en de markten, en het verrichten van marktonderzoek;
(c) het bevorderen van de transparantie van de productie en de markten, en het verrichten van marktonderzoek en studies naar de commerciële afhankelijkheid van de Unie;
Amendement 458 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter e
(e) het opzetten van producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties en brancheorganisaties zoals erkend in het kader van hoofdstuk II, afdeling III, van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten];
(e) het opzetten en samenvoegen van producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties en brancheorganisaties zoals erkend in het kader van hoofdstuk II, afdeling III, van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten], teneinde hun rol in het beheer van visserij- en afzetmaatregelen te versterken;
Amendement 459 Voorstel voor een verordening Artikel 71 – lid 1 – letter f
(f) het houden van regionale, nationale of transnationale afzetbevorderingscampagnes voor visserijproducten en aquacultuurproducten.
(f) het houden van regionale, nationale of transnationale afzetbevorderingscampagnes, met inbegrip van tentoonstellingen en mediacampagnes, voor ecologisch duurzame visserijproducten en aquacultuurproducten.
Amendement 460 Voorstel voor een verordening Artikel 72 – lid 1 – letter -a (nieuw)
(-a) investeringen in innovatie, met het oog op de ontwikkeling van nieuwe, hoogwaardigere producten met een toegevoegde waarde en met het oog op nieuwe of verbeterde processen, beheers- en organisatiesystemen;
Amendement 461 Voorstel voor een verordening Artikel 72 – lid 1 – letter -b (nieuw)
(-b) investeringen om de toegevoegde waarde van producten te verhogen;
Amendement 462 Voorstel voor een verordening Artikel 72 – lid 1 – letter a bis (nieuw)
(a bis) investeringen ter verbetering van de veiligheids-, hygiënische, gezondheids- en arbeidsomstandigheden;
Amendement 463 Voorstel voor een verordening Artikel 72 – lid 1 – letter d
(d) investeringen voor de verwerking van biologische aquacultuurproducten zoals bedoeld in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad.
(d) investeringen voor de verwerking van duurzame aquacultuurproducten en biologische aquacultuurproducten zoals bedoeld in de artikelen 6 en 7 van Verordening(EG) nr. 834/2007 van de Raad.
Amendement 464 Voorstel voor een verordening Artikel 72 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Uit het EFMZV kan steun worden verleend aan bedrijven, verenigingen en technologiecentra die de verwerkingssector vertegenwoordigen voor de ontwikkeling van onderzoeks- en innovatieactiviteiten in verband met de in lid 1 bedoelde activiteiten.
Amendement 465 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 1
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend ten bate van de compensatieregeling die is ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad tot instelling van een regeling ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de ultraperifere gebieden van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Frans Guyana en Réunion.
1. Uit het EFMZV wordt steun verleend ten bate van de regeling die op grond van artikel 349 VWEU is ingevoerd bij Verordening(EG) nr. 791/2007 van de Raad ter compensatie van de extra kosten waarmee marktdeelnemers geconfronteerd worden bij het vangen, kweken, verwerken en afzetten van bepaalde visserij- en aquacultuurproducten uit de ultraperifere gebieden. Deze regeling isvan toepassing op alle extra kosten waarmee marktdeelnemers geconfronteerd worden bijde in dit lid bedoelde activiteiten.
Amendement 466 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 2
2. Elke betrokken lidstaat bepaalt voor zijn in artikel 1 bedoelde gebieden de lijst van de voor compensatie in aanmerking komende visserijproducten en aquacultuurproducten en de hoeveelheid van die producten.
2. Elke betrokken lidstaat bepaalt voor zijn in artikel 1 bedoelde gebieden de lijst van extra kosten waarmee marktdeelnemers worden geconfronteerd bijde in lid 1 bedoelde activiteiten. De lidstaat stelt eveneens een lijst op van de voor compensatie in aanmerking komende visserijproducten en aquacultuurproducten en de hoeveelheid van die producten.
Amendement 467 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 3
3. Bij het opstellen van de in lid 2 bedoelde lijst en hoeveelheid nemen de lidstaten alle ter zake relevante factoren in aanmerking, met name de noodzaak ervoor te zorgen dat de compensatie volledig verenigbaar is met de GVB-voorschriften.
3. Bij het opstellen van de in lid 2 bedoelde lijst en hoeveelheid nemen de lidstaten alle ter zake relevante factoren in aanmerking, met name de noodzaak ervoor te zorgen dat de compensatie volledig verenigbaar is met de GVB-voorschriften en dat de vangstcapaciteit van de betrokken vissersvloten is afgestemd op de beschikbare vangstmogelijkheden.
Amendement 468 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 4 – letter c bis (nieuw)
(c bis) afkomstig zijn uit de IOO-visserij.
Amendement 469 Voorstel voor een verordening Artikel 73 – lid 5 bis (nieuw)
5 bis. De volgende marktdeelnemers komen in aanmerking voor compensatie wanneer zij bij de afzet van visserijproducten met extra kosten geconfronteerd worden:
(a) natuurlijke of rechtspersonen die productiemiddelen exploiteren om visserij- of aquacultuurproducten te verkrijgen met het doel deze producten op de markt te brengen;
(b) de eigenaren of exploitanten van vaartuigen die in de havens van de in lid 1 bedoelde gebieden zijn geregistreerd en in die gebieden vissen, of verenigingen van dergelijke eigenaren of exploitanten;
(c) de marktdeelnemers in de sector verwerking en afzet, of verenigingen van dergelijke marktdeelnemers.
Amendement 470 Voorstel voor een verordening Artikel 73 bis (nieuw)
Artikel 73 bis
Marktdeelnemers
1. Er wordt compensatie betaald aan marktdeelnemers die in de betrokken gebieden visserij en aquacultuur bedrijven.
2. De betrokken lidstaten nemen de nodige maatregelen om de economische levensvatbaarheid te waarborgen van de marktdeelnemers die de compensatie ontvangen.
Amendement 471 Voorstel voor een verordening Artikel 74 – alinea 1 – letter a
(a) voor elk visserijproduct of voor elk aquacultuurproduct: de extra kosten die gepaard gaan met de specifieke handicaps van het betrokken gebied, en
(a) voor elk visserij- of aquacultuurproduct of voor elke categorie producten: de extra kosten die gepaard gaan met de specifieke handicaps van het betrokken gebied, en
Amendement 472 Voorstel voor een verordening Artikel 74 – alinea 1 – letter b bis (nieuw)
(b bis) enigerlei andere steun die de begunstigde voor zijn activiteiten ontvangt of heeft ontvangen.
Amendement 473 Voorstel voor een verordening Artikel 75 – lid 1
1. De betrokken lidstaten dienen bij de Commissie voor elk betrokken gebied een compensatieplan in met daarin de in artikel 73 bedoelde lijst en hoeveelheid, het in artikel 74 bedoelde compensatieniveau en de in artikel 99 bedoelde bevoegde autoriteit.
1. De betrokken lidstaten dienen bij de Commissie voor elk betrokken gebied een compensatieplan in met daarin de in artikel 73 bedoelde lijst en hoeveelheid en het soort ondernemer, het in artikel 74 bedoelde compensatieniveau en de in artikel 99 bedoelde bevoegde autoriteit.
Amendement 474 Voorstel voor een verordening Artikel 75 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. De lidstaten kunnen de inhoud van het in lid 1 bedoelde compensatieplan wijzigen. De wijzigingen worden aan de Commissie voorgelegd.
Amendement 475 Voorstel voor een verordening Artikel 75 – lid 2
2. De Commissie wordt ertoe gemachtigd overeenkomstig artikel 127 gedelegeerde handelingen aan te nemen met betrekking tot de vaststelling van de inhoud van het compensatieplan, met inbegrip van de criteria voor de berekening van de extra kosten die gepaard gaan met de specifieke handicaps van de betrokken gebieden.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 476 Voorstel voor een verordening Artikel 75 bis (nieuw)
Artikel 75 bis
Staatssteun
1. In afwijking van artikel 8 kan de Commissie, overeenkomstig artikel 108 VWEU, toestemming geven voor steun aan de sectoren die visserij- en aquacultuurproducten produceren, verwerken en afzetten, om de specifieke problemen waarmee de ultraperifere gebieden vanwege hun geïsoleerde, insulaire karakter en hun ultraperifere ligging kampen, te verlichten.
2. De lidstaten kunnen bijkomende financiële steun verlenen voor de uitvoering van de in artikel 75 bedoelde compensatieplannen. In dat geval melden de lidstaten de staatssteun aan de Commissie en kan de Commissie die steun overeenkomstig deze verordening als onderdeel van die plannen goedkeuren. Staatssteun die overeenkomstig dit lid is gemeld wordt eveneens geacht te zijn gemeld in de zin van artikel 108, lid 3, eerste zin, VWEU.
Amendement 477 Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 1
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de tenuitvoerlegging van een EU-systeem voor controle, inspectie en handhaving zoals bedoeld in artikel 46 van [GVB-verordening] en in Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen.
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de tenuitvoerlegging van een EU-systeem voor controle, inspectie en handhaving zoals bedoeld in artikel 46 van [GVB-verordening] en in Verordening(EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, alsook voor de installatie van de componenten die nodig zijn voor het waarborgen van de traceerbaarheid van visserijproducten overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad. Een dergelijk systeem moet leiden tot een aantal controles gebaseerd op de omvang van de vloot in de verschillende lidstaten.
