Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 20 november 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de invoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen (COM(2011)0814 – C7-0464/2011 – 2011/0392(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0814),
– gezien artikel 294, lid 2 en artikel 172 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0464/2011),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 28 maart 2012(1),
– na raadpleging van het Comité van de Regio's,
– gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 11 september 2013 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken, de Begrotingscommissie en de Commissie vervoer en toerisme (A7-0321/2013),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd;
3. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
4. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 november 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. .../2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) nr. 1285/2013.)
BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE
Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
over het
GALILEO INTERINSTITUTIONEEL PANEL (GIP)
1. Gezien het belang, het unieke karakter en de gecompliceerdheid van de Europese GNSS-programmma’s, het feit dat de Unie de uit de programma’s resulterende systemen in eigendom zal hebben, de volledige financiering van de programma’s uit de communautaire begroting in de periode 2014-2020, erkennen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie de noodzaak van nauwe samenwerking tussen de drie instellingen.
2. Er zal een Galileo Interinstitutioneel Panel (GIP) bijeenkomen om voor iedere instelling de uitoefening van haar verantwoordelijkheid te vergemakkelijken. Daartoe wordt het GIP opgericht om de volgende zaken op de voet te volgen:
(a) de vorderingen met de uitvoering van de Europese GNSS-programma’s, met name met betrekking tot de uitvoering van de aanbestedingen en contracten, met name met betrekking tot het ESA;
(b) de internationale overeenkomsten met derde landen, onverminderd de bepalingen van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
(c) de voorbereiding van de satellietnavigatiemarkten;
(d) de doeltreffendheid van de beheersregelingen; en
(e) de jaarlijkse evaluatie van het werkprogramma.
3. Overeenkomstig de bestaande regels zal het GIP de nodige discretie in acht nemen, met name gezien de commercieel vertrouwelijke en gevoelige aard van bepaalde gegevens.
4. De Commissie zal rekening houden met de door het GIP ingenomen standpunten.
5. Het GIP zal bestaan uit zeven vertegenwoordigers, waarvan:
— drie van de Raad,
— drie van het Europees Parlement,
— één van de Commissie,
en zal geregeld bijeenkomen (in beginsel viermaal per jaar).
6. Het GIP heeft geen invloed op de bestaande verantwoordelijkheden en interinstitutionele betrekkingen.