Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 21 november 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (2014 - 2020) (COM(2011)0834 – C7-0463/2011 – 2011/0394(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0834),
– gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 173 en 195 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0463/2011),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Zweedse Rijksdag, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,
– gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité van 29 maart 2012(1),
– gezien het advies van het Comité van de Regio's van 9 oktober 2012(2),
– gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 12 september 2013 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien artikel 55 van zijn Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Begrotingscommissie, de Commissie interne markt en consumentenbescherming en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A7-0420/2012),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 november 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. .../2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (COSME) (2014 - 2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG
(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) nr. 1287/2013.)