Amendement 478 Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 2 – letter a
(a) de aankoop en/of de ontwikkeling van technologieën, met inbegrip van hardware en software, vaartuigdetectiesystemen (VDS), CCTV-systemen en IT-netwerken voor het verzamelen, beheren, valideren, analyseren en uitwisselen van gegevens met betrekking tot de visserij, voor het ontwikkelen van steekproefmethoden voor deze gegevens, en voor het totstandbrengen van een verbinding met sectoroverschrijdende gegevensuitwisselingssystemen;
(a) de aankoop, de installatie en de ontwikkeling van technologieën, met inbegrip van hardware en software, vaartuigdetectiesystemen (VDS), CCTV-systemen en IT-netwerken voor het verzamelen, beheren, valideren, analyseren, de risicobeheersing, het presenteren en uitwisselen van gegevens met betrekking tot de visserij, voor het ontwikkelen van steekproefmethoden voor deze gegevens, en voor het tot stand brengen van een verbinding met sectoroverschrijdende gegevensuitwisselingssystemen, op voorwaarde dat bij dergelijke acties de individuele vrijheden en de bescherming van de persoonsgegevens worden geëerbiedigd;
Amendement 479 Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 2 – letter b
(b) de aankoop en de installatie van de componenten die nodig zijn voor de transmissie van gegevens door bij de visserij en de afzet van visserijproducten betrokken actoren aan de betrokken autoriteiten van de lidstaat en de EU, met inbegrip van de voor controledoeleinden vereiste componenten voor elektronische registratie- en rapportagesystemen (ERS), volgsystemen voor vaartuigen (VMS) en automatische identificatiesystemen (AIS);
(b) de ontwikkeling, de aankoop en de installatie van de componenten, met inbegrip van hardware en software, die nodig zijn voor de transmissie van gegevens door bij de visserij en de afzet van visserijproducten betrokken actoren aan de betrokken autoriteiten van de lidstaat en de EU, met inbegrip van de voor controledoeleinden vereiste componenten voor elektronische registratie- en rapportagesystemen (ERS), volgsystemen voor vaartuigen (VMS) en automatische identificatiesystemen (AIS);
Amendement 480 Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 2 – letter c
(c) de aankoop en de installatie van de componenten die nodig zijn ter waarborging van de traceerbaarheid van visserijproducten en aquacultuurproducten zoals bedoeld in artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad;
(c) de ontwikkeling, de aankoop en de installatie van de componenten, met inbegrip van hardware en software, die nodig zijn ter waarborging van de traceerbaarheid van visserijproducten en aquacultuurproducten als bedoeld in artikel 58 van Verordening(EG) nr. 1224/2009 van de Raad;
Amendement 481 Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 2 – letter e
(e) de modernisering en de aankoop van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters, op voorwaarde dat deze ten minste 60 % van de tijd voor visserijcontroledoeleinden worden gebruikt;
(e) de modernisering en de aankoop van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters, op voorwaarde dat deze gedurende ten minste 60 % van de totale gebruikstijd per jaar voor visserijcontroledoeleinden worden gebruikt;
Amendement 482 Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 2 – letter g
(g) de uitvoering van proefprojecten inzake visserijcontrole, met inbegrip van de analyse van vis-DNA en de ontwikkeling van websites inzake controle;
(g) de ontwikkeling van innovatieve controle- en toezichtsystemen en de uitvoering van proefprojecten inzake visserijcontrole, met inbegrip van de analyse van vis-DNA en de ontwikkeling van websites inzake controle;
Amendement 483 Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 2 – letter j bis (nieuw)
(j bis) programma's voor een strengere controle op visbestanden waarvoor specifieke, overeenkomstig artikel 95 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad vastgestelde controle- en inspectieprogramma's gelden, met inbegrip van de hieraan gerelateerde operationele kosten;
Amendement 484 Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 2 – letter j ter (nieuw)
(j ter) programma's die verband houden met de tenuitvoerlegging van een overeenkomstig artikel 102, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1224/2009, vastgesteld actieplan, met inbegrip van de hieraan gerelateerde operationele kosten.
Amendement 485 Voorstel voor een verordening Artikel 78 – lid 3
3. De in lid 2, onder h), i) en j), opgenomen maatregelen komen slechts voor steun in aanmerking indien zij betrekking hebben op door een overheidsinstantie verrichte controleactiviteiten.
3. De in lid 2, onder h), i), j), j bis)en j ter), opgenomen maatregelen komen slechts voor steun in aanmerking indien zij betrekking hebben op door een overheidsinstantie verrichte controleactiviteiten.
Amendement 486 Voorstel voor een verordening Artikel 78 bis (nieuw)
Artikel 78 bis
Collectieve acties met als doel de controles te versterken en te standaardiseren
1. In het kader van de doelstelling de controles te versterken en te standaardiseren kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de tenuitvoerlegging van transnationale projecten die zijn gericht op het tot stand brengen en het testen van interstatelijke systemen voor controle, inspectie en handhaving zoals bedoeld in artikel 46 van Verordening (EU nr. …/… [betreffende het GVB] en in Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen.
2. Met name de volgende soorten concrete acties komen in aanmerking voor steun:
(a) internationale programma's voor de opleiding van personeelsleden die zijn belast met monitoring-, controle- en bewakingstaken op visserijgebied;
(b) initiatieven, met inbegrip van seminars en media-instrumenten, om de interpretatie van regelgeving en de hieruit voortvloeiende controles in de Unie te standaardiseren;
Amendement 487 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 1
1. Uit het EFMZV wordt steun verleend voor de verzameling, het beheer en het gebruik van primaire biologische, technische, ecologische en sociaaleconomische gegevens zoals in het kader van het in artikel 37, lid 5, van [GVB-verordening] bedoelde meerjarenprogramma van de Unie.
1. Uit het EFMZV wordt steun verleend voor de verzameling, het beheer, de analyse en het gebruik van primaire biologische, technische, ecologische en sociaaleconomische gegevens die nodig zijn voor het duurzame beheer van ecosysteemgerichte visserij en aquacultuur, zoals in het kader van het in artikel 37, lid 5, van [GVB-verordening] bedoelde meerjarenprogramma van de Unie.
Amendement 488 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 2 – letter a
(a) het beheer en het gebruik van gegevens voor wetenschappelijke analyse en voor de uitvoering van het GVB;
(a) de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens voor wetenschappelijke analyse en voor de uitvoering van het GVB;
Amendement 489 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 2 – letter a bis (nieuw)
(a bis) de aankoop of de ontwikkeling van technologieën, met inbegrip van hardware en software, die noodzakelijk zijn voor het verzamelen, beheren en gebruiken van gegevens;
Amendement 490 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 2 – letter b
(b) nationale meerjarige steekproefprogramma’s;
(b) nationale, transnationale en subnationale meerjarige steekproefprogramma's;
Amendement 491 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 2 – letter c
(c) mariene monitoring van de commerciële en de recreatievisserij;
(c) mariene monitoring van de commerciële en de recreatievisserij, met inbegrip van de monitoring van de bijvangst van mariene organismen en vogels;
Amendement 492 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 2 – letter d bis (nieuw)
(d bis) het beheer van de jaarlijkse werkprogramma's met betrekking tot de technische en wetenschappelijke expertise op het gebied van visserij, de verwerking van meegedeelde gegevens en gegevensreeksen, en voorbereidende werkzaamheden voorafgaand aan het verstrekken van wetenschappelijke adviezen;
Amendement 493 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 2 – letter d ter (nieuw)
(d ter) organisatie en beheer van vergaderingen van visserijdeskundigen;
Amendement 494 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 2 – letter e
(e) deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten aan regionale coördinatievergaderingen zoals bedoeld in artikel 37, lid 4, [GVB-verordening], aan vergaderingen van regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de EU overeenkomstsluitende partij of waarnemer is, of aan vergaderingen van internationale organisaties die belast zijn met het verstrekken van wetenschappelijk advies.
(e) deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten en hun wetenschappelijke deskundigen, alsmede van vertegenwoordigers van regionale overheden, aan regionale coördinatievergaderingen zoals bedoeld in artikel 37, lid 4, [GVB-verordening], aan vergaderingen van regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de EU overeenkomstsluitende partij of waarnemer is, of aan vergaderingen van internationale organisaties die belast zijn met het verstrekken van wetenschappelijk, economisch of technisch advies;
Amendement 495 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 2 – letter e bis (nieuw)
(e bis) de verbetering van systemen voor gegevensverzameling en -beheer en de tenuitvoerlegging van proefonderzoeken om de bestaande systemen voor gegevensverzameling en -beheer te verbeteren;
Amendement 496 Voorstel voor een verordening Artikel 79 – lid 2 – letter e ter (nieuw)
(e ter) de operationele uitgaven in verband met de verzameling en verwerking van gegevens.
Amendement 497 Voorstel voor een verordening Artikel 79 bis (nieuw)
Artikel 79 bis
Sancties
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 150 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde een lidstaat te bestraffen door de middelen uit het EFMZV te bevriezen en/of te verminderen, indien een lidstaat verzuimt:
(a) aan zijn verplichtingen te voldoen op het vlak van de verzameling en transmissie van gegevens of nalaat melding te maken van de werkelijke capaciteit van zijn visserijvloot; of
(b) problemen in verband met IOO-visserij in zijn wateren en/of binnen zijn visserijvloot aan te pakken.
Amendement 498 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – inleidende formule
De in dit hoofdstuk bedoelde steun draagt bij tot de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie. De steun heeft tot doel:
De uit hoofde van dit hoofdstuk verleende steun draagt bij tot de verdere ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie. De steun heeft tot doel:
Amendement 499 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter a – punt i
i) maatregelen te stimuleren om de lidstaten en de EU-regio's aan te moedigen tot de ontwikkeling, invoering of uitvoering van een geïntegreerd maritiem bestuur;
i) maatregelen te stimuleren om de lidstaten en hun regio's aan te moedigen tot de ontwikkeling, invoering of uitvoering van een geïntegreerd maritiem bestuur;
Amendement 500 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter a – punt ii
ii) de dialoog en de samenwerking met en tussen de lidstaten en de belanghebbende partijen op het gebied van mariene en maritieme zaken te bevorderen, onder meer via de ontwikkeling van zeegebiedstrategieën;
ii) de dialoog en de samenwerking met en tussen de lidstaten en de belanghebbende partijen op het gebied van mariene en maritieme zaken te bevorderen, onder meer via de ontwikkeling en uitvoering van geïntegreerde zeegebiedstrategieën, waarin het belang van een evenwichtige aanpak in alle zeegebieden vooropstaat en waarin rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de verschillende maritieme gebieden en deelgebieden, alsmede, in voorkomend geval, met de toepasselijke macroregionale strategieën;
Amendement 501 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter a – punt iii
iii) sectoroverschrijdende samenwerkingsplatforms en -netwerken te stimuleren, waaraan wordt deelgenomen door onder meer vertegenwoordigers van overheidsinstanties, regionale en plaatselijke overheden, de industriesector, de toeristische sector, bij onderzoek betrokken partijen, burgers, organisaties van het maatschappelijk middenveld en de sociale partners;
iii) sectoroverschrijdende samenwerkingsplatforms en -netwerken te stimuleren, waaraan wordt deelgenomen door onder meer vertegenwoordigers van nationale overheidsinstanties, regionale en plaatselijke overheden, de industriesector, de toeristische sector, bij onderzoek betrokken partijen, burgers, organisaties van het maatschappelijk middenveld en de sociale partners, ook in het kader van zeegebiedstrategieën;
Amendement 502 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter a – punt iv
iv) de uitwisseling van beste praktijken en de dialoog op internationaal niveau, onder meer in de vorm van een bilaterale dialoog met derde landen, te stimuleren, onverminderd andere overeenkomsten of regelingen tussen de EU en de betrokken derde landen;
iv) de uitwisseling van beste praktijken en de dialoog op internationaal niveau, onder meer in de vorm van een bilaterale dialoog met derde landen, te stimuleren, waarbij rekening wordt gehouden met het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (UNCLOS) en met de hierop gebaseerde internationale verdragen, onverminderd andere overeenkomsten of regelingen tussen de EU en de betrokken derde landen;
Amendement 503 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter b – inleidende formule
(b) bij te dragen tot de ontwikkeling van sectoroverschrijdende initiatieven ten bate van de maritieme sectoren en/of het sectorale beleid die rekening houden met en voortbouwen op bestaande instrumenten en initiatieven, met name op het gebied van:
(b) bij te dragen tot de ontwikkeling van sectoroverschrijdende initiatieven ten bate van de maritieme en mariene sectoren en/of het sectorale beleid die rekening houden met en voortbouwen op bestaande instrumenten en initiatieven, met name op het gebied van:
Amendement 504 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter b – punt i
i) geïntegreerde maritieme bewaking, met als doel de efficiëntie en de doeltreffendheid via de sector- en grensoverschrijdende uitwisseling van informatie te verbeteren met inachtneming van bestaande en toekomstige systemen;
i) geïntegreerde maritieme bewaking, met als doel de veiligheid, de efficiëntie en de doeltreffendheid via de sector- en grensoverschrijdende uitwisseling van informatie te verbeteren met inachtneming van bestaande en toekomstige systemen;
Amendement 505 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter b – punt iii
iii) de geleidelijke ontwikkeling van een omvattende, openbaar toegankelijke en degelijke mariene-kennisbasis om het delen, hergebruiken en verspreiden van deze gegevens en deze kennis tussen verschillende gebruikersgroepen te vergemakkelijken;
iii) de geleidelijke ontwikkeling van een omvattende, openbaar toegankelijke en degelijke mariene-kennisbasis om overlapping te beperken en om het delen, hergebruiken en verspreiden van deze gegevens en deze kennis tussen verschillende gebruikersgroepen te vergemakkelijken;
Amendement 506 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter b bis (nieuw)
(b bis) de samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren door middel van de uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen de verschillende functies van de kustwacht, met als doel een Europese kustwacht op te richten;
Amendement 507 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter c
(c) duurzame economische groei, werkgelegenheid, innovatie en nieuwe technologieën in opkomende en toekomstgerichte maritieme sectoren in kustgebieden te ondersteunen op een manier die complementair is aan de bestaande sectorale en nationale activiteiten;
(c) duurzame economische groei, werkgelegenheid, innovatie en nieuwe technologieën te ondersteunen in opkomende en toekomstgerichte maritieme sectoren, alsook in kust- en eilandgebieden en in de ultraperifere regio's van de Unie op een manier die complementair is aan de bestaande sectorale en nationale activiteiten;
Amendement 508 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter c bis (nieuw)
(c bis) de ontwikkeling van het menselijk kapitaal in de maritieme sector te ondersteunen, met name door samenwerking en uitwisseling op het gebied van opleidingen te stimuleren;
Amendement 509 Voorstel voor een verordening Artikel 81 – alinea 1 – letter d
(d) de bescherming van het mariene milieu, met name de biodiversiteit ervan alsmede beschermde mariene gebieden zoals de NATURA 2000-gebieden, te bevorderen, het duurzame gebruik van de mariene en kusthulpbronnen te stimuleren en de grenzenvan de duurzaamheid van menselijke activiteiten met een impact op het mariene milieu nader te omschrijven, met name in de context van de kaderrichtlijn mariene strategie
(d) de bescherming van het mariene milieu, met name de biodiversiteit ervan alsmede beschermde mariene gebieden zoals de Natura 2000-gebieden, te bevorderen, het duurzame gebruik van de mariene en kusthulpbronnen te stimuleren door toepassingvan een ecosysteemgerichte benadering van het beheer van menselijke activiteiten, in overeenstemmingmet het doel omeen goede milieutoestand te bereiken of te behouden zoals voorgeschreven in de kaderrichtlijn mariene strategie.
Amendement 510 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter b
(b) projecten, waaronder testprojecten en samenwerkingsprojecten;
(b) projecten, van de opzet tot de uitvoering ervan, waaronder test-en proefprojecten en samenwerkingsprojecten op nationaal en grensoverschrijdend niveau;
Amendement 511 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter c
(c) publieksvoorlichting, uitwisseling van beste praktijken, bewustmakingscampagnes en de bijbehorende communicatie- en verspreidingsactiviteiten zoals publiciteitscampagnes, evenementen, ontwikkeling en onderhoud van websites en platforms van belanghebbende partijen, met inbegrip van communicatie betreffende politieke prioriteiten van de Europese Unie die betrekking hebben op de algemene doelstellingen van deze verordening;
(c) publieksvoorlichting, uitwisseling van beste praktijken, ook met betrekking tot relevante, effectieve Europese onderzoeksprogramma's, bewustmakingscampagnes en de bijbehorende communicatie- en verspreidingsactiviteiten zoals publiciteitscampagnes, evenementen, ontwikkeling en onderhoud van websites en platforms van belanghebbende partijen, met inbegrip van communicatie betreffende politieke prioriteiten van de Europese Unie die betrekking hebben op de algemene doelstellingen van deze verordening;
Amendement 512 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter d
(d) conferenties, seminars en workshops;
(d) conferenties, seminars, fora en workshops;
Amendement 513 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter e
(e) uitwisseling van beste praktijken, coördinatieactiviteiten, met inbegrip van informatie-uitwisselingsnetwerken en stuurmechanismen voor zeegebiedstrategieën;
(e) uitwisseling van beste praktijken, coördinatieactiviteiten, met inbegrip van informatie-uitwisselingsnetwerken en ondersteuning van het ontwerpen van zeegebiedstrategieën;
Amendement 514 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter f
(f) de ontwikkeling, de exploitatie en het onderhoud van IT-systemen en -netwerken voor het verzamelen, beheren, valideren, analyseren en uitwisselen van gegevens met betrekking tot de visserij, voor het ontwikkelen van steekproefmethoden voor deze gegevens, en voor het totstandbrengen van een verbinding met sectoroverschrijdende gegevensuitwisselingssystemen.
(f) de ontwikkeling, de exploitatie en het onderhoud van IT-systemen en -netwerken voor het verzamelen, beheren, valideren, analyseren en uitwisselen van gegevens, voor het ontwikkelen van steekproefmethoden voor deze gegevens, en voor het tot stand brengen van een verbinding met sectoroverschrijdende gegevensuitwisselingssystemen;
Amendement 515 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter f bis (nieuw)
(f bis) opleidingsprojecten ter bevordering van de kennis, de beroepsbekwaamheid en acties ter bevordering van de beroepsontwikkeling in de maritieme sector;
Amendement 516 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter f ter(nieuw)
(f ter) instrumenten die geschikt zijn voor een geïntegreerd beheer van de kustgebieden, de maritieme ruimtelijke ordening en het beheer van de gemeenschappelijke hulpmiddelen op het niveau van het zeegebied;
Amendement 517 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 1 – letter f quater (nieuw)
(f quater) technische bijstand uit hoofde van artikel 51 van Verordening (EU) nr. …/… [houdende gemeenschappelijke bepalingen].
Amendement 518 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 2 – inleidende formule
2. Ter verwezenlijking van de in artikel 81, onder b), vastgestelde specifieke doelstellingen, namelijk de ontwikkeling van sectoroverschrijdende concrete acties, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
2. Ter verwezenlijking van de in artikel 81, onder b), vastgestelde specifieke doelstellingen, namelijk de ontwikkeling van grensoverschrijdende en sectoroverschrijdende concrete acties, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor:
Amendement 519 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 2 – letter b
(b) activiteiten op het gebied van coördinatie en samenwerking tussen de lidstaten met als doel een maritieme ruimtelijk ordening en een geïntegreerd beheer van kustgebieden te ontwikkelen, met inbegrip van systemen en praktijken voor de uitwisseling en monitoring van gegevens, evaluatieactiviteiten, het opzetten en exploiteren van deskundigennetwerken en het opzetten van een programma om de capaciteit op te bouwen die de lidstaten met het oog op maritieme ruimtelijke ordening nodig hebben;
(b) activiteiten op het gebied van coördinatie en samenwerking tussen de lidstaten en in voorkomend geval, tussen de lidstaten en de regio's, met als doel een maritieme ruimtelijke ordening en een geïntegreerd beheer van kustgebieden te ontwikkelen, met inbegrip van systemen en praktijken voor de uitwisseling en monitoring van gegevens, evaluatieactiviteiten, het opzetten en exploiteren van deskundigennetwerken en het opzetten van een programma om de capaciteit op te bouwen die de lidstaten met het oog op maritieme ruimtelijke ordening nodig hebben;
Amendement 520 Voorstel voor een verordening Artikel 82 – lid 2 – letter c
(c) de technische instrumenten voor het opzetten en exploiteren van een operationeel Europees marien observatie- en datanetwerk dat het via samenwerking tussen de instellingen van de lidstaten die bij het netwerk betrokken zijn, gemakkelijker maakt mariene gegevens te verzamelen, samen te voegen, op kwaliteit te controleren, te hergebruiken en te verspreiden.
(c) de technische instrumenten voor het opzetten en exploiteren van een operationeel Europees marien observatie- en datanetwerk dat het via samenwerking tussen de instellingen van de lidstaten die bij het netwerk betrokken zijn, gemakkelijker maakt mariene gegevens en kennis te verzamelen, te verwerven, samen te voegen, op kwaliteit te controleren, te hergebruiken en te verspreiden.
Amendement 521 Voorstel voor een verordening Artikel 84 – alinea 1 – inleidende formule
De in dit hoofdstuk bedoelde maatregelen dragen bij tot de tenuitvoerlegging van het GVB en het GMB, met name op het gebied van:
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 522 Voorstel voor een verordening Artikel 84 – alinea 1 – letter a
(a) wetenschappelijk advies in het kader van het GVB;
(a) de verzameling, het beheer en de verspreiding van wetenschappelijk advies in het kader van het GVB;
Amendement 523 Voorstel voor een verordening Artikel 84 – alinea 1 – letter b
(b) specifieke controle- en handhavingsmaatregelen in het kader van het GVB;
(b) specifieke controle- en handhavingsmaatregelen in het kader van het GVB, met inbegrip van arbeidsinspecties;
Amendement 524 Voorstel voor een verordening Artikel 84 – alinea 1 – letter d bis (nieuw)
(d bis) de sociale dialoog en de betrokkenheid van sociale partners;
Amendement 525 Voorstel voor een verordening Artikel 84 – alinea 1 – letter e
(e) marktonderzoek;
(e) marktonderzoek, met inbegrip van de totstandbrenging van elektronische markten;
Amendement 526 Voorstel voor een verordening Artikel 84 bis (nieuw)
Artikel 84 bis
Instandhoudingsmaatregelen
Met het oog op de doeltreffende tenuitvoerlegging van de in de artikelen 17 en 21 van Verordening (EU) nr. …/… [betreffende het GVB] opgenomen instandhoudingsmaatregelen kan uit het EFMZV steun worden verleend voor initiatieven van lidstaten om samen te werken en gemeenschappelijke maatregelen uit te voeren teneinde doelstellingen en streefdoelen te verwezenlijken overeengekomen in het kader van meerjarige plannen die zijn vastgesteld op grond van de artikelen 9, 10 en 11 van Verordening (EU) nr. .../... [betreffende het GVB];
Amendement 527 Voorstel voor een verordening Artikel 85 – lid 1
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de aanlevering van de wetenschappelijke informatie die nodig is voor een goede en doeltreffende besluitvorming op het gebied van het beheer van het GVB, met name via projecten op het gebied van toegepast onderzoek die rechtstreeks verband houden met de verstrekking van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies.
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de aanlevering van de wetenschappelijke informatie die nodig is voor een goede en doeltreffende besluitvorming op het gebied van het beheer van het GVB, met name via projecten op het gebied van toegepast onderzoek die rechtstreeks verband houden met de verstrekking van wetenschappelijke en sociaaleconomische standpunten en wetenschappelijk en sociaaleconomisch advies.
Amendement 528 Voorstel voor een verordening Artikel 85 – lid 2 – letter a
(a) studies en proefprojecten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging en de ontwikkeling van het GVB, onder meer op het gebied van alternatieve technieken voor een duurzaam visserijbeheer;
(a) studies en proefprojecten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging en de ontwikkeling van het GVB, onder meer op het gebied van alternatieve technieken voor een duurzaam visserij- en aquacultuurbeheer, onder andere binnen de adviesraden;
Amendement 529 Voorstel voor een verordening Artikel 85 – lid 2 – letter a bis (nieuw)
(a bis) studies en proefprojecten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging en de ontwikkeling van het GVB in biogeografisch gevoelige gebieden;
Amendement 530 Voorstel voor een verordening Artikel 85 – lid 2 – letter b
(b) de voorbereiding en verstrekking van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies door wetenschappelijke instellingen, waaronder internationale adviesorganisaties die belast zijn met de beoordeling van de bestanden, door onafhankelijke deskundigen en door onderzoeksinstellingen;
(b) de voorbereiding en verstrekking van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies door wetenschappelijke instellingen, waaronder internationale adviesorganisaties die belast zijn met de beoordeling van de bestanden, door deskundigen en door onderzoeksinstellingen;
Amendement 531 Voorstel voor een verordening Artikel 85 – lid 2 – letter c
(c) deelname van deskundigen aan vergaderingen over wetenschappelijke en technische visserijaangelegenheden, aan deskundigengroepen, aan internationale adviesorganisaties en aan vergaderingen waar een bijdrage van visserijdeskundigen vereist is;
(c) deelname van deskundigen aan vergaderingen over wetenschappelijke en technische visserijaangelegenheden, aan deskundigengroepen, aan internationale adviesorganisaties en aan vergaderingen waar een bijdrage van visserij- en aquacultuurdeskundigen vereist is;
Amendement 532 Voorstel voor een verordening Artikel 85 – lid 2 – letter c bis (nieuw)
(c bis) financiering van onderzoeksvaartuigen die wetenschappelijk onderzoek verrichten in gebieden buiten de Unie-wateren waar de Unie actief is in het kader van visserijovereenkomsten;
Amendement 533 Voorstel voor een verordening Artikel 85 – lid 2 – letter e
(e) samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van gegevensverzameling, inclusief het opzetten en exploiteren van geregionaliseerde databanken voor de opslag, het beheer en het gebruik van gegevens die bevorderlijk zijn voor de regionale samenwerking, de gegevensverzameling en het gegevensbeheer en de wetenschappelijke expertise ter ondersteuning van het visserijbeheer.
(e) samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van gegevensverzameling, onder meer met de diverse regionale belanghebbenden en inclusief het opzetten en exploiteren van geregionaliseerde databanken voor de opslag, het beheer en het gebruik van gegevens die bevorderlijk zijn voor de regionale samenwerking, de gegevensverzameling en het gegevensbeheer en de wetenschappelijke expertise ter ondersteuning van het visserijbeheer.
Amendement 534 Voorstel voor een verordening Artikel 85 – lid 2 – letter e bis (nieuw)
(e bis) de totstandbrenging van elektronische markten teneinde de informatievoorziening tussen marktdeelnemers en verwerkers beter te coördineren.
Amendement 535 Voorstel voor een verordening Artikel 86 – lid 2 – letter a
(a) gezamenlijke aankopen van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters door verschillende lidstaten uit hetzelfde geografische gebied, op voorwaarde dat deze ten minste 60 % van de tijd voor visserijcontroledoeleinden worden gebruikt;
(a) gezamenlijke aankopen van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters door verschillende lidstaten uit hetzelfde geografische gebied, op voorwaarde dat deze ten minste 60 % van de totale gebruikstijd per jaar voor visserijcontroledoeleinden worden gebruikt;
Amendement 536 Voorstel voor een verordening Artikel 86 – lid 2 – letter b
(b) uitgaven in verband met de beoordeling en de ontwikkeling van nieuwe controletechnologieën;
(b) uitgaven in verband met de beoordeling en de ontwikkeling van nieuwe controletechnologieën evenals van processen voor gegevensuitwisseling tussen autoriteiten en instanties met verantwoordelijkheden op het gebied van onder meer veiligheid, reddingswerk en controle binnen de Unie;
Amendement 537 Voorstel voor een verordening Artikel 88 – lid 1
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de werkingskosten van de adviesraden die krachtens artikel 52 van [GVB-verordening] zijn opgericht.
1. Uit het EFMZV wordt steun verleend voor de noodzakelijke werkings- en expertisekosten van de adviesraden die krachtens de [GVB-verordening] zijn opgericht, teneinde te waarborgen dat deze hun taken ten volle en op doeltreffende wijze uitvoeren.
Amendement 538 Voorstel voor een verordening Artikel 88 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de werkingskosten van de adviesraden indien deze kosten erop gericht zijn de betrokkenheid en de deelname van vissersorganisaties en van andere belanghebbende partijente bevorderen.
Amendement 539 Voorstel voor een verordening Artikel 88 – lid 1 ter (nieuw)
1 ter. Uit het EFMZV wordt steun verleend voor operationele, technische en wetenschappelijke kosten die verband houden met de verrichting van studies ter onderbouwing van de aanbevelingen van de adviesraden.
Amendement 540 Voorstel voor een verordening Artikel 88 bis (nieuw)
Artikel 88 bis
Sociale dialoog
Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de werkingskosten van structuren die de sociale dialoog en de betrokkenheid van de sociale partners bevorderen.
Amendement 541 Voorstel voor een verordening Artikel 89 – alinea 1
Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor activiteiten die de Commissie overeenkomstig artikel 49 van [Verordening (EU) nr. [...] inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aqaucultuurproducten] verricht op het gebied van de ontwikkeling en de verspreiding van marktonderzoeksresultaten met betrekking tot visserijproducten en aquacultuurproducten.
Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor activiteiten die de Commissie overeenkomstig artikel 49 van [Verordening(EU) nr. [...] inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten] verricht op het gebied van de ontwikkeling en de verspreiding van marktonderzoeksresultaten met betrekking tot visserijproducten en aquacultuurproducten, met inbegrip van de totstandbrenging van elektronische markten teneinde de informatievoorziening tussen marktdeelnemers en verwerkers beter te coördineren;
Amendement 542 Voorstel voor een verordening Artikel 91 – alinea 1 – letter b
(b) de tenuitvoerlegging van duurzamevisserijovereenkomsten en de deelname van de EU aan regionale organisaties voor visserijbeheer;
(b) de voorbereiding, de monitoring en de evaluatie van duurzamevisserijovereenkomsten en de deelname van de EU aan regionale organisaties voor visserijbeheer; het betreft met name studies, vergaderingen, door deskundigen verleende diensten, uitgaven voor tijdelijk personeel,voorlichtingsactiviteiten en enigerlei andere uitgaven voor administratieve, wetenschappelijke of technische bijstand door de Commissie.
Amendement 543 Voorstel voor een verordening Artikel 92 – lid 1 – inleidende formule
1. Uit het EFMZV kan op initiatief van de Commissie ten bedrage van maximaal 5 % van het totale bedrag voor het operationele programma steun worden verleend voor:
1. Uit het EFMZV kan op initiatief van de Commissie ten bedrage van maximaal 6 % van het totale bedrag voor het operationele programma steun worden verleend voor:
Amendement 544 Voorstel voor een verordening Artikel 94 – lid 3 – letter a
(a) 100 % van de subsidiabele overheidsuitgaven, wanneer het opslagsteun betreft zoals bedoeld in artikel 70;
(a) 50 % van de subsidiabele overheidsuitgaven, wanneer het opslagsteun betreft zoals bedoeld in artikel 70;
Amendement 545 Voorstel voor een verordening Artikel 94 – lid 3 – letter a bis (nieuw)
(a bis) 100 % van de subsidiabele overheidsuitgaven, wanneer het de voorbereiding van productie- en afzetprogramma's betreft zoals bedoeld in artikel 69;
Amendement 546 Voorstel voor een verordening Artikel 94 – lid 3 – letter d
(d) 80 % van de subsidiabele overheidsuitgaven, wanneer het steun betreft zoals bedoeld in artikel 78, lid 2, onder a) tot en met d), en onder f) tot en met j);
(d) 90 % van de subsidiabele overheidsuitgaven, wanneer het steun betreft zoals bedoeld in artikel 78, lid 2, onder a) tot en met d), en onder f) tot en met j);
Amendement 547 Voorstel voor een verordening Artikel 94 – lid 3 – letter e
(e) 65 % van de subsidiabele overheidsuitgaven, wanneer het steun betreft zoals bedoeld in artikel 79.
(e) 80 % van de subsidiabele overheidsuitgaven, wanneer het steun betreft zoals bedoeld in artikel 79.
Amendement 548 Voorstel voor een verordening Artikel 94 – lid 3 – letter e bis (nieuw)
(e bis) met betrekking tot de uit het EFMZV gefinancierde concrete acties op de perifere Griekse eilanden en in de ultraperifere regio's, die zich vanwege hun afgelegen ligging in een nadelige positie bevinden, wordt het maximumbedrag van de bijdrage uit het EFMZV verhoogd met maximaal 10 procentpunten;
Amendement 549 Voorstel voor een verordening Artikel 95 – lid 1
1. De lidstaten passen op de totale subsidiabele uitgaven voor de concrete actie een maximale overheidssteunintensiteit van 50 % toe.
1. De lidstaten passen op de totale subsidiabele uitgaven voor de concrete actie een maximale overheidssteunintensiteit van 60 % toe.
Amendement 550 Voorstel voor een verordening Artikel 95 – lid 2 – letter a
(a) de begunstigde een publiekrechtelijke instantie is;
(a) de begunstigde een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke instantie is die een openbare taak vervult;
Amendement 551 Voorstel voor een verordening Artikel 95 – lid 2 – letter b
(b) de concrete actie betrekking heeft op opslagsteun zoals bedoeld in artikel 70;
Schrappen
Amendement 552 Voorstel voor een verordening Artikel 95 – lid 3 – inleidende formule
3. In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten een overheidssteunintensiteit van 50 % tot en met 100 % van de totale subsidiabele uitgaven toepassen wanneer de concrete actie wordt uitgevoerd in het kader van titel V, hoofdstuk III, en deze concrete actie voldoet aan één van de volgende criteria:
3. In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten een overheidssteunintensiteit van 60 % tot en met 100 % van de totale subsidiabele uitgaven toepassen wanneer de concrete actie wordt uitgevoerd in het kader van titel V, hoofdstukken I, II, III of IV, en deze concrete actie voldoet aan twee of meer van de volgende criteria:
Amendement 553 Voorstel voor een verordening Artikel 98 – lid 2 – alinea 2
De Commissie oefent deze machtiging uit met volledige inachtneming van het evenredigheidsbeginsel en in het volledige besef van het risico dat niet-naleving van de respectieve GVB-voorschriften een ernstige bedreiging vormt zowel voor de duurzame exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de MSY kan opleveren, als voor de duurzaamheid van de betrokken bestanden of voor de instandhouding van het mariene milieu.
De Commissie oefent deze machtiging uit met volledige inachtneming van het evenredigheidsbeginsel en in het volledige besef van het risico dat niet-naleving van de respectieve GVB-voorschriften een ernstige bedreiging vormt zowel voor de duurzame exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de MSY kan opleveren, als voor de duurzaamheid van de betrokken bestanden, voor de instandhouding van het mariene milieu of voor het bereiken en behouden van een goede milieutoestand in 2020.
Amendement 576 Voorstel voor een verordening Artikel 99 – lid 1
1. Onverminderd de algemene voorschriften van artikel 114 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] zorgt de beheersautoriteit ervoor dat:
1. Onverminderd de algemene voorschriften van artikel 114 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] zorgt de beheersautoriteit ervoor dat:
(a) de Commissie halfjaarlijks relevante gegevens ontvangt over de voor financiering geselecteerde concrete acties, met inbegrip van de belangrijke kenmerken van de begunstigde en de concrete actie. De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen voorschriften voor de indiening van deze gegevens vast volgens de in artikel 128, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure;
(a) de Commissie halfjaarlijks relevante gegevens ontvangt over de voor financiering geselecteerde concrete acties, met inbegrip van de belangrijke kenmerken van de begunstigde en de concrete actie. De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen voorschriften voor de indiening van deze gegevens vast volgens de in artikel 128, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure;
(b) bekendheid wordt gegeven aan het programma door potentiële begunstigden, beroepsorganisaties, de economische en sociale partners, organisaties voor de bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen en de betrokken niet-gouvernementele organisaties, met inbegrip van milieuorganisaties, te informeren over de door het programma geboden mogelijkheden en over de wijze waarop gebruik kan worden gemaakt van de financiering in het kader van het programma;
(b) bekendheid wordt gegeven aan het programma door potentiële begunstigden, beroepsorganisaties, de economische en sociale partners, organisaties voor de bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen en de betrokken niet-gouvernementele organisaties, met inbegrip van milieuorganisaties, te informeren over de door het programma geboden mogelijkheden, over de wijze waarop gebruik kan worden gemaakt van de financiering in het kader van het programma en over de verplichting te voldoen aan de GVB-voorschriften;
(c) bekendheid wordt gegeven aan het programma door de begunstigden van de bijdrage van de Unie en het brede publiek te informeren over de rol van de Unie in het programma.
(c) bekendheid wordt gegeven aan het programma door de begunstigden te informeren over de bijdrage van de Unie en over de verplichting te voldoen aan de GVB-voorschriften;
(d) bekendheid wordt gegeven aan het programma door het brede publiek te informeren over de rol van de Unie in het programma en over de rol van de lidstaten in het toezicht op de naleving van de GVB-voorschriften.
Amendement 554 Voorstel voor een verordening Artikel 100 – lid 1
1. Onverminderd artikel 135 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] zijn de lidstaten in eerste instantie ook verantwoordelijk voor het onderzoeken van gevallen waarin de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende voorschriften niet zijn nageleefd.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 555 Voorstel voor een verordening Artikel 100 – lid 2
2. Wanneer sprake is van financiële correcties op uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de niet-naleving van artikel 98, stellen de lidstaten het bedrag van de correctie vast op basis van de ernst van de niet-naleving van de GVB-voorschriften door de begunstigde, het economische voordeel dat voortvloeit uit de niet-naleving van de GVB-voorschriften of het belang van de EFMZV-bijdrage voor de economische activiteit van de begunstigde.
2. Wanneer sprake is van financiële correcties op uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de niet-naleving van artikel 98, stellen de lidstaten het bedrag van de correctie vast op basis van de ernst (met inbegripvan de mate, de duur en de frequentie) van de niet-naleving van de GVB-voorschriften door de begunstigde, het economische voordeel dat voortvloeit uit de niet-naleving van de GVB-voorschriften of het belang van de EFMZV-bijdrage voor de economische activiteit van de begunstigde.
Amendement 577 Voorstel voor een verordening Artikel 102
1. Onverminderd artikel 134 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] kan de Commissie de tussentijdse betalingen in verband met het operationele programma middels een uitvoeringshandeling geheel of gedeeltelijk schorsen indien:
1. Onverminderd artikel 134 van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] kan de Commissie de tussentijdse betalingen in verband met het operationele programma door middel van een uitvoeringshandeling geheel of gedeeltelijk schorsen indien:
a) het beheers- en controlesysteem van het operationele programma ernstige tekortkomingen vertoont waarvoor geen corrigerende maatregelen zijn genomen;
b) uitgaven in een gecertificeerde uitgavenstaat verband houden met een ernstige onregelmatigheid of andere gevallen van niet-naleving ten aanzien waarvan geen corrigerende maatregelen zijn genomen;
c) de lidstaat heeft nagelaten de nodige maatregelen te nemen om een einde te maken aan de situatie op grond waarvan de betalingen krachtens artikel 118 zijn uitgesteld;
d) het monitoringsysteem ernstige tekortkomingen vertoont op het gebied van kwaliteit en betrouwbaarheid;
zij in een middels een uitvoeringshandeling aangenomen besluit heeft vastgesteld dat een lidstaat zijn verplichtingen in het kader van het GVB niet is nagekomen. Deze niet-naleving kan van invloed zijn op de in een gecertificeerde uitgavenstaat opgenomen uitgaven waarvoor een tussentijdsebetalingsaanvraag is ingediend.
e) zij in een middels een uitvoeringshandeling aangenomen besluit heeft vastgesteld dat een lidstaat zijn verplichtingen in het kader van het GVB niet is nagekomen. Deze niet-naleving kan van invloed zijn op de in een gecertificeerde uitgavenstaat opgenomen uitgaven waarvoor een tussentijdsebetalingsaanvraag is ingediend;
f) de in artikel 17, lid 5, en artikel 20, lid 3, van [Verordening (EU) nr. [...] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde voorwaarden zijn vervuld.
2. De Commissie kan middels uitvoeringshandelingen die volgens de in artikel 128, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure worden aangenomen, voorschriften vaststellen over de betalingen die kunnen worden geschorst. De bedragen van deze betalingen moeten evenredig zijn aan de aard en het belang van de niet-naleving door de lidstaat.
2. De Commissie kan middels een uitvoeringshandeling besluiten de tussentijdse betalingen geheel of gedeeltelijk te schorsen nadat zij de lidstaat in de gelegenheid heeft gesteld binnen twee maanden zijn opmerkingen te maken. De Commissie kan middels uitvoeringshandelingen die volgens de in artikel 151, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure worden vastgesteld, voorschriften over het deel van de betalingen dat kan worden geschorst, vaststellen. Deze bedragen zijn evenredig aan de aard en het belang van de tekortkoming, de onregelmatigheid of het geval van niet-naleving door de lidstaat.
2 bis. De Commissie besluit middels een uitvoeringshandeling om de gehele of gedeeltelijke schorsing van de tussentijdse betalingen op te heffen indien de lidstaat de nodige maatregelen heeft genomen om opheffing van de schorsing mogelijk te maken. Indien dergelijke maatregelen niet door de lidstaat worden genomen, kan de Commissie middels een uitvoeringshandeling besluiten financiële correcties toe te passen door de EU-bijdrage aan het operationele programma geheel of gedeeltelijk in te trekken overeenkomstig de artikelen 128 en 129.
Amendement 578 Voorstel voor een verordening Artikel 103 bis (nieuw)
Artikel 103 bis
Controles ter plaatse door de Commissie
1. Onverminderd de controles die de lidstaten verrichten in het kader van hun nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of artikel 287 van het Verdrag, en onverminderd de controles in het kader van artikel 322 van het Verdrag, kan de Commissie in de lidstaten controles ter plaatse organiseren om met name na te gaan:
a) of de administratieve praktijken in overeenstemming zijn met de EU-voorschriften;
b) of de nodige bewijsstukken voorhanden zijn en of deze corresponderen met de uit het EFMZV gefinancierde concrete acties;
c) op welke wijze de uit het ELGF of het ELFPO gefinancierde concrete acties worden uitgevoerd en gecontroleerd.
2. De personen die de Commissie voor de controles ter plaatse heeft gemachtigd, of de ambtenaren van de Commissie die handelen in het kader van de hun verleende bevoegdheden, hebben toegang tot de boeken en alle andere documenten, met inbegrip van de op een elektronische informatiedrager opgestelde of ontvangen en bewaarde documenten en metagegevens die betrekking hebben op de uit het EFMZV gefinancierde uitgaven.
4. Vóór een controle ter plaatse stelt de Commissie de betrokken lidstaat of de lidstaat op wiens grondgebied de controle moet plaatsvinden, tijdig daarvan in kennis. Ambtenaren van de betrokken lidstaat kunnen aan deze controle deelnemen.
5. Op verzoek van de Commissie en met instemming van de betrokken lidstaat voeren de bevoegde instanties van deze lidstaat aanvullende controles uit van of onderzoeken naar de concrete acties die onder deze verordening vallen. Ambtenaren van de Commissie of door haar gemachtigde personen kunnen aan deze controles deelnemen.
6. Ter verbetering van de controles kan de Commissie met instemming van de betrokken lidstaten overheidsdiensten van deze lidstaten bij bepaalde controles of onderzoeken betrekken.
7. De Commissie kan middels uitvoeringshandelingen die volgens de in artikel 151, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure worden vastgesteld, voorschriften vaststellen met betrekking tot de procedures voor de uitvoering van de in de leden 5 en 6 bedoelde aanvullende controles.
Amendement 579 Voorstel voor een verordening Artikel 104
1. De lidstaten houden alle informatie die voor de goede werking van het EFMZV nodig is, ter beschikking van de Commissie en nemen alle adequate maatregelen om de controles die de Commissie in het kader van het beheer van de EU-financiering nuttig acht, met inbegrip van controles ter plaatse, te vergemakkelijken.
Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten haar de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen mee die zij voor de tenuitvoerlegging van de EU-handelingen inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid hebben vastgesteld, voor zover deze handelingen financiële gevolgen hebben voor het EFMZV.
2. Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten haar de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen mee die zij voor de tenuitvoerlegging van de EU-handelingen inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid hebben vastgesteld, voor zover deze handelingen financiële gevolgen hebben voor het EFMZV.
3. De lidstaten houden alle informatie ter beschikking van de Commissie die betrekking heeft op geconstateerde onregelmatigheden en gevallen waarin mogelijk sprake is van fraude, en op de stappen die zijn gezet om onverschuldigd betaalde bedragen die verband houden met deze onregelmatigheden en fraudegevallen, terug te vorderen uit hoofde van artikel 116.
Amendement 580 Voorstel voor een verordening Artikel 107
1. Voordat de Commissie middels een uitvoeringshandeling tot een financiële correctie besluit, leidt zij de procedure in door de lidstaat in kennis te stellen van haar voorlopige conclusies en deze lidstaat te verzoeken binnen twee maanden zijn opmerkingen te doen toekomen.
Als de Commissie een in artikel 106, lid 2, bedoelde financiële correctie voorstelt, wordt de lidstaat onverminderd artikel 137, lid 2, van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] in de gelegenheid gesteld om, door onderzoek van de betrokken documentatie, aan te tonen dat de werkelijke omvang van de niet-naleving van de GVB-voorschriften, net als de band tussen de niet-naleving en de uitgaven, geringer is dan de Commissie in haar beoordeling stelt.
2. Wanneer de Commissie een geëxtrapoleerde of forfaitaire financiële correctie voorstelt, wordt de lidstaat in de gelegenheid gesteld om, door onderzoek van de betrokken documentatie, aan te tonen dat de werkelijke omvang van de onregelmatigheid of een ander geval van niet-naleving, waaronder niet-naleving van de GVB-voorschriften, geringer is dan de Commissie in haar beoordeling stelt. In overleg met de Commissie kan de lidstaat dit onderzoek beperken tot een passend deel of passende steekproef van de betrokken documentatie. Behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen mag dit onderzoek niet langer duren dan een aanvullende termijn van twee maanden na de in lid 1 bedoelde termijn van twee maanden.
3. De Commissie houdt rekening met alle bewijsstukken die de lidstaat binnen de in de leden 1 en 2 bedoelde termijnen aanvoert.
4. Wanneer de lidstaat de voorlopige conclusies van de Commissie niet aanvaardt, nodigt de Commissie de lidstaat uit voor een hoorzitting om te waarborgen dat zij haar conclusies over de toepassing van de financiële correctie op alle relevante informatie en opmerkingen kan baseren.
5. Wanneer de Commissie financiële correcties toepast, doet zij dit middels uitvoeringshandelingen en binnen zes maanden na de datum van de hoorzitting of, als de lidstaat ermee instemt na de hoorzitting aanvullende informatie in te dienen, binnen zes maanden na de datum van ontvangst van die informatie. De Commissie houdt rekening met alle in de loop van de procedure ingediende informatie en opmerkingen. Als er geen hoorzitting plaatsvindt, begint de termijn van zes maanden twee maanden na de datum van de door de Commissie gezonden uitnodiging voor de hoorzitting.
6. Wanneer de Commissie of de Rekenkamer onregelmatigheden in de naar de Commissie gestuurde jaarrekeningen ontdekt, wordt het met de resulterende financiële correctie overeenstemmende bedrag in mindering gebracht op de EFMZV-steun voor het operationele programma.
Amendement 557 Voorstel voor een verordening Artikel 111 – lid 1
1. Belangrijke informatie over de uitvoering van het programma, over elke voor financiering geselecteerde concrete actie alsook over voltooide concrete acties, die nodig is voor monitoring en evaluatie, met inbegrip van belangrijke kenmerken van de begunstigde en het project, wordt elektronisch geregistreerd en bijgehouden.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 558 Voorstel voor een verordening Artikel 113 – lid 2
2. De beheersautoriteit en het monitoringcomité monitoren de operationele programma's aan de hand van financiële, output- en doelindicatoren.
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendement 559 Voorstel voor een verordening Artikel 114 – alinea 1 – letter a
(a) binnen vier maanden na het besluit tot goedkeuring van het programma wordt het geraadpleegd en brengt het advies uit over de criteria voor de selectie van de gefinancierde concrete acties; de selectiecriteria worden herzien naargelang van de behoeften in het kader van de programmering;
(Niet van toepassing op de Nederlandse versie.)
Amendementen 581, 560 en 561 Voorstel voor een verordening Artikel 120 – lid 1
1. Overeenkomstig artikel 99, lid 1, onder b), zorgt de beheersautoriteit voor:
1. Overeenkomstig artikel 99, lid 1, onder b) t/m d), zorgt de beheersautoriteit voor:
a) de oprichting van één website of portaalsite die informatie over het operationele programma in die lidstaat geeft, alsook toegang tot dat programma;
a) de oprichting van één website of portaalsite die informatie over de operationele programma's in die lidstaat geeft, alsook eenvoudige toegang tot die programma's;
b) de verstrekking van informatie aan potentiële begunstigden over de financieringsmogelijkheden in het kader van het operationele programma;
b) de verstrekking van informatie aan potentiële begunstigden over de financieringsmogelijkheden in het kader van het operationele programma en over de verplichting te voldoen aan de GVB-voorschriften;
c) het bij de burgers van de Unie onder de aandacht brengen van de rol en de verwezenlijkingen van het EFMZV door middel van voorlichtings- en communicatieacties betreffende de resultaten en de impact van partnerschapscontracten, operationele programma's en concrete acties.
c) het bij de burgers van de Unie onder de aandacht brengen van de rol en de verwezenlijkingen van het EFMZV door middel van voorlichtings- en communicatieacties betreffende de resultaten en de impact van partnerschapscontracten, operationele programma's en concrete acties;
d) de publicatie van een overzicht van de maatregelen met het oog op de naleving van de GVB-voorschriften, met inbegrip van de gevallen van niet-naleving door een lidstaat of begunstigden en de genomen correctiemaatregelen, zoals financiële correcties.
Amendement 562 Voorstel voor een verordening Artikel 120 – lid 4 bis (nieuw)
4 bis. Wat de toegang tot milieu-informatie betreft, zijn Richtlijn 2003/4/EG, Verordening (EG) nr. 1049/2001 en Verordening (EG) nr. 1367/2006 van toepassing.
Amendement 563 Voorstel voor een verordening Bijlage I – tabel – rij 1
Door de Commissie voorgestelde tekst
Concrete acties
Percentpunten
met betrekking tot de kleinschalige kustvisserij komen in aanmerking voor een verhoging van het steunpercentage met:
25
Amendement
Concrete acties
Percentpunten
met betrekking tot de kleinschalige kustvisserij komen in aanmerking voor een verhoging van het steunpercentage met:
30
Amendement 564 Voorstel voor een verordening Bijlage I – tabel – rij 5
Door de Commissie voorgestelde tekst
Concrete acties
Percentpunten
uitgevoerd door producentenorganisaties of unies van producentenorganisaties komen in aanmerking voor een verhoging van het steunpercentage met:
20
Amendement
Concrete acties
Percentpunten
uitgevoerd door producentenorganisaties, een unie van producentenorganisaties, een door de lidstaat erkende beroepsorganisatie van vissers of een interprofessionele organisatie komen in aanmerking voor een verhoging van het steunpercentage met:
30
Amendement 565 Voorstel voor een verordening Bijlage I – tabel – rij 5 bis (nieuw)
Amendement
Concrete acties
Percentpunten
die voldoen aan de vereisten van alle duurzaamheidscriteria die de lidstaten kunnen toepassen, komen in aanmerking voor een verhoging van het steunpercentage met
10
Amendement 566 Voorstel voor een verordening Bijlage I – tabel – rij 8
Door de Commissie voorgestelde tekst
Concrete acties
Percentpunten
uitgevoerd door andere dan onder de definitie van kmo's vallende ondernemingen worden gefinancierd met een steunpercentage dat wordt gereduceerd met
20
Amendement
Concrete acties
Percentpunten
uitgevoerd door andere dan onder de definitie van kmo's vallende ondernemingen worden gefinancierd met een steunpercentage dat wordt gereduceerd met
15
Amendement 567 Voorstel voor een verordening Bijlage I – tabel – rij 8 bis (nieuw)
Amendement
Concrete acties
Percentpunten
die voldoen aan de vereisten van de reeks duurzaamheidscriteria die de lidstaten kunnen toepassen, komen in aanmerking voor een verhoging van het steunpercentage met
10
Amendement 568 Voorstel voor een verordening Bijlage III – tabel 1 – punt 7 bis (nieuw)
Amendement
7 bis. Wetgeving inzake arbeidsomstandigheden
Naleving van de Unie-wetgeving inzake arbeidsomstandigheden door marktdeelnemers
De effectieve toepassing en uitvoering van de Unie-wetgeving inzake arbeidsomstandigheden, met inbegrip van:
– de wetgeving inzake de arbeids- en rusttijden van vissers;
– de wetgeving inzake gezondheid en veiligheid;
– de wetgeving inzake de startkwalificaties en verdere opleiding van vissers.
Amendement 569 Voorstel voor een verordening Bijlage III – tabel 2 – rij 3
Door de Commissie voorgestelde tekst
EFMZV-prioriteit:
Bevordering van de tenuitvoerlegging van het GVB
TO 6: Bescherming van het milieu en bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen
De administratieve capaciteit om te voldoen aan de in artikel 37 van [GVB-verordening] vastgestelde gegevensvereisten voor het visserijbeheer, is aantoonbaar aanwezig.
De administratieve capaciteit om een meerjarenprogramma voor gegevensverzameling – dat door het WTECV moet worden beoordeeld en door de Commissie moet worden goedgekeurd - voor te bereiden en toe te passen, is aantoonbaar aanwezig.
De administratieve capaciteit om een jaarlijks werkprogramma voor gegevensverzameling – dat door het WTECV moet worden beoordeeld en door de Commissie moet worden goedgekeurd - voor te bereiden en toe te passen, is aantoonbaar aanwezig.
Er is voldoende capaciteit aan personele middelen voorhanden om bilaterale of multilaterale overeenkomsten met andere LS aan te gaan indien de werkzaamheden voor de tenuitvoerlegging van de gegevensverzamelingsvereisten worden gedeeld.
Amendement
EFMZV-prioriteit:
Bevordering van de tenuitvoerlegging van het GVB
TO 6: Bescherming van het milieu en bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen
De administratieve capaciteit om te voldoen aan de in artikel 37 van [GVB-verordening] vastgestelde gegevensvereisten voor het visserijbeheer, is aantoonbaar aanwezig.
Beoordeling van het evenwicht tussen vangstcapaciteit en vangstmogelijkheden:
De specifieke analyse van het evenwicht tussen vangstcapaciteit en vangstmogelijkheden is uitgevoerd teneinde de doeltreffende tenuitvoerlegging van maatregelen voor vlootbeheer te waarborgen.
De administratieve capaciteit om een meerjarenprogramma voor gegevensverzameling – dat door het WTECV moet worden beoordeeld en door de Commissie moet worden goedgekeurd - voor te bereiden en toe te passen, is aantoonbaar aanwezig.
De administratieve capaciteit om een jaarlijks werkprogramma voor gegevensverzameling – dat door het WTECV moet worden beoordeeld en door de Commissie moet worden goedgekeurd - voor te bereiden en toe te passen, is aantoonbaar aanwezig.
Er is voldoende capaciteit aan personele middelen voorhanden om bilaterale of multilaterale overeenkomsten met andere LS aan te gaan indien de werkzaamheden voor de tenuitvoerlegging van de gegevensverzamelingsvereisten worden gedeeld.
De aantoonbaar aanwezige administratieve capaciteit om beoordelingen van vlootcapaciteit voor te bereiden en uit te voeren.
Adequate verslaglegging over de inspanningen om een evenwicht te bereiken tussen vangstcapaciteit en vangstmogelijkheden als bedoeld in de artikelen 34 en 37 van Verordening (EU) nr. …/… [betreffende het GVB].
Amendement 570 Voorstel voor een verordening Bijlage III – tabel 2 – rij 4 bis (nieuw)
Amendement
EU-prioriteit voor EFMZV / GSK Thematische doelstelling (TD)
Voorafgaande voorwaarde
Criteria waaraan moet worden voldaan
EFMZV-prioriteit:
Bevordering van de tenuitvoerlegging van het GVB
TO 6: Bescherming van het milieu en bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen
Jaarlijkse beoordeling van het evenwicht tussen vangstcapaciteit en vangstmogelijkheden: De specifieke analyse van het evenwicht tussen vangstcapaciteit en vangstmogelijkheden is uitgevoerd teneinde de doeltreffende tenuitvoerlegging te waarborgen van maatregelen voor vlootbeheer die betrekking hebben op de vermindering van de vlootcapaciteit en directe investeringen in vaartuigen.
De specifieke acties betreffen onder meer:
– de aantoonbaar aanwezige administratieve capaciteit om beoordelingen van vlootcapaciteit voor te bereiden en uit te voeren;
– adequate verslaglegging over de inspanningen om een evenwicht te bereiken tussen vangstcapaciteit en vangstmogelijkheden als bedoeld in de artikelen 34 en 37 van [de voorgestelde basisverordening].
Amendement 614 Voorstel voor een verordening Bijlage IV –punt 1 – alinea 1 – streepje 1
– naam van de begunstigde (alleen rechtspersonen; geen namen van natuurlijke personen vermelden);
– naam van de begunstigde;
Amendement 582 Voorstel voor een verordening Bijlage IV – punten 2 en 3
2. OP HET PUBLIEK GERICHTE VOORLICHTINGS- EN PUBLICITEITSMAATREGELEN
2. OP HET PUBLIEK GERICHTE VOORLICHTINGS- EN PUBLICITEITSMAATREGELEN
2.1 Verantwoordelijkheden van de lidstaten
2.1 Verantwoordelijkheden van de lidstaten
1. De lidstaat ziet erop toe dat de voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen een zo ruim mogelijke aandacht in de media krijgen, waarbij op het aangewezen niveau verschillende communicatievormen en –methoden worden gebruikt.
1. De lidstaat ziet erop toe dat de voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen een zo ruim mogelijke aandacht in de media krijgen, waarbij op het aangewezen niveau verschillende communicatievormen en –methoden worden gebruikt.
2. De lidstaat is verantwoordelijk voor de organisatie van ten minste de volgende voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen:
2. De lidstaat is verantwoordelijk voor de organisatie van ten minste de volgende voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen:
a) een belangrijke voorlichtingsactiviteit waarbij bekendheid wordt gegeven aan de start van het operationele programma;
a) een belangrijke voorlichtingsactiviteit waarbij bekendheid wordt gegeven aan de start van het operationele programma;
b) ten minste twee keer tijdens de programmeringsperiode: een belangrijke voorlichtingsactiviteit om reclame te maken voor de financieringsmogelijkheden en de gevolgde strategie en om de resultaten van het operationele programma te presenteren;
b) ten minste twee keer tijdens de programmeringsperiode: een belangrijke voorlichtingsactiviteit om reclame te maken voor de financieringsmogelijkheden en de gevolgde strategie en om de resultaten van het operationele programma te presenteren;
c) het uithangen van de vlag van de Europese Unie voor het gebouw van elke beheersautoriteit of op een andere voor het publiek zichtbare plaats bij dat gebouw;
c) het uithangen van de vlag van de Europese Unie voor het gebouw van elke beheersautoriteit of op een andere voor het publiek zichtbare plaats bij dat gebouw;
d) het langs elektronische weg bekendmaken van de lijst van concrete acties in overeenstemming met punt 1;
d) het langs elektronische weg bekendmaken van de lijst van concrete acties in overeenstemming met punt 1;
e) het geven van voorbeelden van concrete acties per operationeel programma op de algemene website of op de site van het operationele programma die via de portaalsite toegankelijk is; de voorbeelden moeten worden gegeven in een door velen gesproken officiële taal van de Europese Unie die niet de officiële taal of een van de officiële talen van de betrokken lidstaat is;
e) het geven van voorbeelden van concrete acties per operationeel programma op de algemene website of op de site van het operationele programma die via de portaalsite toegankelijk is; de voorbeelden moeten worden gegeven in een door velen gesproken officiële taal van de Europese Unie die niet de officiële taal of een van de officiële talen van de betrokken lidstaat is;
f) het geven van een korte samenvatting van concrete acties betreffende innovatie en eco-innovatie op een specifiek deel van de algemene website;
f) het geven van een korte samenvatting van concrete acties betreffende innovatie en eco-innovatie op een specifiek deel van de algemene website;
g) het actualiseren van informatie over de uitvoering van de operationele programma's, met inbegrip van de belangrijkste resultaten ervan, op de algemene website of op de site van het operationele programma die via de portaalsite toegankelijk is.
g) het actualiseren van informatie over de uitvoering van de operationele programma's, met inbegrip van de belangrijkste resultaten ervan, op de algemene website of op de site van het operationele programma die via de portaalsite toegankelijk is.
g bis) Met ingang van 2016 wordt elk jaar uiterlijk op 31 januari een overzicht gepubliceerd van de gevallen van niet-naleving door lidstaten en begunstigden en van de door de lidstaten of de Commissie genomen correctiemaatregelen, zoals financiële correcties.
3. In overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijken worden de volgende instanties door de beheersautoriteit bij de voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen betrokken:
3. In overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijken worden de volgende instanties door de beheersautoriteit bij de voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen betrokken:
h) de in artikel 5 van [Verordening (EU) nr. [...] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde partners;
a) de in artikel 5 van [Verordening (EU) nr. [...] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde partners;
i) de centra voor voorlichting over Europa en de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten;
b) de centra voor voorlichting over Europa en de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten;
j) onderwijs- en onderzoeksinstellingen.
c) onderwijs- en onderzoeksinstellingen.
Deze instanties zorgen voor een grootschalige verspreiding van de in artikel 120, lid 1, onder a) en b), bedoelde informatie.
Deze instanties zorgen voor een grootschalige verspreiding van de in artikel 120, lid 1, onder a) en b), bedoelde informatie.
3. MAATREGELEN TOT VOORLICHTING VAN POTENTIËLE BEGUNSTIGDEN EN VAN BEGUNSTIGDEN
3. MAATREGELEN TOT VOORLICHTING VAN POTENTIËLE BEGUNSTIGDEN EN VAN BEGUNSTIGDEN
3.1 Maatregelen tot voorlichting van potentiële begunstigden
3.1 Maatregelen tot voorlichting van potentiële begunstigden
1. De beheersautoriteit ziet erop toe dat aan potentiële begunstigden en aan alle belanghebbenden op ruime schaal informatie wordt verstrekt over de doelstellingen van het operationele programma en de in het kader van het EFMZV geboden financieringsmogelijkheden.
1. De beheersautoriteit ziet erop toe dat aan potentiële begunstigden en aan alle belanghebbenden op ruime schaal informatie wordt verstrekt over de doelstellingen van het operationele programma en de in het kader van het EFMZV geboden financieringsmogelijkheden.
2. De beheersautoriteit ziet erop toe dat de potentiële begunstigden ten minste de volgende informatie ontvangen:
2. De beheersautoriteit ziet erop toe dat de potentiële begunstigden ten minste de volgende informatie ontvangen:
a) de subsidiabiliteitsvoorwaarden waaronder uitgaven voor steun uit een operationeel programma in aanmerking komen;
a) de subsidiabiliteitsvoorwaarden waaronder uitgaven voor steun uit een operationeel programma in aanmerking komen;
b) een beschrijving van de voorwaarden inzake de ontvankelijkheid van aanvragen, de procedures voor het onderzoek van de financieringsaanvragen en de termijnen;
b) een beschrijving van de voorwaarden inzake de ontvankelijkheid van aanvragen, de procedures voor het onderzoek van de financieringsaanvragen en de termijnen;
b bis) de mogelijke financiële gevolgen van niet-naleving van de GVB-voorschriften;
c) de criteria aan de hand waarvan concrete acties voor steun worden geselecteerd;
c) de criteria aan de hand waarvan concrete acties voor steun worden geselecteerd;
d) de contacten op nationaal, regionaal of lokaal niveau waar informatie over de operationele programma's kan worden verkregen;
d) de contacten op nationaal, regionaal of lokaal niveau waar informatie over de operationele programma's kan worden verkregen;
e) de vereiste dat in de aanvragen, in evenredigheid met de omvang van de concrete actie, communicatieactiviteiten worden voorgesteld om het publiek in te lichten over het doel van de concrete actie en over de EU-steun ervoor.
e) de vereiste dat in de aanvragen, in evenredigheid met de omvang van de concrete actie, communicatieactiviteiten worden voorgesteld om het publiek in te lichten over het doel van de concrete actie en over de EU-steun ervoor.
3.2. Maatregelen tot voorlichting van de begunstigden
3.2. Maatregelen tot voorlichting van de begunstigden
De beheersautoriteit deelt de begunstigden mee dat zij door financiering te aanvaarden ermee instemmen op de in overeenstemming met artikel 120, lid 2, gepubliceerde lijst van concrete acties te worden opgenomen.
De beheersautoriteit deelt de begunstigden mee dat zij door financiering te aanvaarden ermee instemmen op de in overeenstemming met artikel 120, lid 2, gepubliceerde lijst van concrete acties te worden opgenomen.